2017

31/12/2017 Gestructureerd en beschermd paramilitarisme op zoek naar wraak

Slechts 24 uren nadat een hoge ambtenaar van de Regering de twee paramilitairen, die probeerden onze leiders te vermoorden, formeel overhandigde aan het Technisch Onderzoekscorps van het Openbaar Ministerie, na hen ook formeel in ontvangst te hebben genomen van leiders van onze Vredesgemeenschap, hebben ons veelvuldige getuigenissen bereikt die bevestigen dat ze deze daders in volle vrijheid hebben gezien in de straten van Apartadó. Het aantal getuigenissen en de onderlinge onafhankelijkheid ervan vervult ons met grote bezorgdheid. Dit zou eens te meer bevestigen dat er intieme banden bestaan tussen de Strijdkrachten, het paramilitarisme en het Colombiaanse gerechtelijk apparaat. Eén van de vermoedelijk vrijgelaten paramilitairen bevestigde, toen hij geïmmobiliseerd was in onze Gemeenschap, dat hij zich op ons zou wreken omdat we hem verhinderd hadden de missie, die ze hem hadden opgedragen om het leven af te pakken van onze kameraden van de Interne Raad, uit te voeren en om de levens te hebben gevrijwaard van hen waarvoor hij de opdracht had ze te vernielen. Dit vereist, volgens hem, een sterke represaille.

De laatste uren deden zich nieuwe feiten voor, die we ter kennis willen brengen van het land en de wereld:

Op zaterdag 30 december 2017 verplaatste de paramilitaire bevelvoerder van de zone, alias “FELIPE”, die op vrijdag 29 december in gezelschap van 4 andere paramilitairen deelnam aan de moordaanslag tegen leiders van onze gemeenschap, zich meteen daarna naar het gehucht Arenas Altas waar hij aankondigingen deed van wraak tegen onze Vredesgemeenschap. Dit omdat ze hem verhinderd had zijn criminele actie uit te voeren. En woedend is hij opnieuw aan het aankondigen dat de Vredesgemeenschap zal verwoest worden. Toen hij zich vrijdag 29 december verplicht zag van de plaats van de misdaad te vluchten omwille van de reactie van de Gemeenschap kwam hij snel naar het centrum van San José waar hij bijeenkwam met een uitgebreide groep paramilitairen die daar opereert. Daarna doorkruiste hij het centrum, volledig gecontroleerd door de Strijdkrachten en begaf hij zich naar het gehucht Arenas Altas zonder gehinderd te worden door militairen noch door politie.

Op zaterdag 30 december 2017 verklaarde de politieker en lid van de cacaogilde van Urabá, CÉSAR JARAMILLO, op de nieuwszender Teleantioquia, dat de twee aangehouden paramilitairen geen paramilitairen zijn maar wel onschuldige cacaotelers die hij adviseert. Het blijkt dat het hem weinig kan schelen dat die door hem geadviseerde individuen buiten hun werkuren zich contractueel verbinden om het leven af te pakken van sociale leiders en om te proberen de Vredesgemeenschap te vernietigen. Oordeelt hij misschien dat hun tijdelijke activiteit van cacaotelers de maatschappij ertoe dwingt geen rekening te houden met hun criminele acties? Of misschien denkt hij dat zij die deze aanslag van de paramilitairen ondergingen, zoals de Vredesgemeenschap en haar leden en haar internationale begeleiders, die aanwezig waren bij heel deze episode, geen geloofwaardigheid verdienen en dat alleen zij die verdienen die deze criminelen hebben gezien in hun kortstondige economische activiteiten van cacaoteelt? We zouden niet willen denken dat zijn advies aan deze tijdelijke cacaotelers richtlijnen omvat voor het gebruik van wapens, stigmatisering van gemeenschappen en strategieën van coördinatie met de Strijdkrachten in hun meest misdadige activiteiten.

Op zaterdag 30 december 2017 beweerden paramilitairen die ruim bekend zijn in het district Saiza, van de gemeente Tierralta in het Departement Córdoba aan de bewoners dat ze erg verdrietig waren over wat was voorgevallen in de Vredesgemeenschap van San José de Apartadó, waar volgens hun versie hun paramilitaire kameraden “vernederd” werden door de Gemeenschap die erin lukte de moord op hun leiders te verhinderen en hun paramilitaire kameraden te immobiliseren en te ontwapenen. Ze beloofden dat ze binnenkort een bloedbad in de Vredesgemeenschap zullen aanrichten. Tegelijk herhaalden ze hun beslissing de Vredesgemeenschap te verdelgen.

Al deze feiten weerspiegelen de tragedie die Colombia beleeft: instellingen die door hun stilzwijgen, hun nietsdoen, hun heimelijke medeplichtigheid en hun systematische ontkenning van de werkelijkheid, de wreedste beproevingen van de sociale lagen, die geen deel hebben aan de macht, afdekken; een justitie die in alle instanties corrupt is; Strijdkrachten die solidair zijn met de misdadigers en praktisch verworden zijn tot hun lijfwachten; communicatiemedia die liegen, vervormen, verdraaien, verzwijgen en verhullen; een ontaarde politieke klasse verzonken in hun wild despotisch egoïsme en belust op exclusieve privileges. Midden in dat panorama is het paramilitarisme de dominante kracht die steunt op de medeplichtigheid en de systematische ontkenning van hun optreden door alle machten. In deze context betekent vasthouden aan morele principes het risico lopen van uitroeiing.

Onze Vredesgemeenschap heeft reeds honderden levens opgeofferd door het verdedigen van haar principes en nooit heeft zij de misdaden verzwegen die haar probeerden te vernietigen. In die heroïsche strijd hebben nationale en internationale minderheden die nog ethische principes hebben ons ondersteund. Aan al deze gemeenschappen, groepen en organisaties onze diepe dankbaarheid en onze belofte van niet te verzaken

30/12/2017 Een nacht van gespannen solidair waken

Van ongeveer ’s middags 29 december tot ’s middags 30 december beleefde onze Vredesgemeenschap van San José de Apartadó een ervaring van 24 uren van scherpe contrasten en diepe gewaarwordingen.

Sinds het bloedbad van Mulatos en La Resbalosa op 21 februari 2005 beleefde onze Gemeenschap niet meer gezamenlijk deze mysterieuze samenvloeiing van leven en dood die zich onderling verbinden en die mekaar op aangrijpende wijze uitdagen. Het binnenvallen van 5 paramilitairen op 29 december in de opslagruimte voor het verhandelen van cacao, met de intentie het leven af te pakken van verschillende van onze leiders, was als een bliksemschicht van dood die aanklopte aan onze deuren en zo een macabere terugkeer aankondigde aan de jaren van het begin waarbij de begrafenissen mekaar aan de lopende band opvolgden met nauwelijks tussentijd. De spontane en onmiddellijke reactie evenwel van 6 leden van onze Gemeenschap, die zich vlak bij de plaats van de aanval bevonden, lukte er in een wanhopige poging in twee van de daders te ontwapenen en te immobiliseren en de drie andere op de vlucht te jagen. Dit niet zonder plassen bloed na te laten, maar zo werd de integriteit van alle levens gevrijwaard. Dit werd beleefd met de oeverloze emotie van iemand die vanuit de gangen van de dood de weg opent naar het leven.

Met een ongewone snelheid verstopte het bericht de geheugens van de gsm’s en in slechts enkele minuten begon onze nederzetting overstelpt te worden door arbeiders die hals over kop hun werk op hun velden verlieten en gehaast neerdaalden vanuit de gehuchten om gezamenlijk deze nieuwe uitdaging van de dood op een communautaire manier het hoofd te bieden. De emotie van de solidariteit van het corps groeide bij momenten totdat de nacht kwam, die we, omzeggens alle leden van de Gemeenschap, doorbrachten “van helder in helder” rondom de ketels met koffie en terwijl we groepsrondes deden om de grenzen van de nederzetting te inspecteren en om nieuwe invallen van de dood te voorkomen. We moesten de twee geïmmobiliseerde paramilitairen bewaken en tegelijk toezien op de bevrediging van hun elementaire menselijke behoeften. Het was een onvergetelijke nacht waarbij de ongemakken en het doordoen zonder slapen werden beleefd met solidaire emoties.

Collectief inzicht moest stap voor stap de te volgen strategie uittekenen tegenover de Staatsinstellingen, op een manier die overeenkomt met de principes en de levenswandel van de Gemeenschap. De breuk, van reeds lange jaren, met een corrupte rechtsbedeling verhinderde dat we de aangehouden individuen aan het lokaal of regionaal gerechtsapparaat dat ondergedompeld is in rottigheid zouden overdragen. Men deed dus een beroep op de traditie van het getuigenis afleggen op hoog niveau met de bedoeling een beroep te doen op het moreel geweten van vanboven en niet op de platgetreden bureaucratieën die voortdurend de straffeloosheid versterken. Er was communicatie met hoge ambtenaren van de Staat (Vicepresident, ministers, viceministers, hoge controleambtenaren, internationale organismen) om te vragen dat ze de vastgehouden individuen zouden in ontvangst nemen. En men slaagde er enkel in dat één Viceminister hier naartoe kwam om ze in ontvangst te nemen. Men probeerde geen doeltreffende en integere rechtspraak te verzekeren – wat vandaag in Colombia onmogelijk is – maar wel dat de hoge regering direct contact zou nemen met het feit op zich, om zo de gezichten van de daders te zien, om akten te tekenen en om de collectieve adem te voelen van een gepijnigde maar een weerstand biedende gemeenschap.

De Gemeenschap had het bij één van de daders in beslag genomen wapen (pistool …) in haar macht. Het overhandigen aan de institutionele keten was riskeren of ertoe bijdragen dat dit wapen zou gebruikt worden om andere levens te vernietigen. Bij andere gelegenheden had de Gemeenschap verkozen het wapen te vernietigen. Ook ditmaal kwam men tot dat besluit en zo liet men het opnemen in de akte van overhandiging van de geïmmobiliseerde mannen. De lader van dit wapen bevatte 12 projectielen en had het leven kunnen elimineren van verschillende van onze leiders. Zulk wapen mocht nooit bestaan.

In de loop van de uren kwamen in de Gemeenschap talrijke boodschappen van solidariteit vanuit verschillende hoeken van de wereld toe: van parlementairen, gemeenschappen, raden, parochies, gemeentebesturen, sociale bewegingen. Heel de wereld betreurde en veroordeelde de perversiteit van de ondermijnende feiten. Men was blij voor de moed en de waarden van de Gemeenschap en men veroordeelde de onverschilligheid van de regering en de Staatsinstellingen tegenover de massa misdaden geleden door de Gemeenschap en door haar voortbestaan. Tegelijk, in de actuele context van de antwoorden van de Staat tegenover de vermenigvuldiging van de executies van sociale leiders, onderstrepen ze dat dit feit alleen het pervers discours van de Minister van Defensie en dat van andere ambtenaren tegenspreekt, dat tegen alle evidentie in, het systematisch karakter ontkent van de eliminatie van sociale leiders.

In deze intense dag beklemtonen wij de rol gespeeld door onze internationale begeleiders, die op buitengewone wijze de liefde tonen waarmee zij hun taak uitoefenen, en opnieuw bedanken wij hen hiervoor. Wij zijn ook dankbaar voor de aanwezigheid van de Bisschop van Apartadó, Monseigneur Hugo Alberto TORRES, als vakbekwame getuige bij de overhandiging van de geïmmobiliseerde paramilitairen. Aan het immens netwerk van onze vriendschappen onze diepe dankbaarheid!

29/12/2017 Een aangekondigde en toegelaten aanslag

Onze Vredesgemeenschap van San José de Apartadó ziet zich verplicht om aan het land en de wereld de criminele inval bekend te maken die plaatsvond deze morgen, vandaag 29 december 2017 in onze centrale nederzetting van San Josecito. Die aanval gebeurde door een paramilitair commando dat kwam met de uitdrukkelijke bedoeling om de Wettelijk Vertegenwoordiger van onze Gemeenschap Germán GRACIANO POSSO te vermoorden.

Reeds in de voorafgaande weken en maanden werd de progressieve verheviging van bedreigingen en inlichtingenoperaties vastgesteld. Die kondigden een ernstige aanslag tegen onze Vredesgemeen-schap aan. Onze dringende getuigenissen/vaststellingen gericht aan het land en aan de wereld veroorzaakten geen enkele reactie noch bescherming vanwege de Staatsinstellingen.

Van tevoren kwam een paramilitair met de naam ARCADIO aan. Onder het voorwendsel een beetje cacao te verkopen kwam hij vaststellen of Germán aanwezig was. Dat deelde hij onmiddellijk mee met zijn gsm. Enkele minuten later, rond 10:15 uur, kwamen 4 paramilitairen aan bij de opslagplaats waar de Gemeenschap haar cacao verhandelt. Bij hen die aankwamen bevond zich de paramilitaire bevelvoerder van de zone die bekend is als “FELIPE”, en bovendien: RICARDO DAVID wijd en zijd bekend in de zone en zij die zich bekend maakten als JAMES CARDONA HIGUITA (cc 1038811594) en als HUMBERTO ANTONIO LONDOÑO USUGA (cc 1028025340). Eerst probeerden ze verschillende leden van Gemeenschap die zich daar bevonden te doen binnengaan in een vertrek en ze bedreigden hen met de dood door hun wapens te trekken. Verschillende leden van de Gemeenschap reageerden en ze verweerden zich tegen de misdadigers zozeer zelfs dat ze erin slaagden van één van hen het wapen af te pakken en twee van hen te immobiliseren door hen vast te binden. In dit handgemeen werden Germán en andere leden van de Gemeenschap verwond, alsook de twee paramilitairen die geïmmobiliseerd werden. De Gemeenschap belde naar het Kantoor van de Ombudsman voor de Mensenrechten (letterlijk Verdediger van het Volk) om hem de aangehouden personen te overhandigen. Op het moment van het uitsturen van deze getuigenis/vaststelling was hij nog niet aangekomen.

Een paar ogenblikken geleden hebben we gecommuniceerd met de Vicepresident van de Republiek, Generaal Óscar Naranjo, die beloofde de enorme medeplichtigheid van de Strijdkrachten in de streek te onderzoeken. Want deze medeplichtigheid is naar onze mening de belangrijkste factor voor de vrijheid van opereren, waarmee de paramilitairen zich bewegen in de zone.

Zoals het vaststaat voor alle groepen die met ons solidair zijn geweest, gaat het over aanvallen met medeplichtigheid van alle instellingen, die op ruime schaal werden aangekondigd en bekend gemaakt.

Moge dit de gelegenheid zijn om opnieuw grondig het immens netwerk van gemeenschappen en groepen ter wereld te bedanken die binnen slechts enkele minuten gereageerd hebben door hun onvoorwaardelijke solidariteit te tonen.

22/12/2017 In het vizier van zeer perverse plannen

Na de ernstige vaststellingen die onze Vredesgemeenschap van San José de Apartadó de laatste weken heeft openbaar gemaakt, moeten we nogmaals dringend een beroep doen op al die personen, groIn het vizier van zeer perverse plannenepen en gemeenschappen die nog morele principes en gevoelens van solidariteit bewaren, om met hen de situatie van extreem gevaar te delen, die we doormaken. Dit zijn de laatste feiten:

Op vrijdag 15 december 2017 kwam een paramilitair in burger aan bij de boerderij Casa Roja (Rood Huis) en hij zei dat hij daar de nacht wilde doorbrengen. Een lid van de gemeenschap verbood het hem en deed hem zien dat zij de burgerbevolking op deze manier niet mochten misbruiken. Erg kwaad moest de paramilitair het afbollen maar de volgende dagen geraakten bedreigingen bekend tegen het lid van onze Gemeenschap dat de principes deed naleven.

Op zaterdag 16 december 2017 om 11:06 kwamen verschillende paramilitairen met zware wapens en op lastdieren, in camouflagekleding en met armbanden van de AGC een internationale begeleider (= vredesbrigadist) tegen. Ze vroegen hem naar een andere gewapende persoon die verderop ging en ze eisten van hem dat hij zou zeggen wat die daar aan het doen was. Inderdaad een paramilitair in burger was ’s morgens het Vredesgehucht binnengedrongen en had gevraagd naar de locatie van winkels, maar hetzelfde personage werd wat later gewapend en in uniform tezamen gezien met de overige paramilitairen die op lastdieren op weg waren. Later besefte men dat ze een vergadering bijeenriepen in Mulatos Cabecera en inderdaad die ging door. In deze bijeenkomst vertelden ze aan de bewoners over veel projecten van de Staat die ze moesten benutten en ze onthaalden de kinderen van het gehucht op geschenken met de belofte later nog meer geschenken mee te brengen en feesten te organiseren.

Midden december 2017 onthulde een bewoner van het centrum van San José met de naam Isaías en alias “Malaca” aan sommige personen het bestaan van een plan tussen de paramilitaire netwerken van de zone en de 17-de Brigade om de Wettelijk Vertegenwoordiger van onze Vredesgemeenschap Germán GRACIANO POSSO te elimineren. Volgens de paramilitair, die zo’n 28 jaar oud is en banden heeft met een uitgebreid netwerk van jongeren, die criminele en strafbare opdrachten uitvoeren die bevolen werden door de militaire/paramilitaire leiding van de streek, moet de eliminatie van Germán tegelijkertijd gebeuren met een operatie van economische overval. Daartoe zijn ze ijverig op zoek naar informanten in de Vredesgemeenschap zelf, zodat ze hem nauwgezet kunnen volgen, vooral wanneer hij naar beneden ( = naar Apartadó) gaat om geld af te halen van de bank. Volgens wat andere leden van het paramilitair netwerk verklaren leveren ze grote inspanningen om zich van informanten te verzekeren binnen de Vredesgemeenschap zelf. Men is zelfs gevallen te weten gekomen van jongeren van San José die in Apartadó benaderd werden om zich aan te sluiten bij de paramilitaire netwerken en die ze bij hun intrede een wapen en 700.000 pesos (zo’n 200,00 Euro) aanbieden als aanmoediging om ze te motiveren. Tegelijkertijd heeft een neef van Germán uit betrouwbare bronnen informatie ontvangen. Volgens die info is ook hij betrokken partij in het plan tegen Germán en zijn leven zou groot gevaar lopen.

Op dinsdag 19 december 2017 kwam een contingent paramilitairen vroeg in de ochtend toe en ze omsingelden het territorium van het Vredesgehucht Luis Eduardo Guerra, nederzetting van onze Vredesgemeenschap in het gehucht Mulatos Medios. Men zag zelfs dat ze zich aan het baden waren in een diep gedeelte van de rivier Mulatos, die deel uitmaakt van het territorium van het Vredesgehucht.

Zoals men kan vaststellen, versterkt de paramilitaire strategie zich in het territorium waarin onze Vredesgemeenschap is opgenomen. Deze strategie is noch nu noch vroeger verenigbaar met de principes van onze Vredesgemeenschap. Opnieuw wordt de vervolging tegen onze Gemeenschap en tegen onze leiders dramatisch. We doen een beroep op alle mensen die solidair zijn in Colombia en in de wereld, die steeds waakzaam waren voor ons proces, om de Staat, die zijn illegitimiteit duidelijk maakt, te blijven interpelleren en van hem te eisen dat hij de waardigheid en de elementaire rechten van de menselijke persoon eerbiedigt.

13/12/2017 Zoals bij het bloedbad van de bananenplantages 90 jaar geleden : bevel om elkeen die een hinder is te vermoorden

Onze gemeenschap legt opnieuw getuigenis af tegenover het land en de wereld van de laatste agressie, door deze paramilitaire Staat gepleegd. De Staat trekt het zich niet aan over de meest kwetsbare bevolking - want zo is de boerenbevolking in Colombia toch - heen te lopen.

Want we hebben in deze 20 jaar reeds ontelbare moorden, verdwijningen, folteringen, ontheemding, plunderingen, gerechtelijke montages, diefstallen, vernielingen, verkrachtingen, pesterijen van elke soort, vernederingen, laster, stigmatiseringen en nog zeer vele beledigingen meer moeten verdragen vanwege de paramilitairen die samen opereerden met de strijdkrachten van de Staat en met de borgstelling en de tolerantie van alle overige instellingen. De collaboratie van deze laatste bestond er onveranderlijk in doof, blind, inactief, apathisch te blijven,verzonken in het meest angstaanjagende cynisme en hypocrisie, en zo doen ze zich voor alsof ze niets te maken hebben met de misdaden. Dat is het enige dat uitlegt waarom de paramilitairen vandaag de zone naar willekeur manipuleren en het leven van de boer in een hel veranderen.

Tot hoelang nog zullen we moeten leven te midden van deze hel die de Staat ons cadeau doet? Het is zonneklaar dat de Regering zich niets aantrekt van onze levens en die van de overige bewoners, die vandaag in Colombia lijden onder deze misdadige strategie van het paramilitarisme.

De laatste feiten die we aan het oordeel van de wereld nalaten zijn de volgende:

Op maandag 20 november 2017 werd een sterke aanwezigheid vastgesteld van paramilitaire troepen in de gehuchten La Resbalosa, Mulatos, La Esperanza y La Hoz van het district van San José de Apartadó. De leden van deze troepen beweerden dat ze in de zone investeringen gingen doen en dat de enige gemeenschap die de weg verspert de Vredesgemeenschap is. Maar dat ze al doorhebben hoe ze dit obstakel kunnen overwinnen, want dat “ze reeds orders hebben om die hoerenjongen van de Gemeenschap te vermoorden als ze in de weg gaan staan”. En bovendien zegden ze dat ze daar gronden aan het opkopen waren omdat ze daar omheinde weilanden gaan aanleggen van La Hoz tot in Mulatos langs beide kanten van de rivier om zo de veeteelt te doen toenemen, boven wat dan ook. Hier blijft de meest eigen karakteristiek van de Staat duidelijk waarom de plattelandsplannen nooit ten dienste van de meerderheid van de bevolkingen van het land noch van hun voedselbehoeften moeten staan, maar wel ten dienste van de elites die zich hebben meester gemaakt van de Staat om hem tot hun dienst te stellen en die van de multinationale ondernemingen waartoe deze elites zich lenen. En om deze plannen vooruitgang te laten boeken bedienen ze zich van deze groepen van paramilitaire moordenaars die altijd schreeuwden dat wie zich zou verzetten tegen de plannen waarvoor zij werken vermoord zou worden. Opnieuw wordt het onwettig en misdadig karakter van de Staat bloot gelegd . Zoals in het geval van het bloedbad van de Bananenplantages, de President en zijn militaire bevelhebbers er niet aan twijfelden om duizend arbeiders te vermoorden om de lucratieve behoeften van de Amerikaanse ondernemers te bevredigen, zo ook nu twijfelen de president en zijn militaire bevelhebbers, geholpen door het met hen geassocieerd bedrijfsleven, er niet aan om door middel van hun paramilitaire moordenaars iedereen te vermoorden die zich verzet tegen de extensieve veeteelt die gekoesterd wordt door de ondernemers die zich op misdadige wijze meester maakten van de Staat.

Op maandag 27 november 2017 ’s morgens was een zwaarbewapende groep paramilitairen aanwezig in het gehucht Cristalina van het district San José de Apartadó. Ze verbleven verschillende uren op deze plaats en nadien trokken ze zich terug.

Op donderdag 30 november 2017 ’s morgens beweerde een groep paramilitairen, die patrouilleerde in de gehuchten Mulatos en La Resbalosa van San José de Apartadó, dat ze, hoe het ook maar mogelijk was, Gildardo Tuberquia en Estebán Guisao, allebei leden van onze Vredesgemeenschap, de eerste lid van de Interne Raad en Coördinator van het vredesgehucht Luis Eduardo Guerra, in het gehucht Mulatos Medios en de tweede administratieve coördinator van onze nederzetting in het gehucht La Esperanza, moesten oppakken en vermoorden. Ze beweerden herhaaldelijk aan sommige bewoners van de zone dat ze deze leden van onze Vredesgemeenschap gingen vermoorden omdat ze een obstakel vormden voor het economisch project dat het paramilitarisme wil opleggen in de streek. Dit bewijst eens te meer dat er een misdadig project bestaat om onze Vredesgemeenschap uit te roeien, zoals ze dat reeds vele jaren onvermoeibaar herhaalden. Dezelfde paramilitairen beweren aan veel bewoners in de gehuchten dat nu ze reeds de controle hebben, dat ze iedereen gaan vermoorden die zich niet aan hun bevelen onderwerpt en dat ze hiertoe op volledige steun rekenen van de Strijdkrachten hier in Urabá. Opnieuw stellen we de Colombiaanse Regering en haar instellingen verantwoordelijk voor wat kan gebeuren met de leden van onze Gemeenschap of met om het even welke bewoner van de zone.

