Vredesmissie 2017

De doelstellingen van de Internationale Delegatie naar Colombia en naar de Vredesgemeenschap van San José de Apartadó (16 maart tot 1 april 2017)

Onze solidariteit tonen met de Vredesgemeenschap en met de organisaties die de gemeenschap begeleiden en ondersteunen.

  • De mensenrechtensituatie in Colombia en in het bijzonder in de Vredesgemeenschap van San José de Apartadó zichtbaar maken.

  • Contacten leggen met mensenrechtenorganisaties en mensenrechtenverdedigers met het oog op toekomstige noodsituaties en samenwerking.

  • Opvolging geven aan de vredesakkoorden en de internationale druk coördineren om het aantal slachtoffers te minimaliseren (door situaties te vermijden zoals in Guatemala en in El Salvador na de vredesakkoorden en zoals na de akkoorden in Colombia in 1985). In het lobbywerk vooral de heropleving van het paramilitarisme aanklagen, het voortduren van hun banden met leger en politie en de voortdurende straffeloosheid.

  • De noodwendigheden kennen van de Vredesgemeenschap en van de internationale organisaties van begeleiding van mensenrechtenactivisten in de nieuwe context.

  • Werken aan meer samenwerking tussen de Europese initiatieven die de Vredesgemeenschap en andere gemeenschappen in Colombia ondersteunen.

Eigen doelstellingen van de Vlaamse Delegatie

  • Bestuurskrachtversterking in de Vredesgemeenschap d.m.v. uitwisseling van kennis en ervaring

  • Vorming van leden van de Vredesgemeenschap en de Belgische deelnemers in de groeiende problematiek van (toegang tot) grond en de vreedzame actiestrategieën die hiervoor kunnen ontwikkeld d.m.v. deelname aan het internationaal forum aan de universiteit van Quindío.

  • Evaluatie en planning van de samenwerkingsprojecten tussen de Vredesgemeenschap en de gemeente Westerlo, de Provincie Antwerpen, en het Vlaams Netwerk van Solidariteit met de Vredesgemeenschap van San José de Apartadó.

Rapport van de Internationale Commissie ter Verificatie van de Mensenrechten in Colombia (2017)

(Spaanse versie: http://comisioninternacional.org/presentacion-del-informe-de-la-comision-internacional-de-verificacion-de-derechos-humanos-en-colombia/)

  1. 1. INLEIDING

1.0. Proloog

Wij bedanken de verschillende collectieven en platformen die het RAPPORT VAN DE INTERNATIONALE COMMISSIE TER VERIFICATIE VAN DE MENSENRECHTEN IN COLOMBIA 2017 hebben verwezenlijkt voor hun onbaatzuchtig werk voor de vrede en de verzoening in dat land, voor hun voortdurende inspanning voor de begeleiding van de gemeenschappen, organisaties van slachtoffers en collectieven van mensenrechtenverdedigers en voor hun moed op het moment van het onthullen van de vele problemen waarmee het proces van vredesopbouw opgestart na de ondertekening van het “Eindakkoord voor de beëindiging van het conflict en de constructie van een stabiele en duurzame vrede’ op 24 november 2016 geconfronteerd wordt.

Het opbouwen van vrede is een dynamisch en complex proces dat veelzijdige inspanningen vereist, waaronder internationale begeleiding en waarneming om bekwaam te zijn zich te onttrekken aan de partijdige visies die de partijen van het conflict en hun propaganda-werktuigen verdedigen en verspreiden bij het analyseren van het proces van implementatie van wat is overeengekomen.

Het Eindakkoord ondertekend in het Theater Colón van Bogota beoogt de meest complexe en complete poging van modernisatie en democratisering van Colombia te zijn, in gang gezet vanaf de jaren dertig van de vorige eeuw. In hun motieven liggen maatregelen besloten om de altijd uitgestelde plattelandshervorming die eigendom van de grond waarborgt voor kleine en middelmatige boeren en de beperking van het grote onproductieve grootgrondbezit te bewerkstelligen; de hervorming van de normen van de politieke participatie om gedaan te maken met het electorale dirigisme en cliëntelisme; de uitroeiing van elke vorm van geweld van het politiek en sociaal leven van het land; het ongedaan maken van de vervuiling van explosieven van de oorlog; het in werking stellen van een nieuw beleid van strijd tegen illegale drugs die de aangemoedigde vervanging van teelten die gevoelig zijn voor illegaal gebruik combineert met maatregelen die erop gericht zijn de vraag naar deze substanties te beperken; en het waarborgen van de rechten van de slachtoffers van ernstige inbreuken van het IHR en van ernstige schendingen van de mensenrechten door eerbied te verzekeren voor de rechten op waarheid, gerechtigheid, herstel en de waarborgen op niet herhaling voor heel de Colombiaanse maatschappij.

De betrouwbaarste vergelijkende studies stellen dat 80% van inhouden van de vredesakkoorden gewoonlijk niet worden uitgevoerd. Eens er een tijd voorbij ging sinds de ondertekening van de akkoorden vervangen de politieke agenda’s van de meerderheden die de regeringen ondersteunen de routebladen van de implementatie die vervat zijn in de vredesakkoorden. Daarom zijn de belangrijkste waarborgen voor de uitvoering van een vredesakkoord niet de juridische mechanismen die voor de uitvoering ingesloten worden in de overeengekomen tekst, maar de constructie van politieke en parlementaire meerderheden geëngageerd voor het volbrengen van de implementatie van wat overeengekomen is, in de jaren die volgen op de beëindiging van het conflict. Vetrekkend van deze realiteit sloot het Eindakkoord van 24 november 2016 in zijn paragrafen 6.1.9, 6.1.10 en 6.1.11 een gedetailleerde agenda in van prioritaire implementatie voor de twaalf maanden volgend op de ondertekening van het Eindakkoord, d.w.z. voor de periode voorafgaand aan het begin van een nieuwe electorale cyclus die de bestuursmeerderheden zal bepalen in gemeentes, departementen, in het Congres van de republiek en bij het Presidentschap.

Op het moment van het schrijven van deze lijnen en op twee maanden van het afsluiten van de periode van twaalf maanden van prioritaire implementatie, zijn nauwelijks 20 % van de normen voor dringende implementatie goedgekeurd door de Colombiaanse instellingen en het proces van uitvoering van de akkoorden is veranderd in de praktijk van een politieke heronderhandeling. Een goed deel van de Colombiaanse instellingen, beogen dagdagelijks hetgeen overeengekomen werd tussen de Nationale regering en de FARC-EP te omzeilen met het infantiel argument van een zogezegde “verbetering” van de inhouden. Deze houding maakt weinig ernst duidelijk in de Colombiaanse instellingen, geringe verantwoordelijkheid van de Staat en weinig geloofwaardigheid ten aanzien van de waarborg van uitvoering van haar eigen engagementen.

Bijzonder zorgwekkend is de afkerige houding voor de uitvoering van het Eindakkoord, als het al geen openlijke boycot is, van de instellingen verbonden aan Justitie in Colombia en van de ondernemerssectoren, waarvoor de oorlog een mechanisme was van onmetelijke accumulatie van rijkdom. De vertragingen bij de uitvoering van de wet van amnestie en bij de vrijlatingen uit de gevangenissen van ex-guerrilleros; de voortdurende pogingen om de inhoud van de akkoorden over de ontmanteling van het paramilitarisme, over justitie en slachtoffers te veranderen; de blokkering van het in werking stellen van de nieuwe instellingen die gedaan moeten maken met het politieke geweld, met het paramilitarisme en de aansporing, de financiering en de organisatie van dit misdadig fenomeen; het gebrek aan doeltreffende vervolging van wie het vredesakkoord bedreigen door het vermoorden van strijders die amnestie kregen, van sociale, politieke en gemeenschapsleiders; de confrontatie met om het even welke maatregel die een eerlijke verdeling van de grond tussen arme boeren beoogt en de blokkering van het in werking stellen van de politieke hervorming en de nieuwe kiesomschrijvingen van vrede, is de algemene grondtoon van deze maanden geweest.

Deze realistische beschrijving van de problemen bij de implementatie moet niemand verwonderen. Het werd niet doodgezwegen aan de Onderhandelingstafel dat de Colombiaanse oligarchie historisch gezien de gewelddadigste was en die het minst vervulde van alle oligarchieën van het Amerikaanse continent, een houding die veroorzaakte dat het land praktisch vanaf zijn onafhankelijkheid voortdurend een sociaal, politiek en gewapend conflict beleefde. Juist daarom heeft het bereiken van een Eindakkoord met zulke volledige inhouden voor de modernisering en democratisering van Colombia nog grotere verdienste. Het moeilijke is niet een vredesakkoord bereiken maar wel het opbouwen van vrede en verzoening van een land dat meer dan 50 jaar ondergedompeld was in een intern gewapend conflict dat nu ten einde loopt. En om dit doel te bereiken is het onontbeerlijk een sociale meerderheid op te bouwen die geëngageerd is voor de vrede en de implementatie van wat is overeengekomen.

Alle hulp en steun om de implementatie te waarborgen is niet alleen welkom maar ze vormt een verplichting voor alle personen die bezorgd zijn voor de vrede en de sociale rechtvaardigheid in om het even welke plek van de planeet. Dit Rapport van de Internationale Commissie ter Verificatie van de Mensenrechten wordt zeer op prijs gesteld, een rapport dat speciale aandacht schenkt aan de situatie van de mensenrechten in Colombia, aan het Vredesakkoord, aan zijn implementatie en aan de miserabele tekortkomingen bij zijn uitvoering. Dank zij initiatieven zoals dit wordt de internationale burgerlijke verificatie één van de doeltreffendste mechanismen om het Eindakkoord uit te voeren en om het respect voor de mensenrechten te waarborgen voor alle Colombianen.

Enrique Santiago Romero, advocaat, juridisch adviseur van de Delegatie van de FARC-EP aan de Onderhandelingstafel in Havanna.


1.1. Bedankingen

Deze eerste lijnen willen we graag opdragen aan hen zonder wie deze publicatie geen vooruitgang zou gekend hebben: Alburquerque, Rivas VaciaMadrid, Burgos, Narni, Fidenza, Westerlo, de provincie Antwerpen en zovele andere steden en provincies die verbroederd zijn met de Vredesgemeenschap van San José de Apartadó. Zonder hun werk in de stilte zou het niet mogelijk geweest zijn vandaag dit rapport te hebben.

De bestaande overeenkomsten hebben hun spoor van sensibilisatie op de maatschappij en op de leden van de instellingen van deze steden nagelaten. We weten niet wat vandaag de toestand zou zijn van de Vredesgemeenschap van San José de Apartadó, zonder de internationale steun die onze gemeentebesturen hen bieden en zonder de steun van internationale organisaties zoals Internationale Vredesbrigades PBI (en verschillende meer), die de verschillende gehuchten van deze Colombiaanse gemeente voorzagen van vrijwilligers, na een vrede opgebouwd met sociale rechtvaardigheid.

Bewust zijn, boven de politieke pluraliteit, van die situaties die hen overstijgen is geen dagelijks gerecht en duidt op een accurate visie op de menselijke waardigheid als doel op zich. Daarom mogen van hieruit deze lijnen vertrekken om de inspanning te beklemtonen van al deze gemeentelijke groepen, organisaties en personen die zich gericht hebben op het geven van een eensgezinde steun zonder barstjes. We vieren dat de verdediging van het Verdrag inzake Mensenrechten gelukkig vandaag een gemeenschappelijke band vormt en ons doet op de hoogte zijn van de omstandigheden waarin we als globale samenleving moeten leven.

We willen ook het werk beklemtonen van de personen die op reis gingen en van hen die ons hebben onthaald. Zonder hen, zonder hun tijd, zonder hun inspanning was niets mogelijk geweest.

In een andere context willen we ook Jesús Goñi, één van de bevorderaars van deze Overeenkomst in de Stad Burgos (stad die altijd zoveel steun heeft aangeboden) in gedachten houden. Hij komt naar deze bladzijden in herinnering aan zijn gedrevenheid opdat in San José noch in andere plaatsen geen enkel slachtoffer meer zou vallen. We wensen dat het met de collectieve inspanning zo moge zijn.


1.2. De Internationale Delegatie

Tussen 16 maart en 1 april 2017 bracht een Europese Commissie ter Verificatie van de Mensenrechten een bezoek aan Colombia. Deze Commissie bestond uit personen met institutionele mandaten en uit vertegenwoordigers van sociale organisaties afkomstig uit Duitsland, België, Italië en Spanje.

De voorbereiding van deze Commissie hield een samenwerking tussen verschillende organisaties van solidariteit met Colombia in en een voorafgaande bijeenkomst in januari 2017 in Rivas VaciaMadrid om de programmatische assen van deze coördinatieruimte vast te leggen. Aan deze bijeenkomst namen vertegenwoordigers van organisaties en personen ten persoonlijke titel deel uit Duitsland, België, Portugal, Frankrijk, Colombia en Spanje.

Na haar terugkeer naar Europa heeft deze delegatie een kalender opgesteld van gedeelde ruimtes en van coördinatie van gemeenschappelijke doelstellingen om voortdurend opvolging te doen van de Colombiaanse situatie. Daarom dat de hier verzamelde vaststellingen ook referenties toevoegen naar bezorgdheden ten aanzien van situaties na het bezoek van onze Internationale Commissie.


1.3. De doelstellingen

We sommen hier de motieven op van deze Commissie zoals ze werden naar voor gebracht bij de instellingen, organisaties en sociale bewegingen waarmee we bijeenkomsten hielden.

  • De situatie van de Vredesgemeenschap van San José de Apartadó zichtbaar maken, alsook onze steun tonen aan deze gemeenschap, bij de 20-te verjaardag van hun oprichting.

  • Onze steun uitdrukken voor het vredesproces dat plaatsvindt in het land, zowel voor het akkoord ondertekend door de regering en de FARC-EP als voor de nieuwe fase van vredesonderhandelingen van de regering met het Ejército de Liberación Nacional (Nationaal Bevrijdingsleger) (verder ELN genoemd).

  • De actuele situatie kennen, na de ondertekening van de vredesakkoorden op 24 november 2016 tussen de Colombiaanse Regering en de FARC-EP.

  • Opvolging geven aan de implementatie van deze vredesakkoorden om niet-nalevingen te detecteren die kunnen leiden tot een situatie van schending en inbreuken van de mensenrechten, zoals bij vorige Vredesakkoorden gebeurde.

  • Contacten leggen met mensenrechtenorganisaties en mensenrechtenverdedigers met het oog op toekomstige noodsituaties en samenwerking en ook bij de instellingen die we ontmoeten aandringen dat ze deze mensenrechtenorganisaties en verdedigers beschermen.

  • De noodwendigheden kennen van de internationale organisaties van begeleiding van mensenrechtenactivisten, in de nieuwe context.

  • Deelnemen aan het Vijfde Internationaal Forum over Geweldloosheid aan de Universiteit van Quindío.

De Commissie had bijeenkomsten met Organismen van de Verenigde Naties, van de Europese Unie, van de Colombiaanse Regering, met vertegenwoordigers van de kerk, van het leger, met platformen voor de mensenrechten, sociale bewegingen, vakbonden organisaties van internationale begeleiding, platformen van vrouwen en vredesbemiddelaars van de FARC-EP en van het ELN. Er werd ook een bezoek gebracht aan La Florida (Chocó), Zona Veredal Transicional de Normalización (Transitiezone van Normalisatie) van de FARC-EP in transitie naar het burgerleven.


1.4. Rechtvaardiging van dit rapport

Vanuit het standpunt van rechtvaardigheid is de urgentie van de vrede in Colombia een evidentie tegenover de realiteit van permanent geweld die reeds meer dan een eeuw duurt en die een relatie oorzaak-gevolg veroorzaakt met de armoede, de ontheemding en de schending van de economische, sociale en culturele rechten.

Op de dag van vandaag staat er een deur open om het actuele scenario te veranderen, we weten niet voor veel of weinig tijd, tezamen met de economische steun aan het vredesproces door de Europese Unie[i], tezamen met de juridische steun door de Colombiaanse Mensenrechtenorganisaties, en tezamen met de bescherming en het zichtbaar maken van de bedreigingen die de organisaties van internationale begeleiding bieden ten aanzien van de bedreigingen, voelen wij ons moreel verplicht onze zandkorrel, naast zovele andere, bij te dragen zodat de Colombiaanse afloop kwalitatief beter zou zijn dan die van Guatemala en van El Salvador, bij voorbeeld, wat betreft de kwestie van de slachtoffers, de uitvoering van de bereikte engagementen en wat betreft de Mensenrechten.

