2019

26/12/2019 Het Paramilitarisme probeert gebruik te maken van de gemeentelijke raden en de Memoricide (Uitroeiing van de Herinnering) in te voeren

Onze Vredesgemeenschap van San José de Apartadó ziet zich opnieuw genoodzaakt een beroep te doen op het land en op de wereld om ernstige schendingen van hun fundamentele rechten, waarvan zij de laatste maanden slachtoffer werd, aan te klagen.

Zoals de vorige regeringen heeft ook President Duque gekozen voor een politiek van neerhangende armen (die dus niets ondernemen) en van dove oren tegen paramilitarisme. Ofschoon hij omvangrijke documenten ontvangen heeft die de continuïteit bewijzen van de Staatspolitiek van medeplichtigheid, samenspanning, tolerantie en veel meer tegenover duizenden misdaden, bedreven door gewapende structuren, wiens band met de Staat bewezen werd door talrijke vonnissen van nationale en internationale tribunalen, verkiest hij te zwijgen en niet op te treden om hun handen vrij te laten.

Het paramilitarisme in Urabá ging over van periodes, dat het zonder enige schaamte bij klaarlichte dag opereerde, verbonden met de Strijdkrachten, naar periodes van gecoördineerde scheiding, vergezeld van een intens negationisme, terwijl alle instellingen bevestigden dat “het paramilitarisme niet bestaat ” terwijl iedereen hen ziet opereren binnen dezelfde politieke en criminele parameters van altijd. Nu schijnen ze binnen te treden in een nieuwe periode waarbij de coöptatie van de raden voor gemeentelijke actie hen als camouflage dient, want de uitvoering van hun beslissingen dragen ze aan hen over, terwijl ze hen verbieden hun hechte banden te verraden. Zelfs de meest gedurfde politiek tegen de boerenbevolking en tegen hun voorouderlijke waarden komen zo te voorschijn als “democratische beslissingen” van de raden voor gemeentelijke actie, ofschoon iedereen weet dat het orders zijn van het paramilitarisme die op hun beurt ontvangen werden van de hoge regering. Zich verzetten tegen deze beslissingen kan ernstige gevolgen hebben en de eerlijke leden van de raden weten dat heel goed en daarom verkiezen ze te zwijgen en zich te onderwerpen.

Binnen deze strategie heeft men de raden voor gemeentelijke actie opgedragen de MEMORICIDE, of de vernietiging van de historische herinnering te beheren. Onze Gemeenschap lijdt momenteel onder de bedreiging met vernietiging van de monumenten ter herinnering die verwijzen naar de heilige plaatsen waar onze leiders met een hoge graad van wreedheid afgeslacht werden door militairen en paramilitairen. Vandaag zijn het dus de raden voor gemeentelijke actie die de herinnering blokkeren of willen vernietigen door de perverse orders uit te voeren van de heersende machten. Het was moeilijk in te beelden dat men tot zulke schanddalige behandeling zou kunnen komen maar spijtig genoeg is dat reeds een feit.

De feiten die we ter kennis willen brengen van het land en van de wereld zijn de volgende:

In de laatste week van oktober 2019, nam de ex-militant van de FARC-EP en nu lid van de paramilitaire structuur met aanwezigheid in de Cerro (heuvel) de Chontalito, die gekend is als “Pablo”, deel aan een feest in het gehucht Mulatos (hoofdplaats). En hij wilde er een jonge gast van de zone vermoorden, die hij achtervolgde met een wapen. Toen de jongere aan hem ontsnapte ging hij naar hem op zoek in verschillende woningen om hem te vermoorden. Toen de Raad voor Gemeentelijke Actie de zaak aankaartte, was die van mening dat ze het probleem niet konden regelen met alias “Pablo” maar dat ze moesten communiceren met alias “René”, ook een ex-militant van de FARC-EP en die nu het commando uitoefent over het paramilitarisme in de zone van San José de Apartadó.

Op zaterdag 2 november 2019, drong in het gehucht La Esperanza een troep van het leger binnen in een woning waarin alleen de kinderen waren, omdat de ouders vertrokken waren om te gaan werken. Toen één van de kinderen bemerkte dat ze een radio bij hadden, zei het dat die radio dezelfde was als die van zijn vader. En hij ging die van zijn vader halen om hem aan hen te tonen. De militairen stelden vast dat het in feite een radio was van het leger, wat een bevestiging betekende dat het hoofd van dat huis een paramilitaire spion of “punt” was. In de namiddag, wanneer de man terug was van zijn werk, keerden de militairen terug naar deze woning en ze praatten vriendelijk met hem als collega’s.

In de eerste week van november 2019, op een plaats dicht bij het dorpscentrum van San José de Apartadó werd een jonge gast van de huizenrij ontboden door paramilitairen. Toen hij toekwam werd hij met de dood bedreigd en ze beschuldigden hem van diefstal en van drugsverslaving. De jongere aanvaardde de beschuldiging van diefstal niet en hij bevestigde dat als hij drugs gebruikte dat het met zijn geld was. Het feit is demonstratief voor het type van de facto “justitie” dat de paramilitairen in de regio proberen in te voeren.

Op zaterdag 9 november 2019, kwam de ex-militant van de FARC-EP en nu lid van de paramilitaire structuur met aanwezigheid in de Cerro de Chontalito, gekend als “Pablo”, aan bij ons Magazijn voor verkoop van cacao in San Josesito, vergezeld door andere leden van de paramilitaire structuur en hij bleef een tijd in de omgeving met een houding van spionage.