Dezelfde donderdag 30 november 2017 werd onze Vredesgemeenschap ingelicht over de moord op een jongere die werd tegengehouden toen hij van het gehucht Naín naar La Resbalosa van San José de Apartadó kwam en eerst werd meegenomen naar Valencia in Córdoba door paramilitairen, die daar de burgerbevolking controleren. Deze jongeman was paardenhandelaar in de gehuchten van San José de Apartadó. We hebben nog geen volledige informatie over de feiten.

Op dinsdag 5 december 2017 om 17:40 uur kwam een groep paramilitairen aan in het gehucht La Resbalosa van het district San José de Apartadó. Daar drongen ze de private eigendom binnen van Arón David, een lid van onze Vredesgemeenschap, die in dat gehucht woont. Onmiddellijk begonnen ze hem met de dood te bedreigen omdat hij volgens de paramilitairen hun aanwezigheid in de zone bekend maakte en dat het hen problemen veroorzaakte om in het gehucht te verblijven en dat ze dat niet gingen toelaten. Na een lange tijd dat hij beroofd bleef van zijn vrijheid waarschuwden ze hem met bedreigingen dat hij deze hoerenjonggemeenschap niet ging op de hoogte brengen. Dat hij moest doen alsof hij niets gezien had, als hij niet wilde dat ze hem zouden vermoorden. Uiteindelijk werd hij vrij gelaten.

Op dinsdag 6 december 2017 ’s morgens werd een bekende paramilitair, afkomstig uit de gemeente Apartadó en die klaarblijkelijk belast was met het bijeenbrengen van alle “informatiepunten” (spionnen) die de paramilitairen in de zone hebben, gezien bij het organiseren van deze bijeenkomsten, verborgen door rivieren, kloven en bergen in de gehuchten van San José de Apartadó. Onze Vredesgemeenschap is er zich van bewust dat we elke dag meer gestigmatiseerd en bedreigd worden door deze paramilitaire strategie. Want elke minuut die voorbij gaat wordt onze regio meer gecontroleerd door deze criminele groepen die rekenen op de toestemming , medeplichtigheid , bescherming en beschutting van de XXVII ste? Brigade van het leger. De Regering houdt deze brigade daar enkel om een “oogje dicht te knijpen” voor de ontelbare misdaden die de paramilitairen begaan; om te ontkennen dat er paramilitaire troepen bestaan; om in medeplichtigheid van het juridisch apparaat de berechting van de paramilitairen, hun medeplichtigen en beschermers te voorkomen; om verzinsels te maken over de controle van de paramilitaire groepen; om hen die aanklachten doen te bedreigen en de verantwoordelijkheid voor alle misdaden te doen neervallen op hen die geen aanklachten doen omdat ze niet geloven noch vertrouwen in de grote rottigheid van de Staat; om de misdadigers te verbergen; om in de massacommunicatiemedia valse informatie te verspreiden, of het nu is om wie aanklachten doet te stigmatiseren of om wie misdaden plegen te verbergen.

Op vrijdag 8 december 2017 ’s morgens was een groep zwaar bewapende paramilitairen aanwezig in het gehucht La Cristalina, van het district San José de Apartadó. Ze verbleven er verschillende uren en nadien gingen ze weg naar het centrum van San José.

Op maandag 11 december 2017 werd een groep paramilitairen opgemerkt dat ingekwartierd was op de private eigendom van een bewoner van het gehucht La Cristalina, van het district San José de Apartadó. Daar verblijven ze nog, op het moment dat deze getuigenis verspreid wordt, zonder dat ze door geen enkele autoriteit worden lastig gevallen.

De aankondigingen van het paramilitarisme om een einde te willen maken aan ons proces van gemeenschapsleven, dat we reeds meer dan 20 jaar hebben opgebouwd, zijn reeds te talrijk. En we zijn ons bewust van het risico dat we nemen door getuigenis af te leggen dat er een regering is die het paramilitarisme beschermt en die tegelijk de paramilitairen gebruikt om hun vuile werk te doen en om de burgerbevolking en hun gronden te controleren.

Vandaag bevindt de boerenbevolking zich in een situatie zonder uitweg voor het paramilitair juk dat onze streek laat bloeden door zijn aanwezigheid en onderwerping. Want ze hebben duidelijk gemaakt dat ze groen licht hebben om te vermoorden wie zich niet onderwerpt aan hun projecten in de zone. Daartoe bezitten ze in elk gehucht reeds een “punt” of informant die op wacht staat om iedereen die een belemmering vormt op hun wegen te controleren en te vermoorden. Vandaag verheffen we onze roep om hulp naar de wereld want nooit zullen we stoppen om een oproep te doen voor ons leven en dat van de bewoners van onze streek.

Vanuit de grond van ons hart danken we alle personen en organisaties die geloofd hebben in onze smeekbeden om hulp en die hierop geantwoord hebben met het afkeuren van de criminaliteit van deze moorddadige Staat. We vragen hen vanuit ons territorium, dat we zo graag in vrede willen zien, dat ze niet nalaten met hun boodschappen deze cynische Regering zonder hart, die nooit iets heeft aangetrokken van de burgerbevolking en die enkel zorgt voor haar eigen belangen, onder druk te zetten.

21/11/2017 Aanvallen en overvallen op de agenda van het Staatsbeleid

Opnieuw ziet onze Vredesgemeenschap van San José de Apartadó zich genoodzaakt om een beroep te doen op het land en de wereld om getuigenis af te leggen van de laatste agressies die we moesten doorstaan vanwege deze Paramilitaire Staat die elke keer meer zijn misdadige houding laat blijken.

De nederzettingen van onze Vredesgemeenschap zien zich elke keer meer belegerd door groepen paramilitairen die sinds meer dan 20 jaar onze bergen doorkruisen met de arrogantie van hen die zich beschermd voelen door de macht van de Staat en zijn wapenmacht en die zich in deze conjunctuur van “post-vredesakkoord” nog meer aangemoedigd weten. Hierbij bevestigen zij dat zij de opperste autoriteit van de regio zijn en dat iedereen zich aan hen moet onderwerpen. Ofschoon onze nederzettingen met borden, waarop onze principes staan en de reglementen van een Gemeenschap die buiten de oorlog staat, zijn afgebakend, schenden deze tussenpersonen van de misdaad , zoals roofdieren zonder rede, enkel actief of passief gesteund in hun brute verborgen kracht door de instellingen van de huidige macht, onze heiligste rechten.

Tot wanneer zal dit cynisme zonder grenzen van deze dove en blinde regering nog voortduren? Van een regering die geen enkele jammerklacht van de slachtoffers aanhoort en die instemt met de blik afgewend van de misdadige praktijken van haar onderdanen, gericht naar andere windstreken. Een Regering die niet ophoudt aan de wereld te herhalen dat “er geen paramilitairen bestaan in San José de Apartadó noch in Colombia”, terwijl de paramilitairen, onder de bescherming van haar dekking en van haar misleidende verklaringen, deze verklaringen tot de hunne maken en de rechten van het volk aan diggelen slaan. En het zijn niet alleen meer de vaccins (belastingen), de informanten, of “punten” (zoals zij die noemen), de gedwongen rekrutering, het verbod hen aan te klagen, de bedreigingen, maar nu heeft ook de brutaliteit hen ertoe gebracht uit te trekken naar de wegen, waarlangs de burgerbevolking passeerde met haar landbouwproductie, om hen te beroven van het geld van de verkoop van hun schaarse producten. Vandaag bovendien zijn het deze misdadige groepen die beslissen wie de eigendom mag behouden van de voorouderlijke stukken land en wie niet. We zijn werkelijk omsingeld door demonen die alle toestemming en tolerantie van de Staat en zijn instellingen genieten.

Reeds vele jaren gelooft onze Gemeenschap niet (meer) in het gerecht omdat ze gedurende verschillende tientallen jaren vaststelde dat het corrupt was en dat hun “onderzoeken” nooit geloofwaardige resultaten opleverden. Maar wanneer we het uiterlijk, de gedragingen, de haarsnit, de voertuigen waarmee ze zich verplaatsen en de stijl van de bewegingen analyseerden van wie gewapenderhand en met arglistigheid de laatste diefstallen van onze Gemeenschap pleegden, dan vonden we dat ze erg geleken op de leden van de Strijdkrachten, die de zorgen voor de “veiligheid” van de bank waarbij we onze rekening hebben.

De laatste feiten waarvan we getuigenis afleggen voor het land en voor de wereld zijn de volgende:

Op woensdag 25 oktober 2017 werd in het gehucht Mulatos Medios van San José de Apartadó een gekende paramilitair gezien die momenteel werkt als informatiepunt in de gehuchten Mulatos en La Resbalosa. Daar was hij gedurende verschillende uren bezig foto’s te nemen van de huizen van de burgers en te vragen naar leden van onze Vredesgemeenschap, in het bijzonder naar enkele leden die met de dood bedreigd werden.

Op donderdag 16 november 2017 om 8:50 uur ’s morgens kwam een groep van 7 paramilitairen, met onder hen een vrouw, en met als bevelvoerder alias “Darío y Pantera” aan. Ze reden rond op hun paarden zonder dat iemand hen ook maar hinderde in hun rondrit. Ze drongen onze nederzetting Vredesgehucht Luis Eduardo Guerra in het gehucht Mulatos Medios van San José de Apartadó binnen. Daar vroegen ze dringend naar Gildardo TUBERQUIA, lid van onze Vredesgemeenschap en haar Interne Raad. En ook vroegen ze naar de gronden die onze Gemeenschap bezit voor het gemeenschapswerk. Ze zeiden: “Als de gronden van de Gemeenschap zijn waarom verkavelen we ze dan niet?” We maakten duidelijk dat onze Gemeenschap enkele gronden verworven had , die gemeenschappelijk zijn en ten bate zijn van de leden van ons gemeenschappelijk levensproces. Geen enkele gewapende groep gaat ons opleggen wat we met deze gronden moeten doen. Van voordat onze Vredesgemeenschap was opgericht is het duidelijk dat het paramilitarisme met de steun van de Strijdkrachten de streek wilde domineren om heel het vruchtgebruik te genieten. Daarbij bedreigden ze iedereen die zich niet zou onderwerpen aan hun project van de dood. Ten aanzien van dit feit en andere die dagelijks gebeuren in onze regio stellen we de Regering en haar militaire instellingen verantwoordelijk voor wat zou kunnen voorvallen aan de leden van onze Gemeenschap of aan andere bewoners van de zone.

Dezelfde donderdag 16 november 2017 om 10:00 uur werd de jongere, Juan de la Cruz GUZMÁN SUCERCIA, vanuit de militaire basis van El Mariano, vanaf zo’n 200 meter, beschoten. Dat gebeurde toen hij van zijn boerderij kwam, gelegen in het gehucht El Mariano, en langs de rivier Mariano aankwam bij de huizenrij van San José om zijn moeder op te halen met een lastdier. Hij onderging verschillende kogelinslagen in zijn lichaam en moest onmiddellijk gehospitaliseerd worden. Juan de la Cruz werd in september 2015 gedwongen ontheemd door de paramilitairen uit het gehucht Playa Larga van San José de Apartadó wat hem dwong een stuk grond te kopen in El Mariano. Bovendien is hij de zoon van Ernesto GUZMÁN, die op 21 september 2015 in het gehucht Playa Larga vermoord werd door de paramilitairen omdat hij hen weigerde zijn boerderij te verkopen. Hier wordt opnieuw de eenheid van belangen uitgedrukt tussen militairen en paramilitairen.

Op zondag 19 november 2017 ’s morgens kwam een groep zwaar bewapende paramilitairen aan bij onze nederzetting in het gehucht La Esperanza van het district San José de Apartadó. Daar gingen ze binnen zoals een hond zijn huis binnengaat. Daarbij schonden ze de private eigendom omdat er niemand thuis was. Daarna verwijderden ze zich en kruisten ze een bewoner van de zone aan wie ze verklaarden: “Waar bevond zich de eigenaar van de boerderij van de Vredesgemeenschap? Of was het zo dat hij op de vlucht ging toen hij ons zag? Want daar vonden we enkel de kolen van het fornuis omdat we op zoek zijn naar hem omdat we nog een eitje met hem te pellen hebben. Want we weten dat dit hoerenjong hier in La Esperanza en Gildardo TUBERQUIA in Mulatos degenen zijn die ons aanklagen als we passeren door de boerderijen. Maar dit kleine vuur raakte op omdat we hen hoe dan ook en boven wie dan ook uit hun huizen gaan halen.” Met onze Vredesgemeenschap hebben we reeds meer dan 20 jaargetuigenis afgelegd van de barbaarsheid van de Strijdkrachten en van de paramilitairen die het nooit moe zijn om ons te vermoorden en te bedreigen. Daarom zullen we nooit ophouden het land en de wereld te informeren over heel deze grote medeplichtigheid die bestaat tussen de 21-ste Brigade en het paramilitarisme die vandaag onze regio controleren.

In de laatste weken heeft onze Vredesgemeenschap kennis gekregen van een plan dat werd uiteengezet door leden van de 17-de Brigade ten aanzien van bewoners van het dorpscentrum van San José de Apartadó om verschillende gemeenschapsruimten van onze Vredesgemeenschap wederrechtelijk en frauduleus in te nemen. Het gaat over ruimten, die onder het geweld opgelegd door toenmalig President Uribe Vélez bij het militariseren van onze leef- en werkruimten op 1 april 2005, in de steek werden gelaten. Volgens hetgeen men ons ter kennis bracht hebben de militairen de bedoeling daar ontmoetingssalons en kantoren te plaatsen. Hiermee schenden ze op flagrante wijze de normen van de Verenigde Naties die de goederen van de ontheemden beschermen. Opnieuw leggen we getuigenis af dat onze Vredesgemeenschap enkele eigendommen bezit in het dorpscentrum van San José de Apartadó, zoals ook verschillende families van onze Gemeenschap er ook bezitten. Het zijn ruimten die in de steek gelaten zijn op 1 april 2005 en met zegels en hangsloten afgemaakt , die verwoest werden door militairen en politieagenten in de ergste roversstijl. Niemand en nog minder de Strijdkrachten mogen eigendommen innemen die goederen zijn van een Gemeenschap die gedwongen ontheemd werd en van families die gedwongen ontheemd werden. Het document van de Verenigde Naties, DE LEIDENDE PRINCIPES VAN INTERNE ONTHEEMDING (E/CN.4/1998/Add.2), stelt in zijn PRINCIPE 21: “ De eigendom en de bezittingen van intern ontheemden zullen in elke omstandigheid bescherming genieten, in het bijzonder tegen de volgende handelingen: a) beroving; b) rechtstreekse of willekeurige aanvallen of andere daden van geweld; c) het gebruik als schild bij militaire operaties en doelwitten; d) represailledaden; en e) vernielingen en onteigeningen als vorm van collectieve bestraffing.”

Opnieuw bedanken we alle verschillende nationale en internationale personen en organisaties, die ons politiek en moreel ondersteunden met hun krachtige stemmen van aanmoediging . En we nodigen hen uit dat ze nooit stoppen met hun brieven druk uit te oefenen op deze paramilitaire, dove en blinde Staat, voor wie het leven van de boer nooit belang heeft gehad.

22/10/2017 Criminele militaire doctrine: ze wordt ontkend maar ze is wel van kracht

Ofschoon we slechts luttele dagen geleden een andere getuigenis van agressies tegen onze Vredesgemeenschap hebben doorgestuurd, zien we ons in de dringende noodzaak opnieuw een beroep te doen op het land en de wereld, om hen nieuwe episodes van onze tragedie mee te delen.

Onze regio is steeds meer gestigmatiseerd door deze paramilitaire Staat, die nog niet in het staat was het paramilitair fenomeen te ontmantelen en waarbij bovendien deze illegale gewapende groepen door de militaire brigades in de regio van Urabá worden beschermd. De burgerbevolking is uitgeput door het moeten verdragen van alle soort gewelddadigheid tegen hun familiale en persoonlijke integriteit.

De paramilitairen hebben reeds in verschillende gehuchten aangekondigd dat er sommige groepen dieven actief zijn die andermans goederen stelen en die onderscheppen wie passeert om hem te bestelen. Het is reeds duidelijk dat het paramilitarisme zich wil witwassen en een vriendelijk gezicht wil opzetten voor de burgerbevolking en daartoe heeft ze deze groepen opgestart die reeds in de zone stelen en zich camoufleren als gewone misdadigers.

Anderzijds blijft de Staat op overtuigende wijze aantonen dat haar stevig verankerde repressieve militaire doctrine, die misdaden tegen de menselijkheid en praktijken van uitroeiing van elke sociale beweging rechtvaardigt, even sterk van kracht blijft als 50 jaar geleden. Ze is geen duimbreed veranderd. De Staat heeft dat duidelijk gemaakt door het opnieuw stigmatiseren van de stichter van San José de Apartadó, omwille van het feit dat hij Raadslid was van de Unión Patriotica. Tegelijkertijd blijft die aantonen dat hij niet bekwaam is om de akkoorden, die hij ondertekent, ook uit te voeren. Dit door het gewelddadig onderdrukken van de cocatelers, door zijn belofte niet na te komen deze teelten niet uit te roeien, zonder alternatieven om te overleven aan te bieden aan de arme boeren, die hiervan (moeten) leven door het ontbreken van andere mogelijkheden.

De laatste feiten waarvan we getuigenis afleggen zijn de volgende:

Op donderdag 12 oktober 2017 was een groep gewapende paramilitairen in uniform aanwezig in de plaats bekend als El Barro in het gehucht Mulatos van San José de Apartadó, waarbij ze het terrein, dat de boerderijen van leden van onze Vredesgemeenschap omvat, verkenden.

Op zaterdag 14 oktober 2017 benaderde een paramilitair de woning van een lid van onze Vredesgemeenschap in de plaats El Barro. Hij beweerde dat hij op zoektocht was om kazen te kopen en dat na hem heel de paramilitaire koepel kwam.

Op dinsdag 17 oktober 2017 was er een ontscheping van militairen tussen de plaats El Barro en het centrum van het gehucht Mulatos, juist daar waar de paramilitairen zich dagen van tevoren bevonden. Dit gebeurde zonder dat er ook maar enige confrontatie plaats vond tussen de twee krachten. Eens te meer bevestigen ze hiermee opnieuw de eenheid van actie tussen de Strijdkrachten en de paramilitaire structuren, die onze Gemeenschap altijd heeft aangeklaagd. Want ze was gedurende 20 jaar getuige van deze medeplichtigheid.

Dezelfde dinsdag 17 oktober 2017 ’s avonds laat, toen een bewoonster van La Unión vanuit San José de Apartadó naar het gehucht La Unión klom, nadat ze haar producten op de markt verkocht had, werd ze onderschept door dieven die haar het geld afpakten van haar verkoop. Deze en andere diefstallen die in onze streek gebeuren waren georganiseerd door dezelfde paramilitairen, die uiteindelijk hun handen wassen door te zeggen dat zij het niet waren.

Op woensdag 18 oktober 2017 toen een groep van onze Gemeenschap passeerde door de plaats El Barro richting Mulatos Medios werd ze benaderd door een groep militairen. Eén van hen vroeg of ze wisten waar “hun neven” waren, een duidelijke verwijzing naar de paramilitairen die daar dichtbij op weg waren. Bij het vragen of het zo was dat ze familieleden in de zone hadden antwoordde hij dat ze wel “vrienden” hadden en dat ze informatie hadden dat ze zich daar ergens in de zone bevonden. En inderdaad in die zone bevonden zich de paramilitairen. Dezelfde militair probeerde informatie van de leden van de Gemeenschap te registreren, zelfs door fouillering, wat verboden is door het Grondwettelijk Hof.

Op donderdag 19 oktober 2017 vond het militair contingent dat de dinsdag voordien ontscheept was op de plaats El Barro in het gehucht Mulatos Medios een centrum van teelten en verwerking van coca. Het ging ertoe over alle werktuigen te vernielen en te verbranden en alle arbeiders gevangen te nemen. Dat leidde tot algemeen protest van de bewoners omdat hierdoor het Vredesakkoord van Havana werd geschonden, door het gewelddadig uitroeien en door het bestraffen van de boeren die uit noodzaak hiervan leven, zonder hen ook maar enig alternatief om te overleven aan te bieden. Het protest slaagde erin de gevangenneming stop te zetten, maar het probleem van de overleving was hierdoor dramatisch opgeworpen.

De laatste maanden werd de verandering van de naam van het Educatief Centrum, gelegen in de huizenblokken van San José de Apartadó publiek gemaakt. Vroeger werd het “El Mariano” genoemd en nu werd het door beslissing van de Gemeenteraad “Educatief Centrum Bartolomé Cataño” genoemd, om eer te bewijzen aan de stichter van San José de Apartadó. Hij was Raadslid van Apartadó voor de Unión Patriótica. Hij werd in 1996 vermoord door het leger en de paramilitairen. De Burgemeester van Apartadó, de Commandant van de 17-de Brigade en andere instellingen van de Strijdkrachten en bewoners die met hen dwepen hebben zich verzet tegen de nieuwe naam. De Commandant van de militaire basis die opereert naast dat college is verschillende keren samengekomen met de leerlingen om te eisen dat ze deze naam zouden weigeren, door te beweren dat Don Bartolomé een guerrillero en terrorist was, omdat hij lid was van de UP. Dit maakt eens te meer duidelijk dat de perverse en criminele militaire doctrine, die ertoe leidde dat elke sociale beweging en elke politieke oppositiegroep gedurende 60 jaar gestigmatiseerd werd, en die de moord of de gedwongen verdwijning van de militanten van al deze groepen rechtvaardigde, een doctrine is die meer dan ooit van kracht blijft. Hier schittert het vermogen van leugen en hypocrisie van de Strijdkrachten, want terwijl ze belijden de “verdedigers van de democratie en van de Constitutie” te zijn en ontkennen dat ze ook maar enige criminele principes en doctrine hebben, toch blijven ze deze doctrine toepassen met overduidelijk fanatisme.

Onze Gemeenschap bedankt opnieuw diegenen die vanuit zoveel hoeken van ons land en van onze planeet ons spirituele energie van verzet blijven toedienen.

13/10/2017 Gesloten ogen … dove oren

Opnieuw doet onze Vredesgemeenschap van San José de Apartadó een beroep op de solidariteit van het land en van de wereld om getuigenis af te leggen van de laatste agressies die we hebben geleden vanwege deze paramilitaire Staat die telkens meer zijn criminele houding openbaart.

De opmars van het paramilitarisme in de regio is duidelijk onstuitbaar. De boerenorganisaties in de regio klagen de verstikkende aanwezigheid aan van het paramilitarisme, als fenomeen dat volgt na de demobilisatie van de fronten van de FARC. Vanaf de kleine handelaar tot de grote ondernemer voelen zich verstikt door de vaccins (belastingen) die ze hen opleggen en door de controle op de manier van denken en zich organiseren die zelfs zover gaat dat ze verbieden hun aanwezigheid aan te klagen en hen die hen toch aanklagen met de dood te bedreigen. Men weet dat de grote ondernemers van Apartadó aan de militairen duidelijk maakten dat ze de vaccins niet meer verdragen. Maar de militairen blijven erbij geen vinger te bewegen om hun aanwezigheid en hun afpersingsacties te verhinderen.