We denken dat dit rapport kan gebruikt worden als werktuig om de echo te vermenigvuldigen van een werkelijkheid die interpelleert en wiens complexiteit door de Internationale Gemeenschap gesuperviseerd en begeleid moet worden om nieuwe schendingen van de mensenrechten en het internationaal humanitair recht te vermijden, vooral wanneer deze internationale gemeenschap het actueel vredesproces economisch bekostigt.

Het Europees Fiduciair Fonds is fundamenteel en dat we bijgevolg proactief moeten zijn in Colombia. Ik zou zelfs zeggen: onze eigen tegenstellingen, die van het Europees Parlement, zijn strikt secundair ten aanzien van het strategische en fundamentele, dat is het ondersteunen van het Colombiaans broedervolk.

Javier NART, Europarlementslid van ALDE[ii]


1.5. Algemene gegevens

Oppervlakte: 1.140.748 km² (80% zit geconcentreerd in weinig handen)

Bevolking: 49.164.856 inwoners

Op de index van menselijke ontwikkeling 95-ste land (UNDP)

Werkeloosheidsgraad: 8,9% (UNDP)

Levensverwachting: 72 jaar voor mannen en 78 jaar voor vrouwen

Publieke uitgaven gezondheidszorg 7%

Publieke uitgaven onderwijs 9,1%

Publieke uitgaven Defensie 11,3%

Land met de meeste ontheemden ter wereld 7.300.000 (UNHCR, IDMC en NRC)[iii]

8-ste land wat betreft ongelijkheid in de wereld (Wereldbank) [iv]

42,7 % van de bevolking leeft in condities van voedselonveiligheid (Voedselbank) [v]

13,2 % van de kinderen jonger dan 5 jaar lijden chronische ondervoeding (ENSIN)[vi]

6 van elke 10 kinderen tussen 6 en 11 maanden lijden anemie (ENSIN)

35,8% vertonen een onaangepast geboortegewicht (ENSIN)


  1. 1. De Vredesgemeenschap van San José de Apartadó

Wij zijn het levend woord van hoop, zolang dit licht blijft branden zal er hoop zijn. Wij willen niet meer doden, van niemand.”

Brigida González, lid van de Vredesgemeenschap van San José de Apartadó


2.1 . Spiegel en luidspreker van een meer uitgebreide werkelijkheid

In Colombia is de burgerbevolking het belangrijkste slachtoffer geweest van het intern gewapend conflict, dat het land een halve eeuw meesleurt. Miljoenen personen, vooral boeren in landelijke zones, moesten op de vlucht gaan naar andere zones, en zo hun gronden en huizen achterlaten op de vlucht voor het geweld.

In die context werd op 23 maart 1997 de Vredesgemeenschap van San José de Apartadó geboren. Te midden van de terreur, besloten ongeveer 500 ontheemde en door gevechten van hun gronden beroofde boeren dat ze nooit hun territoria zouden in de steek laten en ze riepen zich uit als ‘Vredesgemeenschap’.

De Gemeenschap wordt van bij het ontstaan geleid door enkele eenvoudige vredesprincipes die de weigering inhouden om mee te werken met om het even welke gewapende partij, geen wapens te dragen noch informatie te leveren aan geen enkele partij, gemeenschapswerk te doen en mekaar hulp te bieden. Ze organiseren zich als gemeenschap en ze delegeren de dagelijkse beslissingen aan een Interne Raad van mannen en vrouwen die periodiek hernieuwd wordt. Zo hebben we de laatste jaren gezien dat hierin de jongste personen worden opgenomen.

Als boeren die ze zijn, zijn ze erin gelukt een alternatief van leven, gebaseerd op landbouw, economisch doenbaar en gebaseerd op de principes van vrede en van solidariteit tegenover de logica van de oorlog, werkelijkheid te laten worden. In een context van gewapend intern conflict hebben ze zelfs certificaties van biologische landbouw van de belangrijkste internationale instanties, van Europa en Noord-Amerika, alsook de kwalificatie Fairtrade van Eerlijke Handel kunnen verwerven. Te midden van de oorlog heeft ze een boerenalternatief gerealiseerd, gebaseerd op agro-ecologie, door boerenervaringen te delen met andere gemeenschappen in wat ze de ‘Boerenuniversiteit’ noemen.

Twintig jaar later blijven ze een model van burgerlijk geweldloos verzet uitoefenen dat ervoor zorgde dat ze bedreigingen lijden, beledigingen, economische blokkeringen en geweld van alle soort. Meer dan 300 doden (in een gemeenschap van zo’n 1300 leden) door leger, paramilitairen en guerrilla, alsook veel andere schendingen van de mensenrechten.

Een van de schandelijkste aanvallen greep plaats op 21 februari 2005. Acht personen, onder hen vier minderjarigen, werden vermoord en hun lichamen werden verminkt.

De straffeloosheid tegenover deze barbaarsheid was omzeggens totaal. Gedurende deze twintig jaren waren de vorderingen in de onderzoeken naar de bedreven misdrijven op leden van de Vredesgemeenschap gering.

De Gemeenschap heeft in ontelbare gelegenheden een beroep gedaan op de Colombiaanse justitie. De afwezigheid van antwoord op hun aanklachten heeft hen ertoe gebracht om hun banden te verbreken met de rechtsbedeling en met de Colombiaanse Staat ten gevolge van het bloedbad van februari 2005[i]. Sindsdien was het Grondwettelijk Hof (dat wel belangstelling vertoonde om de Vredesgemeenschap te beschermen) de enige band met de Staat. Het Hof heeft 3 vonnissen uitgesproken. In één ervan geeft het de Staat opdracht positief te antwoorden op de eisen overgemaakt aan het Ministerie van Defensie en alle data en mandaten (en rang) door te geven van alle militairen die aanwezig waren bij het bloedbad van 21 februari 2005. De Staat heeft dat niet gedaan en op deze wijze gehoorzaamde hij niet aan het mandaat van het Grondwettelijk Hof.

In 2012 deed het Grondwettelijk Hof een belangrijke uitspraak met 5 orders die vier van de voorwaarden vormen die de Gemeenschap lange tijd eist:

  • Terugtrekking door de Regering van de kwaadsprekerij die ex-president Álvaro Uribe Vélez gedurende zijn presidentieel mandaat uitte tegen de Vredesgemeenschap om ze te stigmatiseren.

  • Heroverweging van de militaire en de politionele aanwezigheid in het dorpscentrum van San José die de Vredesgemeenschap in 2005 verplichtte te vluchten naar San Josecito.

  • De oprichting van een commissie ter evaluatie van het gerecht.

  • Eerbied voor de Humanitaire Zones van de Gemeenschap zoals die beschreven zijn in de Conventies van Genève en die door alle gewapende actoren moet toegepast worden.

Ofschoon de publieke vraag van verontschuldiging aan de Vredesgemeenschap gedaan werd door de President van de Republiek Colombia, Dr. Juan Manuel Santos, toch bleef de Regering erg doof voor deze orders.

Vanaf het ontstaan van de Gemeenschap hebben Colombiaanse en Internationale Mensenrechtenorganisaties de Gemeenschap begeleid en ondersteund in hun levensproject. Deze ruggensteun en de constante begeleiding waren essentieel om de veiligheid te waarborgen van hun leiders en voor het voortbestaan van San José de Apartadó.

De Vredesgemeenschap is wereldwijd een referentie. Het kennen van haar realiteit heeft er toe bijgedragen meer zichtbaarheid te geven aan vele andere personen en gemeenschappen in Colombia, die ook slachtoffer zijn van schendingen van de Mensenrechten. De oprichting van een internationaal netwerk van begeleiding heeft er toe bijgedragen haar situatie van land tot land te kennen te geven, door in elke spoedactie zowel voor deze als voor andere Colombiaanse gemeenschappen echo te geven van de situatie waaronder ze leden.

2.2. Viering van de twintigste verjaardag

De 20-ste verjaardag van de Vredesgemeenschap was juist één van de impulsen en motivaties voor de organisatie van deze reis. Met onze aanwezigheid wilden we eens te meer het internationaal engagement van onze gemeentebesturen en organisaties met San José de Apartadó tonen. Achter het observeren van de participatie van sociale organisaties, vertegenwoordigers van instellingen en van 300 personen afkomstig uit verschillende landen tijdens de feestelijkheden van de verjaardag hebben we de verzamelde internationale steun kunnen vaststellen.

Op 23 maart begon het programma van de ceremonies al vroeg met een herdenking ter herinnering aan de slachtoffers, met de visualisering van boodschappen met felicitatie en steun gekomen vanuit verschillende delen van de wereld, met een maaltijd van verbroedering en een mars in eerbetoon aan San Josecito. Naast onze Europese Delegatie was er een belangrijke institutionele aanwezigheid: vertegenwoordigers van de ambassades van Noorwegen, Zweden, Zwitserland, Duitsland, België en Italië, van de Europese Unie en van het Kantoor van de Hoge Gezant voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties (OHCHR).

Het programma met activiteiten ter herdenking van de twintigste verjaardag was reeds begonnen de dagen vooraf met de realisatie van verschillende ateliers van de ‘boerenuniversiteit’ over eigen recht, ecologische landbouw, gezondheid en onderwijs, met deelname van leden van de Vredesgemeenschap, van andere gemeenschappen en van sociale organisaties.

De commissie kreeg de gelegenheid haar verzoeken over te brengen aan de ambassades die aanwezig waren gedurende de ontmoeting:

  • Het verzoek van een actieve rol met betrekking tot de activering van alarmen in geval van bedreigingen.

  • Ondersteuning aan de Colombiaanse sociale organisaties en aan de internationale organisaties die begeleiding organiseren.

  • Toename van de steun aan projecten zoals dat van de Vredesgemeenschap: met zelfbestuur, pacifistische, waardige, …

  • Inzet voor het behouden van het Kantoor van de Hoge Gezant van de Verenigde Naties voor de Mensenrechten in Colombia, met een noodzakelijke en fundamentele rol in de actuele conjunctuur.

  • Oproep van aandacht voor de verantwoordelijkheid van de Europese Unie over het kapitaal van Europese Ondernemingen betrokken bij megaprojecten in de zone.

De wereld heeft deze kleine ervaringen die andere vormen van leven bewerkstelligen nodig. Er zijn veel ogen en veel harten die hier hebben op ingezet.”

Gloria Cuartas, ex-burgemeester van Apartadó


2.3. Actuele bedreigingen

De toename van de paramilitaire aanwezigheid is een vaststelbaar feit. De Gemeenschap zelf doet een registratie van de bedreigingen en de agressies die ze ondergaat. Er deed zich een toename voor met betrekking tot de periode voorafgaand aan de ondertekening van de Vredesakkoorden. Vanaf september 2016 tot 23 februari 2017 werden een totaal van 88 agressies aangeklaagd door de Gemeenschap, wat één agressie elke twee dagen veronderstelt. 65% hiervan werden toegeschreven aan paramilitaire groepen, concreet aan de groep Autodefensas Gaitanistas de Colombia (AGC). [ii]

Zich verzettend tegen de vreedzame aanwezigheid van de guerrilla in het concentratiepunt in Tierra Alta (gemeente grenzend aan de Vredesgemeenschap) zoals het was overeengekomen in de onderhandelingen met de Staat zijn de paramilitaire groepen in medeplichtigheid met de Publieke Strijdkrachten steeds openlijker aanwezig. Ze zijn er altijd al aanwezig, ze zijn enkel van naam veranderd. Tien jaar geleden greep een zogezegde demobilisatie plaats. Tot 2009 kwamen ze samen buiten met militairen en participeerden ze samen in vele bloedbaden. Na de demobilisatie blijven ze aanwezig met andere namen, met andere uniformen . Recent waren er nieuwe invallen in Arenas Bajas, Arenas Altas, Mulatos en La Cristalina. Ze proberen openlijk, niet clandestien, de controle uit te oefenen over die bevolking. Ze brengen de bevolking bijeen en ze zeggen dat zij nu de autoriteit zijn. Ze heffen illegale belastingen bij de boeren , wat ze “vacunas” = vaccins noemen. In de zone van Córdoba kwamen ze bijeen met de bevolking op 23 februari. 500 paramilitairen installeren er twee basissen. De boodschap die ze geven: zij controleren, ze zijn bereid de teelt van coca, waarover ze controle zouden houden, te stimuleren.

De paramilitaire groepen brengen de boodschap van het doen verdwijnen van de Vredesgemeenschap, van de uitroeiing, met nog meer aandrang dan bij andere gelegenheden. Ze hebben als project Mulatos, één van de gehuchten van de Vredesgemeenschap, juist daar waar het bloedbad plaatsgreep in 2005[iii], in te nemen als was het van hen. Daar heeft de Vredesgemeenschap een bezit van meer dan 10 jaar. Volgens de Colombiaanse wet geeft het bezetten van (baldíos = grond zonder eigenaar) grond gedurende meer dan 5 jaar u recht op eigendom, maar er is veel interesse om ze daar te verjagen. Ze maken het werk van “coöptatie” publiek dat ze bezig zijn te maken met de raden van gemeentelijke actie, met organisaties van nationaal niveau die gevormd worden in boerenzones maar met de instemming van het leger. Blijkbaar hadden ze hen beloofd dat, indien ze erin lukten de Vredesgemeenschap buiten te gooien, men hen zou helpen bij het financieren van projecten. Bovendien benadrukken ze de symbolische waarde van Mulatos, om de herinnering te bewaren aan de personen die vermoord werden, en bovendien de daar gebouwde infrastructuur (woningen, scholen, …) Er waren veel slachtoffers gedurende deze jaren, en op de dag van vandaag worden lastdieren gestolen, voedselvoorraden. Het is een permanente aanslag.

Een ander verontrustend feit dat de Vredesgemeenschap aanklaagt betreft de willekeurige aanhoudingen van leden van de Gemeenschap door de Sectie Onderzoek en Gerechtelijke Politie (SIJIN) en door de Politie van het Hoofdpolitiestation van Apartadó.

Ook informeerde men ons van het opkopen door paramilitairen van terreinen die grenzen aan de Gemeenschap, met de bedoeling de gemeenschap te omsingelen. En volgens haar eigen aanklachten, met de bedoeling van het gebruiken van afpersing om de boeren, die gronden bezitten in de nabijheid, te verplichten hun gronden te verkopen.

2.4. Motieven van bezorgdheid

De toename van de paramilitaire aanwezigheid is een vaststelbaar feit. De Gemeenschap zelf doet een registratie van de bedreigingen en de agressies die ze ondergaat. Er deed zich een toename voor met betrekking tot de periode voorafgaand aan de ondertekening van de Vredesakkoorden. Vanaf september 2016 tot 23 februari 2017 werden een totaal van 88 agressies aangeklaagd door de Gemeenschap, wat één agressie elke twee dagen veronderstelt. 65% hiervan werden toegeschreven aan paramilitaire groepen, in concreto aan de groep Autodefensas Gaitanistas de Colombia (AGC).

Zich verzettend tegen de vreedzame aanwezigheid van gedemobiliseerden in het concentratiepunt in Tierra Alta, gemeente grenzend aan de Vredesgemeenschap, ( zoals het was overeengekomen in de onderhandelingen met de Staat) zijn de paramilitaire groepen in medeplichtigheid met de Publieke Strijdkrachten steeds openlijker aanwezig. Hun aanwezigheid was en is constant in de zone. (Ze zijn van naam veranderd zonder hun wapens op te geven na de voorgewende demobilisatie tien jaar geleden.) Deze aanwezigheid hield gemeenschappelijke deelname in met militairen in verschillende schendingen van de mensenrechten (met inbegrip van bloedbaden).

Recent waren er nieuwe invallen in Arenas Bajas, Arenas Altas, Mulatos en La Cristalina. Ze proberen openlijk, niet clandestien, de controle uit te oefenen over de bevolking. Ze brengen de bevolking bijeen en ze zeggen dat zij nu de autoriteit zijn. Ze heffen illegale belastingen bij de boeren , wat ze “vacunas” = vaccins noemen. In de zone van Córdoba, waar ze twee basissen installeerden, kwamen op 23 februari 500 paramilitairen bijeen met de bevolking. Hun boodschap was dat zij controleerden, en dat ze bereid waren de teelt van coca te stimuleren, waarover ze controle zouden houden.