In de tweede week van december 2019, ontving de Vredesgemeenschap informatie volgens welke alias “Pablo”, vroeger lid van de FARC-EP en nu lid met een belangrijke opdracht binnen de paramilitaire structuur, zich verplaatste naar het gehucht Saiza, van de gemeente Tierralta, van het departement Córdoba, om er aan de paramilitaire structuur van deze zone een cursus te geven over explosieven.

Op vrijdag 13 december 2019, vonden verschillende leden van de Vredesgemeenschap, die zich verplaatsten langs de weg die van de huizenrij van San José naar het gehucht La Unión voert, onderweg een handgeschreven pamflet waarin men werd aangemoedigd “de verklikkers (letterlijk = padden) te doden”. Hiermee werd verwezen naar de klokkenluiders (de personen die hen aanklagen). De ergernis en de woede waarmee de paramilitairen verwijzen naar de aanklachten over hun daden is iets wat reeds zeer bekend is in de streek, alsook hun voortdurende beschuldiging van de Vredesgemeenschap om ten aanzien van de wereld alle criminele aanvallen van de gewapende partijen en de schendingen van de mensenrechten en de aanslagen tegen de menselijke waardigheid aan de kaak te stellen.

Op woensdag 18 december 2019, riepen enkele raden van gemeentelijke actie van de zone in het gehucht La Esperanza de bewoners in vergadering bijeen om hen de orders van de paramilitairen over te brengen om alle bewoners te verplichten om hen illegale belastingen van 10.000 Pesos per hectare grond die ze bezitten te betalen.

In de maand december 2019 intensiveerden de aankondigingen zich, aangedreven door raden van gemeentelijke actie van de zone en onder impuls van paramilitaire structuren die hen richtlijnen meedeelden om constructies, gemaakt door de Vredesgemeenschap op heilige plaatsen van herinnering aan haar slachtoffers, te vernietigen. Reeds een tijd geleden bouwde de Vredesgemeenschap een monument, herinnering aan het bloedbad aangericht door leger en paramilitairen op 8 juli 2000 in het gehucht La Unión. Van haar kant heeft de raad van gemeentelijke actie van dit gehucht herhaaldelijk gedreigd dit herinneringsmonument te vernietigen. Ze voerden hierbij aan dat de regering hen heeft aangeboden juist op deze plaats een poly-sportplaat te bouwen. Dit valt in haar strategie samen met de druk van de raad voor gemeentelijke actie in het gehucht Mulatos Medio om zich het vredesgehucht Luis Eduardo Guerra gewelddadig toe te eigenen, waar de Gemeenschap reeds 15 jaar aanwezig is en een kapel gebouwd heeft op de heilige plaats waar Luis Eduardo met zijn gezellin en zijn 10-jarige zoon werd afgeslacht. Op deze zelfde plaats – zo voert de raad voor gemeentelijke actie aan – biedt de Staat aan een school te bouwen en een stand voor de verkoop van sterke drank, precies op deze plaats en niet op een andere plaats. Het lijdt geen twijfel dat deze samenvallende bedreigingen een Staatspolitiek bloot leggen van memoricide (totale vernietiging van de herinnering), als een gretigheid om de herinnering aan de slachtoffers en aan de misdaden van de Staat weg te gommen.

In andere landen steken het negationisme en de memoricide de kop op in periodes van postconflict en postgeweld, op het moment dat de herinnering probeert te eisen dat er maatregelen genomen moeten worden van correctie en niet-herhaling. In Colombia vallen deze perverse strategieën samen met het voortduren van de misdaden, want terwijl de paramilitairen, de illegale gewapende arm van de Staat, proberen het gedenken te blokkeren, door zich te bedienen van de raden voor gemeentelijke actie, blijven dezelfde paramilitairen verder doen met het sociaal leiderschap van het land uit te roeien en met het vermoorden van de gedemobiliseerde strijders (van de FARC).

Een ander opmerkelijk werk van de raden voor gemeentelijke actie in de laatste maanden was het verzamelen van handtekeningen ten gunste van Oosterse multinationals (Koreaanse en Chinees), die reeds de exploitatie van steenkool en van verschillende metalen plannen, te beginnen met het district van Nuevo Antioquia in de gemeente Turbo en verder gaand door de gehuchten van San José de Apartadó. Ze bevorderen ook het presenteren van curricula vitae om aangenomen te worden door die bedrijven als oplossing voor het probleem van de werkeloosheid. Het is ten zeerste betreurenswaardig dat de Staat wil steunen op de onbevredigde basisbehoeften van de boerenbevolking om ze te betrekken bij een economisch model dat gebaseerd is op de definitieve vernietiging van de niet-hernieuwbare natuurlijke grondstoffen, een exploitatie die het leefmilieu radicaal beschadigt en vergiftigt.

Eens te meer bedanken we de talrijke gemeenschappen en personen, die vanuit veel plaatsen van het land en van de wereld, ons moreel van verzet en onze idealen van een minder onmenselijke wereld, dan die wij beleven, hoog houden. Tegelijk wensen we hen dat het jaar dat gaat beginnen een nieuwe gelegenheid mag bieden om de krachten te verenigen tussen de sectoren van de wereld die vertrouwen op ethische humanitaire principes met als doel vooruitgang te maken in de constructie van gerechtigheid, solidariteit en vrede onder de levenden.