De laatste feiten waarover we getuigenis afleggen zijn de volgende:

Op zondag 1 oktober 2017 waren er bij het aanbreken van de dag een groep dieven aanwezig in verschillende woningen van de bevolking van het gehucht El Porvenir . Ze roofden er goederen zoals elektrische apparaten, elektrische installaties en nadien vluchtten ze.

Op donderdag 5 oktober 2017 kwam een talrijke groep paramilitairen, afkomstig uit het district Nuevo Antioquia, aan bij de plaats die bekend is als Cantarrana, gelegen tussen de gehuchten Mulatos Medios en La Esperanza, behorend tot San José de Apartadó, en ze vestigden zich daar en ze blijven er tot vandaag aanwezig. En ze gaven zich uit als de autoriteiten van de zone.

Op vrijdag 6 oktober 2017 toen een groep personen van het gehucht La Esperanza het vlees gingen ophalen van een pas geslacht stuk vee, werden ze onderschept door een groep paramilitairen die hen vroegen of ze van de Vredesgemeenschap waren. Toen ze uit schrik zwegen zegden de paramilitairen hen dat ze nog heel jong waren en dat ze hun levens niet in gevaar moesten brengen. En dat ze zich moesten terugtrekken uit de Vredesgemeenschap die aanklachten deed over hun aanwezigheid in de zone en dat ze hen daarom ooit zouden moeten vermoorden.

Op zaterdag 7 oktober 2017 merkten bewoners van het gehucht Arenas Altas van San José de Apartadó opnieuw de aanwezigheid op van een sterk contingent paramilitairen in de plaats die gekend is als La Máquina, van Arenas Bajas, die zich voortdurend verplaatsten door de smalle ravijn die Arenas Altas verbindt met het gehucht Caraballo van Turbo, een zone waar ze reeds verschillende maanden gewapend aanwezig zijn en waar ze zichzelf bestempelen als de hoogste autoriteit,zonder dat de militaire of politieautoriteiten ook maar iets ondernamen om hen te onderdrukken.

Dezelfde zaterdag 7 oktober 2017 kwamen individuen in burger en met korte wapens aan in het Vredesgehucht Luis Eduardo Guerra van onze Vredesgemeenschap, gelegen in het gehucht Mulatos Medios, aan. Gedurende verschillende uren waren ze bezig het terrein te exploreren en de families die daar wonen te observeren, sommigen vanuit de boerderij anderen vanuit de omgeving

Dezelfde zaterdag 7 oktober 2017 werd in het gehucht La Resbalosa van San José de Apartadó een informant waargenomen die daar door de paramilitairen werd geplaatst, terwijl hij de gehuchten in de buurt doorkruist om er over elke familie die in de zone woont informatie te verzamelen. Die zaterdag benaderde hij een bewoner die bevriend was met de Vredesgemeenschap en hij stelde zich voor als paramilitair die de gewapende groep vertegenwoordigt bij de controle van heel de bevolking van de zone.

Dezelfde zaterdag 7 oktober 2017 lanceerden paramilitairen, die eerst aanwezig waren op de plaats Cantarrana van het gehucht La Esperanza, bedreigingen tegen onze Vredesgemeenschap terwijl ze bevestigden dat de Vredesgemeenschap voor hen een blok aan het been was omdat ze hun aanwezigheid aanklagen en dat daarom het leger naar boven komt om hun aandacht hierop te vestigen. En dus beweren ze dat de Vredesgemeenschap, door de aanklachten die ze doet, geen vrede wil maar wel oorlog. Want als ze vrede zou willen zou ze hen niet aanklagen en zou ze hun overheersing over de zone aanvaarden.

In deze gevallen gaat het niet over nieuwe fenomenen. Dit alles wordt reeds geruime tijd aangeklaagd. De Onderhandelingstafel van Havanna zag zich verplicht de theses van de Regering en van de Strijdkrachten dat “het paramilitarisme niet meer bestaat” opzij te zetten gezien de enorme hoeveelheid aanklachten die over hun misdaden binnenkwamen. Maar ze stelden een document (= tekst van het vredesakkoord) op dat niet het minste effect heeft gehad. Men kan zeggen dat alle Staatsinstellingen: het Presidentschap, Ministeries, wetgevende lichamen, controleorganismen, hooggerechtshoven, het Openbaar Ministerie, het Procureurschap, Gerechtshoven, Ombudsdienst voor de mensenrechten, enz… overspoeld zijn door aanklachten over hun acties, maar men stelt niet de allerminste politieke wil vast om ze te vervolgen. De medeplichtigheid van de Staat met deze groepen is absoluut hetzij door actie of hetzij door verzuim.

Onze Vredesgemeenschap bedankt eens te meer alle personen, groepen, organisaties, gemeenschappen,gemeenten of groepen van gemeenten die ons de morele kracht geven om door te gaan met het verzet tegen deze schande en we bevestigen hen opnieuw onze wil om niet te verzaken.

30/09/2017 Camouflages van de staatsmisdadigheid

Opnieuw ziet onze Vredesgemeenschap van San José de Apartadó zich genoodzaakt een beroep te doen op het land en de wereld om getuigenis af te leggen over de laatste agressies die we doorstonden vanwege deze paramilitaire Staat die steeds meer haar misdadige houding openbaart.

Het paramilitarisme in onze regio heeft reeds het grootste deel van de gewetens van de bevolking in beslag genomen, en dit niet omdat de boerenbevolking uit eigen wil zou besloten hebben zich te verbinden aan dit project maar wel door de gedwongen onderwerping door de paramilitaire structuren. Niemand hier beslist noch gebruikt zijn geldmiddelen zonder eerst een vaccin (belasting) te hebben betaald. Onder dwang onderwerpen ze de burgerbevolking om hen te beschermen en hierover geen info te verschaffen aan de sociale organisaties die hun aanwezigheid aanklagen. Het is bovendien duidelijk dat ze de eenvoudige boer verplichten om voor hen te werken als informant hen ten gunste.

Schuldig is de regering die heeft toegelaten dat deze en andere regio’s in Colombia onderworpen zijn door paramilitairen. Vandaag behouden de militaire brigades, die jurisdictie hebben over deze plaatsen, een hoge medeplichtigheid met het paramilitarisme en dit brengt mee dat deze gewapende groepen naar eigen goeddunken het territorium manipuleren en hun controleposten en hun permanente bases plaatsen waar ze maar willen.

Reeds zijn er veel groepen rovers die gevormd zijn door dezelfde paramilitairen opdat ze hun werk van diefstallen, bedreigingen, moorden uitvoeren en hen hierbij betrekken als paramilitairen, en zo proberen het beeld van de Regering te zuiveren, wat men refereert naar dit probleem alsof het een thema van postconflict zou zijn en waarvan de oorsprong zou liggen bij dezelfde burgerbevolking. Zodanig is het cynisme van een Staat die met deze methodes toelaat dat onze regio onderworpen blijft aan het paramilitarisme. Dat niet enkel vaccins (belastingen) geïnd worden die hoger zijn dan 300.000 pesos (zo’n 85 Euros) per week, maar ook dat ze de informanten ten dienste van de 17-de Brigade en van de paramilitairen vermenigvuldigden die reeds bewapend zijn en uitgerust met heel goede walkietalkies om informatie door te geven en om orders te ontvangen tegen onze Vredesgemeenschap en de bevolking van de regio in het algemeen.

De laatste feiten waarvan we getuigenis afleggen zijn de volgende:

Op zaterdag 26 augustus 2017 ’s morgens kwam een groep van minstens 20 paramilitairen aan in het gehucht Miramar van het district San José de Apartadó. Daar onderschepten ze verschillende bewoners die ze bedreigden met de verklaring: “Jullie zagen ons hier reeds, erg opgepast om onze aanwezigheid te gaan uitbrengen, omdat we de verklikkers niet vergeven die openbaar maken dat wij hier zijn of die naar de Vredesgemeenschap lopen om ze te informeren zodat ze ons in ons hemd zetten.”

Op donderdag 14 september 2017 in de namiddag kwamen verschillende individuen die zich als paramilitairen identificeerden aan in het gehucht La Esperanza van het district San José de Apartadó. Daar waarschuwden ze de bewoners: “We willen niet dat jullie de huizen alleen achterlaten omdat we er niet voor instaan dat dingen verdwijnen , want er zijn verschillende groepen rovers die roven in vreemde eigendommen.” Wij, de burgerbevolking, weten heel goed dat de echte rovers die stelen en de mensen onderwerpen dezelfde paramilitairen zijn die deze groepen hebben gevormd om het vuile werk te doen en om achteraf te zeggen dat het geen paramilitairen waren.

Op woensdag 20 september 2017 waren gewapende mannen die zich identificeerden als paramilitairen aanwezig in het gehucht El Porvenir van het district San José de Apartadó. Daar aangekomen namen ze gedurende verscheidene minuten bewoners vast die bezig waren met zaaien van maïs op hun velden. Ze ondervroegen hen aldus: “Wie van hen die hier bezig zijn met werken zijn van de Vredesgemeenschap?” De boeren antwoordden dat niemand van de Vredesgemeenschap was, dat ze die wel kenden maar dat ze er geen deel van uitmaakten. Een tijdje nadien lieten ze hen vrij en trokken ze de bergen in.

Op vrijdag 21 september 2017 ’s morgens kwam een groep paramilitairen aan in het gehucht El Porvenir van het district San José de Apartadó. Daar onderschepten ze verschillende bewoners om ze dezelfde ideeën uit te leggen over dezelfde projecten die ze reeds de dag voordien hadden uiteengezet in het gehucht La Esperanza . Later installeerden ze zich en ze verblijven er nog op een controlepost om daar maanden te blijven. En dit zonder ook maar door de publieke strijdkrachten lastig gevallen te worden. Het is duidelijk dat de paramilitaire opmars in de gehuchten steeds meer evident is, want zowel militaire als burgerlijke informanten onderscheppen de burgerbevolking die buiten het gewapend conflict staat, om ze te bedreigen en te onderwerpen aan het individualisme, met de bedoeling dat het een meer kwetsbare en zwakke zone is ten gunste van de megaprojecten die de Staat heeft op het vlak van mijnuitbating door middel ban buitenlandse bedrijven.

Op dinsdag 26 september 2017 ’s namiddags kwam een groep paramilitairen aan in het gehucht La Esperanza van het district San José de Apartadó en zonder enige toelating drongen ze binnen in een zaak met biljarten en waar ze frisdranken verkopen. Ze namen de plaats in en ze gebruikten de biljarts en ze gooiden met alles alsof zij de eigenaars van deze plaats waren. Dat alles veroorzaakte paniek bij sommige families die moesten weggaan om te gaan slapen op een andere plaats ver weg van de aanwezigheid van deze gewapende mannen. Ze bleven gedurende verschillende uren van de nacht op deze plaats . Nadien trokken ze zich terug.

De onderwerping van onze bevolking heeft nooit opgehouden. Op één of andere manier proberen de paramilitairen met de steun van de lokale en nationale regeringen de boeren te onderwerpen. Ze baseerden zich op bedreigingen om de jeugd te dwingen voor hen te werken en in ruil organiseren ze voor hen voetbalkampioenschappen of ze bieden hen geld aan om hen voldoende te informeren en om het vuile werk voor hen te doen.

De laatste dagen stelde men vast dat reeds veel personen voor het paramilitarisme aan het werken zijn, want ze dragen walkietalkies voor privaat gebruik met zich mee en korte wapens. Ze hebben van de overige boeren laten ontdekken omdat de burgerbevolking zich nooit heeft eigen gemaakt oorlogsmateriaal te dragen. Zij die zich verbonden hebben aan deze werkzaamheden denken dat wat zij doen het beste is, voor de overigen doen ze alsof of ze intimideren de mensen binnen dit zelfde territorium.

Opnieuw bedanken we de verschillende nationale en internationale personen en organisaties die ons politiek en moreel gesteund hebben met hun krachtige stemmen van aanmoediging en we nodigen hen uit om nooit te stoppen om deze Staat, die doof is voor wat voor hem nooit belang heeft gehad nl. het leven van de boer, te confronteren met hun persberichten en brieven.

29/08/2017 Recyclage van een hardnekkig geweld

Onze Vredesgemeenschap van San José de Apartadó , uiterst verontrust door wat ze zelf meemaakte in de laatste maanden, wil getuigenis afleggen ten aanzien van het land en van de wereld van de verloedering die men in de streek meemaakt, als effect van de politieke strategieën van de Staat en van het Establishment in deze conjunctuur waarin een staakt-het-vuren werd ondertekend met een guerrillagroep, ofschoon het gebeurt in een zee van incoherenties en niet-nakomingen van het akkoord.

  1. Het geweld dat de zone, waarin onze Vredesgemeenschap is gelegen, heeft getroffen werd gedurende vele tientallen jaren bepaald door de aanwezigheid van fronten van de guerrilla en terzelfder tijd door repressieve misdadige strategieën van de Strijdkrachten en door een enorm netwerk van paramilitaire structuren die altijd rekenden op de aanmoediging, raadgeving , begrip en bescherming van de Strijdkrachten. De misdadige repressie tegen de burgerbevolking die vele honderden doden, gefolterden, slachtoffers van gerechtelijke montages en van valse positieven en van talrijke andere schendingen van de fundamentele rechten veroorzaakte steunde altijd op het mechanisme om elke persoon die niet met hen akkoord is of een lid van om het even welke sociale beweging of organisatie te beschouwen als guerrillero. Bij het demobiliseren van de guerrilla van de FARC heeft men kunnen vaststellen dat de paramilitaire structuren die nauwe banden hebben met de Strijdkrachten, de zones wilden insluiten die door deze guerrilla werden achtergelaten en wilden proberen heel het grondgebied van het district (San José) te domineren. Dat ging gepaard met een nieuwe stimulering van de teelten van coca, een activiteit die dient als financiële ondersteuning van het paramilitarisme. De paramilitairen zijn bezig informantenpunten die hen ten dienste staan op te richten in alle gehuchten en ze eisen dat de gemeenschappen deze informanten aanduiden als leden van de gemeenschapsraden met de bedoeling van een meer rigoureuze controle van de zone te bereiken. Reeds in één van de gehuchten heeft de aanwezigheid van deze informanten gedwongen ontheemding veroorzaakt. Het is duidelijk dat de paramilitairen bezig zijn deze informanten uit te rusten met wapens, wat een nieuwe gewelddadige chantage van de gemeenschappen impliceert en bovendien zijn er evidente gevallen van rekrutering van minderjarigen. De financiering van het paramilitarisme bij zijn nieuwe expansie doet ook een beroep op illegale belastingen of “inentingen”, die de eigenaars van vee, slagers, handelaars en arbeiders hen moeten betalen, maar ook de gewone man wordt verplicht zich te binden aan hun productieve projecten om hen nadien ook belastingen af te dragen. De binding, zij het in verschillende graden, van vele boeren van de zone met deze paramilitaire structuren en projecten is evident. En niet weinigen uit vrees of uit druk om te overleven. Ze infiltreerden zelfs de ruimten van onze Vredesgemeenschap met de bedoeling onze leden te rekruteren voor hun projecten of minstens als informatiepunten.

  1. Anderzijds vermenigvuldigden zich de bezoeken aan de zone van hoge functionarissen van de Staat, zoals de Vicepresident, sommige parlementairen, militaire autoriteiten, de burgemeester, ombudsmannen voor de mensenrechten, Procureurs, steeds vergezeld van door henzelf gecoöpteerde journalisten. Het betreft een strategie die als doel heeft een positief beeld van de zone te geven en de paramilitaire en repressieve strategieën te ontkennen. Ze opperen dat gezien er in de laatste drie jaren geen doden meer vielen, de regio zich ‘in vrede bevindt’ terwijl ze de ogen sluiten voor de paramilitaire overheersing, voor de bedreigingen en plannen van uitroeiing van de Vredesgemeenschap en voor de lasterlijke strategieën tegen hen, die zoals onze Gemeenschap, niet nalaten de wreedheden aan te klagen.

  1. Reeds gedurende verschillende maanden stelt men een sterke drift vast van de 17-de Brigade van het Leger en van de paramilitaire structuren om kwaad te spreken over de internationale begeleiding (= vredesbrigadisten) en om ze te stigmatiseren. Deze internationale begeleiding maakte de belangrijkste bescherming uit waarop onze Vredesgemeenschap rekende want vanwege de Staatsinstellingen ontvingen we alleen agressie en we waren voortdurend slachtoffer van allerlei vervolging, uitroeiing en genocide. De Commandant van de Brigade heeft valse versies van de tussenkomsten van de begeleiders opgemaakt en heeft ze doorgestuurd naar de andere instellingen van de Staat en zelfs naar het Interamerikaans Hof voor de Mensenrechten. Hij maakte foto’s en verzamelde identiteitsgegevens van sommige begeleiders, tegen elke wettelijke norm in, en heeft ze verspreid in documenten van inter-institutionele circulatie met de niet verborgen bedoeling dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken hun begeleidingsactiviteiten zou inperken. In onderlinge samenhang hiermee kwamen de paramilitairen, met telkens meer nadruk,hun beslissing aankondigen een aanslag te plegen tegen de internationale begeleiders in de mate dat ze de uitvoering van hun plannen verhinderen. Onlangs overvielen ze in de nabijheid van een militaire controlepost leden van de Interne Raad van onze Gemeenschap die zich verplaatsten met een voertuig van publieke dienst en ze roofden gewapenderhand het geld van de gemeenschapscommercialisering van de cacao en wanneer de internationale begeleiders protesteerden lanceerden ze een rechtstreekse bedreiging tegen hen en ze kondigden aan dat, indien ze hun plannen zouden in de war sturen, ze een aanslag tegen hen zouden plegen om ze uit de weg te ruimen. Deze bedreiging die regelmatig herhaald werd door de paramilitairen heeft de vernietiging van de morele bescherming, de enige die onze Gemeenschap heeft aanvaard, op het oog, want ze weigert de gewapende bescherming die de Staat aanbiedt omdat die het voornaamste van onze stichtingsprincipes miskent namelijk de weigering om wapens te gebruiken en om samen te werken en te leven met om het even welke gewapende partij.

  1. We zouden kunnen zeggen dat we ons in een gelijkaardige situatie bevinden als die van 1997, toen duidelijk bleek dat het enige project dat levensvatbaarheid voor de zone bezat dat was van de absolute overheersing en controle van het paramilitarisme over het leven, de economie, de politiek en de cultuur van de bevolking van de zone. Vanzelfsprekend bevestigde de Staat dat zo niet in geen enkel van haar publieke documenten of uitspraken maar hij bevestigde het wel uitdrukkelijk in zijn praktijken, voornamelijk in zijn scheefgetrokken politisering van zijn gerechtelijk apparaat, in het verzuim van de Presidenten en hun gehoor dat doof is voor de klachten van de slachtoffers, in de medeplichtigheid en de eenheid van actie met het paramilitarisme en in zijn politiek van alles te ontkennen wat hem kan in verlegenheid brengen. Dit door de tragische en pijnlijke realiteit van de slachtoffers te verbergen en door strategieën van oplossing uit te werken die helemaal niets doen aan de wortels van de misdaden maar integendeel ze leggen ze het zwijgen op, ze ontkennen ze en ze dekken ze toe. Nu wordt het duidelijk dat het dezelfde maatstaven zijn die ze opleggen: de soldaten hebben in de gehuchten herhaald dat ze de paramilitairen niet gaan vervolgen maar wel hen die een aanklacht tegen hen indienen en dit is wat men in de praktijk vaststelt. De paramilitairen van hun kant voelen zich veilig en nemen een arrogante houding aan alsof ze willen affirmeren dat zij “de Staat zijn” en dat er tegen hen niets kan gedaan worden. En dat de enige verstandige houding is zijn bek te houden en hen te aanvaarden als hoogste autoriteit van de zone, terwijl zij bedreigen, overheersen en de bestaansbenodigdheden van de boeren stelen.

Het is zo dat dit in tegenspraak is met het officieel discours en dat van de massacommunicatiemedia. Juist daarom willen we onze analyses en onze bezorgdheden aanbrengen en delen met hen die nog geloven in de menselijke waardigheid en die ons verzet reeds verschillende tientallen jaren hebben ondersteund. Aan hen herhalen we onze ontzaglijke dank.

15/08/2017 Wanneer we geen doden meer aanklagen zullen ze ons alle overige rechten afpakken (Grondbeginselen van het postconflict)

Opnieuw ziet onze Vredesgemeenschap van San José de Apartadó zich genoodzaakt een beroep te doen op het land en de wereld om getuigenis af te leggen van de laatste agressie die we moesten lijden door deze paramilitaire Staat die telkens meer haar criminele houding onthult.

Het cynisme van de staatsinstellingen is reeds te groot bij het willen in stand houden van dit paramilitair fenomeen in de streek van San José de Apartadó, want hun agenten en verantwoordelijken verschijnen in de massacommunicatiemedia om te argumenteren dat het een regio in vrede is en zonder moorden. Enkel de boerenburgerbevolking, die gedurende verschillende tientallen jaren vreedzaam heeft gestreden in deze zone, weet hoe het leven van elke dag is in confrontatie met dit paramilitair tekeergaan, dat duidelijk beschermd wordt door de verschillende brigades van het leger, die verantwoordelijkheid dragen voor deze regio.

Voor de regering bestaan de paramilitairen niet en zo brengen ze het bij hun spreken ook over in het land of bij elk bezoek dat ze brengen aan het district van San José de Apartadó. Maar het is reeds duidelijk dat de regering deze paramilitaire structuren nodig heeft om met geweld de grond te kunnen innemen en de uitroeiing van de sociale organisaties die daar bestaan uit te voeren. Want hoe is het mogelijk dat er paramilitairen zijn die zich in de gehuchten installeren en er meer dan drie maanden op dezelfde plaats verblijven en dat ze niet gehinderd worden? En dat er tegelijkertijd militaire troepen patrouilleren door die gehuchten en er niemand vinden? Dit maakt de medeplichtigheid duidelijk die bestaat tussen leger en paramilitairen.

De laatste feiten, waarvan we getuigenis afleggen, zijn de volgende:

Op dinsdag 1 augustus van 2017 werd onze Gemeenschap in kennis gesteld van een nieuw plan van de paramilitairen om ons proces van leven te vernietigen. Ditmaal vallen ze onze ploegen van internationale begeleiding (vredesbrigadisten) aan, door te verklaren dat twee of drie van onze begeleiders moeten vermoord worden als ze hun plannen verstoren. Deze bedreiging is reeds verschillende dagen geleden gelanceerd in de gemeente Apartadó. Het is geweten dat deze paramilitairen, die beschermd worden door instellingen van de Staat (vooral door de Politie en het Leger), reeds verschillende maanden bezig zijn met manieren te zoeken hoe ze het geld van de producenten van cacao van onze Gemeenschap kunnen roven en tegelijkertijd de ‘gringos[1]’ kunnen vermoorden die ons begeleiden als ze hun criminele plannen blokkeren.

Op donderdag 3 augustus 2017 ’s morgens nam men een groep paramilitairen in burger waar met korte wapens op de weg die van het gehucht La Esperanza naar het gehucht Las Nieves leidt in het district San José de Apartadó. Nadien in de namiddag bevond deze zelfde groep zich op de terugweg maar ditmaal nam ze een kudde muilezels mee geladen met geweren en militaire uitrusting. Blijkbaar was dit arsenaal hetgeen dezelfde paramilitairen de vorige dagen achterlieten, wanneer er zogezegd een gevecht plaatsvond tussen militairen van de 17-de Brigade en paramilitairen in Las Nieves, een gevecht waarbij geen aanhoudingen gebeurden noch inbeslagname van wapentuig.