De boodschap van het uitroeien van de Vredesgemeenschap is een constante (met nog meer aandrang, als het past, dan in andere periodes). Ze praten openlijk over het project van het zich toe-eigenen van Mulatos, één van de gehuchten van San José de Apartadó (waarin het bloedbad plaatsgreep in 2005). Daar heeft de Gemeenschap een nederzetting van meer dan 10 jaar. Volgens de Colombiaanse wet verleent het bezetten van terreinen (baldíos = grond zonder eigenaar) gedurende meer dan 5 jaar u recht op eigendom. De interesse om ze daar te verjagen wordt tentoon gespreid in het werk van “coöptatie”dat deze paramilitairen bezig zijn te doen met de Raden van Gemeentelijke Actie onder de belofte van het financieren van projecten als ze de Vredesgemeenschap daar buitengooien. Mulatos vormt op zich een symbolische waarde om de herinnering te bewaren aan de personen die vermoord werden (complementair met de daar gebouwde infrastructuur: woningen, scholen, …) Er waren veel slachtoffers gedurende deze jaren, en op de dag van vandaag worden lastdieren gestolen en voedselvoorraden. Het is een permanente spanning.

Een ander verontrustend feit dat de Vredesgemeenschap aanklaagt betreft de willekeurige aanhoudingen van leden van de Gemeenschap door de Sectie Onderzoek en Gerechtelijke Politie (SIJIN) en door de Politie van het Hoofdstation van dit corps in Apartadó.

Parallel hiermee gebeurt het opkopen door paramilitairen van terreinen die grenzen aan de Gemeenschap, met de bedoeling de gemeenschap te omsingelen. En volgens haar eigen aanklachten wordt gebruik gemaakt van afpersing om de boeren, die gronden bezitten in de nabijheid, te verplichten hun gronden te verkopen.

Ons bezoek heeft ons toegelaten om op het terrein de kwetsbaarheid van de Gemeenschap vast te stellen voor nieuwe schendingen van de mensenrechten, de afwezigheid van doeltreffende maatregelen van bescherming door de Colombiaanse Staat en de geldende noodzaak van het behouden van de steun en de internationale begeleiding, om wat ondanks het in het land begonnen vredesproces echt voorvalt zichtbaar te maken en aan te klagen.

De standvastigheid in haar principes, de eerlijkheid, haar vredelievende strijd en weerstand gedurende twintig jaren heeft de gemeenschap gemaakt tot een model van leven voor vele andere gemeenschappen. Vandaag kunnen ze rekenen op een sollied internationaal netwerk dat zich uitstrekt naar andere gemeenschappen, collectieven en personen in het land die gevoelig zijn voor het ondergaan van misbruik en schendingen van hun rechten.

Wij zijn levend woord van hoop. Zo lang dat licht ontstoken blijft zal er hoop zijn. We willen geen doden meer, van niemand.”

Brígida González, lid van de Vredesgemeenschap van San José de Apartadó

De aanwezigheid van paramilitaire groepen blijft verder duren (kamperend in zones die grenzen aan de Gemeenschap en zelfs binnen de terreinen van deze laatste). Het leger doet verder zonder effectieve acties op te zetten om deze groepen tegen te houden. We herhalen dat vanaf het begin van het vredesproces hun aanwezigheid toegenomen blijkt te zijn. .

Wat de communicatiemedia betreft, sommige blijven campagnes van stigmatisering van de Vredesgemeenschap opzetten, door duidelijk te maken dat hun leden zich verzetten tegen de vooruitgang (door het tonen van hun oppositie tegen de illegale wegen die de bedoeling hebben door hun stukken grond te passeren.)

We observeren een strategie om het hoofd te bieden aan de Gemeenschap met de boeren van de Raad van Gemeentelijke Actie als drukkingmaatregel. Zo konden we vaststellen in de ontmoeting die we hielden met de 17-de Brigade en met de Burgemeester van Apartadó.

De bezoeken van hoge ambtenaren van de Staat aan de zone vergezeld van de communicatiemedia (die zich de laatste maanden hebben vermenigvuldigd) schijnen het doel na te streven om een imago van normaliteit over te brengen dat niet beantwoordt aan de werkelijkheid.

In deze context en met de rechtvaardiging van de conjuncturele veranderingen (na de Vredesakkoorden) beogen ze de aanwezigheid van de internationale begeleiders (vredesbrigadisten), zonder twijfel lastige getuigen van de bedreigingen en de begane schendingen, niet meer noodzakelijk te maken.

De Vredesgemeenschap toont de sterke ijver aan vanwege de 17-de Brigade van het Colombiaanse Leger om de internationale begeleiders te belasteren en te stigmatiseren. Nog verontrustender zijn de directe bedreigingen tegen deze begeleiders door de paramilitairen en het gewapenderhand beroven van leden van San José de Apartadó van het geld van de verkoop van de cacao door de gemeenschap.

In de woorden van de Gemeenschap is de actuele situatie erg gelijkend op die zich voordeed in 1997 toen het zonneklaar was dat het geplande project voor de zone dit was van absolute overheersing en controle van het paramilitarisme over het leven, de economie, de politiek en de cultuur van de bevolking van de zone.

De ondoelmatigheid en de nalatigheid van de Colombiaanse Staat om de paramilitaire invallen te stoppen en om de fundamentele mensenrechten van de bevolking te waarborgen is een feit dat verschillende mensenrechtenorganisaties reeds lang aanklagen. De redenen voor het wantrouwen in zekere Staatsinstellingen zijn duidelijk tastbaar.

Talrijk zijn de maatregelen en de uitspraken van nationale en internationale organisaties, zoals die van het Interamerikaans Hof voor de Mensenrechten, dat er recent bij de Colombiaanse Staat heeft op aangedrongen om de burgerbevolking te beschermen door te stellen dat men moet overgaan van het ‘vaststellen’ van het paramilitarisme in de regio naar het ondernemen van onmiddellijke actie om de bevolking te beschermen.

Omwille van dat allemaal zien we de oprichting noodzakelijk van een inspectiecommissie met internationale deelname, die voor zover ze situaties van bedreiging ontdekt aandringt op onmiddellijke ontzetting die werkelijke waarborgen van niet-herhaling mogelijk maakt.

We achten het onontbeerlijk de aanwezigheid van internationale begeleiders in de Gemeenschap te behouden als overgangsgarant.

Over de recuperatie van de herinnering achten we het onontbeerlijk dat men ze stem geeft en dat de wensen van de Gemeenschap en haar eigen manier van herdenken geëerbiedigd worden.

We herbevestigen onze steun aan het project van burgerlijk, geweldloos verzet , dat de Vredesgemeenschap vanaf het begin van haar oprichting in praktijk brengt. Ook herbevestigen wij onze steun aan haar economische strategie, die het behalen van certificaten van organisch product voor de Verenigde Staten en voor de Europese Unie (certificaatgever CERES), zowel voor de cacao als voor de bananen, en het certificaat van eerlijke handel (FLO-CERT) impliceert.

2.5.Samenvatting van de agressies tegen de Gemeenschap in 2017

December 2017

BINNENDRINGEN VAN 5 PARAMILITAIREN MET VUURWAPENS IN SAN JOSECITO EN POGING OM GERMÁN GRACIANO POSSO TE VERMOORDEN; Paramilitaire operaties op de private eigendom en gemeenschapsruimten van de bevolking in het Vredesgehucht Luis Eduardo Guerra in het gehucht Mulatos Medio; Doodsbedreigingen aan de leiders van de Vredesgemeenschap: GILDARDO TUBERQUIA, ESTEBÁN GUISAO en GERMÁN GRACIANO POSSO; Moord op een jonge boer; ILLEGALE HUISZOEKING EN DOODSBEDREIGINGEN AAN ARÓN DAVID, lid van de Vredesgemeenschap, gehucht La Resbalosa van San José de Apartadó.

Ondanks de vooruitgang geboekt met het akkoord dat ondertekend werd door de regering en de FARC-EP en de ontwapening achteraf, werd dit akkoord nog niet geïmplementeerd op alle plaatsen en de groepen paramilitairen blijven op andere plaatsen van het land de burgerbevolking van de vredesgemeenschappen bedreigen, zoals gebeurde in de aanval op 29 december in de gemeenschap van San José de Apartadó en zoals de huiveringwekkende directe getuigenissen informeerden, onder andere, van de “Operatie Colomba” van het Italiaans Vredescorps. Spijtig genoeg zijn er veel andere gevallen als dit geweest, waarover wij niet spreken zoals de situatie in Samaniego. Alleen in 2017 zijn er meer dan 105 (dodelijke) slachtoffers bij de mensenrechtenverdedigers.”

Elly Schlein, Europarlementslid voor S&D[iv]

November 2017

Paramilitaire operaties op de private eigendom en in de gemeenschapsruimten van de bevolking van het Vredesgehucht Luis Eduardo Guerra in het gehucht Mulatos Medio, in het gehucht La Esperanza; Doodsbedreigingen aan GILDARDO TUBERQUIA; Overvallen en diefstal van geld; Poging tot moord van de jongere JUAN DE LA CRUZ GUZMÁN TUBERQUIA die gedwongen ontheemd werd door de paramilitairen in september 2015 uit het gehucht Playa Larga van San José de Apartadó. De paramilitairen vermoordden zijn vader ERNESTO GUZMÁN in het gehucht Playa Larga op 21 september 2015 omdat hij weigerde zijnboerderij te verkopen.

Vanuit de 17-de Brigade dreigen ze ermee zich de ruimten van de Vredesgemeenschap, die verlaten werden door leden van de Gemeenschap wanneer ze moesten vluchten vanuit San José de Apartadó naar San Josecito op 1 april 2005, toe te eigenen.

Oktober 2017

Operaties van paramilitairen afkomstig uit het district Nuevo Antioquia de Turbo, op de plaats die gekend is als Cantarrana, gelegen tussen de gehuchten Mulatos Medio en La Esperanza; Ook in de plaats La Máquina , gehucht Arenas Bajas; Vredesgehucht Luis Eduardo Guerra, in het gehucht Mulatos Medio; In het gehucht La Resbalosa en in El Barro, gehucht Mulatos waar ze het terrein exploreerden dat overeenkomt met boerderijen van leden van de Vredesgemeenschap. Verzameling van informatie over de families die de zone bewonen; Bedreigingen en het opzetten van paramilitaire informatiepunten (paramilitaire slagbomen met burgers) en in de gehuchten Mulatos en La Resbalosa; Intimidatie en het nemen van foto’s van de huizen van burgers. Bedreigingen tegen leden van de Gemeenschap. Berovingen en overvallen ’s nachts.

Illegale fouilleringen door leden van de 17-de Brigade.

September 2017

Paramilitaire operaties in de private eigendom en in de gemeenschapsruimten van de bevolking in de gehuchten La Esperanza en El Porvenir van het district San José de Apartadó. Installatie van een controlepost. Convocatie voor samenkomsten, coöptatie via omkoperij, sportactiviteiten en gedwongen onderwerping van de bevolking; Controleposten, innen van vaccins (illegale belasting); Bedreigingen van boeren opdat ze als informanten zouden werken voor hen, illegale ondervragingen en tijdelijke aanhouding van personen.

Augustus 2017

Binnenvallen van 20 paramilitairen in de private eigendom en in de gemeenschapsruimten van de bevolking in het gehucht Miramar en intimidatie in het gehucht La Resbalosa. Mediastrategie van de Regering en bezoeken aan Urabá om de versterking van het paramilitarisme in de zone te ontkennen. Stigmatisering van de internationale begeleiding (= vredesbrigadisten) door de Commandant van de 17-de Brigade. Intimidatie en bedreigingen aan de internationale begeleiders: nemen van foto’s en identiteitsgegevens. Aanval en beroving van leden van de Interne Raad van de Vredesgemeenschap in gemilitariseerde zone.

Bevoorrading van voedingsmiddelen voor de paramilitairen verblijvend in: Arenas Altas, El Porvenir en La Resbalosa en “verdachte” operaties van militaire helikopters met voedsel voor de troepen in dezelfde gehuchten.

Juli 2017

Paramilitaire piketten in de gehuchten El Porvenir, La Resbalosa, Rodoxalí, Arenas Bajas, Playa Larga, La Esperanza en Naín van het district San José de Apartadó; Binnendringen en schending van private eigendom: huiszoekingen van paramilitairen in verschillende woningen van de boeren van de gehuchten La Esperanza en Mulatos; Diefstallen van dieren, geld en voedingswaren.

Het binnenvallen van paramilitairen in de private eigendom en gemeenschapsruimten van de bevolking in het vredesgehucht Luis Eduardo Guerra, in Mulatos Medio, La Esperanza, Mulatos en El Porvenir. Deze paramilitaire structuren dringen de huizen van de boeren binnen en verplichten hen voor hen te werken als informanten, verplichten ze voor hen te koken en oorlogsmateriaal in hun huizen te bewaren. Als iemand weerstand biedt om mee te werken wordt hij met de dood bedreigd samen met zijn familie.

Kogelregen tussen het Leger en de paramilitairen (klaarblijkelijk een simulatie van een gevecht), zonder gevangenneming en zonder inbeslagneming van wapens; Daarna werden dezelfde paramilitairen gezien in de gehuchten Buenos Aires, La Unión, Mulatos Cabecera en Mulatos Medio, met heel hun bemanning. Illegale huiszoekingen en fouilleringendoor militairen van de 17-de Brigade in het gehucht La Unión, Mulatos Medio en El Porvenir, foltering van een boer door hem ervan te beschuldigen een paramilitair te zijn, optreden dat in contrast staat met hun medeplichtigheid met de echte paramilitairen. Overval op leden van de Vredesgemeenschap op nauwelijks 500 meter van een militaire controlepost. Mediamontage waarbij de operaties van de Autodefensas Gaitanistas de Colombia ontkend werden.

Bedreigingen en geschriften van de Autodefensas Gaitanistas de Colombia (AGC) in 25 woningen van de huizenrij van San José de Apartadó, op nauwelijks 100 meters van het politiestation. Er bevonden er zich ook in bomen, aan portieken en in de school van het gehucht La Cristalina.

Vernedering van de slachtoffers van het bloedbad van 21 februari 2005 door de 17-de Brigade en door ambtenaren van het Presidentschap (7 juli 2017) door een ceremonie van verontschuldiging te veinzen met een paramilitair waarbij heel de waarheid van de feiten weggelaten werd. De plaat die ze achterlieten is een bewijs van de ontkenning van de waarheid door de staat. Het bloedbad werd begaan door paramilitairen tezamen met leden van de Brigade. Zonder waarheid bestaat er geen reparatie: “In herinnering aan onze familieleden die we niet vergeten: Luis Eduardo Guerra, Beyanira Areiza Guzmán, Deiner Andés Guerra Tuberquia,Alfonso Bolívar Tuberquia, Sandra Muñoz Posso, Natalia Tuberquia Muñoz, Santiago Tuberquia Muñoz en Alejandro Pérez Castaño, slachtoffers van het bloedbad van San José de Apartadó dat plaatsvond op 21 februari 2005 in het kader van het Colombiaans gewapend conflict door de paramilitaire groep Bloque Héroes de Tolova. Omdat we in San José de Apartadó harmonie en vrede opbouwen.”

Binnenvallen van zwaarbewapende paramilitairen in het gehucht La Resbalosa, van het district van San José de Apartadó. Daar kwamen ze bijeen met de bewoners en ze stelden er zich voor als “Autodefensas Gaitanistas de Colombia (AGC)”. Eén van hen presenteerde zich als politieke chef belast met het overtuigen van de bewoners om daar de informatiepunten te ondersteunen; Een andere stelde zich voor als chef van de troep, beter gekend als “El Rayo”; Nog een andere stelde zich voor als de commandant van de punten. Daarna stelden ze een persoon in burger voor als “punt” (= informant) van de sector La Rica, tussen Naïn en La Resbalosa, in Córdoba.

Ontscheping van militairen in de gehuchten La Esperanza, Mulatos en La Resbalosa, van het district San José de Apartadó.

Juni 2017

Schending van de private eigendom en intimidatie: een man die zich uitgaf voor paramilitair, die een kort wapen droeg en een radio voor communicatie, drong binnen in de nederzetting van het Vredesgehucht Luis Eduardo Guerra in het gehucht Mulatos, district San José de Apartadó.