04/10/2019 Protocollaire wegen van leugenachtigheid en camouflage

Opnieuw doet onze Vredesgemeenschap van San José de Apartadó een beroep op het land en op de wereld om getuigenis af te leggen van de laatste feiten die ons diep treffen.

Vandaag blijft het district van San José de Apartadó binnengedrongen en gecontroleerd door paramilitairen die, hoe meer de regering ze ontkent en ze verbergt, steeds bezig zijn met alles te controleren en ze bekommeren zich niet over de aanklachten. Ze hebben de zekerheid dat hun beschermheren en hun bondgenoten de regering vormen en dat ze niet zullen toelaten dat ze voor het gerecht verschijnen. Zo mogen ze zich bij klaarlichte dag tonen en mogen ze uitgebreid hun illegale en perverse verplichtingen, belastingen en afpersingen, hun bedreigingen en hun lijsten van te vermoorden kandidaten opleggen. Als parodie op een bijbel psalm mag men van hen zeggen: “Zij verblijven onder de bescherming van de allerhoogste (regering)” en op die zekerheid baseren ze hun cynisme en hun brutaliteit.

Men moet niet ver gaan om dat vast te stellen: na de moord op de laatste jonge boer in het gehucht La Cristalina (18 augustus 2019) riep een Openbaar Aanklager van Apartadó de bewoners van 4 gehuchten die intensief gecontroleerd worden door het paramilitarisme bijeen om hen te vragen wie Weber Andrés vermoord had (4 september 2019). De talrijke aanwezigheid van paramilitairen in deze bijeenkomst , vergezeld van vele militairen en politieagenten , drong er bij de Openbaar Aanklager op aan dat er “in de zone geen paramilitairen waren en dat daarom de paramilitairen hem niet hadden kunnen vermoorden”. Op deze wijze zou men de besluiten van zulke verdachte vergadering kunnen samenvatten. Wat beoogde de Aanklager met zo’n evenement? Zou hij niet geweten hebben dat zijn auditorium verzadigd was met paramilitairen die hun eigen bestaan ontkenden met schandelijke bedoelingen en dat de niet-paramilitairen niet durfden te spreken om hun leven niet te riskeren. Had deze convocatie het karakter van een gerechtelijke hoorzitting? Zal de Aanklager één van de uribisten[1] zijn die van mening zijn dat de Rechtstaat een verouderd begrip is en dat voortaan de “justitie van opinies” ondersteund door de beslissingsbevoegdheid van de daders gegroepeerd in montoneras[2] moet overheersen? Wat richtten de militairen en politieagenten daar uit toen ze handtekeningen verzamelden van de deelnemers? Wat is de bestemming en het gebruik van deze handtekeningen? Staan die handtekeningen gelijk met een soort “gewetensjury” die de vrijspraak legitimeert van de moordenaars? Wat zullen de nieuwe spelregels zijn van die vreemde rechtspraak? Waarom maken ze die ten minste niet publiek?

Vanuit die onverstoorbare veiligheid zetten de paramilitairen hun routineagressie verder tegen de burgerbevolking: ze controleren, innen belastingen, bedreigen en vermoorden. Alleen stilte omhult de stemmen van de boeren. Als ze die orde verlaten dan circuleren er snel noodlottige lijsten met de namen van de volgende doden.

Er is geen remedie die deze tragedie kan genezen, tegen het geweten in van de boerenbevolking, die meer dan 50 jaar heeft geleefd in deze zone waarin enkel onderwerping hen heeft toegelaten te overleven door zich aan te passen aan de regels van de gewapenden.

De feiten waarvan we getuigenis afleggen zijn de volgende:

Op dinsdag 17 september 2019 om 9:58 werd de aanwezigheid van een groep paramilitairen met camouflagevesten en met lange wapens vastgelegd in het gehucht Arenas Altas van het district van San José de Apartadó.

Op woensdag 18 september 2019 maakte onze Vredesgemeenschap een rondgang samen met de Ombudsman voor de Mensenrechten en met internationale begeleiding door de gehuchten Arenas Altas en Arenas Bajas, met de bedoeling leden van onze gemeenschap die daar leven te kunnen begeleiden, gezien de vastgestelde aanwezigheid van paramilitaire eenheden die dagen. Toegekomen in Arenas Altas kon men heel dicht bij de weg de aanwezigheid van gewapende mensen vaststellen, zonder ze te kunnen identificeren. Verderop dezelfde weg , op zo’n 20 minuten afstand, ontmoeten we een erg verdachte gewapende groep die bestond uit 8 deelnemers die zich identificeerden als publieke strijdkrachten.

Op woensdag 25 september 2019 ‘s nachts drong Mr. ELKIN ORTIZ, die schade kwam aanrichten in de private eigendom van onze Vredesgemeenschap op de boerderij La Roncona, opnieuw binnen om onze afrasteringen, onze teelten van bananen en van cacao te vernietigen. Volgens informatie doet hij dit onder impuls van de paramilitairen die de huizenblok van San José controleren.