Op vrijdag 4 augustus 2017 greep in San José de Apartadó een publieke gebeurtenis van verificatie plaats waaraan verschillende instellingen van de Staat deelnamen onder coördinatie van de Vicepresident van Colombia, Oscar Naranjo[2]. Zo’n bezoek maakt deel uit van heel de strategie van de Staat om het fenomeen van het paramilitarisme te minimaliseren, want het resultaat van zulk bezoek was dat men er te kennen gaf dat er de laatste drie jaren geen moorden waren. Het is duidelijk dat de Staat goed gecoördineerd is met deze paramilitaire groepen, om hen een goed figuur te doen slaan tegenover internationale organisaties en sociale bewegingen, bij het niet bedrijven van moorden, die ertoe zou leiden de transparantie van de regering te schaden. We herinneren u eraan Mijnheer de Vicepresident van Colombia dat de zone van San José de Apartadó volop door het paramilitarisme aan slavernij onderworpen wordt. Want ze roven de bezittingen van de burgerbevolking. Ze bedreigen iedereen met de dood die er niet mee instemt voor hen te werken. Het is verplicht hen belastingen (inentingen[3]) te betalen en onder dwang hun informatiepunten ( de spionagestructuren van hun vertrouwen)te aanvaarden, die ze in de gehuchten willen plaatsen. En wie dat niet aanvaardt moet de gevolgen maar dragen. Het gaat niet enkel over moord als ze iemand vermoorden, want alles wat de boer overkomt is erger dan moord, want niemand is vrij om op zijn eigen territorium te verblijven omdat hij gecontroleerd wordt door militairen en paramilitairen die de bevolking aan hun grillen, aan hun capriolen en aan hun belangen, onderwerpen. En dat zijn gewoonlijk smerige en criminele aangelegenheden. In het algemeen is het zo dat zij de eigenaars zijn van het leven en beslissen wanneer iemand het recht heeft om te leven en wanneer niet. Onze Gemeenschap Mijnheer de Vicepresident leeft reeds 20 jaar onder hun pesterijen en hun bedreigingen en ze hebben al verschillende honderden van onze kameraden, die met ons beslisten om het juk van ons te onderwerpen aan de belangen van de oorlog niet te aanvaarden, geëlimineerd.

Op zaterdag 5 augustus 2017 overdag kwam een individu, dat zich als paramilitair identificeerde, aan in het gehucht La Resbalosa, van het district San José de Apartadó. Die persoon kwam aan en zonder toelating te vragen installeerde hij zich in een woning van een boer van het gehucht. Daar verblijft hij zonder dat iemand hem ook maar iets in de weg legt uit schrik bedreigd te worden door de paramilitairen. Want dagen voordien hadden ze reeds aangekondigd dat de burgerbevolking deze “informatiepunten” (informanten of spionnen die zij willen plaatsen) zou moeten aanvaarden en ontvangen en ze bovendien inschrijven in het gehucht als leden van de Raad voor Gemeentelijke Actie.

De laatste dagen stelde men herhaaldelijk vast dat er muilezels passeerden beladen met voedsel voor de paramilitairen die verblijven in de verschillende basissen in volgende gehuchten: Arenas Bajas, El Porvenir, La Resbalosa. Tegelijk stelde men vast dat helikopters voedsel laadden voor de militaire troepen die eveneens in deze gehuchten aanwezig zijn.

Onze Vredesgemeenschap zal nooit nalaten aan te klagen dat we een regering hebben die het paramilitarisme legitimeert en dat het deze illegale arm gebruikt om allerlei misdaden te begaan tegen de burgerbevolking. We weten en we zijn ons bewust van de gevaren die we lopen door deze barbaarsheid die de Strijdkrachten met hun paramilitaire armen bedrijven aan te klagen. Maar nog steeds blijven we zo vooruitgaan in dit proces van leven en nooit zullen we zwijgen tegenover een Staat die alleen waakt over zijn eigen belangen.

We bedanken alle mogelijke personen en nationale en internationale organisaties die ons politiek en moreel ondersteunden met hun sterke stemmen van aanmoediging en we nodigen hen uit nooit te stoppen om deze dove Staat, die zich nooit iets heeft aangetrokken van het leven van de boer, te confronteren met hun persberichten en brieven.



[1] Gringos is een scheldwoord voor Amerikanen. Ze bedoelen hier de internationale vredesbrigadisten

[2] Oscar Naranjo was voordien de opperbevelhebber van de Politie. Zo’n bezoek maakt deel uit van een strategie

[3] Vacunas zijn letterlijk vaccins of inentingen. Men bedoelt hiermee afpersing van geld = een soort belasting

02/08/2017 Misdadigheid aan de macht

Opnieuw ziet onze gemeenschap zich verplicht getuigenis af te leggen ten overstaan van het land en de wereld van de laatste feiten die een aanslag blijven plegen tegen ons proces van leven en tegen de rechten van de boerenbevolking van onze omgeving.

De laatste dagen heeft onze gemeenschap het bestaan kunnen vaststellen van verschillende paramilitaire basissen gelegen in verschillende gehuchten van San José de Apartadó. Reeds gedurende verschillende weken plaatsten de paramilitairen enkele controleposten in de gehuchten El Porvenir, La Resbalosa, Rodoxalí, Arenas Bajas, Playa Larga, La Esperanza en Naín. Van daaruit bedrijven ze alle soorten daden van barbaarsheid tegen de burgerbevolking, zoals huiszoekingen, stelen van dieren, van geld en van voedingsproducten.

De Strijdkrachten zijn zogezegd aan het patrouilleren doorheen de gehuchten om het paramilitarisme te dwarsbomen maar nooit gaan ze daar waar de groepen paramilitairen zijn. Want de militairen wijden zich alleen aan het lastig vallen van de burgerbevolking door in hun huizen huiszoekingen te houden en de mensen te fouilleren alsof de boeren paramilitairen zouden zijn. Gedurende vele jaren behandelden de militairen de boer als “guerrillero” om hem te kunnen beschuldigen, aan te houden, te folteren en te vermoorden. Nu dat de guerrilla reeds ontwapende en de regering van hen fictieve resultaten eist tegen de paramilitairen, die reeds altijd hun bondgenoten zijn geweest, vervolgen ze dezelfde boeren en beschuldigen ze ervan paramilitairen te zijn, om die resultaten te kunnen voorleggen, maar de echte paramilitairen laten ze met rust. Zulke rotheid van de macht veroorzaakt morele walging.

We slagen er niet in om ons uit te leggen hoe het mogelijk is dat de paramilitairen door de gehuchten patrouilleren zonder door geen enkele autoriteit lastig te worden gevallen, want terzelfder tijd zijn er militaire troepen in de zones en toch doorkruisen de paramilitairen in alle rust en in grote groepen, die gecoördineerd zijn vanuit de reeds in de gehuchten geplaatste controlepunten, alle plaatsen. Deze paramilitaire structuren leggen zich erop toe de woningen van de boeren binnen te dringen en zo hun privacy te schenden en ze te verplichten voor hen te werken. Het is duidelijk dat zowel paramilitairen als militairen verenigd zijn om de burgerbevolking te stigmatiseren en ze te onderwerpen aan hun projecten van terreur en dood.

De laatste feiten zijn de volgende:

Op zaterdag 15 juli 2017 overdag waren er huiszoekingen door paramilitaire groepen in verschillende woningen van de boeren van de gehuchten La Esperanza en Mulatos van het district San José de Apartadó. Van daaruit werden voedingsproducten meegenomen, kledingstukken en het geld van de boeren. Wat achterbleef en wat hen niet van nut was gooiden ze weg en vertrappelden ze. Dit alles was de dag voordien gecoördineerd toen een schijngevecht plaats vond tussen het leger (17-de Brigade) en paramilitairen, schijngevecht waarin deze Brigade de hoofdrol speelde. Want in dit zogezegde gevecht werd geen informatie gegeven van gevangenneming noch van in beslagname van wapens van geen enkele soort. Integendeel ze organiseerden zich wel om de private eigendommen van de boeren te plunderen en tenslotte om ze te bestelen en al hun rechten te schenden.

Op woensdag 19 juli 2017 ’s morgens kwam een groep militairen aan in het gehucht La Unión van het district San José de Apartadó waar ze begonnen de woningen van de bewoners aan te pakken om er een illegale registratie/telling te houden van de burgerbevolking. Zal het zo zijn dat de 17-de Brigade en de overige Staatsinstellingen denken dat de boeren de paramilitairen zijn? Het is duidelijk dat de locale besturen het paramilitarisme afdekken en daartoe registreren ze de burger-boerenbevolking om zo gerechtelijke processen te kunnen aanspannen tegen beschermde personen zodat het paramilitarisme rustig misdaden blijft begaan in deze regio. Zulke registraties zijn uitdrukkelijk verboden door het Grondwettelijk Hof in zijn Vonnis C-1024/02 van 26 november 2002.

Op zondag 23 juli 2017 om 11:00 uur was er een groep paramilitairen aanwezig op één van de private eigendommen van onze Vredesgemeenschap in het gehucht Mulatos Medio van het district San José de Apartadó. Daar verbleven ze verschillende uren vlakbij de woning van een lid van onze Vredesgemeenschap.

Het zijn reeds veelvuldige acties van onderwerping die men lijdt in de gehuchten van San José de Apartadó. Want een groot deel van de boeren laten blijken dat ze bevreesd zijn op hun boerderijen omdat ze onderworpen worden aan diefstal van hun persoonlijke bezittingen en van hun dieren en aan de beschadiging van hun landbouwproducties. Ook worden ze verplicht te werken voor het paramilitarisme en hij die dat weigert wordt dus bedreigd.

We zijn op de hoogte van het plan van uitroeiing dat bestaat tegen onze Vredesgemeenschap vanwege de paramilitairen in coördinatie met de brigades van het leger. Ze zijn reeds veelvuldig de bedreigingen die bestaan tegen ons proces. Dit alles weten we omdat de paramilitairen zelf de burgerbevolking hebben ingelicht wanneer ze herhalen: “Aan deze gemeenschap moet een einde gemaakt worden omdat ze een belemmering vormt en omdat ze de ontwikkeling die wij paramilitairen meebrengen niet toelaat”. Ook beweren ze: “ We werken in coördinatie met de militairen zodat zij ons ons werk laten doen in de zone.” Daartoe is het dat er enkele paramilitaire basissen zijn in de gehuchten. En de 17-de Brigade van het leger vervolgt hen niet. Het is een bondgenootschap dat de boer ertoe gebracht heeft slaaf te zijn op zijn eigen grond.

“Hoelang nog gaat de nationale regering al deze schande verhullen? Na zo vele jaren vervolging te lijden, hoe lang nog zal de boer tot slachtoffer gemaakt worden? En tot wanneer zal de burgerbevolking verplicht worden de vervolging te financieren, die ze ondergaat, door de verplichting belastingen te betalen aan de paramilitairen? Waarom doet niemand iets om deze terreur af te remmen in een land waarin er geen twijfel bestaat dat de macht onomwonden in handen is van de misdadigheid?

Onze gemeenschap zal nooit nalaten deze barbaarsheid aan te klagen ten aanzien van de wereld, in de hoop dat zulke schandelijkheid niet kan blijven voortduren.

We bedanken alle mensen die ons vanuit vele plaatsen van de wereld met hun solidaire boodschappen en hun stemmen van aanmoediging blijven begeleiden of het nu dag is of nacht en die ons moreel en politiek ondersteunen in deze moeilijke momenten voor onze Vredesgemeenschap.

20/07/2017 Tot wanneer zullen we deze schande moeten verdragen?

Als Vredesgemeenschap van San José de Apartadó doen we opnieuw een beroep op fijngevoelige mensen van ons land en van de wereld om getuigenis af te leggen van de laatste feiten die ons proces van leven en de rechten van de boerenbevolking van onze omgeving blijven aantasten.

De Colombiaanse regering verklaart voortdurend dat ze het paramilitarisme in de regio’s van het land gaat bestrijden, maar dat is een grote leugen gebleken. Want het is evident dat de legerbrigades niets doen om dit fenomeen af te remmen. Integendeel ze realiseren valse gevechten om te veinzen dat zij ze wel vervolgen en nadien stopt het hiermee dat ze bijeenkomsten hebben met de paramilitaire chefs in de bergen.

Het zijn reeds vele strategieën van terreur die wegen op de regio van San José de Apartadó. Want elke keer is het moeilijker om vrij te zijn om te werken op onze percelen, gegeven dat heden ten dage de bevolking meer beperkt is om te beslissen hoe te leven op hun territorium, omdat ze verplicht is zich te onderwerpen aan dit Staats-Paramilitair project en hun orders van onderwerping te verdragen door zich te schikken naar hun voorstellen om de zone te domineren.

Deze paramilitaire structuren houden zich bezig met het binnendringen van de huizen van de boeren. Zo schenden ze hun privacy en zo verplichten ze hen om met hen mee te werken door hen als informatiepunten dienst te verlenen d.w.z. door informanten en spionnen in hun dienst te worden. Ze verplichten hen zo ook om hun voedsel te koken en om hun oorlogsmateriaal in hun huizen te bewaren. Als iemand weerstand biedt om mee te werken dan wordt hij met de dood bedreigd, dikwijls samen met zijn familie.

De laatste feiten zijn de volgende:

Op maandag 10 juli 2017 ’s morgens was een sterke paramilitaire groep aanwezig op de grens van de gehuchten El Porvenir en La Esperanza van San José de Apartadó. Bij deze gelegenheid kwamen ze aan bij een huis en ze uitten bedreigingen tegen onze Gemeenschap. Ze vroegen of ze daarlangs geen leden van die hoerenjong vredesgemeenschap gekruist hadden die hen de vorige dagen hadden buiten gegooid uit La Esperanza. En ze voegden er aan toe: “Dat gaat zo niet blijven want de vredesgemeenschap weet niet wat haar te wachten staat omdat we gaan zien wie in de regio de baas zal zijn ofwel zij ofwel wij.” Ook verklaarden ze: “We gaan het die gemeenschap niet vergeven omdat ze door haar schuld leden van onze groep gevangen namen en dat zullen ze duur betalen want wij hebben de opdracht om iedereen die deel uitmaakt van deze gemeenschap te vermoorden, want ze zullen niet altijd met deze gringos[1] op weg zijn. Het ogenblik zal komen dat we hen alleen zullen ontmoeten en zo zullen we voor eens en altijd gedaan maken met deze last voor ons.”

Op woensdag 12 juli 2017 kwam een groep paramilitairen van minstens 30 man met militair uniform en met lange wapens aan in het gehucht El Porvenir van het district van San José de Apartadó. Daar pakten ze een bewoner van het gehucht op en bedreigden hem iets aan te doen als hij niet aanvaardde met hen samen te werken en ze verwittigden hem: “We willen u niet verbonden zien met de vredesgemeenschap als ge niet wilt dat u te beurt valt wat we gepland hebben voor deze hoerenjong vredesgemeenschap.

Op donderdag 13 juli 2017 om15:00 uur kwam een legertroep van de 17-de Brigade aan in het gehucht El Porvenir van San José de Apartadó. Daar namen ze een boer gevangen, ze mishandelden hem, deden hem zijn kleren uittrekken en behandelden hem als “paramilitair” want ze beschuldigden hem ervan de paramilitairen te informeren over de aanwezigheid van de Strijdkrachten. Hoe is het mogelijk dat de boer moet betalen voor wat de paramilitairen doen terwijl zij het juist zijn die hem voortdurend aanvallen? Maar bovendien hoe beschuldigen ze hem ervan – wat een contradictie - de paramilitairen te informeren over de aanwezigheid van het leger terwijl iedereen weet dat militairen en paramilitairen nauw gecoördineerd zijn? Niemand begrijpt dat het leger de boeren van paramilitarisme beschuldigt terwijl het geweten is – want zo hebben ze het zelf te kennen gegeven – dat de militairen de paramilitairen niet vervolgen. Men stelt daar de verbijstering vast van zo wat troepen die de boerenbevolking steeds beschuldigden van guerrilleros te zijn, maar nu er geen guerrilla meer is niet meer weten waarvan ze te beschuldigen en ze dan maar beschuldigen van paramilitarisme om te doen alsof ze de paramilitairen vervolgen. Tot hoe lang nog zoveel cynisme van de Staatsinstellingen? Na zoveel chantage lieten ze de boer vrij.

Op vrijdag 14 juli 2017 om 12:00 uur toen een werkgroep van onze Vredesgemeenschap op het punt stond te vertrekken uit het gehucht Mulatos Medio van het district San José de Apartadó naar San Josecito werden ze in de Mulatosrivier door een gewapende groep, klaarblijkelijk van het leger, onderschept, want ze droegen geen insignes die het mogelijk maakten hen te identificeren. Daar werden ze illegaal onderworpen aan een controlepost waarbij ze beslag legden op hun persoonlijke objecten, zoals zakken met kleren, zakken met voedingsproducten en maïskolven die ze meevoerden op een muilezel. Ook namen ze hun paspoorten af en ze registreerden hun namen en ze namen foto’s van hun identiteitsdocumenten.

Dezelfde vrijdag 14 juli 2017 om 16:00 uur deden zich gedurende 15 minuten gevechten voor tussen het leger en de paramilitairen in het gehucht Las Nieves van het district San José de Apartadó. Opnieuw liet men een schijngevecht zien waarin de 17-de Brigade de hoofdrol speelde, want bij dit zogezegde gevecht waren er geen gevangennemingen en er werden ook geen wapens van geen enkele soort in beslag genomen. Alles werd zo geprepareerd dat de burgerbevolking zou geloven dat ze wel de paramilitairen bestrijden die bezig waren de regio in te nemen. We weten duidelijk door de bekentenis van de paramilitairen zelf dat zij geen vijanden zijn van het leger en dat ze integendeel gecoördineerd opereren om de bevolking naar eigen goeddunken te overheersen. Nadien werden dezelfde paramilitairen gezien in de gehuchten Buenos Aires, La Unión, Mulatos hoofdplaats en Mulatos Medio met heel hun personeelssterkte en zonder enig schrammetje.

Op zondag 16 juli 2017 ’s morgens drong een gekende paramilitair in militair uniform en met een geweer voor lange afstand onze nederzetting Vredesgehucht LUIS EDUARDO GUERRA in het gehucht Mulatos Medio van het district San José de Apartadó binnen. Onze Vredesgemeenschap eiste van hem respect, want onze nederzettingen zijn private eigendom en neutrale zones voor om het even welke gewapende groep. Na enkele minuten trok deze paramilitair zich terug uit deze plaats.

Op woensdag 19 juli 2017 om 18:50 uur, toen vier leden van onze Vredesgemeenschap en een ploeg van internationale begeleiding met een voertuig van publiek transport (chivero = een jeep) op weg waren van de stedelijke zone van Apartadó naar San José, werden ze onderschept door twee paramilitairen op een moto. Ze droegen pistolen en revolvers. Ze deden het voertuig stoppen op nauwelijks 500 meter van een militaire controlepost en ze verplichtten de passagiers hun bagage af te geven. De leden van onze gemeenschap en onze internationale begeleiders probeerden de diefstal te verhinderen maar dat was onmogelijk want ze werden met de dood bedreigd als ze hun bezittingen niet afgaven. Spijtig genoeg stalen ze het geld waarmee we de producenten die ons hun cacao verkopen gingen betalen. De Staat is het die hier verantwoordelijk voor is met zijn militaire instellingen en hun paramilitaire armen met ononderbroken aanwezigheid van meer dan 20 jaar in deze zone zonder dat ook maar één enkele autoriteit onze klachten aanhoort. Hoe is het mogelijk dat de dieven gewapend konden passeren door een militaire controlepost? En nog meer ironisch nog dat ze kunnen stelen voor de neus van de militairen? Waartoe dienen zoveel Strijdkrachten als ze uiteindelijk bondgenootschappen aangaan met de bandieten om diefstallen te plegen in de gehuchten, in de huizen, op de toegangswegen en de wegen die onze gehuchten en nederzettingen doorkruisen?

Hoe lang nog zal onze regio de terreur moeten meeslepen van een Staat die toelaat dat het paramilitarisme vaste vorm aanneemt in de diepte van ons grondgebied, waar ze bovendien de boerenorganisaties, die niet akkoord gaan met hun doodsprojecten, met uitroeiing bedreigen? Het is de Nationale Regering die verantwoordelijk is dat de zone zich in zulke betreurenswaardige toestand bevindt want haar medeplichtigheid met de paramilitaire groepen wordt elke keer meer evident in de ogen van het volk dat lijdt bij de verdediging van zijn land.

Veel communicatiemedia lenen er zich vandaag toe dat burgemeesters en gouverneurs voor de dag komen met het ontkennen van het bestaan van de paramilitairen in San José de Apartadó. Het is reeds duidelijk dat het gouverneurschap van Antioquia weigert te aanvaarden dat het paramilitarisme hen uit de handen glipte bij hun poging het verborgen te houden. We herinneren u eraan Mr. Burgemeester Eliécer ARTEAGA[2], heren kolonels Antonio José DANGON[3] en Javier SOLER[4], Mr. Gouverneur van Antioquia Luis PÉREZ: de paramilitairen bevinden zich in San José de Apartadó en ze bedreigen, stelen en verplichten de bevolking om met hen mee te werken, en neen het zijn gemeen bendes van gewone criminaliteit, BACRIM (= bandas criminales = criminele bendes ) zoals jullie hen benoemen in jullie strategieën om de waarheid te ontwijken, het zijn grote groepen die door de gehuchten trekken alsof het militairen waren, die uniformen dragen en wapens die uitsluitend mogen gebruikt worden door het leger en ze beroepen er zich op hun medewerkers en vrienden te zijn. Ze bevestigen dat heel de boerenbevolking voor hen moet werken, terwijl ze onwettige belastingen innen, hun bezittingen stelen, hen normen opleggen die tegenstrijdig zijn met hun principes, hen met de dood bedreigen en terwijl ze voortdurend aankondigen dat onze Vredesgemeenschap moet uitgeroeid worden.

Onze Vredesgemeenschap zal getuigenis blijven afleggen van deze en andere feiten wat de gevolgen hiervan ook mogen zijn.

We bedanken alle personen die ons vanuit vele plaatsen van de wereld met hun solidaire boodschappen en hun aanmoedigende stemmen kwamen begeleiden zonder dat het belang had of het dag was of nacht en ons moreel en politiek kwamen ondersteunen in deze moeilijke momenten voor onze Vredesgemeenschap.



[1] Gringos verwijst b naar Amerikanen maar in concreto hier naar de Vredesbrigadisten

[2] Burgemeester van Apartadó

[3] Commandant van de 17-de Brigade van het leger

[4] Commandant van het Departement van Politie van Urabá

12/07/2017 Zal men groter cynisme kunnen bedenken?

Opnieuw ziet onze Vredesgemeenschap van San José de Apartadó zich genoodzaakt getuigenis af te leggen tegenover het land en de wereld van de laatste feiten tegen ons proces van leven en tegen de rechten van de bevolking van onze omgeving.

Reeds heden ten dage patrouilleren de militairen doorheen de gehuchten van San José en geregeld komen ze bijeen met de groepen paramilitairen. Als ze deze ontmoetingen niet kunnen realiseren dan communiceren ze met schoten in de lucht. Dat beduidt dat ze daar zijn om geen vergissingen te begaan en mekaar geen schade te bezorgen. Want het is duidelijk dat er een bondgenootschap bestaat tussen deze paramilitaire structuren en de brigades van het leger. Zo groot is het cynisme van de locale besturen bij het beweren dat er geen paramilitairen zijn in San José de Apartadó, dat men zich moet afvragen: “Hoe heten deze gewapende groepen die de regio zoveel schade aandoen en die met meer dan 50 man zijn per gehucht dan wel?” Ze komen naar de huizen, stelen er dieren en geld en niemand die ook maar iets zegt want de bedreigingen verlammen de bevolking. Het zijn reeds honderden aanklachten, die we over deze barbaarsheid van verdrukking en van dood die we beleven, hebben gedaan en er werd geen enkele maatregel genomen om dit paramilitair fenomeen tegen te houden. Wel integendeel de Strijdkrachten coördineren met de paramilitaire chefs om de boeren te onderwerpen aan hun belangen en aan hun criminele projecten. Hier volgen de laatste feiten:

Op zaterdag 24 juni 2017 kwam een groep paramilitairen aan in het gehucht El Porvenir van het district San José de Apartadó. Bij aankomst onderschepten ze verschillende bewoners die ze te kennen gaven dat ze reeds een boerderij onderhandeld hadden in het hoog gelegen deel van het gehucht om er een paramilitaire controlepost te plaatsen, of men dat nu graag heeft of niet. Nadien verwijderden ze zich en trokken ze het gebergte in.