Inbreken van paramilitairen in de private eigendom en in de gemeenschapsruimten van de bevolking in het gehucht El Porvenir,Mulatos Medio, Las Nieves en La Esperanza. Ook in de plaats die gekend is als La Cancha, in het gehucht Mulatos Cabecera,waren er bedreigingen en intimidatie, het aanhouden van een boer en bedreigingen als hij zou meewerken met de Vredesgemeenschap. Schending van de private eigendom, illegaal kamp en gijzeling van een beschermd persoon gedurende twee dagen op de plaats El Barro in het gehucht Mulatos Medio. Bedreigingen van GILDARDO TUBERQUIA en GERMÁN GRACIANO POSSO.



Mei 2017

Bedreiging van GILDARDO TUBERQUIA en intimidatie van de bevolking door paramilitairen. Kogelregen tussen Leger en paramilitairen ( vermoedelijk een simulatie van een gevecht).

April 2017

Volgens informatie van de zone beoogt men vanuit het Stadsbestuur van Apartadó 10 boswachters te benoemen , ofschoon, hun echte rol die zou zijn van informanten in elk gehucht, zoals in de tijden van de ex-president Álvaro Uribe Vélez. Paramilitaire aanwezigheid in La Casona, dicht bij het Vredesgehucht Luis Eduardo Guerra, gehucht Mulatos Medio. Binnenvallen van paramilitairen in het gehucht Arenas Altas, waar een nederzetting van de Vredesgemeenschap is. Permanente paramilitaire aanwezigheid in het aangrenzend gehucht Arenas Bajas en Las Nieves van San José de Apartadó.

Maart 2017

Installatie van een militaire basis in het gehucht Arenas Bajas en bouw van recreatieruimten , coöptatie van de bevolking door deze activiteiten.

Omkoperij van militairen door groepen paramilitairen in La Unión van Alto (Carepa). Bedreigingen via lijsten van te vermoorden personen. Inning van vaccins van handelaars van het dorpscentrum van San José de Apartadó, waar er een sterke aanwezigheid is van Leger en Politie. Laster tegen de Vredesgemeenschap van San José de Apartadó vanuit de 17-de Brigade en stigmatisering via video’s en vergaderingen met bewoners van de zone. Bedreigingen tegen leden van de Vredesgemeenschap in de gehuchten Murmullo, Alto Joaquín, El Conejo, Naín, op de plek van Macho Solo, Las Claras en La Resbalosa van het departement Córdoba. Aanwezigheid van paramilitairen in Mulatos Medio en Mulatos Cabecera van het district van San José.

Februari 2017

Aanwezigheid van groepen paramilitairen in de gehuchten Arenas Altas en in La Unión. Paramilitaire operatie in de gehuchten Arenas Altas, La Unión en El Porvenir, op de plaats die gekend is als El Filo de los Ratones. Bedreigingen tegen de bevolking. Paramilitaire aanwezigheid op nauwelijks enkele meters van de woningen in het gehucht La Esperanza; Binnendringen van paramilitairen in de woningen van de families en intimidatie. Paramilitairen in het gehucht La Unión en in verschillende woningen van het gehucht El Cuchillo[v] waarbij ze de burgers ook bedreigden door ze te verplichten om vaccins te betalen. Paramilitairen in de plaats gekend als Pelahuevo in het gehucht La Unión waar ze ermee dreigden om op zoek te gaan naar Reinaldo Areiza. Ook tussen de gehuchten Arenas Bajas en Arenas Altas , en in het gehucht Arenas Bajas in de sector die gekend is als La Máquina. Illegaal binnendringen in de woning van de jonge vrouw Diana Guisao Hernández, die ze met de dood bedreigden en die ze twee dagen vasthielden.

Slechte pers tegen de Vredesgemeenschap door militaire bevelhebbers van de 17-de Brigade.; Politieke ceremonie van Staatsambtenaren, onder hen: de Presidentiële Raadgeefster voor de Mensenrechten om de aanwezigheid van de paramilitairen te ontkennen. Schending van de private eigendom door de militaire troepen die binnendrongen in de nederzetting van de Vredesgemeenschap in het gehucht La Esperanza en kampeerden in de werkruimten van de families van de gemeenschap. Dat gebeurde ook in het gehucht Mulatos, waarvan de Vredesgemeenschap de eigendom bezit. Machtsmisbruik door de militairen door het niet eerbiedigen van de private eigendom van Vredesgemeenschap. Kogelregen tussen militairen van de 17-de Brigade en paramilitairen in La Esperanza te midden van de burgerbevolking (waarschijnlijk een simulatie van een gevecht). Een troep van militairen onder het bevel van de korporaal met als naam Díaz hield Germán GRACIANO POSSO, lid en Wettelijk Vertegenwoordiger van Vredesgemeenschap, op onwettige wijze aan. Ze hielden hem gedurende verschillende minuten aan met het argument dat ze een aanhoudingsbevel tegen hem hadden en ze zouden hem meenemen met een helikopter naar de 17-de Brigade van het Nationale Leger in Carepa Antioquia.

Januari 2017

Binnendringen van paramilitairen in woningen en diefstallen van kippen, kleren en levensmiddelen in de gehuchten Mulatos en La Resbalosa. Troepen van paramilitairen in de plaats gekend als Chontalito (tussen Mulatos en San Josecito). Illegaal binnendringen in private eigendom in het gehucht La Esperanza, aanhouding van twee leden van de Gemeenschap, intimidatie en bedreigingen. Binnenvallen van een paramilitair contingent in het Vredesgehucht Luis Eduardo Guerra en het nemen van foto’s van leden van de Gemeenschap. Verkrachting van een minderjarige in het gehucht La Hoz. Aanwezigheid van een paramilitair contingent op het sportveld van het gehucht Mulatos Medio, intimidatie en bedreigingen. Bedreigingen tegen Reynaldo Areiza. Aanhouding van de familie Muñoz gedurende verschillende uren, bedreigingen met een lijst van te vermoorden personen. Aanwezigheid van paramilitairen in de gehuchten La Hoz en Rodoxalí en vergaderingen met de verschillende raden van de gehuchten. Paramilitaire aanwezigheid in Arenas Altas en bedreigingen.


  1. 1. Vaststellingen

We wijzen op enkele algemene gegevens:

8.500.000 personen hebben de gevolgen van de oorlog moeten doorstaan in deze 52 jaren

Volgens de statistieken van het Ministerie van Binnenlandse Zaken[i], sectie slachtoffers, vertoont de verantwoordelijkheid voor de slachtoffers van acties bedreven door gewapende groepen de volgende balans:

50% waren verantwoordelijkheid van de paramilitaire groepen

35% waren verantwoordelijkheid van de Strijdkrachten

15% warenverantwoordelijkheid van de guerrillagroepen

Meer dan 4.000 vakbondsleiders werden vermoord sinds de jaren 1980

Er zijn 7 miljoen slachtoffers die van hun grond beroofd werden, waarvan 80% ontheemde bevolking[ii] is.

Gedurende 2016 werden 127 leiders van sociale organisaties vermoord en 389 meer werden slachtoffer van aanvallen. Gelijkaardige cijfers in 2017[iii]

Vanaf 1980 tot 2014[iv] 2.552 bloedbaden


3.1. Paramilitarisme

We tonen onze diepe bezorgdheid voor groeiende paramilitaire aanwezigheid in uitgestrekte regio’s van het land en we zijn ervan overtuigd dat, als dit fenomeen zich consolideert, het het Vredesproces kan doen ontsporen. In veel gevallen zijn het juist die zones, waaruit de FARC zich terugtrokken in uitvoering van de Vredesakkoorden, die deze paramilitairen proberen te bezetten. Zowel in de bijeenkomsten die we hadden met sociale organisaties en mensenrechtenorganisaties, als in het bezoek aan de Vredesgemeenschap van San José de Apartadó, als in de bijeenkomst met autoriteiten van Urabá (Bisschop van Apartadó en Ombudsman voor de Mensenrechten) informeerde men ons over de ernstige bedreiging die deze gewapende groepen vertegenwoordigen voor de fysische integriteit van de sociale leiders en het voortbestaan van de gemeenschappen zelf.

De getuigenissen zijn veelvuldig die verzekeren dat deze groepen opereren in bepaalde zones met de wil de geldmiddelen te controleren, ter verdediging van de belangen van de multinationals van de mijnbouw en van de energie, of dat ze na de accumulatie van gronden voor de agro-industrie, de illegale teelten of de veeteelt daarom terroriseren en de ontheemding van de gemeenschappen veroorzaken.

We constateren dat het paramilitarisme speciale invloed heeft in regio’s zoals Urabá, Catatumbo, de havens van de Stille Oceaan of de Benedenloop van de Cauca, hoewel bepaald door verschillende factoren, is dit een dynamiek die zich uitbreidt over een goed deel van het land, met inbegrip van zones waarin ze voorheen geen aanwezigheid heeft gehad. Ondanks dat volhardt de Regering in haar houding van het ontkennen van het fenomeen van het paramilitarisme, door deze groepen te bestempelen als ‘criminele bendes’ (Bacrim) of ‘gewapende georganiseerde groepen’ (GAO) zonder dit probleem het hoofd te bieden in zijn reële dimensies. Wij zijn bezorgd over het gebrek aan politieke wil, gedemonstreerd door de Colombiaanse Regering, die begonnen zou moeten zijn met de implementatie van de mechanismen om de ontmanteling van het paramilitarisme die vastgelegd zijn in paragraaf 3.4 van de Vredesakkoorden vanaf het eerste moment, omdat ze daartoe de bevoegdheid bezat, zonder de noodzaak van te wachten op enige normatieve verandering.

Vanaf 2006 tot 2016 zijn een totaal van 519 disciplinaire processen geregistreerd tegen functionarissen voor banden met paramilitaire groepen of met criminele bendes. Deze processen betreffen gedragingen zoals o.a. moord, bedreigingen, kiesverplichting, financiering van politieke campagnes[v].

50% van deze disciplinaire processen hebben betrekking op burgemeestersambten (107), op gouverneursambten (37), op gemeenteraden en departementsraden (40) en op het Congres van de Republiek (73). Terwijl 15%, 78 dossiers betrekking hebben op leden van de 3 strijdkrachten (militairen, vloot en politie).

Het rapport van de Procuraduría (hoogste disciplinaire instantie) signaleert dat het grootste deel van deze processen zich in de preliminaire procesfase bevinden, van opschorting omwille van competentie of van onderzoek, wat overeenkomt met 40% van de gevallen voor deze stadia. Op dezelfde wijze werden 17% gearchiveerd en 42% bevinden zich in finale of besliste processtadia[vi]

Het is de moeite waard om de studie te vermelden van de ‘Stichting Vrede en Verzoening’ 2014[vii] die banden vaststelt tussen politieke kandidaten en illegale strijdkrachten.


3.2. Publieke macht (in concreto de Strijdkrachten)

We hebben in alle hoofdstukken van het rapport hiernaar verwezen omdat dit een transversaal thema vormt. We willen getuigenis afleggen van de internationale jurisprudentie met betrekking tot de situatie in het land:

  1. a. Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof, 1998

Art. 27. Irrelevantie van officiële hoedanigheid

1. Dit Statuut geldt gelijkelijk ten aanzien van een ieder zonder enig onderscheid op grond van de officiële hoedanigheid. In het bijzonder ontheft de officiële hoedanigheid als staatshoofd of regeringsleider, lid van een regering of parlement, gekozen vertegenwoordiger of ambtenaar van een Staat een persoon nooit van strafrechtelijke aansprakelijkheid krachtens dit Statuut en vormt dit als dusdanige evenmin een grond voor strafvermindering.

2. Immuniteit of bijzondere procedurele regels die mogelijk verbonden zijn aan de officiële hoedanigheid van een persoon krachtens het nationaal of het internationaal recht, vormen voor het Hof geen beletsel voor het uitoefenen van zijn rechtsmacht over deze persoon.

Art. 28. Aansprakelijkheid van bevelhebbers en andere hiërarchische meerderen

Naast andere gronden voor strafrechtelijke aansprakelijkheid krachtens dit Statuut voor misdrijven waarover het Hof rechtsmacht bezit :

1. Is een militair bevelhebber of persoon die daadwerkelijk als militair bevelhebber optreedt strafrechtelijk aansprakelijk voor de misdaden waarover het Hof rechtsmacht bezit, wanneer die zijn gepleegd door strijdkrachten onder zijn daadwerkelijk bevel en leiding of, naar gelang van het geval, onder zijn daadwerkelijke gezag en leiding, als gevolg van zijn nalaten behoorlijk leiding te geven aan die strijdkrachten, indien :

(a) hij hetzij kennis ervan had dat de strijdkrachten deze misdaden pleegden of op het punt stonden deze te plegen, hetzij wegens de omstandigheden op dat moment kennis daarvan had moeten hebben; en

(b) hij naliet alle noodzakelijke en redelijke maatregelen te treffen die binnen zijn macht lagen om het plegen daarvan te voorkomen of te beteugelen of de zaak voor te leggen aan de bevoegde autoriteiten voor onderzoek en vervolging.

2. Is een meerdere inzake de andere dan onder (a) bedoelde verhouding tussen een meerdere en ondergeschikten, strafrechtelijk aansprakelijk voor misdaden waarover het Hof rechtsmacht bezit, indien deze zijn gepleegd door ondergeschikten die onder zijn daadwerkelijk gezag en leiding stonden, als gevolg van zijn nalaten behoorlijk leiding te geven aan deze ondergeschikten, indien :

(a) hij hetzij kennis had van, hetzij bewust geen acht geslagen heeft op informatie die duidelijk aangaf dat de ondergeschikten deze misdaden pleegden of op het punt stonden deze te plegen;

(b) de misdaden activiteiten betroffen die ressorteren onder de daadwerkelijke aansprakelijkheid en leiding van de meerdere; en

(c) hij naliet alle noodzakelijke en redelijke maatregelen te treffen die binnen zijn macht lagen om het plegen van de misdaden te voorkomen of te beteugelen of de zaak voor te leggen aan de bevoegde autoriteiten voor onderzoek en vervolging.

Art. 33. Bevelen van meerderen en wettelijk voorschrift

1. Het feit dat een misdaad waarover het Hof rechtsmacht heeft door een persoon is gepleegd krachtens een bevel van een regering of van een meerdere, hetzij een militair hetzij een burger, ontheft die persoon niet van strafrechtelijke aansprakelijkheid, tenzij :

(a) de persoon wettelijk verplicht was bevelen van de desbetreffende regering of meerdere te volgen;

(b) de persoon geen kennis had van het feit dat het bevel onwettig was; en

(c) het bevel niet onmiskenbaar onwettig was.

2. Voor de toepassing van dit artikel zijn bevelen om genocide te plegen of misdaden tegen de mensheid onmiskenbaar onwettig.

  1. b. Vaststellingen

Veelvuldige organisaties van advocaten klagen herhaaldelijk de niet-nakoming van de legaliteit aan van verschillende instellingen van de Colombiaanse Staat met inbegrip in de eerste plaats van de Strijdkrachten.[viii]

In de bijeenkomsten die we hielden waren er vele stemmen die wezen op de noodzaak dat er een grondige omschakeling zou gebeuren van de militaire structuren en hun bevelhebbers in die regio’s waar de Strijdkrachten sterke banden van actie bezaten met de paramilitaire groepen.

De vervolging van sociale leiders met inbegrip van aanhoudingen omwille van het uitoefenen van hun grondwettelijke rechten van vrije meningsuiting en/of onderzoek maakt deel uit van een geplande angstcampagne en pesterijen.[ix]

De Strijdkrachten doen afstand van functies in hun werk ter bescherming van de burgerbevolking tegen paramilitaire groepen door het volgen van vergelijkbare gedragingen in een groot deel van het Colombiaanse grondgebied wat er toe leidt te denken dat ze georkestreerde protocollen volgen.

3.3. Vredesakkoorden tussen de Colombiaanse Regering en de FARC-EP

a. Kort historisch overzicht

Het actueel Vredesakkoord werd voorafgegaan door andere die eindigden in een mislukking.

1985/88 Het eerste akkoord werd afgesloten tussen President Belisario Betancur en de FARC in de jaren 1985-1988. Het betrof de consolidatie van een vredesproces en daartoe koos men voor een politieke uitweg uit het gewapend conflict. Dit proces eindigde met de fysieke en politieke uitroeiing van de beweging, sommigen vermoord, anderen in ballingschap en bedreigd en met nog twee decennia meer van geweld in Colombia. Op hun topmoment slaagde deze politieke partij erin 16 burgemeesters te verkiezen en 256 raadsleden, ze verkoos ook 16 vertegenwoordigers in het Congres van Colombia. In twee decennia van politieke activiteit werden evenwel meer dan 3.000 militanten vermoord, onder hen twee presidentskandidaten en 13 parlementairen.[x]

1992 Nadien kwamen er andere akkoorden aan, het tweede in 1992 in Tlaxcala-Mexico met President Cesar Gaviria die de Wet 356/94 in het leven roept, die een nieuw statuut vaststelt voor private veiligheidsondernemingen en zo wettelijke dekking geeft aan het paramilitarisme.