Op vrijdag 27 september 2019 om 10:00 uur toen de leden van een commissie van onze Vredesgemeenschap terugkeerden van het gehucht La Esperanza naar San Josecito, werden ze op de hoogte gebracht dat 7 paramilitairen in camouflagekleding en met lange wapens, aankwamen toen ze nauwelijks vertrokken waren van de boerderij van La Esperanza, private eigendom van onze Vredesgemeenschap. Het was alsof ze de leden van ons proces die daar aanwezig waren om boerderijwerkzaamheden uit te voeren belaagden. Tegelijkertijd stelde men de aanwezigheid vast van 10 andere paramilitairen in het hoger gelegen deel van het gehucht La Esperanza.

Op zaterdag 28 en zondag 29 oktober 2019 was onze Vredesgemeenschap samen met andere gemeenschappen van het land, begeleid door internationale organisaties, op bezoek in de humanitaire zone Las Camelias in de gemeente Carmen del Darién, Departement Chocó. En ze vergezelden er de families van het gemeenschapsproces dat daar werd opgezet. Gedurende de reis kon men vaststellen dat het daar een zone is die helemaal gecontroleerd wordt door het paramilitarisme, want de sterke aanwezigheid van paramilitairen in burgerkleding was overduidelijk. Dit maakt eens te meer duidelijk dat het het paramilitarisme is dat naar believen alles controleert in de dorpen en gehuchten van het land en het ergste van al is dat ze omzeggens altijd de controle uitoefenen te midden van of onder bescherming of met medeplichtigheid van de Strijdkrachten en volledig evident, met hun toelating en coördinatie.

Dezelfde zaterdag 28 september 2019 zat de Commandant van de 17-de Brigade van het leger, Kolonel Carlos Padilla, als antwoord op een order van de Staatsraad, een ceremonie van goedmaking voor tegenover de gemeentelijke hal van de huizenblok van San José de Apartadó, waarbij hij een bord verwijzend naar het bloedbad van 21 februari 2005 onthulde en daarbij zegde hij: “Met dit bord erkennen wij de slachtoffers van het gewapend conflict en we verlenen hen waardigheid voor de feiten die plaats vonden op 21 februari 2005 in de gehuchten La Resbalosa en Mulatos van de gemeente van San José de Apartadó als schadeloosstelling voor hun dood (… ) Ik wil jullie mijn meest oprechte excuses aanbieden en me solidariseren met het lijden van u allen en van ieder apart. Ik kan jullie verzekeren dat het nationale leger zal doorgaan met de vaste overtuiging de condities van vrijheid en democratie te bewaren en te garanderen die jullie allen als Colombiaans volk aan ons vragen.”

Het was niet de Minister van Defensie die de plechtigheid voorzat, zoals door de Staatsraad werd bevolen, wat reeds de geringe waarde duidelijk maakt die de regering heeft voor de boerenslachtoffers en de denigrerende behandeling die ze hen geeft. Het bord bevatte evenmin de namen van alle slachtoffers van dit bloedbad en niemand begreep waarom ze BELLANIRA AREIZA, de partner van de historische leider van de Vredesgemeenschap, Luis Eduardo Guerra , die daar afgeslacht werd, uitsloten. Want zij werd ook afgeslacht in de zelfde orgie van bloed. Slechts een twintigtal personen namen deel aan de plechtigheid, sommigen van hen familieleden van de slachtoffers die een geldelijke vergoeding hadden ontvangen die verordend werd door de Staatsraad. Maar bij hen was geen enkel lid van onze Vredesgemeenschap, want vanaf het begin verwierpen wij het taxeren van onze slachtoffers in geld, alsof ze koopwaar waren, en minder nog wanneer deze “betaling”niet vergezeld is van bestraffing van de daders en van doeltreffende maatregelen van niet-herhaling en van de correctie van de systematische criminaliteit, duidelijk gemaakt in dit gruwelijk bloedbad.

De woorden van Kolonel Padilla en de tekst zelf op het bord zijn een geraffineerd model van perverse verdoezeling en van vervorming van de werkelijkheid, die meehelpen aan deze gruwelijke straffeloosheid. Deze slachtoffers voorstellen als “slachtoffers van het gewapend conflict” is een schande. Geen enkele van de honderden misdaden in deze 23 jaar tegen onze Vredesgemeenschap gepleegd mag beschouwd worden als verband houdend met het gewapend conflict. Want als iets vanaf het begin van haar bestaan de identiteit bepaalde van onze Vredesgemeenschap dan was het wel haar radicale weigering deel te nemen aan het gewapend conflict en samen te werken met geen enkele gewapende partij. De Strijdkrachten weten maar al te goed dat ze onze broers en zusters vermoordden omdat ze hen niet konden inlijsten (invoegen) in de paramilitaire strategie die ze hadden ontworpen voor heel de regio en die nog steeds blijft heersen. Ze schakelden hen uit omdat ze door hun principes aan hun handen ontsnapten. Daarom is het absoluut onfatsoenlijk en in tegenspraak met de regels zelf van de Speciale Vredesjustitie[3] dat de daders van misdaden tegen onze Gemeenschap toegang tot deze justitie vragen.

Maar misschien is het schandaligste dat de tekst zelf van het bord en de woorden van Kolonel Padilla “verzwijgen“ wat gebeurd is in het bloedbad en de echte dimensies ervan. Geen enkele schaduw van erkenning en berouw over de verantwoordelijkheid van het leger bij die verschrikkingen, ofschoon het Opperste Gerechtshof zelf hoge officieren heeft veroordeeld in een vonnis in cassatie, alhoewel ze de hoogste, die de meest macabere beslissingen namen, straffeloos heeft gelaten. Wat soort van goedmaking, die de evidente verantwoordelijkheid in het misdrijf niet erkent is dat? Is dat misschien geen nieuw tot slachtoffer maken?