Op vrijdag 30 juni 2017 drong een man, die zich identificeerde als paramilitair, die een kort wapen droeg en een communicatieradio, binnen in onze nederzetting Vredesgehucht Luis Eduardo Guerra, in het gehucht Mulatos, van het district San José de Apartadó. Daar vroeg hij: “Hoe heet deze plaats?” De leden van onze Gemeenschap die daar waren eisten van hem eerbied, want hij was gewapend binnengekomen in een eigendom van de Vredesgemeenschap en ze legden hem uit dat wij hier leven en dat we op geen enkel moment samenleven met gewapende actoren. Deze paramilitair, reeds kwaad, vroeg naar een man die enkele honden met lange oren heeft; naar een vrouw die twee dochters heeft die op elkaar gelijken en naar de voorzitter van de raad van gemeentelijke actie van het gehucht. Want dat hij ging naar waar zij waren, waar zich een troep paramilitairen bevond.

Op zondag 2 juli 2017 om 14:40 kwam een zwaar bewapende groep paramilitairen aan in het gehucht La Resbalosa, van het district San José de Apartadó. Daar brachten ze de bewoners bijeen en ze stelden zich voor als “Autodefensas Gaitanistas de Colombia (AGC). Eén stelde zich voor als de chef politiek belast met het overtuigen van de bewoners om daar de informatiepunten te ondersteunen. Een andere stelde zich voor als chef van de troep, beter gekend als “El Rayo”. Nog een andere stelde zich voor als de commandant van de ‘punten’[1]. Later stelden ze een burger voor als “een punt” (= informant) van de sector La Rica, tussen Naín en La Resbalosa, (Departement) Córdoba. Deze bijeenkomst gebeurde onder dwang en op die manier schonden ze alle rechten van de boeren. Ze verklaarden dat ze een “punt”in het gehucht gaan plaatsen. Waarop de mensen “neen” zegden omwille van alle problemen die dat meebrengt voor de burgerbevolking. Het antwoord van de paramilitairen was: “Of jullie dat graag hebben of niet wij gaan hier een punt plaatsen en als we daartoe een terrein moeten kopen en een huis moeten bouwen om onze informant in onder te brengen dan zullen we dat doen. Maar de raad voor gemeentelijke actie van het gehucht moet hem een onderkomen geven als een familie meer van het gehucht. Bovendien is er geen probleem als ze hem gevangen nemen, want we hebben alles gecoördineerd met de militairen en met het Openbaar Ministerie zodat hij niet meer dan 24 uur gevangen blijft. Op dezelfde wijze verklaarden ze: “We kwamen om te blijven en we willen dat iedereen in het gelid blijft, door voor ons te werken en daarom willen we geen ’verklikkers’[2] die informatie gaan aanbieden over onze aanwezigheid.” Daar boden ze aan iedereen die met hen zou willen werken goed te betalen. Want ze dicteerden hen de contactnummers, zodat ze hen over om het even welke gewapende of burgerlijke aanwezigheid, die voor hen een hinderpaal zou vormen om de gehuchten in te nemen,zouden informeren. Op dezelfde wijze gingen ze opnieuw tekeer tegen ons proces van Vredesgemeenschap. Ze verklaarden: “Jullie moeten jullie niet bezorgd maken over de Vredesgemeenschap want zij is opgenomen in het plan van uitroeiing, en in de plaats van informatie tegen ons aan te bieden aan de Gemeenschap zouden jullie beter achter hen moeten aangaan om informatie van hen los te krijgen voor ons.

Op maandag 3 juli 2017 werden militairen ontscheept in de gehuchten La Esperanza, Mulatos en la Resbalosa van het district San José. Daar kon eens te meer de medeplichtigheid vastgesteld worden tussen deze paramilitaire structuren en de 17-de Brigade van het leger, want gedurende de ontscheping losten de paramilitairen schoten in de lucht zodat de helikopters zouden weten waar zij zich ophielden en zodat ze hen geen enkele schade zouden berokkenen.

Op vrijdag 6 juli 2017 overdag kwam een groep zwaarbewapende paramilitairen aan in het gehucht La Cristalina, van het district San José de Apartadó. Daar lieten ze opschriften achter op de muur van de school, op de omheining in prikkeldraad, op de dieren en de bomen en zo onderstreepten zij de paramilitaire opmars. Deze opschriften bestaan uit het letterwoord AGC (Autodefensas Gaitanistas de Colombia) en ze voegen er het wachtwoord bij: ”Wij zijn present en we kwamen om te blijven”. De volgende dag trokken de instellingen van de Staat (leger, politie en Openbaar Ministerie) het gehucht binnen. Onder hen was Kolonel Antonio José Dangón, van de 17-de Brigade van het leger en de Kolonel van de Politie van Urabá Luis Soler. Daar was het enige wat ze deden opnieuw de burgerbevolking in gevaar brengen, want ze begonnen met de families in registers op te schrijven waarbij ze de huizen binnendrongen zonder autorisatie. Want deze toelating is een praktijk die voorgeschreven is door het Grondwettelijk Hof. En ze dwongen de mensen hun namen mee te delen. Zal het zo zijn dat voor de 17-de Brigade de burgerbevolking paramilitairen zijn? Tot waar gaan de nationale en locale besturen hiermee namelijk met het beschermen van deze paramilitaire groepen? Ze laten nummers voor contact achter opdat ze zouden informeren over gewapende aanwezigheden, terwijl het duidelijk is dat de boer niet betrokken is bij de oorlog en om het even welke informatie weigert die hem zou betrekken bij het gewapend conflict. Men kon vaststellen dat het enige dat de Strijdkrachten daar deden was te zorgen voor de opschriften door de paramilitairen achtergelaten en te verblijven tussen de huizen van de burgers en zo kinderen en volwassenen die daar leven in gevaar te brengen. Ook kampeerden ze in de teelten voor huishoudelijk gebruik en beschadigden ze wat de boer met zoveel inspanning verbouwt. Nadien kwamen deze kolonels van de brigade en van de politie via de communicatiemedia naar buiten met de bevestiging dat alles kalm is en dat er geen gevaar bestaat in La Cristalina. Wat een grote leugen! Want het is duidelijk dat in de gehuchten van San José een sterke aanwezigheid van groepen paramilitairen is, die bedreigingen uiten, die stelen, die belastingen opeisen en die informatie- “punten” plaatsen om de zones te controleren.

Op vrijdag 7 juli 2017 ‘s morgens werd in San José de Apartadó door een bekende paramilitair die de Commandant was van het Blok Heroes de Tolová (= Helden van Tolová) een valse plechtigheid van vergiffenis opgezet voor het bloedbad van 21 februari 2005 in Mulatos en La Resbalosa (van district San José de Apartadó). Deze plechtigheid liet de slachtoffers nog meer verward achter, omdat de paramilitair de waarheid niet sprak over de feiten en evenmin antwoordde op de vragen van de slachtoffers over de banden die bestonden tussen de 17-de Brigade en ambtenaren van het Presidentschap bij het bloedbad. Zijn antwoord was: “Ik kom met erge beperkingen om te antwoorden.” Wat hij te kennen gaf was dat alles gecoördineerd was door de 17-de Brigade en de politie, zodat hij enkel zou vertellen wat afgesproken was met de Staatsinstellingen. Ook plaatsten ze een leugenachtige gedenkplaat ter erkenning van het bloedbad en in herinnering aan de slachtoffers waarop men leest: “Ter gedachtenis aan onze familieleden die we niet vergeten: Luis Eduardo Guerra, Beyanira Areiza Gúzman, Deiner Andres Guerra Tuberquia, Alfonso Bolivar Tuberquia, Sandra Muñoz Posso, Natalia Tuberquia Muñoz, Santiago Tuberquia Muñoz en Alejandro Pérez Castaño, slachtoffers van het bloedbad van San José de Apartadó dat plaatsvond op 21 februari 2005 in het kader van het Colombiaans gewapend conflict door toedoen van de paramilitaire groep ‘Blok Helden van Tolová’. Omdat we in San José de Apartadó harmonie en vrede uitbouwen.” Er werd alleen verwezen naar de schuld van de paramilitairen en men refereerde naar geen enkele ambtenaar van de regering. Om deze reden vragen we ons af: “Waar is de schuld van het Presidentschap van de Republiek en van de 17-de Brigade die de opdrachtgevers waren om dit bloedbad uit te voeren samen met de paramilitairen?”

Op maandag 10 juli 2017 toen Ruby Arteaga, lid van onze Vredesgemeenschap, op het punt stond om aan te komen aan haar huis in het gehucht Mulatos van San José de Apartadó, kwam ze tot de bevinding dat ze haar huis waren binnengedrongen en dat ze 50 kilo rijst gestolen hadden, 20 liter suikerrietsiroop, 10 kippen en een radio Sonny FM-AM. Men wijst die diefstal toe aan de groepen paramilitairen want dat zij degenen zijn die aanwezig waren in de gehuchten en dieren, geld en koopwaren stalen in de alleenstaande huizen, omdat de eigenaars buiten waren om hun persoonlijke boodschappen te doen. Bovendien is het zo dat in Mulatos nooit iets verloren werd en dat sinds de paramilitaire groepen geholpen door de Strijdkrachten binnendrongen de inboedel van de boeren werd kwijtgespeeld.

Op dinsdag 11 juli 2017 verschenen opnieuw opschriften van de paramilitairen op de muren van de boerenwoningen. Ditmaal was het in het dorpscentrum zelf van San José de Apartadó waar ’s morgens op 25 woningen opschriften verschenen en niemand die ook maar iemand gezien heeft. Bovendien is er in dit district een militaire basis en een politiestation op nauwelijks 100 meter. Hoe is het mogelijk dat een plaats die zo gemilitariseerd is ontwaakt gebrandmerkt door de aanwezigheid van de paramilitairen? Het lijdt geen twijfel dat de Strijdkrachten, leger en politie, een verbond aangingen met deze groepen om de bevolking te onderwerpen aan terreur. Reeds op verleden donderdag 6 juli lieten de paramilitairen hun opschriften achter op muren, dieren, bomen en deuren in het gehucht La Cristalina en de Strijdkrachten zegden via de media dat alles rustig was en dat er geen gevaar was. Wat gebeurde op 11 juli in San José hoe gaan ze dat afdekken? Is alles er ook rustig?

Het cynisme van de Staat is zodanig bij het verbergen van het paramilitarisme in de zone, dat het voorbijging aan de boerenbevolking die het meest geleden heeft in de regio en die zich nu moet onderwerpen aan dit project van de Para-Staat terwijl die alle rechten schendt. Dit alles heeft reeds de bodem geraakt, want een eenvoudige boer die strijdt om de grond te bewerken om zijn voedsel te produceren, moet toezien hoe een gewapende groep toekomt in coördinatie met de militairen om belastingen te innen, om alles uit zijn huis te stelen of om hem te bedreigen door hem te behandelen als ‘verklikker’ en hem zo zijn nakende dood, verdwijning of ontheemding aan te kondigen. Wat voor soort recht is dit?

Het is duidelijk dat de 17-de Brigade en de locale besturen nooit iets gaan doen om deze paramilitaire opmars in San José de Apartadó tegen te houden. Integendeel ze geven hen de vrijheid om te bedreigen, te stelen en schade toe te brengen aan het leven van de boer.

Onze Vredesgemeenschap heeft meer dan 20 jaar overleefd te midden van bedreigingen, verdwijningen, folteringen en moorden maar we doen nog verder dank zij onze principes en reglementen. Want zij zijn het die ons versterkt hebben in ons verzet en in ons gemeenschapsleven.

Opnieuw zijn we dankbaar voor alle internationale solidariteit die ons politiek en moreel heeft begeleid vanuit verschillende plaatsen in de wereld en die heeft geloofd in ons gemeenschapsproces en haar best heeft gedaan om te proberen tussen te komen bij de regeringen ter verdediging van onze levens. Altijd zullen we getuigenis blijven afleggen van alle gewelddadigheden en schendingen van de mensenrechten door de Regering samen met de paramilitaire structuren.



[1] De paramilitairen spreken van ‘punten’ als ze het hebben over hun informanten.

[2] Sapos is het woord dat men gebruikt voor informanten van de guerrilla

29/06/2017 De vrede die men zoekt zal dat de vrede van de graven (grafzerken) zijn?

Opnieuw doet onze Vredesgemeenschap van San José de Apartadó een beroep op het land en de wereld om getuigenis af te leggen van de laatste feiten tegen ons proces van leven en tegen de rechten van de bevolking uit onze omgeving.

We weten duidelijk dat de Staat zich doof houdt tegenover heel het paramilitair fenomeen dat elke dag verder groeit in de regio. Want acties om deze problematiek te doen stoppen of te corrigeren heeft men niet gezien. Integendeel het is evident dat het paramilitarisme niet alleen optreedt om haar projecten van de dood te ontwikkelen. Want de gemeentebesturen en de brigades van het leger hebben de regio ontruimd opdat de paramilitairen vrije toegang hebben om alles te controleren zonder aangevallen te worden.

Op zaterdag 17 juni 2017 om 7:00 uur kwam een groep zwaarbewapende paramilitairen aan in het gehucht Mulatos Medio van het district San José de Apartadó. Daar namen ze een bewoner van het gehucht gevangen. Ze bedreigden hem met de dood “als hij optrad als verklikker” door informatie te verschaffen aan de Vredesgemeenschap. En ze verwittigden hem dat het hem duur te staan zou komen als er iets tegen hen zou gebeuren.

Op maandag 19 juni 2017 installeerde dezelfde troep paramilitairen, die op 17 en 18 juni een controlepost plaatste vlakbij ons Vredesgehucht, zich op de boerderij van één van de leden van onze Vredesgemeenschap op het punt dat gekend is als El Barro van hetzelfde gehucht Mulatos Medio. Ze namen het lid van onze Gemeenschap gevangen door hem zijn van zijn vrijheid te beroven, zodat hij gedurende twee dagen langs geen enkele kant te kon buitenkomen. Nadat ze hem bedreigd hadden maakten ze duidelijk dat ze op zoek waren naar “enige leeglopers” (personen die geïdentificeerd werden door hun gebruik van grote hoeden) van de Vredesgemeenschap omdat ze hen zochten om ze te doen verdwijnen en om ze (dood) “achter te laten bedekt met bladeren waar ze niet gevonden zullen worden”. Want dat zou de manier zijn om “voor eens en altijd gedaan te maken met deze hoerenjong gemeenschap”. Van daaruit begonnen ze te patrouilleren langs de woningen van de rest van de boeren. Daar zegden ze dat ze Gildardo TUBERQUIA en Germán GRACIANO en een andere bewoner van het gehucht Mulatos hoofdplaats zochten door hen te vragen of ze hen hadden zien voorbij komen. Het plan dat ze bij hadden was overduidelijk om leden van onze gemeenschap of een andere bewoner die hen tegenwerkten bij hun dodelijk op weg gaan, te vermoorden. Ook verwittigden ze: “Wij zijn gekomen om hier te blijven en we willen geen verklikkers die informeren over onze aanwezigheid in de zone.”

Op woensdag 21 juni 2017 om 15:00 uur kwam een zwaarbewapende groep paramilitairen aan op de plaats die gekend is als La Cancha in het gehucht Mulatos Hoofdplaats, van het district San José de Apartadó. Ze omcirkelden deze plaats en legden de voetbalmatch stil die boeren uit dit gehucht speelden. Op dit moment vroegen ze of er leden van de Vredesgemeenschap meespeelden. Daarop antwoordden de bewoners van neen. Ze waarschuwden dan de aanwezigen: “We willen niet dat iemand een band heeft met deze Vredesgemeenschap en indien jullie zich bij hen aansluiten zullen jullie samen met hen worden uitgeroeid.

Op donderdag 22 juni 2017 kwam een groep paramilitairen gezeten op paarden, in burgerkleren en met geweren bij, aan bij onze nederzetting van het gehucht La Esperanza van het district San José de Apartadó. Ze onderschepten een lid van onze gemeenschap die daar met zijn familie woont. Eén van hen stelde zich voor als Commandant van de Gaitanistische Zelfverdedigingsgroepen van Colombia (AGC). Nadien behandelden ze hem als een verklikker (informant) en ze zegden “ het is goed hem achter te laten in een of andere ravijn met zijn mond vol vliegen en wormen”. Ook vroegen ze hem naar de eigenaar van de boerderij die eerder wat jonge gasten had buitengezet die in de namiddag van erg ver zeer vermoeid aankwamen . Ze zegden: “Wie is hij wel om ons te bevelen en ons uit deze plaatsen buiten gooien alsof het niets was. Dat moet op een of andere manier geregeld worden. “ Onze kameraad antwoordde met veel schrik dat deze boerderij van de Vredesgemeenschap was en dat ze niet één eigenaar alleen heeft want dat onze principes en reglementen zeggen dat we neutraal zijn tegenover om het even welke gewapende groep en dat we daarom niet samenleven met personen die wapens dragen om schade te berokkenen aan de burgerbevolking.

Op woensdag 28 juni 2017 ’s morgens werd een paramilitaire groep van ongeveer 30 personen waargenomen doorheen het gehucht El Porvenir. Later ’s namiddags werd een andere groep met ongeveer hetzelfde aantal gewapende personen gezien in het gehucht Las Nieves. Dezelfde namiddag kwam nog een andere paramilitaire groep aan in het gehucht La Esperanza. Ondertussen verblijft een andere paramilitaire troep reeds verschillende dagen in het gehucht Mulatos van het district San José de Apartadó. Op de plaats gekend als Cantarrana onderschepten ze bewoners en uitten ze bedreigingen tegen leden van onze gemeenschap en tegen andere bewoners van de zone.

We vinden het erg duidelijk dat de medeplichtigheid van de Staat met deze paramilitaire structuren elke keer evidenter is, want het zijn reeds veel aanklachten die onze Gemeenschap gedaan heeft en er was niet één enkele maatregel om dit plan van de Staat en de Parastaat in de regio te stoppen.

Vandaag is onze regio elke keer meer gestigmatiseerd en is de regio tot een grens gebracht waarbij de mensen zich hebben moeten onderwerpen of het hebben moeten opgeven door hun grond achter te laten om hun leven te beschermen. We vragen ons af “Waar is de Rechtsstaat? Waar is de vrede waar vandaag zoveel publiciteit over gemaakt wordt in het land?” terwijl wat wij beleven in ons territorium een fenomeen is van slavernij aan de paramilitairen, die duidelijk ondersteund wordt door de brigades van het leger en de lokale besturen.

Onze bemoediging, die ons de kracht geeft verder te doen met ons proces van gemeenschap, is het te weten dat we (kunnen) rekenen op elke politieke en morele steun van hen die ons begeleiden vanuit verschillende plaatsen van de wereld en die geloofd hebben in onze smeekbedes om hulp waarom we telkens weer op de meest dringende manier verzoeken.

19/06/2017 Het zogezegde ‘postconflict’ vertaalt zich voor ons in de progressieve heerschappij van het paramilitarisme

Opnieuw ziet onze Vredesgemeenschap van San José de Apartadó zich genoodzaakt een beroep te doen op het land en de wereld om hen getuigenis af te leggen van de laatste feiten tegen ons proces van leven en tegen de rechten van de bevolking van onze omgeving.

In de laatste dagen heeft onze Gemeenschap kunnen vaststellen dat hoge bevelhebbers van de 17-de en de 11-de Brigade van het Leger samenkomen met paramilitaire groepen in de gehuchten Mulatos (van het district San José de Apartadó), Murmullo (van het district Batata van de gemeente Tierralta in departement Córdoba). Dat allemaal met de bedoeling heel het model van controle over de bevolking en van stigmatisering van onze Vredesgemeenschap te coördineren. Het is duidelijk dat de Regering het Paramilitarisme blijft verbergen , want de paramilitairen hebben alle vrijheid om acties op te zetten in de regio zonder dat ze ook maar gehinderd worden. Deze paramilitaire structuren maken de burgerbevolking steeds meer tot slaaf. Ze hanteren reeds veel gedwongen vaccins[1] die de boerenbevolking moet betalen om hun eigen grond te kunnen bewerken.

Het is overduidelijk dat paramilitaire structuren bewapende controleposten hebben in de gehuchten Arenas Bajas, Nuevo Antioquia, Playa Larga, Rodoxalí, La Hoz van de gemeenten Apartadó en Turbo (departement Antioquia) en in La Resbalosa, Machosolo, Resbalosita, Naín, Murmullo, Alto Joaquín en Baltazar in de gemeente Tierralta (departement Córdoba). In de overige gehuchten trekken deze gewapende groepen erop uit om te patrouilleren alsof ze het officiële leger vormen. Ze beschadigen en bedreigen (alles) wat ze op hun weg ontmoeten en er bestaat geen controle om dit Staats-Paramilitair project te stoppen dat elke keer meer de regio laat bloeden.

Op zaterdag 27 mei 2017 kwam een groep zwaarbewapende paramilitairen aan in het gehucht Arenas Altas (behorend tot het district San José de Apartadó). Daar namen ze een bewoner van het gehucht gevangen, die ze met de dood bedreigden als hij zich zou aansluiten bij de Vredesgemeenschap. Op dezelfde wijze verzekerden ze hem dat ze die Gemeenschap, het moge kosten wat het wil, gingen uitroeien, omdat ze hen in de weg liepen bij het ontwikkelen van hun projecten in de regio.

Op dinsdag 13 juni 2017 kwam een groep van minstens 20 paramilitairen in militaire kledij en met geweren aan in het gehucht El Porvenir (van het district van San José de Apartadó). Ze bleven gedurende verschillende uren door het gehucht patrouilleren en ze veroorzaakten paniek bij de boerenfamilies die daar leven. Later vertrokken ze naar het gehucht La Unión van San José.

Op woensdag 14 juni 2017 om 7:00 uur kwamen dezelfde groepen paramilitairen, die de vorige dag waren aangekomen in El Porvenir, aan in het gehucht La Unión van San José de Apartadó. Daar namen ze de huizen in van de boeren. Ze maakten duidelijk dat ze gekomen waren om er te blijven, of ze dat nu graag zouden hebben of niet. En bovendien dat ze komen om alles wat ze in de zone produceren te controleren, zoals coca, vee en de landbouwproducties. Op dezelfde wijze lanceerden ze bedreigingen tegen onze Vredesgemeenschap door aan de bewoners te kennen te geven dat als ze zich zouden aansluiten bij de Gemeenschap ze dan vermoord zullen worden. Reeds in de namiddag zetten ze hun weg verder naar La Esperanza.

Dezelfde woensdag 14 juni 2017 om 19:00 uur kampeerde deze groep die van La Unión kwam in onze nederzetting in het gehucht La Esperanza. Daar omsingelden ze het huis waarin een lid van onze Gemeenschap met zijn familie woont. Ze profiteerden ervan dat in de woning alleen de vrouw aanwezig was, de schoonmoeder en een schoonbroer en ze installeerden zich daar. Op datzelfde moment kwam een (landbouw)werkgroep van onze Gemeenschap vanuit San Josecito aan bij deze woning. Toen ze daar aankwamen vonden ze de woning omsingeld door paramilitairen die klaar waren om te schieten. De leden van onze Gemeenschap vatten moed en ze protesteerden tegen hun misbruiken en ze eisten eerbied voor het recht op vrijheid, op leven en op de privacy van de woning. Bovendien is het zo dat we borden hebben waarop onze principes en reglementen staan. Daarop antwoordden zij dat ze gekomen waren om te blijven en dat ze er bovendien geen rekening mee zouden houden indien zij de borden zouden zien, want ze zegden: “ Wie is de Gemeenschap wel dat ze ons zou doen weggaan?”Opnieuw werd hen gevraagd zich uit de plaats terug te trekken omdat onze Gemeenschap niet samenleeft en niet deelt met geen enkele gewapende groep. De paramilitairen bleven daar nog verschillende uren en nadien verwijderden zij zich slechts enkele meters. Dat alles gaf ons te kennen dat ze daar waren voor iets of dat ze op iemand wachtten. Door de manier waarop ze de plaats innamen was het duidelijk dat ze een of ander doel hadden om iemand te vermoorden.