1998/2002 Het derde in 1998 met de regering van ex-president Andrés Pastrana in El Caguán. In deze periode en gedurende het staakt-het-vuren en het onderhandelingsproces , bereidt de regering in parallel (achter de rug van de FARC-EP) het Plan Colombia voor, dat uitvoering kent dank zij de financiering van de regering van Verenigde Staten.[xi]

Achter ons liggen 52 jaren oorlog, meer dan 220.000 doden[xii], 60.000 verdwenen personen[xiii] en 7,3 miljoen intern ontheemden[xiv] en meer dan 8,6 miljoen slachtoffers van oorlogsmisdaden[xv].

(Binnen de laatste categorie bevinden zich de verdwenen personen, bedreigde personen, gegijzelde personen, slachtoffers van enige daad van terrorisme, slachtoffers van landmijnen, van foltering, van gedwongen rekrutering van minderjarigen en van seksueel geweld.)

2012/16 Het proces van onderhandelingen tussen de Regering van Colombia en de FARC-EP dat vrucht heeft gedragen telde – officieel - onderhandelingsrondes in Oslo en Havana tussen 2012 en 2016.

In november 2016 werd het akkoord geratificeerd in het theater Colón (Colombus ) . Het referendum (plebisciet) dat doorging op 2 oktober werd gewonnen door de stemmen tegen het Vredesakkoord met een marge van 0,43% , en met een abstinentie van meer dan 60%. Het akkoord werd opnieuw onderhandeld en 70% van de voorstellen van het “neen”kamp werden aangenomen.

De overwinning van het “neen” vond plaats, volgens de Staatsraad van Colombia , dankzij de manipulatie die plaatsgreep met de steun van Evangelische Kerk [xvi]en de officiële passiviteit van de Colombiaanse Bisschoppenconferentie van de Katholieke Kerk[xvii] (met verschillende notabele leden van binnen de hiërarchie die er voor kozen het “ja” te verdedigen, zoals de Aartsbisschop van Cali Monseigneur Darío Monsalve en anderen). Paus Franciscus maakte zijn bezoek aan Colombia slechts concreet nadat het vredesakkoord ondertekend was. De Colombiaanse Bisschoppenconferentie moest later publiekelijk aan zelfkritiek doen door toe te geven dat zij er onjuiste argumenten hadden bijgegooid. Een voorbeeld: de vredesakkoorden hadden de genderbenadering in beschouwing genomen. Dit werd uiteengezet alsof dit de homoseksualiteit zou verspreiden en promoten.

Het is nodig eraan te herinneren dat het referendum een a posteriori toegevoegd element was, dat juridisch niet nodig was, zoals men kan vaststellen in het licht van de recente processen: bij de akkoorden met de AUC (paramilitairen) en evenmin bij de akkoorden met de M-19 (Movimiento de 19 de abril) werden referenda gehouden. Vrede is een grondwettelijk mandaat voor de President, bevoegd om die te realiseren.

Met de woorden van de Italiaanse jurist Luigi Ferrajoli: “Het referendum was niet nodig om de vrede te legitimeren, en minder nog om ze de wettelijkheid te ontnemen, omdat deze in juridische termen een (countermajoritarian) recht op verplichte naleving is en niet afhankelijk is van waarderingen van meerderheden of minderheden[xviii].

Volgens Luis de Grandes Pascual, Europarlementariër van PPE: “ De Europese Unie moet dit proces, zonder twijfel één van de best ontworpen van de wereld, als we de voorafgaande processen analyseren, blijven ondersteunen[xix].

Wij delen deze waardering en we observeren parallel met bezorgdheid de aantekeningen van Enrique Santiago Romero, juridisch adviseur van de Delegatie van de FARC-EP aan de Onderhandelingstafel in Havana.

Slechts 20% van de normen voor dringende implementatie zijn door de Colombiaanse instellingen goedgekeurd en het proces van uitvoering van de akkoorden heeft zich in de praktijk omgevormd tot een politieke heronderhandeling[xx].”

De voorstellen van de FARC pikken de suggesties op die kwamen van de sociale bewegingen, verzameld in publieke fora, georganiseerd door de UNO en de Nationale Universiteit of opgestuurd naar de Website die daartoe werd geopend.

Wat betreft de implementatie van het actueel Akkoord en bewust van haar moeilijkheid, werden enkele artikels vastgelegd die verplicht - progressief en achtereenvolgend - de verschillende akkoorden in werking moeten stellen in de komende verkiezingsperiodes (2018 tot 2030) inzake:

  1. b. Gevangenis en amnestie

Tot januari 2018 stelden we de moord vast op 37 ex-guerrilleros en de niet-vrijlating uit de gevangenis van 500 andere ex-guerrilleros die in de gevangenis blijven ondanks de akkoorden van amnestie ondertekend door de Colombiaanse Regering en de FARC-EP, opdat deze zich onderwerpen aan de Speciale Jurisdictie voor de Vrede.

  1. c. Landelijke hervorming. Over de grond en de landbouwontwikkeling

De buitensporige concentratie van het bezit van de grond en de schandalige beroving van boeren en inheemsen gedurende vele decennia heeft voor het ontstaan gezorgd van de FARC en dat bleef hun belangrijkste strijdpunt. Hun voorstellen focusten zich op:

  • Mechanismen om iets te doen aan de concentratie van landelijke eigendom, meteen door het verbod of de regulatie van grootgrondbezit en afwijzing van het “recht op oppervlakte”;

  • Maatregelen om een einde te maken aan extensieve veeteelt en de aanname van nieuwe criteria van territoriale ordening gericht op de productie van voedsel en op de bescherming van het leefmilieu;

  • Verbod of beperking op mijn- en energieprojecten die het leefmilieu vernietigen;

  • Afremmen van het in buitenlandse handen komen van de grond en van de niet-hernieuwbare grondstoffen;

  • De oprichting van uitgebreide Zones van Landelijke Reserve en Zones van Productie van Voedsel, beide beschermd tegenover de markt en geholpen in hun plannen door geldmiddelen van de Staat.

Al deze hervormingen impliceerden het ongedaan maken van internationale akkoorden zoals de Vrijhandelsakkoorden die de boerenbevolking ruïneerden, van concessies en licenties aan multinationale ondernemingen, van privatisering van kennis en wijsheid via patenten en van de groeiende handel in genetisch gemanipuleerde zaden en in chemische landbouwproducten.

Zonder enige twijfel was dit geheel van voorstellen, bevat in 100 punctuele concretiseringen, in radicale tegenspraak met het landbouwbeleid van de regering vertegenwoordigd in de officiële tafel, die de “locomotief van de mijnbouw” in de kern geplaatst had van haar nationaal ontwikkelingsproject en daartoe links en rechts vergunningen voor mijnbouw en energie-exploitatie verspreidde.

Het resultaat van die 7 maanden confrontatie kreeg als titel “Naar een Nieuw Colombiaans Platteland – Integrale Landelijke Hervorming”:

Een fonds van 3 miljoen hectares grond maakt hiervan de kern uit, zodat de regering die in de komende 12 jaar zou verdelen onder de boeren die geen grond hebben of die heel weinig grond hebben.

Een belofte van regularisatie van gronden zonder duidelijke (eigendoms) titels, met een uitgestrektheid van 7 miljoen hectares, die de komende 10 jaar de betaling zullen verzekeren van belastingen aan de fiscus.

Aan deze kern worden concentrische cirkels van plattelandsontwikkeling toegevoegd, zoals : wegenplannen, elektrische netwerken, netwerken van connectiviteit, scholen, gezondheidscentra, arbeidsregularisatie en woningen.

Een grote verworvenheid van de vredesonderhandeling is de verdeling van percelen grond door de Staat via een instrument dat hiertoe van kracht is sinds 1994 in de Wet 160, die eiste dat het overhandigen van braakliggende gronden uitsluitend kan gebeuren aan arme boeren. Maar terwijl men het Akkoord over Grond ondertekende in Havana keurde de regering van Santos Wet 1776 van 2016 goed (Wet van Zones van Belang voor de Economische en Sociale Plattelandsontwikkeling –ZIDRES) die toelaat deze braakgronden te overhandigen aan machtige ondernemingen via cessies (overdrachten), huurcontracten of andere vormen, onder voorwendsel dat ze bondgenootschappen afsluiten met arme boeren waarbij het duidelijk is dat de boer aan het kortste eind trekt.

In een ander punt , in het Akkoord ondertekend in Havana op 24 augustus 2016 had men als één van de leidende principes van het thema Grond vastgelegd : “de klemtoon op kleine en middelmatige producenten” en ook het engagement van “het stimuleren van de solidaire en coöperatieve economie als middel om de geldmiddelen en de diensten te kanaliseren naar de plattelandsbevolking” (1.3.3.1.). Maar na het referendum van 2 oktober 2016 werd een ander principe geïntroduceerd ter wille van de “plattelandsontwikkeling” dat stelt … “aaneenschakelingen van de kleine plattelandsproductie met andere modellen van productie” (Principes,2). Waarin men duidelijk stappen achteruit zet.

De politieke hervorming blijft vertraagd. De omschrijvingen van vrede werden gesaboteerd. De Speciale Justitie voor de Vrede werd uitgehold. De plattelandshervorming bereikt nog geen 5%. De amnestiewet werd niet toegepast op meer dan vijfhonderd gevangenen. Het paramilitarisme gaat zijn gang. Zo’n honderd veertig ex-guerrilleros of sociale en politieke leiders werden vermoord. Vanuit dit Parlement moet een klaar en duidelijke stem vertrekken met de eis van de totale uitvoering van de akkoorden en een aanklacht tegen hen die de vrede saboteren

Javier Couso Permuy, Eutoparlementariër van GUE/NGL[xxi]

  1. d. Politieke participatie. Hervorming van de verkiezingen om te vermijden dat het cliëntelisme bevoordeeld wordt

Blok 2.1. Gewijd aan de waarborgen van de politieke oppositie en van de sociale bewegingen, waarborgen die mechanismen hervatten waarvan vastgesteld werd dat die ondoeltreffend waren en waarvan aangetoond is dat ze onmogelijk zijn zolang de publieke macht niet gecontroleerd wordt.

Bok 2.3 Gewijd aan het promoveren van de politieke participatie. Men belooft een hervorming van de verkiezingen via het aanstellen van een Speciale Electorale Commissie van 7 experten van hoog niveau. (Men houdt geen rekening met de mechanismen van corruptie en cliëntelisme die ten dienste van de elites van de macht de geldmiddelen bestendigen en zich toe-eigenen via mechanismen die gedurende veel decennia gepatenteerd werden.)

  1. e. Wet van rechtvaardigheid en aandacht voor de slachtoffers, die de Speciale Jurisdictie

voor de Vrede insluit (waarheid, gerechtigheid, reparatie en waarborgen van niet-

herhaling)

Op 7 juni 2015 ondertekenden de partijen een Verklaring van Principes voor de discussie van het thema Slachtoffers; hun punten hadden betrekking op:

  • Erkenning van de slachtoffers;

  • Erkenning van verantwoordelijkheden;

  • Voldoening van de rechten van de slachtoffers als niet onderhandelbare rechten;

  • Deelneming van deze slachtoffers op verschillende momenten en diverse manieren;

  • Opheldering van de waarheid: tot schadeloosstelling, waarborgen van niet-herhaling;

  • Besloot met de verzoening en de effectieve waarborg van de mensenrechten als objectieven van het proces.

Men eiste dat de erkenning van de slachtoffers niet beperkt zou zijn tot individuele slachtoffers, maar dat men zich ook zou focussen op collectieve slachtoffers: zowel op politieke collectieven als op collectieven van vakbonden, van boeren, van inheemsen, van afros, van vrouwen, en van mensenrechtenactivisten; ook op de slachtoffers van het economisch model of “slachtoffers van de ontwikkeling”. Bij de kwestie van de erkenning van verantwoordelijkheden eiste men de systematische verantwoordelijkheid en de veelvuldige verantwoordelijkheden (met inbegrip van die van de guerrilla) in te sluiten. Bij de kwestie van verantwoordelijkheid van de Staat hield men er zich aan de verantwoordelijkheid van het opleggen van economische modellen en politieke beslissingen, die lijden hebben veroorzaakt en die het terrorisme van de Staat hebben vormgegeven, in te sluiten. Ook de verantwoordelijkheid verbonden met politieke misdrijven, met de criminalisering van het sociaal protest en opeising, met de pacten van straffeloosheid tegen de rechten van de slachtoffers, het aanmoedigen en het tolereren van de ernstige schendingen van de mensenrechten door de militaire, politionele en inlichtingeninstellingen en het oprichten van paramilitaire structuren als hun helpers.

In de onderhandeling die plaats vond voor het bereiken van de akkoorden werden voor de eerste keer de Slachtoffers geteld. Wat betreft de gegevens hierover verzameld door de Eenheid van Slachtoffers in haar Statistiek van het Ministerie stelt deze eenheid met betrekking tot de verantwoordelijkheid:

- 50% van de slachtoffers zijn verantwoordelijkheid van de paramilitaire groepen

- 35% zijn verantwoordelijkheid van agenten van de staat

- 15% zijn verantwoordelijkheid van ALLE guerrillagroepen

Er zijn bij benadering 8 miljoen slachtoffers en daarom is het onmogelijk gewone processen op te zetten. Daarom, om een einde te maken aan de straffeloosheid, werden er in het vredesakkoord gecreëerd:

- Wetten die de gedragingen vaststellen die vervolgd moeten worden

- Procedureregels die toelaten die wetten toe te passen.

Er werd een INTEGRAAL RECHT in het leven geroepen, in een systeem dat de erkenning van de Waarheid en het Herstel aanmoedigt:

- Voor die personen die de waarheid erkennen en hun verantwoordelijkheid vroeg erkennen wordt een straf van restitutie aangeboden, om herstel te bieden aan de slachtoffers en aan het land, bv. door ontmijningswerk

- Er is een tussenweg voor wie die in eerste instantie niet erkent. Hen wordt een sanctie van restitutie aangeboden en tot 8 jaar gevangenis.

- Voor hen die de waarheid en hun verantwoordelijkheid niet erkennen is er tot 20 jaar gevangenis[xxii].

  1. f. Vervanging van illegale teelten en ontsmetting van explosieven van de oorlog

De FARC maakte in 2014 50 voorstellen concreet voor een verandering van het antidrugsbeleid opdat de telers en de gebruikers niet de zwakste schakels van de keten van de drugstrafiek zouden zijn, maar dat men zich zou focussen op de grote trafikanten als de echte verantwoordelijken en de begunstigden van die handel. Op deze wijze werd de vervolging getransformeerd tegen de verarmde lagen die enkel overleven van de teelten omdat ze geen andere alternatieven voor hun levensonderhoud hebben en tegen de gebruikers, wiens verslaving beantwoordt aan problemen die aangepakt moeten worden in het domein van de publieke gezondheid.

Het Akkoord overweegt als kern de vervanging van de teelten voor illegaal gebruik via overleg met de gemeenschappen en koppeling aan verschillende programma’s van het punt 1 (Integrale Plattelandshervorming), alsook de volks gezondheid voor de gebruikers. De repressieve aanpak van de grote drugshandelaren en hun omgeving blijft op abstracte wijze weerspiegeld.

  1. g. Waarborgen voor de uitvoering

Wat betreft de Waarborgen voor de uitvoering van het Akkoord, planden de FARC-EP zonder enige reserve hun afstand doen van hun wapens en hun herinschakeling in het burgerleven. Daartoe zijn waarborgen voor hun veiligheid nodig, voornamelijk wat betreft de ontmanteling van het paramilitarisme. Het gaat erom in een eerste fase tewerk te gaan met de volgende uitgangspunten:

- Een breed democratisch front van coalitie vormen om het Vredesakkoord te implementeren binnen de regering van Colombia.

- Voor deze OVERGANGSREGERING is het onontbeerlijk alle democratische sectoren die een einde willen maken aan het conflict samen te brengen.