Maar het cynisme van het discours kent geen grenzen. Generaal Padilla durft “VOOR WAAR VERKLAREN” dat het leger “VOORT ZAL DOEN MET DE VOORWAARDEN VOOR VRIJHEID EN DEMOCRATIE TE WAARBORGEN” die de mensen vragen. Hij heeft het recht niet om de geschiedenis op zo’n gedurfde manier te miskennen. Waarom maakte hij niet eens allusie op de 1462 misdaden tegen de menselijkheid die werden gepleegd in de eerste 21 jaar van vervolging en genocide van onze Vredesgemeenschap, waarvan de documentatie berust in internationale gerechtshoven en waarin het leger actieve of passieve verantwoordelijkheid draagt. Blijft de Kolonal denken dat men de zon met een vinger kan afdekken?

Wanneer hij spreekt over “het waarborgen van de continuïteit van vrijheid en democratie” miskent hij dat, wat het leger heeft aangeboden in deze decennia, helemaal het tegengestelde van vrijheid en democratie is, toch durft hij ze “vrijheid en democratie” noemen, zoals misschien niemand anders het zou durven doen, want wat zij tot nu toe gewaarborgd hebben zijn: bloedbaden, moorden, hongerbelegeringen,ontheemding, folteringen, vernieling en afbranding van woningen en van teelten, het oprichten en ondersteunen van paramilitaire structuren, gerechtelijke montages, het gevangen nemen van onschuldigen, seksueel misbruik, bedreigingen, lastercampagnes, kwaadsprekerij en beledigingen, diefstal van bestaansbenodigdheden, gewapende overvallen om ze te terecht te stellen, schendingen van de privacy, gedwongen verdwijningen, valse positieven, ontheiliging en verberging van lijken, en veel andere verschrikkingen. Is dat de “vrijheid en democratie” die hij aanbiedt “VERDER TE ZETTEN”, waarvoor hij “BEKRACHTIGING GEEFT

Wanneer uitingen van “goedmaking” of “vergeving” gedaan worden in een context die ingepakt is en tot het diepste ondergedompeld in dezelfde criminele dynamieken die de uitroeiing van de slachtoffers veroorzaakte, dan heeft het discours enkel de mogelijkheid zijn toevlucht te nemen tot leugens, camouflage, afleiding en vermomming. En dat is het wat we hebben moeten beleven in het zogenaamd “postconflict” of “postakkoord”, waarin de wortels van het conflict meer dan ooit in leven blijven en op overweldigende wijze terug uitlopen. Men stelt een wanhopige zoektocht vast om het gebrek aan geloofwaardigheid af te dekken. We leven binnen een Staat en een regering die het land en de wereld willen overtuigen dat het mogelijk is een “nieuw gelaat” te tonen, ondersteund door een onvervuld discours maar zonder het hoofd te bieden aan het meest dringende probleem: de niet-herhaling van de misdaden waarborgen. Ze geloven dat dit mogelijk is door verantwoordelijkheden af te dekken en te ontwijken; door hen op hun post te houden en te bevorderen, die de barbarij ontwierpen en uitvoerden, en door de doctrines en structuren te behouden (en ze te ontkennen) die zulke verschrikkelijke praktijken inspireerden en begunstigden. Hoeveel jaren of decennia zal men nog moeten wachten eer ze overtuigd geraken dat dit absoluut onmogelijk is?

Met onze steeds herhaalde dankbaarheid aan hen,die vanuit talrijke plaatsen van ons land en van de wereld, ons ondersteunen met hun morele kracht, sturen we hen een nieuwe waarschuwing over wat deze valse genoegdoeningen onthullen en aankondigingen.



[1] Aanhangers van de vorige president Uribe

[2] Montoneras = ongeregelde militaire groepen (hier een verwijzing naar de paramilitairen)

[3] JEP = Justicia Especial para la Paz, overgangsjustitie opgericht door het Vredesakkoord

09/09/2019 Oorlog en onrecht omhelzen elkaar in recyclage zonder einde

Onze Vredesgemeenschap van San José de Apartadó doet opnieuw een beroep op het land en de wereld om getuigenis af te leggen van de laatste feiten die ons diep raken.

Het manifest van terugkeer naar de oorlog van een groep ex-strijders van de FARC-EP (Fuerzas Armadas Revolucionarias de Colombia – Ejército Popular) (Gewapende Revolutionaire Krachten van Colombia – Volksleger) die zich hadden aangesloten bij het zogenaamde “Vredesakkoord” dat ondertekend werd in Havanna, Cartagena en Bogota op het einde van 2016, betekent de aankondiging van een verergering van het gewapend conflict op ons grondgebied. Vanaf de demobilisatie van verschillende fronten van de FARC-EP, die in onze regio opereerden, viel ons grondgebied totaal onder de controle van de paramilitaire groepen die reeds verschillende decennia de steun genoten van de publieke strijdkrachten en de overige Staatsinstellingen. Wat ze wel aanhoudend ontkennen en zo willen ze ‘de zon bedekken met hun handen’. Nu kondigt zich ons een nieuwe aanwezigheid aan van gewapende opstandelingen die zeker nieuwe stromen van bloed zal meebrengen naar onze gehuchten, want ze zullen zeker proberen het paramilitarisme, dat zich meester gemaakt heeft van de streek, en de multinationals, die de leefomgeving vernietigen en de natuurlijke rijkdommen plunderen, militair proberen aan te vallen.