Op zaterdag 17 juni 2017 om 11:00 uur kwam een goed gewapende groep met verreikende geweren aan en installeerde zich op drie minuten van ons vredesgehucht Luis Eduardo Guerra Guerra van het gehucht Mulatos Medios van het district van San José de Apartadó. Daar sloegen ze hun kamp op en ze bleven er tot het aanbreken van de dag.

Op zondag 18 juni 2017 ’s morgens verdeelde deze troep paramilitairen, die vlak bij ons vredesgehucht verbleef zich in twee en ze plaatste een controlepost op heel de weg die van Mulatos naar San José de Apartadó voert met de bedoeling de pas af te snijden van de bewoners die weggaan. Daar vroegen ze naar Gildardo Tuberquia, lid van onze Vredesgemeenschap , terwijl ze aan de boeren te kennen gaven dat indien hij vertrokken was of zich in zijn huis bevond zij hem hoe dan ook moesten ontmoeten. Op dezelfde plaats bleven ze twee dagen erop wachten dat Gildardo hen zou passeren om hem te vatten. Gelukkig was hij de vorige dagen reeds vertrokken met internationale begeleiding.

Op maandag 19 juni 2017 installeerde dezelfde troep paramilitairen, die een controlepost plaatste vlak bij ons vredesgehucht op 17 en 18 juni laatstleden, zich in de boerderij van één van de leden van onze Vredesgemeenschap op het punt dat gekend is als El Barro van hetzelfde gehucht Mulatos Medios. Van daaruit begonnen ze te patrouilleren langs de woningen van de boeren waaraan ze verklaarden dat ze Gildardo zochten, vragend dat ze hem niet hadden zien voorbij komen. Op dezelfde wijze verwittigden ze “we zijn gekomen om te blijven en we willen geen verklikkers die informeren over onze aanwezigheid in de zone”.

We houden de Colombiaanse Regering en haar instellingen verantwoordelijk voor wat kan gebeuren met Gildardo Tuberquia of met om het even welke bewoner van de regio.

Het leven van de boerenbevolking van onze regio is telkens meer gedwongen om ingeperkt te worden, verknecht te worden en ingeperkt te worden totdat het eindigt in het weggaan van de zone of in het aanvaarden van het zich onderwerpen aan dit paramilitair project dat de brigades van het leger in het bijzonder de 17-de en de 11-de Brigade van Antioquia en Córdoba duidelijk legitimeren. Hiertegenover gaat de Vredesgemeenschap voort met haar proces van leven, ondersteund door de hele internationale solidariteit, die ons moreel en politiek reeds meer dan 20 jaar vergezeld heeft. En we weten dat we de dag van morgen misschien vermoord zullen worden omdat we een regio willen in vrede en zonder oorlog.

[1] Vacuna is letterlijk een vaccin, maar hier heeft het de betekenis van een soort belasting of afpersing van geld die de mensen dan immuniteit geeft tegen het geweld van de paramilitairen

18/04/2017 Onmogelijk dit te ontkennen

Onze Vredesgemeenschap van San José de Apartadó doet opnieuw een beroep op het land en de wereld om hen getuigenis af te leggen van de laatste agressies waarvan ze slzachtoffer werd door rechtstreekse of onrechtstreekse agenten van de Colombiaanse Staat. Dit zij de recente feiten:

  • Van bij het begin van de Goede Week, die begon op 9 april 2017, was een groep paramilitairen aanwezig in het gehucht Las Nieves van San José de Apartadó. Toen sommige bewoners zich door de zone verplaatsten vertrokken de paramilitairen uit hun schuilplaats in een bosrijke zone en gaven ze opdracht aan de burgers die hen opgemerkt zouden hebben dat ze niets gezien hadden.

  • In deze zelfde week, tussen 10 en 12 april , drongen de paramilitairen binnen in het gehucht Arenas Altas, waar er een nederzetting is van onze Vredesgemeenschap en waar deze illegale gewapende groep reeds talrijke keren op bedreigende wijze was binnengedrongen. In het aangrenzend gehucht van Arenas Bajas is er reeds verschillende maanden een constante en bedreigende paramilitaire aanwezigheid. Ze bevestigen dat ze gekomen waren om er te blijven en dat zij er voortaan de hoogste autoriteit zijn. Hun aanwezigheid heeft zulke paniek veroorzaakt dat niemand het aandurft om hen aan te klagen.

  • Op 14 april 2017 rond 15:00 uur , wanneer een talrijke groep van onze Vredesgemeenschap een religieuze plechtigheid van de Kruisweg hield, bij het passeren door de plaats die gekend is als La Casono , op tien minuten van het Vredesgehucht Luis Eduardo Guerra, een heilige plaats voor onze Vredesgemeenschap , waar één van de staties van onze Kruisweg voorzien was, ontdekten ze dat de plaats boordevol bewapende en in meerderheid met het gezicht bedekte geüniformeerden was. Bij het vragen tot welke militaire eenheid ze behoorden , antwoordden ze dat ze het Bataljon Voltígeros van de XVII-de Brigade van het Leger waren. Maar het was evident dat het niet waar was, want geen enkele droeg ook maar enig officieel onderscheidingsteken, hun laarzen waren niet van het leger en hun houding om hun gezicht te bedekken en te verhinderen dat foto’s werden genomen met zinnen die overdreven agressief en bedreigend klonken, onthulden hun echte paramilitaire identiteit. De aanwezigheid van muilezels beladen met verzendingen en sommige met burgerkleren, conformeerde hun onmiskenbare paramilitaire stijl, ruimschoots bekend in de regio, zonder uit te sluiten dat sommige leden van het leger daaronder waren gemengd.

  • De laatste dagen werd onze gemeenschap op de hoogte gebracht van een plan vanuit het Gemeentehuis in Apartadó, om onze aanklachten in diskrediet te brengen en op deze wijze de paramilitaire opmars te promoten door per gehucht 10 personen aan te duiden die de rol van informanten zouden spelen maar die officieel zouden benoemd worden als boswachters.

In de laatste maanden en in de mate dat op officieel niveau de implementatie van de vredesakkoorden werd ondertekend, hebben we een aanzienlijke toename van de paramilitaire aanwezigheid kunnen vaststellen, zelfs in zones waar ze van te voren niet regelmatig binnendrongen. Wij blijven vertrouwen op de steun die veel personen met ethische principes, waarover niet onderhandeld kan worden, op veel plaatsen in de wereld en in Colombia ons blijven aanbieden.

07/04/2017 Paramilitairen bedreigen handelaars in San José de Apartadó

Opnieuw legt onze Vredesgemeenschap van San José de Apartadó getuigenis af aan het land en de wereld over het cynisme zonder grenzen van een misdadige Staat, die doorheen de XVII-de Brigade van het Nationale Leger systematisch een beroep doet op perverse vormen om onze integriteit als gemeenschap in diskrediet te brengen. Met de ruggensteun van burgers uit andere regio’s en ondersteund door bekende paramilitairen komen ze een plan uitvoeren van desinformatie aan de burgerbevolking van onze regio, want ze beschuldigen ons ervan rovers te zijn omdat we zogezegd in het bezit blijven van veel middelen afkomstig van de natie en van het buitenland en bestemd voor de ganse bevolking van het district van San José. Alleen de organisaties die ons begeleiden en waarvan we op een bepaald moment enige steun ontvingen zijn op de hoogte van onze transparantie en onze eerlijkheid. Tegelijk maken we duidelijk dat we nooit middelen of projecten van de Staat of van geen enkele andere agent die bestemd is voor de bevolking in het algemeen beheerden of zullen beheren, want we hebben ons alleen beperkt tot onze families die zich identificeren met onze principes en reglementen. De nieuwe feiten zijn:

Op dinsdag 21 maart 2017 werd een sterke aanwezigheid vastgesteld van paramilitairen in Mulatos Medios en in Mulatos hoofdplaats van het district San José. Daar maakten ze aan verschillende bewoners van de regio duidelijk dat “… er een einde moet gemaakt worden aan deze hoerenjong vredesgemeenschap en dat ze niet langer mag bestaan, dat de enige gemeenschap die zal bestaan en die wij aan het organiseren zijn de raden van gemeentelijke actie zijn…

Dezelfde dinsdag 21 maart 2017 verklaarden ze op een andere plaats van dit gehucht aan verschillende bewoners dat zij paramilitaire troepen hebben in de gehuchten Murmullo, Alto Joaquín, El Conejo, Naín, in de plek Macho Solo, Las Claras en La Resbalosa van het Departement Córdoba. Daar verklaarden ze krachtdadig dat ze niet willen dat iemand banden onderhoudt met de Vredesgemeenschap, en dat wie dat toch doet als verklikker bestempeld wordt en als dusdanig het zal besterven. Op dezelfde manier beweerden ze dat de ‘gringos’ die de vredesgemeenschap begeleiden de geldmiddelen roofden die ze vanuit het buitenland stuurden voor het gehucht Mulatos Medios.

Op woensdag 22 maart 2017 werd vanuit het Commando van de XVII-de Brigade van het Nationaal Leger met aan het hoofd Kolonel Antonio José Dangón en door de Burgemeester van Apartadó Eliecer Arteaga onder chantage en onder druk tegen een groep weerloze bewoners van de zone een uitval gedaan tegen onze gemeenschap. Ze behandelden ons als een belemmering voor de ontwikkeling en de vooruitgang van de regio, want volgens hen laten we geen wegen binnenkomen, verhinderen we de binnenkomst van energie, de toekenning van eigendomstitels van de gronden en bovendien zegden ze dat we een afgesloten plaats zijn en dat we in miserie leven. Van deze laster was een internationale delegatie die vanuit verschillende plaatsen in de wereld kwam getuige. Als we ondergedompeld zijn in armoede en in precaire economische condities dan is het misschien omdat de Colombiaanse Staat en hun paramilitaire beulen onze mogelijkheden geplunderd hebben om ons in gemeenschap te handhaven. Dan is het misschien het resultaat van zovele keren dat ze ons gemeenschappelijke middelen hebben ontvreemd, dat ze ons teelten en huizen hebben afgebrand en vernield. Het is het resultaat van de economische blokkades en van zoveel andere acties tegen ons project van leven. Ondanks dat en ondanks de diepe schade, misdaad tegen de menselijkheid, waaraan we werden onderworpen en die we al deze jaren in eigen vlees hebben beleefd blijven we rechtop, met de vreugde bij het eten van brood met een glimlach naar het leven en niet op onze knieën voor een verachtelijk , moorddadig en paramilitair project.

Op vrijdag 24 maart 2017 werd in het dorpscentrum van het district San José de Apartadó een bijeenkomst gehouden met bewoners van de zone en met sommige deelnemende organisaties. In die bijeenkomst werd info verschaft dat vanuit het buitenland veel geld toe kwam ter investering voor de vooruitgang en de ontwikkeling van het district San José, dat beheerd werd door de Vredesgemeenschap en dat deze vooruitgang en deze vorderingen niet te zien waren. Zulke affirmatie is niets meer dan een traditionele dynamiek van prestigeverlies en desinformatie die vanuit de XVII-de Brigade van het nationale leger met zetel in Carepa, Antioquia werd ineengestoken. Reeds bij andere gelegenheden werden vanuit het Commando van de XVII-de Brigade video’s en films gehanteerd die beweren dat de Gemeenschap zogezegd wekelijks duizenden en duizenden camions geladen met cacao stuurt. Een zaak die totaal vals is.

Op zondag 26 maart 2017 drongen 5 bekende paramilitairen het dorpscentrum van San José de Apartadó, waar bovendien een sterke aanwezigheid is van Leger en Politie, binnen. Ze verplaatsten zich met moto’s en ze drongen sommige commerciële instellingen binnen om van de eigenaars een economische bijdrage aan de zaak te eisen onder bedreiging ze in een gat te gooien zo ze niet meewerkten met de aan de handelaars opgelegde ‘inenting’ (belasting). Verschillende handelaars en eigenaars hebben toenadering gezocht met onze gemeenschap om de vrees die ze voelen te tonen, want ze leven geïntimideerd door de paramilitairen.

Op woensdag 29 maart 2017 om 8:15 kondigde een groep paramilitairen in het gehucht Mulatos van het district van San José aan verschillende bewoners van daar aan dat ze een lijst bezitten van 5 te vermoorden personen. Ze zegden dat ze hen aan het zoeken zijn in de gehuchten totdat ze hen gevonden hebben en ze hen vermoord hebben. Op deze lijst zijn er drie die leden zijn van onze Vredesgemeenschap.

Op dezelfde woensdag 29 maart 2017 liet een groep paramilitairen in het gehucht La Unión van Alto Carepa onderweg geld achter dat door militaire troepen die hen vervolgden werd opgeraapt . Minuten later gaven de militairen de vervolging op, ze namen het geld en ze gingen deze geldmiddelen gedeeltelijk verkwisten in het gehucht Belén van de gemeente Carepa. Deze paramilitaire groep trok verder naar het gehucht Mulatos zonder dat de Publieke Strijdkrachten hen de doorgang verhinderde.

De laatste dagen hebben de paramilitairen een paramilitaire basis geïnstalleerd in het gehucht Arenas Bajas, waar ze ook ontspanningsruimten hebben gebouwd. Daarin integreren zich voortdurend manschappen die deze gewapende structuur in de zone samenstellen.

We zullen niet nalaten onze stem te verheffen in een schreeuw naar de vier windstreken en aan de mensheid en de geschiedenis de feiten van uitroeiing voor te leggen waaraan we dagelijks onderworpen worden vanuit de grote Staatsinstanties, door gebruik te maken van de paramilitaire structuren die hun voorstellen uitvoeren.

Bij het bedanken voor alle nationale en internationale solidariteit om met ons op weg te gaan, dringen we erop aan om niet te wijken voor de eis aan de Colombiaanse Regering om de vonnissen van het Eerbiedwaardig Grondwettelijk Hof ten gunste van onze Vredesgemeenschap uit te voeren.

29/03/2017 1997-2017 20 jaar weerstand

Op 23 maart vierde onze Vredesgemeenschap van San José de Apartadó haar 20-jarig bestaan. Terwijl we grondig dank zeggenvoor de betekenisvolle ontvangen blijken van steun en solidariteit, willen we ook aan het land en aan de wereld onze bezorgdheden meedelen, die deze verjaardag ons nalaat, ter wille van de nieuwe tactieken van vervolging en van uitroeiing die zich bij deze gelegenheid onthulden, ter wille van de context waarin deze herdenking plaats vond.

Op 21 maart begon de laatste versie van de Universiteit van de Weerstand , waarbij enkele inheemse en boerengemeenschappen deelnamen die ons gewoonlijk vergezellen in deze poging kennis mee te delen en onze weigering te herbevestigen om de kennis te vermarkten. Dezelfde 21 maart begonnen delegaties van verre landen aan te komen die ons fysiek zouden willen vergezellen op zulke speciale datum. 30 afgevaardigden van Europese landen: Italië, België, Spanje, Duitsland, Portugal, Zwitserland. Onder hen bevonden zich een praktiserend Burgemeester , verschillende gedeputeerden, raadsleden en ex-raadsleden en leden van verschillende humanitaire , academische en religieuze organisaties die voor drie nachten het nederige dak van onze Gemeenschap wilden delen met de bedoeling van dichtbij het dagelijks leven van ons proces te kunnen voelen.

Op 22 maart namen de internationale delegaties deel aan een ontmoeting die vooraf was afgesproken in de XVII-de Brigade met hun Commandant Kolonel Antonio José Dangón, met de bedoeling om hem enkele vragen te stellen over het gedrag van de Strijdkrachten van de Staat tegenover de Vredesgemeenschap en de boerenbevolking van hun omgeving. Na de verschillende keren het uur van de ontmoeting te hebben veranderd ontving hij hen uiteindelijk toch en er was heel wat verwarring. De Kolonel had de vrijheid genomen om vele personen op de bijeenkomst uit te nodigen zonder de aanvragers te raadplegen en zonder dat dezen ook maar wisten wie deze vreemde aanwezigen waren noch welke bedoeling hun aanwezigheid had. Het is een gebrek niet alleen aan beleefdheid maar hierachter zat een perverse manipulatie verborgen. De Kolonel had een uitgebreide uiteenzetting over de relaties tussen de Brigade en de Vredesgemeenschap voorbereid en, zo het niet was na een onverhoopte onderbreking van een van de gedelegeerden, zouden ze moeten doorgegaan zijn zonder hen het woord te hebben gegeven. In zijn breedvoerige uiteenzetting met beelden in Power Point was het onmogelijk de ruwe realiteit te herkennen die de Gemeenschap heeft beleefd. Alles was er gemaquilleerd, verdraaid, verhuld en tot woorden en zinnen herleid die in hun inhouden lichtjaren verwijderd waren van de beleefde realiteit. De vonnissen van het Grondwettelijk Hof herleidden zich tot een secundaire zin, alzo de bedoelingen ervan verbergend en veranderend. De antwoorden van de Openbare Strijdkrachten op de aanklachten, op de vroegtijdige waarschuwingen, enz… herhaalden de oorspronkelijke leugens: “hier gebeurt niets”, “het zijn allemaal montages van de Gemeenschap”, “in de zone bevinden zich geen troepen”, “de paramilitairen bestaan niet”.

De bijeenkomst in de XVII-de Brigade op 22 maart bracht met grote duidelijkheid de nieuwe strategie van vervolging van de Staat tegen de Vredesgemeenschap aan het licht. Op de eerste plaats bevestigden de militairen dat nu, in het zogenaamde “postconflict” zij niet meer degenen zijn die zich met de openbare orde inlaten maar wel de burgerlijke autoriteiten. We vragen ons af hoe een Burgemeester de paramilitairen kan controleren, vervolgen en uitroeien , terwijl ze blijven rekenen op de verdraagzaamheid, steun, bescherming en vriendschap van de Publieke Strijdkrachten, zoals het zonneklaar is geweest de voorbije decennia en de laatste maanden wanneer het paramilitarisme intensief gereactiveerd werd en in de voorpost staat van de controle van de territoria. Op de tweede plaats kwam duidelijk aan het licht wat men reeds vermoedde. Dat de Staat beslist heeft groepen boeren te coöpteren door hen beloften te doen van economische projecten, zodat zij het zouden zijn die andere boeren beschuldigen en stigmatiseren om alzo te vermijden dat de Staat zelf internationaal beschuldigd wordt van schending van de mensenrechten. Voortaan zal alles uitgelegd worden als belangenconflicten tussen boeren of tussen inheemsen en Afro’s , enz… De leden van de Gemeentelijke Raden die Kolonel Dangón onrechtmatig uitnodigde op de ontmoeting met de internationale delegatie bezitten deze kenmerken en probeerden een grove collectie leugens en laster uiteen te zetten om onze Gemeenschap te stigmatiseren. Hier wordt dezelfde perverse moedervorm toegepast die gebruikt werd voor de oprichting van het paramilitarisme in 1962 , toen de Noord Amerikaanse missie de aanbeveling gaf om de burgerbevolkingen te betrekken in de oorlog om hen de meest weerzinwekkende feiten toe te wijzen en op deze wijze te verhinderen dat de Staat zijn legitimiteit verliest.

Op 23 maart vanaf de vroege uren begon de centrale nederzetting van onze Gemeenschap zich te vullen met bezoekers. De Ambassadeurs van Zwitserland en Noorwegen, de Ambassadrice van Italia kwamen toe en ook ambtenaren van de ambassades van Frankrijk, Duitsland en België en van de (Delegatie) van de Europese Unie en de directeur van het Kantoor van de Hoge Gezant van de Verenigde Naties voor de Mensenrechten. Hun tussenkomsten waren niet alleen warm maar ook uiterst lovend. Voor allemaal is de Gemeenschap een model dat aantrekkingskracht heeft op mondiaal niveau door haar dapperheid en door haar ethische opstelling, haar duidelijkheid en haar beslistheid van haar principes. De Verenigde Naties stelden de aanwezigheid van de XVII-de Brigade in vraag als er in werkelijkheid een postconflict is en ze bepleitten dat er ernstig onderzoek zou gebeuren naar haar staat van dienst. De tussenkomsten van de afgevaardigden van de Zustergemeenschappen met onze Gemeenschap waren erg warm, alsook die van humanitaire organisaties van de wereld en van Colombia. Bij het begin van de namiddag was er een emotionele en massale pelgrimstocht naar het dorpscentrum van San José, naar de plaats zelf waar we 20 jaar geleden de eerste proclamatie deden van VREDESGEMEENSCHAP. Het bracht ons dicht bij elkaar bij het zich geëmotioneerd voelen van internationalen en nationalen, op de maat van het hymne van onze Vredesgemeenschap , gecomponeerd door hen die later vermoord werden. De foto’s van onze martelaren (verschillende honderden) verdiepten nog de emoties.

Opnieuw bedanken we voor de nationale en internationale solidariteit die zich zo levendig en intensief uitte op deze 20-ste verjaardag. We blijven op jullie rekenen in de komende tijden die zich als moeilijk aankondigen. We verzekeren jullie dat onze weerstand altijd onbuigbaar zal blijven.

28/03/2017 Neen, wij zetten geen stap achteruit

Opnieuw wendt onze Vredesgemeenschap zich tot de mensheid en de geschiedenis, ditmaal om onze maximale uitdrukking te tonen van dankbaarheid aan alle personen die vanuit verschillende plaatsen van de wereld ons ondersteund hebben met hun onomkoopbare morele kracht bij de 20-ste verjaardag van de Gemeenschap.

Het zijn 20 jaren geweest van lijden, tranen en kronkelige momenten die onze verlangens en verwachtingen in stukken achterlieten. In dit op weg gaan hebben we het leven zien afpakken van veel van onze broers en zusters van onze Gemeenschap met de bedoeling om met ons gedaan te maken.

Het zijn twee decennia geweest van lijden en pijn, waarbij de ergste oorlogsverschrikkingen zich hebben laten zien tegen ons levensproject. Ondanks dat alles hebben we vreedzaam en vooral creatief weerstand geboden met alternatieve keuzen en zo hebben we te midden van de dood en de verschrikking ruimten van leven geschapen.

Bij het voleindigen van 20 jaar zaaien van leven gaat het over meer dan vieren. Het ging over het gedenken en herinneren van de honderden broeders en zusters die hun leven opofferden voor het opbouwen van dit project van leven in gemeenschap. We gedenken ze allemaal en ieder van hen en we halen hun woorden en onderrichtingen, die nooit in ons zullen sterven, voor de geest. De moordenaars zullen onze levens kunnen uitdoven, maar nooit onze dromen.

Aan allen die met ons op weg gingen , die ons van dichtbij hebben gevolgd, of die ons levensproject hebben gelezen, gezien, gehoord of bezocht in de loop van deze jaren, tonen we dat onze woorden van dankbaarheid te kort schieten en er rest ons niets meer dan hen onze dankbaarheid en waardering uit te drukken hiervoor. En tegelijk bevestigen we ons opnieuw in onze principes en menselijke waarden die we nooit zullen verzaken ondanks de omstandigheden waaraan we zijn onderworpen. Neen, we zullen geen centimeter wijken voor de moordenaars, evenmin zullen we het territorium van onze ouders en voorouders in de steek laten. Altijd zullen ons dag na dag de woorden van onze gevallen broers en zussen voor de geest komen.

Aan al onze vrienden, broers en zussen, die ons begeleid hebben, ons allerdiepste gevoel van dankbaarheid voor alle genegenheid en voor de woorden van aanmoediging die nooit hebben ontbroken bij het delen van deze ervaring die het leven ons stapje voor stapje aanbiedt.