- De landbouwstructuren hervormen ( op dit moment importeert Colombia 50% van het voedsel dat het consumeert).

- Het beleid dat inzet op de vrede via de corresponderende regeringen implementeren.

Op het moment van de publicatie van dit rapport wordt een negatieve boodschap gestuurd aan de onderhandelingstafel die plaats vindt in Quito tussen de Colombiaanse Regering en de guerrilla van het ELN, alsook aan de burgermaatschappij in het algemeen die zal opgeroepen worden om te gaan stemmen in de presidentsverkiezingen en in de verkiezingen voor het congres.


3.4. Mensenrechtenorganisaties

We tonen onze bezorgdheid voor de situatie van de Mensenrechten in het land en meer in het bijzonder voor de toename van de moorden van sociale leiders en verdedigers van de Mensenrechten, alsook voor de stigmatisering en judicialisering van hun werk. Dit is een bekommernis die we delen met Todd Howland, vertegenwoordiger van de Hoge Gezant van de Verenigde Naties voor de Mensenrechten. In de ontmoeting die we met hem hadden bracht hij dat aan ons over.

Het jaarlijks rapport van de Verenigde Naties telt 127 sociale leiders die in 2016 werden vermoord. Daar zou nog moeten bijgevoegd worden dat nog 389 meer aanvallen ondergingen[xxiii]. Spijtig genoeg houden gelijkaardige cijfers aan in het eerste trimester van 2017. Het is een paradox dat terwijl de doden te wijten aan de gewapende confrontatie maximaal verminderen, het geweld tegen verdedigers van de Mensenrechten en sociale leiders verhevigd is tot niveaus die sinds 10 jaar niet meer werden gezien[xxiv].

Eén maand na het verschijnen van het volgende rapport van het Kantoor voor de Hoge Gezant voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties verzamelde het kantoor gegevens over de gewelddadige dood van 105 leiders[xxv] gedurende 2017

De slachtoffers van dit geweld zijn in het bijzonder leiders van processen van restitutie van gronden, van vervanging van illegale teelten of tegen de expansie van de mijnindustrie. Wat betreft de verantwoordelijkheid voor de moorden en agressies, die valt grotendeels op de paramilitaire groepen[xxvi].

Het is verontrustend dat de Regering de ernst van de feiten niet erkent en dat de Minister van Defensie Luis Carlos Villegas verzekert dat “er geen aanduidingen zijn dat deze reeks moorden systematisch is” en dat “de onderzoeken als resultaat blijven opleveren dat deze moorden geïsoleerde feiten betreffen”[xxvii].

Die verklaringen doen tragisch genoeg denken aan die van de toenmalige regeringen gedurende de uitroeiing van de Unión Patriótica, die die doden ook bestempelden als “geïsoleerde feiten”.

We tonen onze bezorgdheid voor de campagne van judicialisering van het sociaal protest die opgezet wordt door het Openbaar Ministerie. Hierbij worden sociale leiders en gemeenschappen vervolgd. Gedurende het verblijf van de Commissie in het land deden zich minstens 9 aanhoudingen voor en er was een bewijs van 31 aanhoudingsbevelen tegen sociale leiders. Aangehouden sociale leiders blijft men beschuldigen van rebellie of terrorisme, met dezelfde behandeling die de leden van de guerrilla krijgen. In één van de laatst gekende episodes, om de aanhouding van de sociale leider Milena Quiroz van het ‘Congreso de los Pueblos = Congres van de Volken’ te rechtvaardigen, signaleert het Openbaar Ministerie dat “zij marsen organiseert” en dat “indien zij zou vrij gelaten worden zij opnieuw grote marsen kan opzetten die de publieke orde kunnen verstoren” [xxviii].

Het is verontrustend dat men vanuit verschillende instanties van de Staat campagnes blijft promoveren van verdachtmaking, stigmatisering en in diskrediet brengen van mensenrechtenverdedigers en sociale leiders, terwijl men hun onontbeerlijk werk zou moeten waarderen en beschermen[xxix].

Er is een vaststaand bewijs van de deelname van de Staat die in het verleden veroordeeld is voor moord en betrokkenheid met paramilitaire organisaties.

Het is ook verontrustend dat de veiligheidsschema’s van sociale leiders door de Regering ontmanteld worden terwijl men de vermindering van het gevaar aanvoert, juist op het moment dat men een opleving meemaakt van het geweld tegen hen.

In het Europees Parlement worden de bekommernissen weerspiegeld van de Peace Brigades International (PBI). Dat klinkt zo:

Colombia beleeft een erg kritische situatie, gedeeltelijk omdat het vredesakkoord van 2016 niet wordt geïmplementeerd. Dat akkoord houdt, tussen andere punten, waarborgen in voor de veiligheid en de politieke participatie, de herintegratie van de oud-strijders en het opzetten van een integraal systeem van waarheid, rechtvaardigheid, reparatie en waarborgen voor niet-herhaling. In 2017 waren er meer moorden op Mensenrechtenverdedigers en gemeenschapsleiders dan in 2016.

Er moeten dringend maatregelen genomen worden om de structuren van de opvolgers van het paramilitarisme te ontmantelen, omdat de komende presidentsverkiezingen de situatie kunnen verslechten. Mensenrechtenactivisten zegden me hier, in Straatsburg, dat ze ervoor vreesden dat hetzelfde zou kunnen gebeuren als in Guatemala, waar, na 25 jaar de vrede bezegeld te hebben, de situatie niet substantieel verbeterd is.

Peace Brigades International vraagt aan de Europese Unie dat we onze inspanningen ter bescherming van de bedreigden en van steun aan het Openbaar Ministerie zouden verdubbelen. Dat we blijven veroordelen en dat we de gemeenschappen bezoeken. Dat we om informatie verzoeken over de vooruitgang die de Colombiaanse Staat heeft gemaakt of moet maken. Onze steun is vitaal.”

Josep-Maria Tericabras, Europarlementariër van Groen/ALE[xxx]

3.5. Vakbondsorganisaties

Binnen de verontrustende situatie van vervolging van de sociale leiders die we vaststelden, willen we de situatie van vakbondsleiders en hun organisaties, die historisch gezien één van de meest gestrafte collectieven vormen, onderstrepen. Het zijn feiten die met volledige straffeloosheid gebeurden. Het UNDP, het Ontwikkelingsprogramma van de VN signaleert dat van 1984 tot 2012 zo’n 2.800 vakbondsmensen vermoord werden en dat 94,4% van deze misdaden straffeloos bleven. Andere bronnen verhogen dit cijfer zelfs tot meer dan 4.000 vakbondsleiders vermoord tot 2018. Het UNDP geeft ook aan dat er 216 gedwongen verdwijningen waren, 83 gevallen van foltering en 163 gijzelingen van vakbondsmensen. Honderden vakbonden werden opgedoekt en duizenden leden ontheemd[xxxi].

In hun strijd tegen de privatisering van publieke ondernemingen, tegen de onderaanneming van diensten, tegen het precair maken van de werkgelegenheid en vóór waardige arbeidsvoorwaarden, antwoorden de bedrijven met selectieve ontslagen, de verplaatsing van het arbeidscentrum en met verbod op lidmaatschap van de vakbond, terwijl de Regering antwoordt met militarisering van het sociaal protest, antisyndicale wetgeving, gevangennemingen, verdachtmakingen en stigmatiseringen. We werden in kennis gesteld dat er in het afgelopen jaar een alarmerende toename was van doodsbedreigingen tegen vakbondsleiders en hun families.

Het resultaat is een hoge werkloosheidsgraad en een hoge graad van informeel werk voor meer dan 60 % van de actieve bevolking, miseriesalarissen, smartelijke arbeidsomstandigheden en een heel lage graad van lidmaatschap van de vakbond. De vakbondsleiders die wij interviewden vertelden de moeilijkheden die ze ondervinden bij het doen van hun werk, waaraan ze zich moeten wijden met een voortdurende vrees voor hun leven en dat van hun familieleden. Ze vroegen ons dat we niet zouden nalaten hun stem te zijn bij de Internationale Gemeenschap, want die hebben ze nodig voor hun overleven.


3.6. Inheemse volken, Afro-Colombianen en terugeisers van gronden

We tonen onze bezorgdheid voor het proces van restitutie van gronden en voor de implementatie van de Akkoorden wat betreft gronden. Dit proces wordt omkaderd door het recht van de slachtoffers om hun gronden te recupereren van hen die hun gronden roofden door gedwongen ontheemding. Volgens het Kantoor van de Hoge Gezant van de VN voor de Mensenrechten gaat het om 7 miljoen slachtoffers, waarvan 80 % ontheemde bevolking is, die getroffen zijn door dit proces[xxxii].

Wij wijzen op de noodzaak om de noodzakelijke hervormingen te introduceren voor het opmaken van een alternatief kadaster[xxxiii] van de gronden, om te “zien wie wat bezit”, als beginproces van de restitutie van de 7 miljoen hectares die in betwisting zijn. Met dit kadaster zullen de objectieve gegevens verkregen worden van de grootte van de plundering en zou een instrument gegeven worden aan de slachtoffers om hun grondgebied op te eisen, alsook om de regering aan te manen om de verantwoordelijkheid van de staat om dit te hebben toegelaten op te nemen.

We tonen onze diepste bezorgdheid voor de aanvallen en moorden op leiders en leidsters die de gronden claimen. We wijzen ook op de noodzaak dat het openbaar Ministerie van de regio met beslistheid optreedt in situaties van om het even welk type van gevaar tegen deze verdedigers. Ook moet het een prioriteit zijn van de staat om de paramilitaire groepen te ontbinden, die de controle behouden over de door geweld en bedreigingen geplunderde gronden.

De industriële projecten markeren een toename in het proces van beroving van de gronden[xxxiv]


3.7. Gender

We uiten onze bezorgdheid voor de situatie van de vrouwen omdat in het tweede akkoord (ondertekend na het referendum van 2 oktober 2016), in dit tweede proces van justitie voor de Vrede, er een achteruitgang was in het verwerven van de rechten, zoals het recht dat te maken heeft met de participatie van de vrouwen in het politieke leven, vertrekkend van het concept van gelijkheid, of zoals de verwerving van de rechten van de bevolking LGTB, die in het huidige akkoord, omzeggens niet aanwezig zijn[xxxv].

We tonen onze bezorgdheid over het dagelijks geweld dat tegen vrouwen wordt gepleegd. En zo ook over hun recht op denken en beslissen. Ofschoon de wet 1257 over geweldloosheid tegenover vrouwen reeds op nationaal niveau bestaat, moet de bescherming van vrouwen in hun dagelijks leven nog meer geïmplementeerd worden door de Staat[xxxvi]. Men rapporteerde ons het cijfer dat deze realiteit schetst, namelijk dat van 193 gevallen van seksueel geweld waarvan slechts 3 gevallen veroordeeld werden.

We geven te kennen dat ofschoon het seksueel geweld een werktuig van de oorlog tegen de vrouwen was dit niet het enige geweld is. Vervolgde vrouwen, moord op haar kinderen, judicialisering van de strijdsters omwille van het plegen van abortus, analyse van de traceerbaarheid van (vrouwen)handel en prostitutie en andere vormen van geweld (tegen vrouwen) moeten geïntegreerd worden in de huidige onderhandelingen met het ELN.

We tonen onze bezorgdheid voor de moord op vrouwen leidsters, die zich vermomd ziet door de verandering van de aard van de moord, met de bedoeling niet te erkennen dat het gaat over een politieke moord en het voor te stellen als een “passioneel misdrijf”.

Een internationale missie van verificatie over de implementatie van het Vredesakkoord met specifieke focus op gender, gecoördineerd door Mundabat en PBI trok ook haar eigen conclusies in december 2017[xxxvii].


3.8. Illegale Teelten

Het nieuwe regeringsbeleid wat betreft illegale teelten, is gebaseerd op het Nationaal Integraal Programma van Substitutie van Teelten voor Illegaal Gebruik (afgekort in het Spaans PNIS)[xxxviii], dat werd afgesloten tussen de Regering en de FARC[xxxix]. Dit type teelt is hoofdzakelijk geconcentreerd in 32 departementen. Daarom is het dat dit programma op dit moment in 40 gemeenten wordt toegepast. Dit programma beantwoordt volgens de regering aan de zoektocht naar een oplossing voor het probleem van de drugstrafiek.

We tonen onze bezorgdheid voor het uitvoeren van de akkoorden die in dit programma beloofd werden aan de boeren. Namelijk van hen hulp te verlenen opdat ze hun illegale teelt zouden vervangen door een andere. De boeren zeggen dat er een gebrek aan waarborgen is vanwege de regering. En dat ze vrezen, dat eens zij hun illegale teelt, die aan de andere kant hun dagelijks levensonderhoud vormt,hebben uitgetrokken, ze van de regering niet de middelen gaan ontvangen,die ze hen hebben beloofd.

We begrijpen dat de regering het programma PNIS voorstelt als een vorm om een einde te maken aan de drugstrafiek, maar in de ontmoetingen die we hadden, werd het probleem aangekaart van de nog niet doorgevoerde juridische hervorming en die zou moeten geïmplementeerd worden om het potentieel te scheppen voor een mogelijke verandering.

3.9. Geweld en opvoeding

In verschillende zones van het land blijft de sector van het onderwijspersoneel bedreigingen en gewelddadige dwang ontvangen van de paramilitaire groepen en van georganiseerde bendes, wat blijft zorgen voor gedwongen ontheemding, verdwijningen en moorden op leerkrachten. Zo stelt ADE (Asociación Distrital de Educadores = Districtvereniging van Opvoeders ) dit vast[xl].

FECODE stelt dat er al jaren meer dan 5000 docenten bedreigd worden in het land en dat tot op vandaag deze situatie van onveiligheid geen aandacht kreeg noch bescherming van de Staat[xli]. Zo erg zelfs dat de vereniging ADEMACOR een monument[xlii] heeft opgericht voor de gevallen leraar.

De vakbondsorganisaties van de sector onderwijzend personeel ADEMACOR, SUTEV, ADIH en ADEC zorgen ook voor een echo van deze moorden waarvoor de Staat geen antwoord geeft[xliii].


  1. 1. Besluiten en synthese

“HET VREDESAKKOORD IN COLOMBIA LOOPT GEVAAR DOOR GEBREK AAN GOUVERNEMENTELE WIL EN DOOR DE GROEIENDE PARAMILITAIRE ACTIVITEIT.”

Het vredesakkoord dat door de guerrilla van de FARC en de Colombiaanse Regering ondertekend werd op 24 november veronderstelt het aanbreken van een nieuwe realiteit van hoop voor Colombia, die echter de grond kan ingeboord worden door het gebrek aan de wil van de regering om wat overeen gekomen is uit te voeren en door de toenemende activiteit van paramilitaire groepen in de territoria waaruit de FARC zijn weggetrokken. Gezien de zaken er zo voor staan is het praktisch onmogelijk dat op de dag D + 180 (= 31 mei) hetgeen overeengekomen is kan uitgevoerd worden zodat de FARC definitief afstand kan doen van hun wapens, zich kan omvormen tot een politieke partij en kan beginnen met het zich incorporeren in het burgerleven.

Dat is de belangrijkste conclusie van de Europese Commissie ter Verificatie van de Mensenrechten, samengesteld uit 40 personen met institutionele functies en vertegenwoordigers van sociale organisaties uit Duitsland, België, Italië en Spanje, die het land tussen 16 maart en 1 april doorkruist hebben om hun observatiewerk te doen in de context van de nieuwe situaties die zich in Colombia opent na de ondertekening van de vredesakkoorden.

Tijdens deze 15 dagen in het land, ontmoette de Commissie meer dan 30 institutionele, staats- en kerkorganismen, platformen van mensenrechten, sociale bewegingen, vakbonden, organisaties van internationale begeleiding, platformen van vrouwenorganisaties, en ook de vredesbemiddelaars van de guerrilla van de FARC en het ELN. Zo ook kon ze een bezoek brengen aan twee van de transitiezones in de gehuchten, concreet in La Florida in Chocó en Antonio Nariño in Icononzo (Dep. Tolima). Ze maakte kennis met de actuele problematiek van de Vredesgemeenschap van San José de Apartadó ter gelegenheid van de viering van hun 20-ste verjaardag en ze nam deel aan het V-de Internationaal Forum over Geweldloosheid in Quindío.