Ten aanzien van de terugkeer van de oorlog bevestigt onze Gemeenschap opnieuw haar totale uitsluiting van het gebruik van wapens en van om het even welke rechtstreekse of onrechtstreekse samenwerking met gewapende actoren. We zijn ervan overtuigd dat wapens geen conflicten oplossen maar integendeel ze erg aanmoedigen en dat ze progressief de bases van de opbouw van democratie, van de samenleving en van het elementair menselijke leven vernietigen.

Ten aanzien van de feiten en het discours, die erop aandringen om de oorlog opnieuw te legitimeren vragen we ons af wie gelijk heeft. De massieve informatiemedia duiden alleen de groep van ex-strijders van de FARC-EP, die zich hebben teruggetrokken uit het proces van incorporatie en kiezen voor het statusquo, aan als enige schuldige. Van haar kant schildert de Regering deze ex-strijders met de ergste termen af en ze weigert luisteren en rekening te houden met de redenen van hun dissidentie en ze reageert zich op hen af in een irrationele oorlogswoede die heel wat principes van het internationaal recht overstijgt.

Wij zijn ervan overtuigd dat niets van dit alles bijdraagt aan de opbouw van vrede. We geloven dat het Vredesakkoord dat in 2016 werd ondertekend niet echt raakte aan de wortels van het honderdjarig conflict dat we beleven, noch wat betreft de mechanismen van concentratie van het bezit van de grond, noch wat betreft de afwezigheid van democratie, noch wat betreft de toegang tot een minimum bevrediging van de behoeften van de bevolking, noch wat betreft de invasieve corruptie van de machten, noch wat betreft het gebrek aan rechtvaardigheid, noch wat betreft de morele rottigheid van het gerechtelijk en administratief apparaat van de Staat. Zij die de wapens inleverden werden gedwongen de broeksriem aan te halen bij enkele gedegenereerde instellingen en bij een regering die geleid wordt door de ergste van de caudillos die er maar bestaan hebben bij de controle van de Staat in de laatste decennia door het tegen de grond gooien van al zijn ethische en juridische principes. Bovendien miskende de Regering tot de meest eenvoudige engagementen aangegaan in het “Vredesakkoord” en liet ze met totale medeplichtige passiviteit het permanent bloedbad van de ex-strijders en een bloedbad zonder ophouden van sociale leiders en leidsters toe door toedoen van groepen die hun expliciet of impliciet applaus niet verbergen voor het heersend regeringsmodel .

We betreuren grondig dat het zogenaamde “Vredesakkoord “ niet diende om de praktijken, die reeds veel decennia lang de meerderheid aan de basis van onze natie kwellen, te demonteren: het paramilitarisme, de corruptie, het anticommunisme dat miljoenen bloedslachtoffers produceerde, het cliëntelisme en de afhankelijkheid, zowel militair als economisch, van onderdrukkende vreemde mogendheden.

Het antwoord van de regering op de oude en gerecycleerde opstandelingen, het enige wat het voortbrengt zijn doden, bloed, lijden en vernieling. Ze heeft een radicale onbekwaamheid om haar fouten te erkennen en een ziekelijke wil om zich elke keer meer onder te dompelen in het moeras van haar onrecht en van haar passie voor het bloedvergieten. Nu wil ze ons onderdompelen in een nieuwe oorlog die alleen maar chaos meebrengt, catastrofe, eindeloze heropleving van de haat en wanhoop.

Naast ons vierkantig afwijzen van de nieuwe aanmoediging van de oorlog, leggen we bovendien getuigenis af aan het land en aan de wereld van nieuwe feiten die onze zone treffen:

Op vrijdag 23 augustus 2019 rond 9:00 uur werden straffe schoten gehoord van zware wapens en de ontploffing van bommen op de plaats die bekend is als El Barro van het gehucht Mulatos Medios van San José de Apartadó. Daar werd een sterke aanwezigheid vastgesteld van gecamoufleerde en zwaarbewapende paramilitairen. Niet ver daar vandaan bevond zich een groep militairen. Alles wijst erop dat het geschiet, dat tussen hen onderling kon zijn, geen enkele consequentie had, noch vergezeld ging van enige vervolging, wat sommigen interpreteerden als een bewijs van het mekaar wederzijds begroeten of als een simulatiespel.

Op maandag 2 september 2019 detacheerde onze Gemeenschap een solidariteitscommissie om de familie van de jongere Weber Andrés Arias, vermoord op 18 augustus, te begeleiden. Die familie moest, omwille van de voortdurende bedreigingen van de paramilitairen, op de vlucht en moest haar bezittingen meenemen vanuit het gehucht La Cristalina. Bij de tocht om de bezittingen van die familie mee te voeren was het mogelijk de voortdurende aanwezigheid van paramilitairen zoals o.a. die van de bekende “Alfredo” in de zone vast te stellen. Er moet aan herinnerd worden dat de paramilitairen Weber Arias vermoordden nadat ze hem herhaaldelijk verwittigd hadden dat hij zich aan hun orders moest onderwerpen, wat hij vierkantig weigerde. Daarom was het dat ze tenslotte een einde maakten aan zijn leven. Daarna maakten ze zich kwaad bij bedreigingen tegen de familie omdat ze de feiten hadden aangeklaagd. En deze aanklacht werd veranderd in een “misdrijf” want dezelfde 17-de Brigade verdraagt niet dat onze Gemeenschap met de burgermaatschappij in gesprek gaat om te vertellen wat ze moet doorstaan. En daarom verplichtten ze via een Actie van Voogdij, die op een absurde wijze aanvaard werd door de Tweede Promiscue Rechter van Apartadó, onze Gemeenschap om zich terug te trekken vanuit het netwerk van getuigenissen en zichzelf het zwijgen op te leggen, wat onze Gemeenschap geweigerd heeft te gehoorzamen.