14/02/2017 Tegen de feiten is er geen enkel argument opgewassen

Opnieuw ziet onze Vredesgemeenschap van San José de Apartadó zich genoodzaakt een beroep te doen op het land en de wereld om de laatste agressie die we hebben geleden door Staatsagenten en -instellingen en door groepen die door dezelfde regeringsmacht worden gemanipuleerd aan te klagen. De laatste feiten zijn de volgende:

Onze Gemeenschap heeft kunnen vaststellen dat hoge bevelhebbers van de 17de Brigade van het leger informatie verdraaien over de begeleiding die humanitaire groepen uit andere landen( = vredesbrigadisten) bieden aan leden van onze Vredesgemeenschap die groot gevaar lopen. Alles onthult de bedoeling om de internationale begeleiding (= vredesbrigadisten) te stigmatiseren, onder het voorwendsel dat ze een slecht beeld ophangen over de daders, maar met het doel de slachtoffers onbeschermd achter te laten om zo hun plannen van roof en uitroeiing te kunnen uitvoeren en zo het protest te neutraliseren van hen die in verschillende landen van de wereld fundamentele, ethische principes bewaren. Bij sommige gelegenheden hebben de militairen volledig valse episodes geconstrueerd om de internationale begeleiding in diskrediet te brengen.

Op woensdag 15 februari 2017 rond 7:00 uur en gedurende verschillende minuten greep er een botsing plaats tussen militairen van de 17de Brigade van het leger en paramilitairen die aanwezig waren in het gehucht La Esperanza van San José de Apartadó op nauwelijks enkele meters van de nederzetting van onze Vredesgemeenschap. Rond 16:00 uur haalde een legerhelikopter drie paramilitairen op die klaarblijkelijk gevangen werden genomen, één van hen was gewond, en een aanzienlijke hoeveelheid oorlogsmateriaal en materiaal van zorg voor de bevoorrading zoals munitie, mijnen, ransels, dekens, handleidingen en reglementen van de AGC, medicamenten, enz… maar geen enkel vuurwapen. Dit feit staat in schril contrast met de voortdurende verklaringen van de regering, de strijdkrachten en de massacommunicatiemedia, in de zin van “dat er geen paramilitairen meer zijn”. Een oud spreekwoord zegt dat “tegen de feiten is geen enkel argument van toepassing”.

Op donderdag 16 februari 2017 drongen militaire troepen de private eigendom binnen van onze Vredesgemeenschap in het gehucht La Esperanza en ze kampeerden daar in de werkruimten van families van de gemeenschap. De gemeenschap eiste de terugtrekking van deze troepen vanuit de plaats, waarop de kapitein met de naam Sanches verzekerde dat hij daar was door orders van zijn oversten en in uitvoering van een vonnis van het Grondwettelijk Hof. Juist de vonnissen van het Grondwettelijk Hof en de beschermings- en provisionele maatregelen van het Interamerikaans Hof voor de Mensenrechten met betrekking tot de Vredesgemeenschap, eisen van de Colombiaanse Staat de gemeenschap te beschermen. Maar deze bescherming dient overeengekomen te worden met de gemeenschap zelf en op geen enkel moment mag ze opgelegd worden. Reeds bij verschillende gelegenheden hebben we duidelijk gemaakt, dat de aanwezigheid van de Strijdkrachten, in de plaats van ons te beschermen, het gevaar verhoogt. Staatsagenten evenwel durven het aan de Grondwet en de Wet te tarten en met de voeten te treden.

Op vrijdag 17 februari 2017 kwam de Presidentiële Raadgeefster voor de Mensenrechten Dr. Paula Gaviria met een helikopter aan in het gehucht La Esperanza van San José de Apartadó, in gezelschap van hoge militaire bevelhebbers, van de Burgemeester van Apartadó en van andere ambtenaren. In een publiek evenement dat daar gehouden werd kwamen leden tussen van de gemeenteraden (soort raden van de gehuchten) die, tegen elke opeengestapelde evidentie in, de aanwezigheid van groepen paramilitairen in de zone ontkenden. Dezelfde dag rond 14:00 uur nam de Presidentiële Raadgeefster deel aan een gelijkaardig evenement in de huizenrij van San José de Apartadó. Gedurende dit gebeuren ontkenden de Burgemeester, de militairen en sommige leden van de gemeenteraden de aanwezigheid van paramilitairen in de zone en ze hadden kritiek op de aanklachten die onze Gemeenschap doet over hun optreden. Ofschoon er tussenkomsten van dank voor de burgerlijke waarde van onze Gemeenschap waren, door aan te klagen, wat de meerderheid van de mensen vreest aan te klagen, om hun leven niet in groot gevaar te brengen, toch legden de media op perverse wijze deze tussenkomsten het zwijgen op.

Op dinsdag 21 maart 2017 bij de 12 verjaardag van het afschuwelijk bloedbad van 8 broeders en zusters in de gehuchten Mulatos en La Resbalosa, stuurden talrijke personen ons boodschappen van solidariteit bij de herinnering aan onze slachtoffers. Meer dan honderd leden van onze Gemeenschap gingen op weg naar de gehuchten Mulatos en La Resbalosa om er religieuze plechtigheden van gedachtenis te houden en om na te denken over het legaat (testament) van onze martelaren

Op woensdag 22 februari 2017werd opnieuw de aanwezigheid vastgesteld van groepen paramilitairen in het gehucht van Arenas Altas, van San José de Apartadó en de verplaatsing die ze maakten naar het gehucht La Unión. In het aangrenzende gehucht Arenas Bajas zijn ze al verschillende weken aanwezig zonder dat er ook maar enige actie om de burgerbevolking te beschermen ondernomen wordt door de Staat.

Op donderdag 23 februari 2017 beschuldigden militaire bevelhebbers van de 17de Brigade via de radiozenders onze Vredesgemeenschap ervan zich te verzetten tegen het passeren door hun terreinen van de illegale weg die de paramilitairen aan het aanleggen zijn tussen Nuevo Antioquia, Rodoxalí en La Esperanza door aan te voeren dat dit “zich verzetten” betekent “tegen de vooruitgang”.

Ofschoon leugens en perverse acties de gangbare munt blijven van de staatspolitiek in onze met bloed bevlekte regio, toch blijven we weerstand bieden vanuit ethische principes die niet mogen verliezen en waarin we ons blijven identificeren met solidaire mantels die vanuit verschillende hoeken van de wereld en van Colombia ons aanmoedigen om niet aan onze plichten te verzaken.

10/02/2017 Levend onder para-militaire terreur en angst

De verwerpelijke en smartelijke feiten blijven verder duren, de paramilitairen bedreigen en roven voedsel van de nederige boerenfamilies, de paramilitaire operaties in de zone houden niet op. Integendeel ze nemen dag na dag toe terwijl ze aankondigen dat ze belastingen gaan innen van alle eenvoudige mensen van San José. Ondertussen verlenen de communicatiemedia hun instemming. Ze versterken de stem van wat er gezegd wordt vanaf de schrijftafels van de XVII-de Brigade van het leger. Opnieuw doen we een beroep op de mensheid en de geschiedenis om getuigenis af te leggen van nieuwe feiten opdat er ooit recht over uitgesproken wordt:

Op zondag 5 februari 2017 ’s morgens werd de aanwezigheid van een groep paramilitairen vastgesteld tussen de gehuchten Arenas Bajas en Arenas Altas, want reeds verschillende dagen waren ze reeds aanwezig in Arenas Bajas in de sector die bekend is als La Maquina.

Deze zondag 5 februari 2017 rond 21:00 uur was er een groep paramilitairen aanwezig in verschillende woningen in het gehucht El Cuchillo dat behoort tot het district San José, op slechts enkele minuten van de militaire basis en de politiepost gelegen in het dorpscentrum van San José. Daar kondigden de paramilitairen, die zich identificeerden als AGC (= Autodefensas Gaitanistas de Colombia) en die militaire uniformen en lange wapens droegen, opnieuw aan dat hun aanwezigheid reeds algemeen bekend is voor de boerenbevolking. Ze zeiden dat ze zich zullen moeten onderwerpen aan hun bedoelingen. Ook kondigden ze aan dat ze vaccins (= een belasting) gaan innen bij alle boeren, bij hen die runderen houden, bij de ezeldrijvers, bij de dagloners en bij de cacaoboeren. En dat zij die dit niet doen het moeten afbollen of het zullen besterven. Deze aankondigingen worden reeds uitgevoerd, want alle veehandelaars van de streek zijn verplicht een vaccin te betalen van 50.000 pesos (ongever 17,00 euro) per kop van de dieren die zich in het district van San José rondlopen. Ten aanzien van deze bedreigingen hebben verschillende families van het gehucht ons laten blijken dat ze willen weggaan uit de streek uit schrik vermoord te worden.

Op maandag 6 februari 2017 kondigden bekende paramilitairen in NuevoAntioquia aan verschillende bewoners van de streek aan dat de paramilitaire commandant “alias 09”orders had gegeven een einde te maken aan de Vredesgemeenschap omdat zij hun vijand nummer één is. Ook kondigden ze de moord aan op de boer met de naam Ever, die in het gehucht La Hoz woont.

Op dinsdag 7 februari 2017 bracht Kolonel José Antonio Dangón, Commandant van de XVII-de Brigade van het Nationale Leger op verschillende regionale radiozenders verslag uit van de operaties die het leger uitvoert in de gehuchten Mulatos en La Hoz van het district San José. Hij bevestigde daarbij dat ze geen aanduidingen gevonden hadden van de aanwezigheid van gewapende groepen op die plaatsen. Zo groot is het niveau van cynisme en schaamteloosheid van wie het bevel voert over deze brigade. De evidente paramilitaire aanwezigheid in de regio ontkennen betekent terugvallen op oude praktijken van de brigade, want in de tijd van Rito Alejo del Rio werd telkens weer het paramilitair optreden ontkend, terwijl bloedbaden, moorden, verdwijningen, folteringen en ontelbare misdaden werden uitgevoerd onder de beschutting en bescherming van de Strijdkrachten en de gerechtelijke instanties, die nooit een onderzoek openden.

Op woensdag 8 februari 2017 waren militaire troepen aanwezig in het gehucht Mulatos van het district San José. Ze kampeerden op de private eigendom van de leden van de Vredesgemeenschap in de sector die bekend is als El Barro. Ze maakten bij verschillende gelegenheden duidelijk dat “de boerenbevolking de zaken goedschiks of kwaadschiks moet leren zien (zoals ze zijn)en dat ze moet leren haar mond te houden”. Hiermee verwijzen ze naar de paramilitaire aanwezigheid en opnieuw kondigden de militaire troepen aan dat ze zich niets aantrekken van de aanwezigheid van de paramilitairen, want dat ze hen niet gaan bestrijden.

Dezelfde woensdag 8 februari 2017 eisten leden van onze Vredesgemeenschap in het gehucht Mulatos dat de militaire troep zich zou terugtrekken van de private plaatsen van de gemeenschap omdat geen enkele gewapende partij bescherming betekent voor de families van de Vredesgemeenschap en nog minder wanneer het gaat over de belangrijkste bondgenoten van het paramilitarisme van de streek.

Op donderdag 9 februari 2017 rond 14:00 uur drongen paramilitairen binnen in de woning van families van onze gemeenschap in het gehucht La Esperanza. De twee individuen droegen militaire kleren en lange wapens en armbanden met de insignes van de AGC. Kwaad bevestigden ze dat “de families van deze hoerenjonggemeenschap heel ver over de lijn zijn gegaan door ons in het gehucht Mulatos in de handen van het leger te gooien” want volgens hen hadden de militairen hen ingelicht dat ze daar waren door het schandaal dat de gemeenschap had gemaakt en dat ze daarom resultaten moesten tonen. Dat het daarom was dat ze de paramilitair aanhielden. Zo ook bevestigden ze dat deze hoerenjong ‘gringos’ het aan het verpesten waren want hun aanwezigheid verhinderde dat ze hun plan konden uitvoeren in het district van San José. Ze voegden eraan toe “op vrijdag 27 januari 2017 was het een Amerikaan[1] en een Amerikaanse die ons weghielden van het Vredesgehucht in Mulatos”en dat het enige dat het bij hen teweegbracht was ”een paar schoten te lossen op elk van deze hoerenjong gringos”.

Op vrijdag 10 februari 2017 rond 13:00 uur drong een groep paramilitairen van ongeveer 40 man in het gehucht La Esperanza een stuk grond binnen, dat private eigendom is van de gemeenschap. Ze hadden er gekampeerd op slechts enkele meters van de woning van de families van de Gemeenschap. Daar kondigden ze aan dat ze er naartoe gekomen waren om er te blijven want dat de Strijdkrachten hen niet zullen vervolgen.

Dezelfde vrijdag 10 februari 2017 waren tien paramilitairen aanwezig in de gemeenschapsruimten van het gehucht Arenas Altas, op de plaats die gekend is als Pelahuevo. Daar kondigden ze opnieuw aan dat ze een bezoek gaan brengen aan Reinaldo Areiza in het gehucht La Unión en aan drie andere leden/leiders van de Vredesgemeenschap, want dat hen veel gelegen is aan hun hoofden.

Onze beulen gaan er tot vervelens toe over en ze zijn er zelfs toe in het staat zich op te offeren door het systematisch opereren van een crimineel apparaat te beschermen en te verbergen, dat in legaliteit beschut is, wiens tentakels en hun band met de illegaliteit moeilijk zullen kunnen verborgen worden aan een maatschappij die voortdurend wordt tot slachtoffer gemaakt. Ondertussen blijven we leven onder de militaire/paramilitaire terreur en angst die wordt vervaardigd in de mooie wieg van de misdaad in Urabá, nl. de XVII-de Brigade van het nationale leger.

Deze beulen hebben een beroep gedaan op de wildste methodes waarbij ze valse getuigen doen getuigen tegen ons levensproject door ons te bestempelen als bondgenoten van het terrorisme, als guerrilleros of medeplichtigen en door zoveel andere leugens die fundamenteel laaghartig zijn. Ze vermoordden onze geliefden, anderen deden ze verdwijnen, anderen folterden ze of zetten ze gevangen, enz… Nu, terwijl de guerrilla van de FARC aan het ontwapenen is, wat zal dan de kwalificatie zijn om een gelijkaardige vervolging te kunnen verderzetten? Misschien is de menselijke schade die we meer dan 20 jaar moesten lijden nog niet voldoende geweest? Willen ze ons verplichten samen te leven met de ergste daders van al deze jaren?...

Nooit zullen we de herinnering vergeten van al die vrouwen en mannen die onze weg van burgerlijk geweldloos ongewapend verzet betaalden met hun levens. Wij eisen publiek en zonder aarzelen dat alle gewapende partijen, of ze nu paramilitairen heten of Autodefensas Gaitanistas van Colombia, en alle gewapende Strijdkrachten van de Staat, of om het even welke gewapende groep, dat ze onze levensruimten en ruimten van gemeenschapswerk eerbiedigen. Wij willen hen niet op onze territoria. Laat ons gerust! Laat ons leven op het territorium van onze voorouders en grootouders. We willen leven op de grond die ons en onze kinderen toebehoort. Het is reeds genoeg!!!!

[1]Gringo is een pejoratief woord voor een Amerikaan, en in het algemeen een buitenlander, hier bedoelen ze de vredesbrigadisten

06/02/2017 Wie zal ons kunnen beschermen tegen de belegering?

We doen opnieuw een beroep op de mensheid en de geschiedenis om getuigenis af te leggen van weerzinwekkende nieuwe feiten waaraan we voortdurend onderworpen zijn. In totale schaamteloosheid hebben de Strijdkrachten, in aanwezigheid van de boerenbevolking, van de Ombudsman voor de mensenrechten en van internationale organisaties, zich in het district van San José de Apartadó verenigd in een misdadige band met het paramilitarisme. De paramilitairen bedreigen, folteren, verplichten de burgerbevolking om met hen te collaboreren, vermoorden, verkrachten, zaaien terreur en de anderen (het leger) regelen alles met één zin: “we weten dat er hier paramilitairen zijn maar zij vormen ons doel niet, maar jullie wel.”Het is dat wat de Strijdkrachten beweren. De feiten zijn:

Op donderdag 2 februari 2017 drongen verschillende paramilitairen die aanwezig waren in het gehucht Mulatos van het district San José de Apartadó, het huis binnen van de jongere Diana Guisao Hernández die ze met de dood bedreigden zo ze dat zou aanklagen bij de Vredesgemeenschap. Onder deze bedreiging hielden ze haar twee dagen vast, zonder dat ze haar het huis lieten verlaten. Want de paramilitairen sliepen er in het huis.

Op donderdag 2 februari 2017 ’s morgens drong een groep militairen het Vredesgehucht “Luis Eduardo Guerra” binnen. Op een afstand van 800 meter was er een groep paramilitairen, zodat de families van de Vredesgemeenschap volledig omsingeld waren door de ergste misdadigers, die de gemeenschap reeds 20 jaar overleefd heeft. Getuige van deze militaire/paramilitaire aanwezigheid zijn de verschillende organisaties die ons begeleiden in het Vredesgehucht evenals de Ombudsman voor de Mensenrechten, die aanwezig was op deze plaats en die de Strijdkrachten waarschuwde voor de paramilitaire aanwezigheid op nauwelijks enkele meters. Maar dit leverde op geen enkele wijze ook maar enige onmiddellijke reactie op van de Staatsagenten.

Op vrijdag 3 februari 2017 waren paramilitairen aanwezig in het gehucht Mulatos, in de onmiddellijke nabijheid van het Vredesgehucht “Luis Eduardo Guerra”. Ze verschansten zich in verschillende nabijgelegen boerenwoningen met het argument dat, indien het leger zijn vriendschapsakkoorden die ze met elkaar onderhouden, zou verbreken en op hen zouden schieten , zij zich niet rustig zouden houden, want dan zouden ze een vuurgevecht laten losbarsten.

Op zaterdag 4 februari 2017 rond 6:30 kwam een groep militairen in het gehucht Mulatos aan bij het huis van Diana Guisao Hernández en daar werd een paramilitair met heel zijn uitrusting en met zijn camouflage gevangen genomen en de rest maakte zich eenvoudigweg uit de voeten. Maar als er volgens de Regering geen militairen bestaan, wat zal dan het eindpunt zijn van dit individu dat aangehouden is? Mogelijkerwijs zal hij binnen twee of drie dagen vrij zijn.

Dezelfde zaterdag 4 februari 2017 ’s morgens vlogen twee helikopters op erg minimale hoogte boven de woningen van de families in het Vredesgehucht in het gehucht Mulatos. Deze situatie creëerde een toestand van paniek omwille van het schandalig lawaai van de toestellen, maar bovendien omdat in dezelfde zone de paramilitairen nog verder aanwezig blijven.

Op dezelfde zaterdag 4 februari 2017 stelden leden van onze Vredesgemeenschap, vergezeld van de Ombudsman voor de Mensenrechten, in het gehucht La Esperanza een karavaan van muilezels vast geladen met levensmiddelen en voedsel. Zulke enorme hoeveelheden voedsel die getransporteerd worden naar het gehucht La Esperanza doet vermoeden dat de groep paramilitairen, die de gehuchten komt teisteren, niet met weinigen is maar echter wel met contingenten paramilitairen. De Strijdkrachten lieten na hieraan aandacht te besteden en sloten vriendschapsbondgenootschappen met hen af.

Op zondag 5 februari 2017 rond 12:00 werd Germán Graciano Posso, lid en Wettelijk Vertegenwoordiger van onze Vredesgemeenschap, op illegale wijze aangehouden in het gehucht Mulatos, op de plaats El Barro, door militaire troepen onder bevel van korporaal Díaz , die hem bedreigde en hem gedurende verschillende minuten aanhield met het argument dat er een aanhoudingsbevel was tegen Graciano. Ze bedreigden hem ermee dat ze hem met de helikopter zouden meenemen naar de 17-de Brigade van het nationale leger met zetel in Carepa, Antioquia. Ten aanzien van deze situatie protesteerden leden van de gemeenschap, die Graciano vergezelden, tegen de illegale aanhouding. Daarop antwoordde de korporaal dat dit zijn bedoeling was en dat hij instructies gekregen had van zijn bevelhebbers en oversten om de leden van de gemeenschap te vervolgen, en dat de paramilitairen hen niet interesseerden want dat ze daarmee samenwerkten.

Al deze feiten hebben we voorgelegd aan President Santos die we vanuit de eerste hand de ernst van de zaak ter kennis hebben gebracht. Maar alles blijft van kwaad naar erger gaan. Ten overstaan van deze belegering wie zal ons kunnen beschermen?

We bedanken voor zo’n immense solidariteit van vele personen die vanuit verschillende delen van de wereld ons hebben gevolgd in onze tragedie en ons hebben ondersteund met hun onomkoopbare morele kracht voor reeds meer dan 20 jaar.

02/02/2017 Folteringen, verkrachtingen en moorden het brood van elke dag

Opnieuw legt onze Vredesgemeenschap getuigenis af aan het land en aan de wereld van nieuwe feiten terwijl tegelijkertijd de Colombiaanse Regering de paramilitaire aanwezigheid in onze territoria weigert te aanvaarden. De laatste dagen vermoordden de paramilitairen de jongere Yhovani Valle Guerra, ze verkrachten een minderjarige, ze folteren, bedreigen, stelen kippen en voedsel van de familiale voedselkorf, het levensonderhoud van de boerenfamilies, terwijl de regering er genoegen in schept vanuit haar instellingen te affirmeren dat er geen paramilitairen zijn, boodschap ondersteund door de ergste laaghartigheid die mensenlevens kost:

Op zaterdag 28 januari 2017 ’s avonds werd een humanitaire commissie, samengesteld uit leden van onze Vredesgemeenschap en internationale begeleiders, op het moment dat ze zich verplaatsten tussen Mulatos en San Josecito, verrast door een groep paramilitairen die ingekwartierd waren in Filo de Chontalito. Toen ze bemerkten dat er internationale aanwezigheid was probeerden ze zich te verbergen in de jungle.

Op dinsdag 31 januari 2017 drong een groep paramilitairen, die aanwezig zijn in het gehucht Mulatos en La Resbalosa, verschillende woningen van boeren binnen, waar ze kippen stalen, kleding en proviand van winkelwaar, het levensonderhoud van de boerenfamilies.

Op woensdag 1 februari 2017 rond 17:20 uur in het gehucht Mulatos op de plaats El Barro werd een humanitaire commissie bestaande uit leden van de Vredesgemeenschap en begeleid door internationale organisaties, toen ze zich naar het gehucht Mulatos begaf, verrast door een groep paramilitairen die kampeerden op deze plaats. De paramilitaire groep werd verrast. Ze droegen een kap over het hoofd en waren gecamoufleerd, ze droegen lange wapens en de insignes AGC (= Autodefensas Gaitanistas de Colombia).

Dezelfde woensdag 1 februari 2017 rond 19:00 uur drong een groep paramilitairen het Vredesgehucht “Luis Eduardo Guerra”, private eigendom van de Gemeenschap, binnen. Deze individuen beweerden dat ze opdracht hebben om te passeren langs waar ze ook maar goesting hebben(?). Na verschillende minuten trokken de individuen zich terug toen ze de internationale aanwezigheid op deze plaats bemerkten. Niet zonder eerst te waarschuwen dat deze verklikkers hoerenjong leden van de gemeenschap vermoord zullen worden.

Dezelfde woensdag 1 februari 2017 om 12:00 uur drongen 3 gemotoriseerde individuen die korte wapens droegen de nederzetting van San Josecito binnen en ze gingen na of de gemeenschapsleider van deze plaats er was. Toen ze bemerkten dat die er niet was trokken ze zich terug.

Op donderdag 2 februari 2017 rond 5:00 uur drong in het gehucht Mulatos een groep paramilitairen de woning binnen van de boer met de naam Wilmar, die ze met de dood bedreigden.

Dezelfde donderdag 2 februari 2017 rond 9:00 uur drong een contingent paramilitairen het Vredesgehucht in het gehucht Mulatos binnen. Daar hielden ze twee families van onze gemeenschap gedurende verschillende minuten vast. Ze bedreigden ze met de dood en ze kondigden aan dat ze de “gringos” niet gingen vermoorden maar deze hoop verklikkers van de gemeenschap wel.

Wij weigeren te verzaken aan onze principes, we bevestigen dat we in onze territoria blijven, we weigeren om ons levensproject op te geven, we zullen geen centimeter wijken ondanks het gevaar gefolterd of vermoord te worden.