Na 15 dagen van intensief werk wil de commissie in de eerste plaats haar tevredenheid uitdrukken voor de nieuwe weg die Colombia probeert in te slaan bij het zoeken naar een stabiele en duurzame vrede en voor het begin van de publieke fase van de dialoog tussen de regering en de guerrilla van het ELN. Haar leden konden evenwel een hele reeks risico’s en obstakels signaleren die de toekomst van het vredesproces in gevaar brengen.


  1. 1. Eerste Besluit: De niet-naleving van de akkoorden door de regering

- Slechts 4 van de 40 overeengekomen wetten of legislatieve hervormingen werden behandeld en de goedgekeurde, zoals de wet van amnestie voor gevangenen met banden met de FARC, zijn niet uitgevoerd.

- Er zijn beperkingen in het optreden van de Verenigde Naties, die enkel maar het staakt-het-vuren en het proces van inlevering van wapens controleert, in plaats van een vredesmissie te vormen, met een meer integraal karakter, dat verificatie insluit op het vlak van mensenrechten. We achten het noodzakelijk om zo spoedig mogelijk te beginnen aan een nieuwe fase, die echt een vredesmissie vormt, met een meer integraal karakter, dat verificatie inhoudt op het vlak van mensenrechten.

- We stellen de erbarmelijke condities van bewoonbaarheid vast in de zones waarin de guerrilla van de FARC zich bevindt, bijeengebracht in hun proces van inlevering van wapens, van overgang naar legitimiteit en van voorbereiding op re-integratie in het burgerleven. In de zone die de Commissie bezocht was men enkel begonnen met het bouwen van 4 van de 30 overeengekomen huizen om de guerrilleros op te vangen. Er waren geen geneesheren en de diensten van energie en drinkbaar water werken erg ondermaats. Deze situatie veroorzaakt verbijstering tussen de leden van de guerrilla en ontlokte reeds sommige deserties van hun leden, voornamelijk in het zuiden van het land.

- We stelden het ontbreken van veiligheidsvoorwaarden vast voor de ex-strijders in de zones van concentratie en er werden geen concrete voorzieningen opgezet voor hun bescherming voor het moment dat ze deze plaatsen verlaten.

- We merken op dat er een gebrek aan wil bestaat bij de regering om vooruitgang te boeken in de dialoog met het ELN en om de deelneming van de burgermaatschappij bij het proces te verzekeren. We achten het nodig dat er zo snel mogelijk een bilateraal staakt-het-vuren wordt overeengekomen, die het succes van de gesprekken kan vergemakkelijken en die dringend het lijden vermindert voor de burgerbevolking.


  1. 2. Tweede besluit: Groeiende paramilitaire aanwezigheid in uitgebreide zones van het land

- Zowel in de ontmoetingen die de Commissie had met sociale organisaties, als bij het bezoek aan de Vredesgemeenschap van San José de Apartadó, als bij de ontmoeting met autoriteiten van Urabá, werden we geïnformeerd over de ernstige bedreiging die de paramilitaire groepen vormen voor de fysieke integriteit van de sociale leiders en het voortbestaan van de gemeenschappen zelf. In vele gevallen zijn het juist de zones waaruit de FARC zich terugtrokken, in uitvoering van het vredesakkoord, die het paramilitarisme probeert te bezetten.

- Ondanks dat behoudt de Regering een houding van ontkenning van het paramilitair fenomeen door deze groepen te bestempelen als “criminele bendes” of “georganiseerde gewapende groepen”zonder het probleem het hoofd te bieden in haar echte dimensies.

- Het gebrek aan politieke wil die door de Colombiaanse Regering getoond wordt is verontrustend. Ze zou begonnen moeten zijn met de implementatie van de mechanismen voor de ontmanteling van het paramilitarisme vastgelegd in het hoofdstuk 3.4 van de Vredesakkoorden vanaf het eerste moment, omdat ze daar de bevoegdheid toe had zonder dat enige normatieve verandering nodig was. Er zal moeilijk vrede komen als men niet de vaste wil bezit een einde te maken aan deze structuren die het proces bedreigen en die een band hebben met de extractieve illegale mijnbouw en met de drugstrafiek.

- Bovenop dit gebrek aan goede wil, stellen we een sterke oppositie tegen de akkoorden vast vanwege sterke sectoren van het land voornamelijk vertegenwoordigd door het anachronistisch extreem rechts die begaan zijn met het doen ontsporen van het proces te samen met sectoren van het Openbaar Ministerie en de Rechterlijke Macht. De veranderingen aangebracht aan het Akkoord over de Speciale Rechtspraak voor de Vrede schijnen ons zeer ernstig, wat betreft de sterke beperkingen voorzien voor de verantwoordelijkheid van de militaire bevelvoering en voor de afscherming vastgelegd voor private agenten, deelnemers aan en financiers van het geweld.


  1. 3. Derde Besluit: Toename van moorden op sociale leiders en van verdedigers van mensenrechten, alsook die van stigmatisering en judicialisering van hun werk

Het jaarlijks rapport van de Verenigde Naties telt 127 vermoorde sociale leiders in 2016, waaraan nog eens 389 gevallen van aanvallen tegen hen zouden moeten toegevoegd worden. Spijtig genoeg houden gelijkaardige cijfers aan in het eerste trimester van 2017. Het lijkt tegenstrijdig dat terwijl de doden die voortkomen uit het gewapend treffen maximaal gedaald zijn, het geweld tegen mensenrechtenverdedigers en sociale leiders verhevigd is tot niveaus die de laatste 10 jaar niet meer werden vastgesteld.

Ondertussen verzekert de Regering dat “er geen aanduidingen zijn dat deze reeks moorden systematisch is”en dat “de onderzoeken als resultaat blijven opleveren dat deze moorden geïsoleerde feiten zijn”.

Deze beweringen herinneren tragisch aan die de opeenvolgende regeringen gedurende de uitroeiing van de Unión Patriótica bezigden, want ook zij kwalificeerden deze moorden als “geïsoleerde feiten”, ofschoon 5.000 leden van deze partij werden vermoord.

Campagne van judicialisering van het sociaal protest op het getouw gezet door het Openbaar Ministerie (Fiscalía General), door sociale leiders en gemeenschappen te vervolgen. Gedurende het verblijf van de Commissie in het land deden er zich minstens 9 aanhoudingen voor van sociale leiders en er werd getuigenis afgelegd van 31 aanhoudingsbevelen tegen sociale leiders. Men blijft aangehouden sociale leiders beschuldigen van rebellie of van terrorisme, met eenzelfde behandeling als de leden van de guerrillagroepen.

Vanuit verschillende instanties van de Staat blijft men campagnes promoten van verdachtmaking, stigmatisering en in diskrediet brengen van mensenrechtenverdedigers en sociale leiders, terwijl men hun onontbeerlijk werk zou moeten waarderen en beschermen.

Het is ook verontrustend dat de veiligheidsschema’s van sociale leiders door de Regering ontmanteld worden terwijl men de vermindering van het gevaar aanvoert, juist op het moment dat men een opleving meemaakt van het geweld tegen hen.

De vervolging van vakbondsactiviteit duurt verder. Sedert de jaren ’80 werden meer dan 4.000 vakbondsleiders vermoord, honderden vakbonden opgedoekt en duizenden aangesloten leden ontheemd. Al deze feiten zijn totaal straffeloos gebleven.


  1. 4. Vierde Besluit: De verzwakking van de rol van de internationale gemeenschap

De Commissie is ervan overtuigd dat een belangrijke factor voor het slagen van het vredesproces de steun en de begeleiding vormt die de internationale gemeenschap bereid is te leveren, in het bijzonder de rol van de bewaking van de uitvoering van de akkoorden. Maar de perceptie werd evenwel overgebracht, dat de interesse die er bestond gedurende de onderhandelingen in Havana, schijnbaar na de ondertekening van de akkoorden in verval is geraakt.

De Commissie werd op de hoogte gebracht van de tendens van de agentschappen voor coöperatie om een groot deel van hun fondsen te kanaliseren naar de Colombiaanse Regering, want men begrijpt dat in een fase van “postconflict” het via deze instantie is dat men hulp moet sturen. Het is verontrustend dat dit zo is terwijl de mindere efficiëntie van deze weg herhaalde malen bewezen is op het moment van tastbare resultaten voor de bevolking en terwijl het precies de sociale organisaties en de gemeenschappen zijn die de ware agenten zijn van het opbouwen van vrede in Colombia.

De Commissie beschouwt het noodzakelijk dat er grotere controle van de internationale gemeenschap moet zijn over het optreden van Europese bedrijven en die van andere landen die belangen hebben in Colombia en die, veel te dikwijls, veroorzakers van geweld en uitbuiting worden. De Europese regeringen moeten hun verantwoordelijkheid opnemen over deze handelswijzen en een taak van observatie van de sociale en milieugevolgen van de activiteiten van hun respectieve bedrijven uitoefenen.


  1. 2. Aanbevelingen

We zijn erover bezorgd welke de rol zal zijn die de Internationale Gemeenschap vanaf nu in het Vredesproces gaat spelen. We zijn ervan overtuigd dat een belangrijke factor voor het succes ervan de steun en de begeleiding zal zijn die de Internationale Gemeenschap bereid is te bieden,in het bijzonder bij de rol van bewaking van de uitvoering van de Akkoorden. Ons werd echter de idee overgebracht dat de belangstelling, die bestond tijdens de dialoog in Havana, na de ondertekening van de Akkoorden blijkbaar gedaald zou zijn.

We zijn in het bijzonder bezorgd dat de politieke en financiële steun aan de Colombiaanse sociale organisaties, aan de gemeenschappen, aan de mensenrechtenorganisaties en aan de organisaties van internationale begeleiding het zwaar kan te verduren krijgen. Hun onontbeerlijk democratisch werk, hun bekwaamheid van verzet tegen de talrijke aanvallen die ze ontvangen, hangt voor een groot deel af van de solidaire actie van de Internationale Gemeenschap.

Men informeert ons over de tendens van de Agentschappen van Coöperatie om een groot deel van de fondsen te kanaliseren naar de Colombiaanse Regering zelf, want men begrijpt dat in een fase van “postconflict” het langs deze instantie is dat de hulpmiddelen gericht moeten worden. Het verontrust ons dat het zo gebeurt, wanneer men herhaaldelijk de minste efficiëntie van deze weg heeft aangetoond op het moment van het behalen van tastbare resultatenvoor de bevolking en wanneer het bovendien juist de sociale organisaties en de gemeenschappen zijn die geroepen zijn om de ware agenten te zijn van de opbouw van de Vrede in Colombia.

We denken dat het nodig is dat er een grotere controle van de Internationale Gemeenschap zou zijn over de handel en wandel van de Europese bedrijven en die van andere regio’s, die belangen hebben in Colombia en die veel te dikwijls veroorzakers van geweld en uitbuiting worden. De Europese regeringen moeten hun verantwoordelijkheid opnemen over deze handelswijzen en een taak van observatie van de sociale en milieugevolgen van de activiteiten van hun respectieve bedrijven uitoefenen.

Wij vinden het belangrijk dat de Europese Unie onder de bescherming van het trustfonds (fiduciair fonds)de gepaste rechtvaardiging eist van de geschonken gelden en dat men de aanpassing en transparantie van het beleid van de corresponderende tegenpartijen betreffende dit trustfonds nakijkt.

Wij vragen het nakomen van de voorziene termijnen voor de implementatie van de overeengekomen punten in de Vredesakkoorden tussen de Colombiaanse Regering en de FARC-EP. Het niet nakomen hiervan kan aanleiding geven tot het terugdraaien van het proces. We beklemtonen in het bijzonder de uiterste passiviteit betreffende het overeengekomen punt van het demonteren van het paramilitarisme en de situatie van stilstand van de Speciale Jurisdictie voor de Vrede (JEP).

Aan de met de Vredesgemeenschap van San José de Apartadó verbroederde Gemeenten en Instellingen vragen we opvolging te geven aan de bedreigingen en aan de schendingen die de Gemeenschap ondergaat en de reeds bestaande internationale netwerken van steun aan te vullen, in het bewustzijn dat de beschermingsmaatregelen uitgevaardigd door de Interamerikaanse Commissie voor de Mensenrechten niet voldoende zijn zonder het internationaal zichtbaarheid geven aan het Colombiaans conflict dat weerslag heeft op de steun aan de Verdedigers van de Mensenrechten.

Aan de Katholieke Kerk, gezien haar sterke inworteling in de Colombiaanse maatschappij en ten aanzien van het verwachte bezoek van Paus Franciscus, wensen we dat hij de vertegenwoordigers van de Colombiaanse Mensenrechtenorganisaties, en vertegenwoordigers van de organisaties van internationale begeleiding en bescherming zou kunnen ontmoeten. Zo ook dat hij van de Colombiaanse prelaten een gemeenschappelijke en constante positiebepaling vraagt die gunstig is voor de integrale uitvoering van het Vredesproces.


  1. 3. Instellingen en autoriteiten

6.1. Deelnemende instellingen en autoriteiten

Coördinatie:

Joaquín Sánchez Cabezas (coördinator gebied vrede en solidariteit van IU Castilla y León en lid van het Platform van Steun aan de Vredesgemeenschap van San José de Apartadó van de Stad Burgos)

Duitsland:

Miguel Böller: Lid van Kolumbienkampagne Berlin (KKB)

Luis Ortiz: Lid van Kolumbienkampagne Berlin (KKB)

België:

Rik Röttger: Gedeputeerde van de provincie Antwerpen voor sp.a (Socialistische Partij.Anders)

Leden van het Vlaams Netwerk van Solidariteit met de Vredesgemeenschap van San José de

Apartadó

Frans (Sus) Van Olmen

Paul Jonnet

Daniel Huygens

Elsa Emma Wouters

Nel Verbeke

Eleuterio Cárdenas León

Wendy Van Dyck

Erica Baeck

Hendrik Plettinx

Stef De Ceulaer

Italië:

Luigino Ciotti: Voorzitter ‘Italiaans Netwerk van Solidariteit met Colombiaanse Vredesgemeenschappen Colombia vive!»

Spanje:

SENAAT

Dionisio García Carnero: Senator voor de Partido Popular voor Zamora en Coördinator van de Commissie Mensenrechten van de Senaat

Jokin Bildarratz Sorron: Senator EAJ-PNV (GPV) voor Baskenland

Antonio Alarcó Hernández: Senator voor de Partido Popular voor Tenerife

Patricia Guillot Ortega: Adviseur Senaat voor de Partido Popular

BURGOS

Eva de Ara Peña: Raadslid van de gemeente Burgos (Imagina Burgos)

Mar Martin Búrdalo: Lid Platform van Steun Vredesgemeenschap van SJA

Ana Celia Martínez: Lid Platform van Steun Vredesgemeenschap van SJA (Ex- ambtenaar Coöperatie Gemeente Burgos

Luis Escribano: Ex-gedeputeerde voor de Socialistische Partij en lid Platform van Steun aan de Vredesgemeenschap van San José de Apartadó

Javier Batallé: Lid Platform van Steun aan de Vredesgemeenschap van San José de Apartadó (kandidaat voor de Senaat voor Ciudadanos )

CATALONIË

Robert Morral: Lid van Itaca

Javier Sulé: Journalist

VALENCIAANSE GEMEENSCHAP

Roberto José Jaramillo: Raadslid van Valencia

Cristina Cabedo: Gedeputeerde voor Castellón in las Corts Valencianes (Podemos)

María del Ángel Campello: Gedeputeerde voor Alacant in las Corts Valencianes (Compromis)

Isaura Navarro: Gedeputeerde voor Valencia in las Corts Valencianes (Compromis)

Marco Antonio Llerena: Intersindical Valenciana

Javier Moya: Lid van de Valenciaanse Coördinatie van Solidariteit met Colombia

RIVAS- VACIAMADRID

Pedro del Cura: Burgemeester van Rivas Vaciamadrid (IU)

Curro García Corrales: Woordvoerder en Schepen van Financiën (IU)

Carmen Pérez: Raadslid, woordvoerder Socialistische Partij (PSOE)

José A. Riber: Raadslid, woordvoerder van Partido Popular (PP)

Miguel Quesada: Raadslid, woordvoerder van de groep Rivas Puede

Javier González: Vertegenwoordiger van XXI Solidario

Pilar Rodrigo: Vertegenwoordiger van XXI Solidario

6.2. Instellingen en autoriteiten die ons ontvingen + bijeenkomsten

Institutionele en Staatsorganismen:

Senator Iván Cépeda Lid van de Commissie Vrede van de Senaat

Viceminister van Justitie voor Crimineel Beleid en Restauratieve Justitie

Asuntos Internacionales

Brigade XVII van het Leger

Burgemeester van Apartadó

Ambassades van de landen die deel uitmaken van de commissie (Duitsland, Italië, België, Spanje)

Kantoor van de Hoge gezant van de Verenigde Naties voor de Mensenrechten in Colombia (OHCHR)

Defensoría del Pueblo = Kantoor van de Ombudsman voor de Mensenrechten

Delegatie van de Europese Unie

Kerkelijke instellingen:

Bisschop van Apartadó, Monseigneur Hugo Alberto Torres Marín

Gevangenis van La Picota

Platformen van Mensenrechtenorganisaties

Alianza por la paz = Bondgenootschap voor vrede

Coordinación Colombia Europa EEUU = Coördinatie Colombia Europa VS

Comité de Solidaridad con Presos políticos (CSPP)= Comité van Solidariteit met de Politieke Gevangenen

Sociale Bewegingen

Congreso de los pueblos

Marcha Patriótica

Coalición de Movimientos y Organizaciones sociales de Colombia (COMOSOC)

Comunidades Construyendo Paz en los Territorios, (CONPAZ)

Paz y dignidad

Corporación Amiga Joven

Vakbonden

CUT-Bogotá

Cundimarca (central sindical mayoritarias de Colombia)

USO (Sindical petrolera)

Sintra teléfono y Aury Sará (Corporaciones de investigación sindical)

Organisaties van Internationale Begeleiding

Brigadas Internacionales de Paz (PBI)

Platformen van Vrouwenorganisaties:

Confluencia de mujeres para la acción pública

Corporación Humana

Fundación Lunaria

FARC-EP en ELN

Gestores de Paz

Transitiezones

La Florida

Antonio Nariño


8 Bibliografie en voetnoten


11.500 miljoenen van de Europese Unie en hun Lidstaten gedurende de laatste 15 jaren omvattende een globaal pakket voor Colombia van 600 miljoen in deze laatste fase die onder andere omvat: fondsen voor de ondersteuning van de mechanismen van de locale justitie, fondsen voor de ondersteuning van consolidatie van de democratieën, fondsen voor de ondersteuning van het Openbaar Ministerie (speciale eenheid van strijd tegen de georganiseerde misdaad). http://europa.eu/rapid/press-release_MEMO-16-42294_es-htm

http://es.presidencia.gov.co/noticia/160526-Union-Europeo-aportara-575-millones-de-Euros-para-el-posconflicto-en-Colombia

[1] http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc-do?pubRef=.//EP//TEXT+CRE+20180116+ITEM-011+DOC+XML+V0//FR&language=FR

[1] Rapport UNHCR Colombia 2017

http://www.acnur.org/fileadmin/scripts/doc.php?file=fileadmin/Documents/BDL/2017/10938

Rapport van het Observatorium van Interne Ontheemding (IDMC) en van de Noorse Raad voor Vluchtelingen (NRC)

http://www.internal-displacement.org/global-report/grid2017/downloads/IDMC-GRID-2017-Highlights_embargoed-SP-pdf

Andere bronnen (CODHES) tellen 4,9 miljoen intern ontheemden. Geciteerdin:

https://www.elespectador.com/noticias/nacional/colombia-el pais-con-mas-desplazados-en-el-mundo-articulo-694991 (22 mei2017)

iv Gegevens van de Wereldbank: Colombia steeg van de 11-de naar de 8-ste plaats in de lijst van landen met de grootste ongelijkheid. Zie: www.bancomundial.org/es//country/colombia

Geciteerd in: https://www.eltiempo.com/economia/sectores/indice-de-desigualdad-en-colombia-aumento-segun-programa-de-las-naciones-unidas-para-el-desarrollo-70022 (21 maart 2017)

[1]Voedselbank: https://www.bancosdealimentos.decolombia.com/single.post/2016/02/15/En-Colombia-427-de-la-poblacion-vive-en-seguridad-alimentaria

[1] Nationale Enquete over de Voedselsituatie (ENSIN)geciteerd in: https://www.noticiasyafm.com//2017/06/03/la-desnutricion-crece-en-la-poblacion-infantil-en-colombia-la-leche-y-los-derivados-la-mejor-medicina-el-meta-no-es-la-excepcion/ (3 juni 2017)

[1] http://corteidh.or.cr/docs/casos/articulos/seriec_270_esp-pdf

http://www.semana.com/nacion/articulo/diez-anos-de-la-masacre-de-san-jose-de-apartado/418618-3

http://www.corteconstitucional.gov.co/relatoria/2007/T-1025-07.htm

http://www.corteconstitucional.gov.co/relatoria/autos/2012/A164-12.htm en

http://www.corteconstitucional.gov.co/RELATORIA/Autos/2012/A034-12.htm

IV-Convenio de Ginebra relativo a la protección debida a las personas civiles en tiempo de guerra.1949.

https://www.icrc.org/spa/resources/documents/treaty/treaty-gc-4-5tdkyk.htm

https://www.elespectador.com//noticias/nacional/antioquia/temor-san-jose-de-apartado-tras-incursion-de-grupos-pos-articula-628064

[1] http://autodefensasgaitanistasdecolombia.org/agc2/

[1] http://www.semana.com/nacion/articulo/por-que-mataron-ninos/101939-3

https://www.colectivodeabogados.org/?Detenciones-arbitrarias-y-fumigaciones-con-Glifosato-denuncian-campesinos-en-

“We vonden sporen van bloed en in stukken gesneden lichamen. Er waren aan alle kanten militairen. Sommigen lachten en spotten met wat wij daar beleefden. Anderen verlieten de plaats terwijl ze foto’s namen met gebaren van overwinning.”

Geciteerd in https://elpais.com/el-pais/2017-08-23/planeta_futuro/1503474075_720607.html

[1] Plenaire zitting van 2018-01-16 van het Europees Parlement. http://www.europarl-europa-eu/sides/getDoc.do?pubRef=-//EP//TEXT+-CRE+20180116+DOC+XML+V0//FR&language=FR

[1] Het gehucht El Cuchillo bevindt zich op slechts enkele minuten van de militaire basis en die van de politie gelegen in het dorpscentrum van San José de Apartadó.

[1] http://www.mininterior.gov.co/tags/victimas

[1] Kantoor Hoge Gezant voor de Mensenrechten van de VN Jaarrapport:

http://www.hchr.org.co/documento-seinformes/informes/altocomisionado/informe-anual-2016.pdf

[1] Kantoor Hoge Gezant voor de Mensenrechten van de VN Jaarrapport:

http://www.hghe.org.co/documento-seinformes/informes/altocomisionado/informe-anual-2017.pdf

[1] Observatorium van Restitutie en Regulatie van Eigendomsrechten: http://www.observatoriodetierras.org/

[1] http://www.elpais.com.co/elpais/archivos/candidatos-con-presuntos-nexos-ilegales.pdf

[1] http://www.semana.com/nacion/articulo/procuraduria-adelanta-519-investigaciones-por-parapolitica-y-bacrimpolitica/470010 (17 de abril 2016)

[1] https://www.elespectador.com/elecciones-2018/noticias/politica/los-candidatod-s-mal-rodeados-articulo-727973

http://www.elpais.com.co/elpais/archivos/candidatos-con-presuntos-nexos-ilegales.pdf

[1] https://www.colectivodeabogados.org/IMG/pdf?libro_informe_alternativo_al_septimo_informe_17_nov.pdf

[1] http://www.telesurtv.net/news/Lideres-sociales-protestan-contra-criminalizacion-por-parte-del-Estado-colombiano-20170612-0043

[1] ‘Herinnering aan hen die het zwijgen werden opgelegd. De Rode Dans’. Yezid Campos. 2003

https://www.youtube.com/watch?v=9vbG4rRUN9M

http://www.semana.com/nacion/articulo/el-baile-rojo/87549-3

[1] Meer dan 4000 miljoen dollars http://www.fas.org/sgp/crs/row/RL32774.pdf

[1] Rapport van de Groep van Historische Herinnering juli 2013 geciteerd in: https://elpais.com/internacional/2013/07/24/actualidad/137467631_928074.html

[1] 46.970 volgens het Uniek Register van Slachtoffers. Meer dan 60.000 volgens het Centrum van Historische Herinnering

[1] Rapport over de situatie in Colombia van de Hoge Gezant van de VN voor de Vluchtelingen 2017. http://www.acnur.org/fileadmin/scripts/doc.php?file=fileadmin/Documentos/BDL/2017/10938

[1] Volgends de Eenheid van Slachtoffers van de Colombiaanse Regering; https://mi.unidadvictimas.gov.co/RUV (1 januari 2018) geciteerd in:

http://www.semana.com/nacion/articulo/victimas-del-conflicto-armado-en-colombia/376494-3 (2 augustus 2014)

[1] De rol van de Christelijke Evangelische Kerken in de overwinning van het “Neen”in het plebisciet van Colombia http://www.bbc.com/mundo/noticias-america-latina-37560320

[1] De Kerk zet de Colombianen op geen enkele manier aan om te stemmen voor het “Ja” of “Neen”. (Colombiaanse Bisschoppenconferentie) geciteerd in: http://www.elpais.com.co/proceso-de-paz/iglesia-no-induce-por-el-si-o-no-en-el-plebiscito-conferencia-episcopal.html

[1] http://www.semana.com/nacion/articulo/jurista-italiano-luigi-ferrajoli-dice-que-plebescito-no-era-necesario

[1] http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-//EP//TEXT+CRE+20180116+ITEM-011+DOC+XML+V0//FR&language=FR

[1] Zie proloog

[1] http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubREf=-//EP//TEXT+CRE+20180116+ITEM-011+DOC+XML+V0//FR&language=FR (16 januari 2018)

[1] Als men vergelijkt, is deze wet heel wat meereisend dan die gebruikt in het verleden door ex-president Álvaro Uribe Vélez voor de ‘met het oog op de actuele situatie onechte’ demobilisatie van de paramilitaire groepen. In dat model werden maximumstraffen van 8 jaar opgelegd.

[1] http://www.hchr.org.co/documentoseinformes/informes/altocomisionado/informe-anual-2016.pdf In dit rapport spreekt men van 389 aanvallen, 59 moorden, 44 aanvallen, 210 bedreigingen (waarvan 69 collectieve), 72 schendingen van de rechten op privacy en op eigendom (met inbegrip van fotograferen, bespieden en diefstal van computers), 3 gedwongen verdwijningen en 1 geval van seksueel geweld.

[1] Rapport van Somos Defensores (= Wij zijn Verdedig(st)ers) voor 2016 https://somosdefensores.org/index.php/en/publicaciones/informes-siaddhh/144-contra-las-cuerdas

[1] http://www.hchr.org.co/index.php/informacion-publica/columnas-del-alto-comisionado-en-colombia/428-ano-2018/8868-quien-puede-detener-el-homicidio-de-defensores-de-derechos-humanos

https://www.colectivodeabogados.org/IMG/pdf/informe-semestral-enero-junio-2017-siaddhh.pdf

[1] Rapport van Somos Defensores voor 2016 https://somosdefensores.org/index.php/en/publicaciones/informes-siaddhh/144-contra-las-cuerdas

[1] http://www.semana.com/nacion/articulo/onu-preocupada-por-asesinato-de-lideres-sociales/518741

[1] http://www.elespectador.com/noticias/judicial/fiscalia-argumento-que-captura-de-lider-social-se-realizo-porque-organiza-marchas-articulo-686549

[1] Interamerikaanse Commissie voor de Mensenrechten

http://www.oas.org/es/cidh/docs/pdfs/Justicia-Verdad-Reparacion-es.pdf (31 december 2013) en http://www.oas.org/es/cidh/docs/anual/2015/doc-es/Informe Anual2015-cap5-Colombia-ES.pdf (21maart 2016, Hoofdstuk V)

[1] http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-//EP//TEXT+CRE+20180116+ITEM-011+DOC+XML+V0//ES

[1] http://www.acnur.org/noticias/colombia-pnud-revela-asesinato-de-unos-2800-sindicalistas/ (13maart 2012)

[1] https://www.colectivodeabogados.org/IMG/pdf/informe-anual-2016.pdf

[1] http://www.movimientodevictimas.org/?q=content/reparacion-tierras-y-territorios

[1] https://www.fidh.org/IMG/pdf/criminalisationobsangocto2015bass-def.pdf

[1] http://www.sismamujer.org/wp-content/uploads/2017/08/Equidad-genero-mujeres-Acuerdo-final-1-1.pdf

[1] http://www.sismamujer.org/wp-content/uploads/2016/11/Ley-1257-ocho-años-de-obstaculos-en-la-protección-integral-de-las-mujeres-víctimas-de-violencias.pdf

[1] In de territoria wordt de vrede niet gevoeld, maar de hoop blijft. Rapport van de Internationale Missie ter Verificatie van de Implementatie van het Vredesakkoord met focus op gender. Mundabat en PBI december 2017.

https://pbicolombizblog.org/wp-content/uploads/2018/01/WEBdossierTerritoriosPazEsperanzaColombia.pdf

en een samenvatting van hetzelfde rapport: https://www.pbicolombiablog.org/wp-content/uploads/2018/01/WEBResumen EjecutivoDossierTerritoriosPazEsperanzaColombia.pdf

[1] http://www.minjusticia.gov.co/nuevoplanintegraldesustituciondecultivosilicitos.aspx

[1] http://www.farc-ep.co/comunicado/acuerdo-colectivo-para-la-sustitucion-voluntaria-y-concertada-de-cultivos-de-uso-ilicito.hrml

[1] http://www.resumenlatinoamericano.org/2017/04/20/colombia-maestros-denunciaron-amenazas-de-las-aguilas-negras-en-bogota/

[1] http://www.elespectador.com/noticias/judicial/mas-de-5000-docentes-amenazados-el-pais-fecode-articulo-526824

[1] http://www.fecode.edu.co/index.php/es/12-noticias-secundarias/107-eo-magisterio-a-nivel-nacional-tambien-se-movilizo

[1] https://fecode.edu.co/images/comunicados/2017/Denuncia_publica1.pdf

Referentiepublicaties

http://www.altocomisionadoparelapaz.gov.co/Prensa/documentos-y-publicaciones/Paginas/documentos-y-publicaciones.aspx

http://www.hchr.org.co/documentoseinformes/informes/altocomisionado/informe-anual-2016.pdf

https://www.amnesty.org/es/documents/pol10/4800/2017/es/

https://pbicolombizablog.org/enfoque/

http://www.oas.org/es/cidh/docs/anual/2015/doc-es/InformeAnual2015-cap5-Colombia-ES.pdf

Jaar 2018

Op het moment van de uitgave van dit rapport werden 23 sociale leiders gerapporteerd als vermoord in januari en nog 2 in februari (tot 5 februari 2018)

(Indepaz) http://www.indepaz.org.co/ Geciteerd in: https://www.nodal.am/2018/02/colombia-informe-revela-solo-en-enero-fueron-asesinados-23-lideres-sociales/

Dit rapport wil een referentiewerktuig zijn om zich tegenover de Colombiaanse conjunctuur te positioneren vanuit het perspectief van de Mensenrechten. De verzamelde concrete feiten, en de referenties naar andere rapporten en documenten zullen, zo geloven wij, nuttig zijn om een weerspiegeling te geven van de graad van uitvoering van de akkoorden ondertekend tussen de FARC-EP en de Colombiaanse Regering.

Het wil eveneens de situatie van de Vredesgemeenschap van San José de Apartadó zichtbaar maken, terwijl wij onze steun tonen bij de 21-ste verjaardag van haar oprichting.

Het rapport van de Internationale Commissie ter Verificatie van de Mensenrechten 2017 is het resultaat van de collectieve inspanning van personen, verenigingen, platformen en partijen van heel het parlementaire halfrond, afkomstig uit Duitsland, België, Italië en Spanje die tussen 16 maart en 1 april 2017 Colombia bezochten.

De Commissie had ontmoetingen met organismen van de Verenigde Naties, van de Europese Unie, van de Colombiaanse Regering, met vertegenwoordigers van de Kerk, van het leger, met platformen van Mensenrechten, sociale bewegingen, vakbonden, organisaties van internationale begeleiding, platformen van vrouwen en met vredesbemiddelaars van de FARC en van het ELN. Ook werd een bezoek georganiseerd aan La Florida (Chocó), Transitiezone van Normalisering van de FARC-EP in hun transitie naar het burgerleven.

Legaal Depot: BU-38-2018