Op woensdag 4 september 2019 heeft een Openbaar aanklager van Apartadó, vergezeld door de publieke strijdkrachten en klaarblijkelijk zelfs door het Internationale Rode Kruis, verschillende gemeentelijke raden en bewoners van het district bijeengeroepen voor een bijeenkomst in de gebouwen van het college Bartolomé Cataño. Hij hield een publieke raadpleging over de terechtstelling van WEBER ANDRÉS ARIAS GARZÓN, uitgevoerd op 18 augustus 2019 tussen de gehuchten La Cristalina en La Linda van San José de Apartadó, waarnaar wij verwezen in onze laatste getuigenis. Verschillende deelnemers ontkenden de aanwezigheid van paramilitaire elementen in de zone en schreven het misdrijf van Weber Andrés toe aan “onbekenden”. Ze ontkenden in het bijzonder om het even welke aanwezigheid van paramilitairen in la Cristalina en ze verwezen naar de moeder van het slachtoffer en naar onze Vredesgemeenschap als schuldigen “door roddel” voor het feit dat het gebeuren werd aangeklaagd en bekend gemaakt. Politie en militairen legden er zich op toe om handtekeningen te verzamelen van alle aanwezigen. En wij vragen ons af wat de bestemming zal zijn van deze handtekeningen.

Als deze procedure van het Openbaar Ministerie een onderzoek naar de misdaad vormt, dan bemerkt om het even wie dat dit absoluut onregelmatig is, want het geeft de indruk dat het een geknevelde en in medeplichtigheid met het paramilitarisme verzonken bevolking wil doen berusten in een vermeende publieke opinie die duidelijk gemanipuleerd en geïntimideerd is. Het is een uitspraak die het paramilitarisme vrijpleit van hun verantwoordelijkheid voor de misdaad en dat hun “niet-bestaan” bevestigt. In deze bijeenkomst was de aanwezigheid van talrijke paramilitairen evident en onze Gemeenschap is grondig verontrust dat enkele raden van gemeentelijke actie rugdekking bieden aan deze paramilitairen, in wiens organisatie de executie van leden van onze Vredesgemeenschap en van boeren uit onze omgeving gecoördineerd wordt. We weten niet dat dit het voorgeborchte is van het opbergen van het proces dat nauwelijks begint, maar wat zeker is is dat dezelfde weg gevolgd wordt van de talrijke processen die in het gerechtelijk systeem niet onderzocht worden zoals het moet en wiens straffeloosheid beschermd wordt in een mediastrategie vol van knevelingen, manipulaties en intimidaties. Dit doet ons herinneren aan de procedures die routine waren bij de zogenaamde militaire “justitie”, waarbij men aan de dader vraagt of hij de schuldige is voor de misdaad en ten aanzien van de negatieve logica van deze laatste wordt hij onmiddellijk vrijgesproken en wordt het proces opgeborgen of van tevoren afgesloten.

Op vrijdag 6 september 2019 overdag kwam er informatie toe in onze Gemeenschap over nieuwe bedreigingen aan leden van de Interne Raad van de Gemeenschap, onder hen aan onze Wettelijk Vertegenwoordiger GERMÁN GRACIANO POSSO, bedreigingen die gebaseerd zijn op de malaise gecreëerd tussen paramilitairen en militairen door de getuigenissen die onze Gemeenschap aflegt voor het land en de wereld over de gebeurtenissen die ons nadeel berokkenen. Dit verontrust onze Gemeenschap ernstig en we stellen de Nationale Regering verantwoordelijk voor om het even welke ernstige gebeurtenis die de leden van onze Gemeenschap kan overkomen. De verschillende regeringen hebben geweigerd om hun ondergeschikten van de publieke strijdkrachten in de zone te controleren. Bewijs hiervoor was het plan dat we aanklaagden op 22 december 2017, een crimineel plan dat, ondanks het feit dat het van tevoren werd aangeklaagd, uitgevoerd werd op 29 december van hetzelfde jaar.

Te midden van verontrustende aankondigingen van de recyclage van de oorlog, vallen de gewapende actoren, die altijd al in onze zone verbleven, ons meer en meer lastig, terwijl ze altijd onze uitroeiing aankondigen en dit zonder dat ook maar één enkele (staats)instelling zich bezig houdt met onze bescherming. Het enige antwoord, dat al onze noodkreten gericht aan de Staatshoofden, met inbegrip van die we richten aan huidig President Duque bij het voleindigen van één jaar van zijn regering, krijgen, is absolute stilte, STILTE VAN MEDEPLICHTIGHEID.