01/02/2017 Paramilitairen verkrachten een jongere in San José de Apartadó

Opnieuw richt onze Vredesgemeenschap een jammerklacht naar de nationale en internationale gemeenschap voor de ernstige situatie van de mensenrechten waaraan onze gemeenschap en de bevolking van onze geografische en sociale omgeving dagelijks onderworpen worden. Dit ten aanzien van een Staat die ophield Staat te zijn, door zich om te vormen tot een machine van sociale repressie geholpen door zijn criminele arm, die niet meer clandestien is maar publiek, nl. de paramilitairen. Dit zijn de feiten:

Op zondag 22 januari 2017 rond 7:00 uur was er een groep paramilitairen aanwezig in het gehucht La Esperanza, in de eigendom van Reinaldo Areiza. Omdat ze Reinaldo niet vonden kondigden ze aan dat ze geen enkele verklikker[1] in de zone gaan toelaten en dat hij die niet met hen samenwerkt ofwel weg moet gaan ofwel zal sterven. Ze kondigden aan dat zij de autoriteit vormen van de streek, want dat ze borgstelling gekregen hebben van de Strijdkrachten, waarmee ze reeds te samen projecten ontwikkelen en dat ze dat zullen doen want dat ze boven om het even wie staan. De paramilitairen hielden gedurende verschillende uren de familie Muñ onder druk van chantage en bedreigingen. Daarbij vertoonden ze bovendien een lijst met personen waarmee ze volgens hen nog rekeningen te vereffenen hebben. Onder hen ook leden van onze Vredesgemeenschap die ze reeds verwittigd hebben.

Dezelfde zondag 22 januari 2017 rond 15:00 uur was er een contingent paramilitairen aanwezig in het gehucht Mulatos Medios, in de omgeving van het sportplein van het gehucht. Opnieuw kondigen de paramilitairen aan dat ze geen verklikkers wensen in de regio, dat ze niet gaan toelaten dat er in de zone zijn die deze hoerenjong gemeenschap gaan informeren over de acties die zij ondernemen in de regio. Volgens de paramilitairen hebben ze een vergadering van commandanten geprogrammeerd in het gehucht La Esperanza, om de laatste hand te leggen aan de details van de lijnen die moeten uitgewerkt worden in de regio, zowel op politiek, militair, economisch vlak als op het vlak van sociale controle die ze overeengekomen zijn met de Strijdkrachten.

Op maandag 23 januari 2017 verkrachtten paramilitairen in het gehucht La Hoz een minderjarige, die zich in de familiewoning bevond. Daar dreigden de paramilitairen ermee haar te zullen vermoorden als ze dat zou aanklagen.

Op vrijdag 27 januari 2017 rond 6:00 uur was een paramilitaire groep aanwezig in het gehucht Mulatos Medios in de woning van Diana Guisao, die ze met de dood bedreigden omdat zij familie was van leden van de Vredesgemeenschap. Daar toonden ze ook een lijst met te vermoorden personen waaronder zich leden van onze Vredesgemeenschap van het vredesgehucht “Luis eduardo Guerra” in het gehucht Mulatos bevonden.

Dezelfde vrijdag 27 januari 2017 rond 8:00 uur viel een paramilitair contingent het Vredesgehucht “Luis Eduardo Guerra” binnen en dat voor meer dan een uur. Daar gingen de paramilitairen ertoe over om leden van onze Gemeenschap te fotograferen en ze kondigden aan dat ze verklikkers zouden vermoorden en dat de burgerbevolking verplicht is hun aanwezigheid in de zone te aanvaarden. Bovendien kondigden ze aan dat ze werk maakten van infiltratie en van verbreking van de relatie en van het vertrouwen die bestaat tussen de burgerbevolking van de regio en de Vredesgemeenschap. De woede van de paramilitairen weerspiegelde zich bij het tonen dat zij geweren en oorlogsarsenaal bezaten om de families van de Gemeenschap te vernederen en ze zelfs te herleiden tot stof. Deze inval vond plaats in aanwezigheid van internationale begeleiders die zich ter plaatse bevonden op het moment van de feiten.

Op zondag 29 januari 2017 drongen 5 paramilitairen de private eigendom binnen van onze Vredesgemeenschap in het gehucht La Esperanza. Daar hielden ze twee leden van onze Vredesgemeenschap gedurende verschillende minuten aan. Ze kondigden aan dat ze geen verklikkers gaan toelaten in de regio en ze maanden hen aan de Vredesgemeenschap te verlaten. Volgens informatie van bewoners van dit gehucht hebben de paramilitairen ladingen naar boven gebracht voor de paramilitairen die aanwezig zijn in de zone. Deze lading is afkomstig van het dorpscentrum van Nuevo Antioquia waar aanwezigheid is van de Strijdkrachten. Maar daar ziet niemand, hoort niemand en zegt niemand iets over de hoeveelheden ladingen die ze daar naar boven brengen in karavanen muilezels naar de paramilitairen.

Onze Vredesgemeenschap, de burgerbevolking van de regio en de aanwezigheid van verschillende internationale organisaties die ons begeleiden, zijn getuige geweest van de invasie, het binnendringen en de bedreigingen van de paramilitairen in de laatste weken in gehuchten van het district van San José en in onze leefruimten en in die van gemeenschapswerk. De regering houdt zich nog steeds doof en stom voor de internationale aanklacht tegen de barbarij waaraan we onderworpen zijn zonder enig medelijden door hun agenten.

Opnieuw zijn we dankbaar voor de solidariteit van vele mensen van verschillende delen van de wereld, die ons ondersteunen met hun morele kracht en hun onomkoopbare wil om samen (met ons) te staan tegenover de barbarij waaraan we voortdurend onderworpen zijn.

[1] Sapo is het woord dat gebruikt wordt voor informanten van de FARC, collaborateurs van de FARC

21/01/2017 De doofheid en blindheid van de Staat had bedoelingen die nu duidelijk zijn: een brutale paramilitaire invasie voorbereiden tegen al onze nederzettingen

De President ziet noch hoort iets concreets en blijft veinzen dat hij leeft in een land zonder paramilitairen. De ministers doen zich voor als blinden en doven. De controleorganen blijven op hun Olympusberg waar alleen de FARC misdrijven begaan. Het juridisch presidentschap blijft brieven naar de President blokkeren en ze afleiden naar de daders. De overige instellingen wassen hun handen (in onschuld) en “ze weten van niets”, maar het verontrust hen evenmin dat de vredesgemeenschappen vernietigd worden.

Wij leggen getuigenis af voor het land en de wereld van de laatste misdaden die bedreven werden tegen onze Vredesgemeenschap:

Op zondag 15 januari 2017 was er een massale aanwezigheid van zwaarbewapende contingenten paramilitairen met insignes van de AGC (Autodefensas Gaitanistas de Colombia) in de gehuchten La Unión, Buenos Aires en Arenas Altas van het district San José de Apartadó. Ze kwamen om te vergaderen met de bewoners van de regio om ze ervan te verwittigen dat ze indien ze niet met hen meewerken ze de zone moeten verlaten ofwel moeten sterven.

Dezelfde zondag 15 januari 2017 ’s morgens was een groep zwaarbewapende paramilitairen aanwezig vlak bij de woningen van onze Vredesgemeenschap in het gehucht La Unión. Daar gingen ze ertoe over twee leden van onze Gemeenschap met de dood te bedreigen als de gemeenschap weigerde samen te werken met hen.

Op maandag 16 januari 2017 was een zwaarbewapende paramilitaire groep aanwezig in het gehucht Las Claras van het district van San José de Apartadó. Daar ontmoetten ze verschillende personen en ze kondigden hen aan dat ze verplicht waren om met hen mee te werken. Dezelfde dag kwamen de paramilitairen aan vlakbij de militaire basis van San José. En men zag ze daar vriendschappelijk praten met de militairen die in deze basis ingekwartierd zijn.

Precies dezelfde maandag 16 januari 2017 werd op de website van het Generaal Commando van de Militaire Strijdkrachten bevestigd, en dit met een enorm gehalte aan brutaliteit en aan leugen, dat onze Vredesgemeenschap samenwerkt met de Strijdkrachten en dat ze geen aanklachten meer indient. Beide uitspraken zijn totaal vals en kwaadwillig. Men bevestigde daarbij zelfs dat leiders van onze Vredesgemeenschap vergaderden met de grootste moordenaars[1] die de streek van Urabá gehad heeft. Iets wat we nooit gedaan hebben, veel minder nog met onze beulen. Zie: http://cgfm.mil.co/-/ejercito-y-comunidad-de-san-jose-de-apartado-trabajando-por-la-seguridad-de-la-region (Voor vertaling van dit persbericht zie onderaan.)

Op dinsdag 17 januari 2017 kwam een groep paramilitairen aan bij de woning van verschillende leden van onze Vredesgemeenschap in het gehucht Arenas Altas. Ze waarschuwden dat indien de Vredesgemeenschap haar mond niet zou houden ze hun leiders zouden vermoorden en ze de gemeenschap bijgevolg zouden uitroeien. En dat het plan reeds beklonken was.

Dezelfde dinsdag 17 januari 2017 kwamen verschillende paramilitairen aan bij het huis van Reinaldo Areiza in het gehucht La Esperanza. Ze vroegen naar hem terwijl ze waarschuwden dat ze gingen voor zijn hoofd. Gelukkig had Areiza de dag voordien zijn huis verlaten.

Op dinsdag 17 januari 2017 organiseerden de Strijdkrachten samen met de paramilitairen een evenement van sociale integratie en van opening van het gehucht La Esperanza waarbij ze waarschuwden dat de ontwikkeling eraan kwam en dat deze hoerenjong Vredesgemeenschap aan haar einde kwam, bij het aankondigen dat ze zullen verder doen met het aanleggen van de weg die de paramilitairen reeds twee jaar eerder begonnen waren. En dat ze nu verenigd deze weg zouden afmaken die bovendien illegaal is. Ze zegden dat ze hem gaan laten passeren door de stukken grond van onze Vredesgemeenschap in dit gehucht of wij leden van de Gemeenschap dat nu graag hebben of niet.

Op donderdag 19 januari 2017 kwam een groep paramilitairen aan in het gehucht La Resbalosa. Daar kondigden ze aan dat ze de controle hadden over alle gehuchten en dat enkel de nederzettingen van deze hoerenjong gemeenschap ontbraken. Dat ze groen licht hadden om met deze hoerenjong gemeenschap gedaan te maken als ze zich niet aan hen onderwierp. Daar kondigden ze bovendien aan dat ze geen informanten of verklikkers van geen enkele soort zullen toelaten. Dat ze hun eigen informanten zullen plaatsen om de burgerbevolking te bewaken en dat ze gaan binnendringen in het Gehucht van de Vrede van Mulatos bovenop wie er ook moge zijn. Dezelfde dag waren er contingenten paramilitairen aanwezig in de gehuchten La Hoz en Rodoxalí, waar bovendien paramilitaire leiders aanwezig waren die de vergaderingen leidden met de verschillende raden van de gehuchten.

Dezelfde donderdag 19 januari 2017 was er een groep paramilitairen aanwezig in de eigendommen in de buurt van het Vredesgehucht Luis Eduardo Guerra in het gehucht Mulatos Medios.

Op vrijdag 20 januari 2017 klommen 5 erkende paramilitairen gekleed in burger en met wapens bij vanuit Nueva Antioquia naar het gehucht La Esperanza. Daar probeerden ze opnieuw binnen te dringen in de woning van Reinaldo Areiza die zich niet in de woning bevond.

Gedurende twee decennia hebben we alle autoriteiten gesmeekt en ze hebben ons niet aangehoord. Ze hebben zich aansprakelijk gemaakt voor duizenden misdaden die begaan werden tegen de gemeenschap en tegen de boerenbevolking uit onze omgeving. Opnieuw waarschuwen we de President en alle Staatsinstellingen dat ze verantwoording zullen moeten afleggen tegenover de geschiedenis voor deze misdaden die altijd worden aangekondigd en worden begaan zonder dat de instellingen iets doen om ze te verhinderen.

We doen een oproep aan de Internationale Gemeenschap, aan de organismen belast met het waken over de uitvoering van de talrijke overeenkomsten afgesloten door de Colombiaanse Regering en die dagdagelijks geschonden worden. We doen een oproep aan humanitaire organisaties en groepen die ons altijd ondersteund hebben met hun ethische houding, aan zoveel personen die ons kennen in verschillende hoeken van de wereld en die ons ondersteunen met hun solidaire energie. Mogen ze ons helpen deze barbarij tegen te houden en deze criminele Staat energiek en met zakelijkheid af te keuren.

We vragen dringend hulp aan het land en aan de wereld.

Vredesgemeenschap van San José de Apartadó

[1] Ze verwijzen daarmee naar het leger

10/01/2017 Brief aan Procureur Generaal

Apartadó 10 januari 2017

Mr. Procureur Generaal van de Natie

Bogotá D.C.

Ontvang een beleefde groet.

Onze Vredesgemeenschap van San José de Apartadó was verrast over het officiële schrijven met referentie PPA-002 RC-1373-2016 op 3 januari ll. Het schrijven was ondertekend door de ambtenaar EVELYN CRISTINA MUÑOZ MONSALVE, van het Provinciaal Kantoor van de Procureur van Apartadó, waarin verwezen wordt naar verschillende aanklachten die onze Gemeenschap heeft nagelaten aan het land en aan de wereld. Want gedurende de 20 jaar van haar bestaan werd de Gemeenschap nooit gehoord en werden haar vorderingen niet beantwoord zoals de Grondwet en de wetten dat verordenen.

De voornoemde ambtenaar van dat “controleorganisme” verzendt enkele gevallen naar de Nationale Eenheid van Bescherming UNP. Iets dat totaal geen nut heeft. In de voorbije jaren werden onder druk van het Grondwettelijk Hof twee ambtenaren met open telefoon 24 uur per dag ter beschikking van ons gesteld om dit soort gevallen op te lossen. Maar het enige dat hen te binnen schoot om te doen was een beroep te doen op het Ministerie van Defensie, hetgeen , zoals het routinematig gedurende 20 jaar gedaan heeft, de feiten ONTKENDE en de Nationale Eenheid van Bescherming zag haar “bescherming” als afgesloten.

In een tragikomische of perverse begripsverwarring vraagt de genoemde ambtenaar bescherming voor “Luis Eduardo Nieto” (een duidelijke verandering van de familienaam van Luis Eduardo Guerra, wiens naam het Vredesgehucht in het gehucht Mulatos Medios in herinnering aan hem draagt) alsof zij niet wist dat hij afgeslacht werd door Staatsagenten op 21 februari 2005.

Ten overstaan van andere criminele gevallen wast de tuchtambtenaar haar handen omdat het over paramilitaire groepen gaat, die niet onderworpen zijn aan deze disciplinaire jurisdictie. Men moet erg blind zijn om niet te begrijpen dat het paramilitair optreden alleen geniet van gunstige voorwaarden voor haar optreden wanneer de Strijdkrachten het aannemen als hun clandestiene of niet herkende arm en haar acties tolereren en beschermen. Het onderzoek naar de militaire bevelhebbers voor de paramilitaire acties verhinderen is vele decennia lang de meest doeltreffende bijdrage geweest aan het crimineel “succes” van het paramilitarisme.

Uiteindelijk herhaalt de gloednieuwe ambtenaar op sacrale wijze de slogan van haar meester Ordoñez Maldonado, met ondankbaarheid herinnerd in het land en in de beschaafde wereld: elke aanklacht van de Vredesgemeenschap moet geweigerd worden als “vaag, niet precies, de essentiële vereisten missend van omstandigheden van tijd, wijze en plaats en als leugenachtig”. Het heeft geen belang dat ze datums bevat, plaatsbepaling, namen van slachtoffers, condities en bewijzen van systematisering en van daderschap, dat alles moet doodgezwegen worden.

Voor deze gloednieuwe ambtenaar “van controle” zijn de bedreigingen tegen leden van de Vredesgemeenschap en tegen gemeenschappen van de gehuchten, de heimelijke samenwerking tussen militairen en paramilitairen, de aankondigingen van gewelddadig binnendringen om personen vast te binden en ze van hun regio te verdrijven, alleen maar “vage en irrelevante feiten” die geen aandacht verdienen vanwege wie over het gedrag van Staatsagenten moet waken maar vormen het alleen gelegenheden om rijkelijk “inhibities” in te roepen.

Tragikomisch lijkt ook het antwoord van de ambtenaar bij de kritiek op de zogezegde reparatie van de weg tussen San José en Apartadó, die het voorwerp was van een plechtige inhuldiging, terwijl de reparaties maar weinig dagen duurden om terug te keren naar de modderpoelen van altijd. Zij beweert dat zij zich verplaatste om 45 foto’s te nemen om te bewijzen dat “de weg in perfecte staat is”. Hiermee komt ze niet overeen met wie die de weg te voet doen en zijn moerassen, zijn afkalvingen en de obstructie van zijn greppels doorstaan. Een essentieel kenmerk van een controleambtenaar zou moeten zijn haar onpartijdigheid en haar kritische vermogen.

Hoogachtend met lijden voor het vaderland ,

Vredesgemeenschap van San José de Apartadó

Met kopie naar:

Het Grondwettelijk Hof

Het Internationaal Strafhof

Het Inter-Amerikaans Hof voor de Mensenrechten

10/01/2017 De tolerantie en de eenheid van actie tussen de Publieke Strijdkrachten en de paramilitairen blijft ongeremd

Er is niets veranderd in San José de Apartadó op het gebied van de criminaliteit van de Staat. Een jaar eindigt en een ander begint zoals reeds verschillende decennia passeerden waarin de schaamteloosheid, de straffeloosheid, de halsstarrigheid en de brutaliteit van de instellingen van een corrupte en misdadige Staat zich alleen maar ophoopt. Onze Vredesgemeenschap blijft en zal blijven getuigenis afleggen tegenover het land en de wereld van al haar lijden.

Op donderdag 22 december 2016 was er een groep paramilitairen aanwezig in het gehucht La Hoz van ons district van San José de Apartadó en ze kondigden aan dat ze weldra naar het Vredesgehucht van onze Gemeenschap in het gehucht Mulatos Medios zouden gaan en dat ze Gildardo Tuberquia, lid van de Interne Raad van de Vredesgemeenschap, zouden zoeken met de bedoeling hem vast te binden en hem uit de regio weg te halen.

Op zaterdag 31 december 2016 was er een groep paramilitairen aanwezig in het gehucht Arenas Altas, in de nederzetting van onze Vredesgemeenschap en ze kondigden aan dat ze zich niet zouden terugtrekken of “zij van deze hoerenjong vredesgemeenschap” dat nu graag hadden of niet.

Op dinsdag 3 januari 2017 was er een groep paramilitairen aanwezig in het gehucht Mulatos Medios op een stuk grond dat grenst aan ons Vredesgehucht Luis Eduardo Guerra. Daar zag men hen lang praten met één van de leiders die de inname van het Vredesgehucht stimuleert door leden van de Gemeentelijke Actie om daar projecten uit te voeren die de regering hen heeft beloofd.

Op woensdag 4 januari 2017 was er een groep paramilitairen aanwezig in het gehucht Arenas Altas, in de nederzetting van onze Vredesgemeenschap. Bij deze gelegenheid bevestigden ze dat ze voortaan “niet zullen gaan lopen van deze hoerenjong Vredesgemeenschap noch van hun begeleiders door zich terug te trekken van de plaatsen waar de gemeenschap zich bevindt of er toe overgaat hen aan te klagen”. En dat voortaan een plan wordt uitgevoerd om de “gemeenschap uit te roeien”.

Op zondag 8 en maandag 10 januari 2017 werden bekende paramilitairen gezien in het dorpscentrum van San José en de overdekte plaats (restaurant) van Caracolí. In San José praatten ze in het zicht van iedereen met de Strijdkrachten.

In vorige aanklachten legde onze Gemeenschap rekenschap af van de houding van de troepen van het Leger wanneer een commissie van ons klacht tegen hen indiende voor hun gebrek aan optreden tegen de paramilitaire aanwezigheid in Arenas Bajas, op geringe afstand van hun ontmoetingsplaats met hen. Daar bleek duidelijk dat de troepen volledig op de hoogte waren van die aanwezigheid en dat ze niet de minste wil hadden om tegen de paramilitairen op te treden maar integendeel dat ze onze gemeenschap bedreigden met een campagne van prestigeverlies als ze deze aanwezigheid bleef aanklagen. Zulke tolerantie en goedkeuring door de Staat voor dat paramilitair aanwezig zijn en optreden, ligt nog versterkt vervat in de vreemde brief die we van het Provinciaal Procureurskantoor van Apartadó ontvingen op 3 januari ll.

Inderdaad op 3 januari 2017 ontving onze Gemeenschap een Officieel schrijven met referentie PPA 002_RC-1373-2016 gedateerd op 3 januari 2016 en ondertekend door de ambtenaar van het Provinciaal Procureurskantoor van Apartadó EVELYN CRISTINA MUÑOZ MONSALVE, dat refereert naar veelvuldige aanklachten door onze Vredesgemeenschap uitgebracht tussen oktober en december. Het ontlast de disciplinaire instelling van alle onderzoek- en strafverantwoordelijkheid. In enkele gevallen stuurt ze de feiten door naar de Nationale Eenheid van Bescherming UNP. In andere gevallen stelt ze zich vrij van tussenkomst omdat het gaat om paramilitairen die buiten de disciplinaire bevoegdheid van het Procureurskantoor zouden vallen. In andere gevallen - en in erg zware – beschouwt ze “de feiten als vaag en niet relevant”. De ambtenaar ontpopt zich als trouwe leerling van de ex-procureur Ordoñez Maldonado, die altijd weigerde om welk feit dan ook met betrekking tot de Vredesgemeenschap te onderzoeken door te verklaren dat het om valse, vage informatie ging zonder enige ondersteuning of zonder omstandigheid van tijd, plaats en manier. Dit desondanks dat de informatie allemaal nauwgezet gesitueerd en gedateerd was, met de namen van de slachtoffers erbij, de concrete omstandigheden en de aanwijzingen van daderschap. Maar het schandaligste van dit schrijven was dat de gloednieuwe ambtenaar van “disciplinaire controle van de Staat” de naam veranderde van onze historische leider Luis Eduardo Guerra, naam die ons Vredesgehucht in herinnering aan hem draagt, door hem te vervangen door de naam van “Luis Eduardo Nieto”. En dat ze bescherming voor hem vroeg aan de Nationale Eenheid van Bescherming UNP alsof ze niet wist dat hij door Staatsagenten afgeslacht was op 21 februari 2005. Een historische onwetendheid zo geveinsd in de ambtenaar op haar (eigen) terrein wekt weerzin, als het al niet zo is dat deze verdraaiing andere inslechte bedoelingen heeft.

Ofschoon onze Vredesgemeenschap in breuk blijft met de staatsinstellingen, omdat de vijf voorwaarden[1] goedgekeurd door het Grondwettelijk Hof om enige dialoog met hen op te starten niet geëerbiedigd werden door alle hoogwaardigheidsbekleders van de Staat, hebben we toch een brief/aanklacht gestuurd naar de Procureur Generaal [2].

Opnieuw bedanken we grondig voor de solidariteit van vele personen die ons vanuit verschillende delen van de wereld begeleiden in deze tragedie en ons ondersteunen met hun onwrikbare en onomkoopbare morele kracht.



[1] Ik herinner me deze voorwaarden:

  1. Dat de President de eer, de waardigheid en de goede naam herstelt van de Vredesgemeenschap

  2. Dat de politiepost wordt terug getrokken uit San José de Apartadó

  3. Dat de Regering en haar Strijdkrachten de humanitaire zones erkennen

  4. Dat er een Commissie ter evaluatie van de Justitie in Urabá wordt opgesteld;

[2] Het gaat over de Procurador General. Deze heeft andere bevoegdheden als de Procureur Generaal bij ons. Hij heeft de disciplinaire bevoegdheid over de ambtenaren (dus ook leden van leger en politie). Hij moet ervoor zorg dragen dat de ambtenaren de mensenrechten eerbiedigen.