Opnieuw bedanken we alle personen en gemeenschappen die in het land en in de wereld ons verzet ondersteunen met een morele ruggensteun en wiens spirituele aanwezigheid we steeds versterkt voelen op de moeilijke momenten die we doorstaan.

21/08/2019 Cynische onverstoorbaarheid bij geprogrammeerde terechtstellingen

Zoals bij vele gelegenheden gedurende deze 22 jaar legt onze Vredesgemeenschap opnieuw getuigenis af aan het land en aan de wereld van de laatste feiten waarvan wij het slachtoffer werden bij het willen voortzetten van ons burgerlijk verzet ter verdediging van het leven en het territorium.

Onze regio is opnieuw in rouw, dank zij de permissiviteit van de 17-de Brigade van het Leger, want de paramilitairen vermoordden een andere jonge boer van ons District die weigerde zich te onderwerpen aan de arbitraire en absurde belastingheffingen. Nog maar eens het bewijs dat het paramilitarisme de handen vrij heeft om zich uit te roepen als de eigenaar van het leven en de dood van de burgerbevolking. Terwijl de Regering en haar 17-de militaire Brigade van Carepa bevestigen dat het paramilitarisme niet (meer) bestaat en dat onze Vredesgemeenschap misdrijven uitvindt om hen in diskrediet te brengen, blijft er bloed vloeien in ons territorium. De daders blijven in vrijheid en krijgen ‘carte blanche’ om te blijven moorden, om de lijsten van de nakende geëxecuteerden te laten circuleren en terreur te blijven zaaien, op het moment dat de burgerorganisaties, zoals de gemeenschapsraden, die energiek zouden moeten reageren, de stilte bewaren en verlamd worden.

De feiten waarvan we vandaag getuigenis afleggen zijn de volgende:

Op zondag 18 augustus 2019 tussen 5 en 6 uur ’s namiddags werd de jongere WEVER ANDRÉS ARIAS GARZÓN of UBER, zoals de familie hem noemde, vermoord tussen de gehuchten La Linda en la Cristalina , van het district van San José de Apartadó. Het misdrijf werd gepleegd door paramilitairen die de zone controleren. Ze drongen de woning waarin Wever Andrés zich op dat moment alleen bevond binnen. Want zijn vrouw was toen in San José naar de markt. Hij werd met vier kogels uit een vuurwapen neergeschoten waarbij hij het leven liet. Dezelfde zondag, bij het ter ore komen van dit feit, organiseerde onze Vredesgemeenschap een humanitaire commissie om naar de plaats van de feiten te gaan en om de familie te begeleiden. Om 11:00 uur ’s nachts konden we vertrekken en we kwamen ter plekke aan om 1:30 maandagmorgen 19 augustus en we konden de familie en de vrienden die zich daar bevonden vergezellen. Tegelijkertijd werd er gepraat met het Kantoor van de Ombudsman voor de Mensenrechten om de procedures met betrekking tot de lijkschouwing en het verwijderen van het lichaam uit te voeren. Pas om 12:30 ’s maandags 19 augustus 2019, 19 uren na de moord kwamen de leden van de SIJIN (eenheden voor crimineel onderzoek), van de politie en van het leger ter plaatse toe in de veronderstelling de lijkschouwing te doen. Een Sergeant zegde evenwel aan de moeder van het slachtoffer dat het beter was dat de burgers die daar waren het lichaam zouden bergen en het zouden meenemen naar San José waar een groep van de politie hen zou opwachten, omdat ze erg moe waren en geen helikopter konden bellen.

Leden van onze Gemeenschap drongen er bij de Ombudsman voor de Mensenrechten van Apartadó op aan dat hij de bevoegde autoriteiten zou bellen en van daaruit communiceerden ze met Kolonel Pavón, operatiecommandant, maar hij antwoordde dat het de politie was die de lijkschouwing moest doen en het lijk moest overbrengen naar San José. De twee tegenstrijdige orders maakten alleen de routineonverantwoordelijkheid maar duidelijk van de Strijdkrachten die altijd proberen te ontkomen en hun verplichtingen te ontlopen. Omwille van zoveel getreuzel had de familie even gedacht zelf het lichaam op te tillen en het naar San José te brengen, maar bij het zien toekomen van de Strijdkrachten verwachtte zij dat zij dat zouden doen. Onze Gemeenschap, die een beetje op afstand stond om, volgens haar principes niet te samen te verblijven met gewapende personen, kwam dichterbij om hen te claimen toen ze zag dat de leden van de GOES (Groep voor Speciale Operaties) zich gingen terugtrekken en het lijk daar gingen achterlaten. De politiemannen maakten zich kwaad en ze herhaalden dat ze vermoeid waren en ze zegden dat ze dan nog 6 uur langer zouden moeten wachten om een helikopter daar te krijgen en ze bolden het af en ze kondigden aan dat ze achteraf het lijk zouden ophalen.

Terwijl de leden van onze Gemeenschap terugkeerden, gescheiden van de Strijdkrachten, en de moeder van het slachtoffer vergezelden werden ze ingehaald door familieleden en vrienden van Wever Andrés, die omwille van de onverantwoordelijkheid van de Strijdkrachten beslisten het lichaam in een hangmat op te tillen en het mee te nemen naar San José.

Dezelfde maandag 19 augustus 2019 bevonden de paramilitair alias ARCADIO TAMAYO en zijn jongere broer zich dicht bij de rivier, op zo’n 50 meter van het dorpscentrum van San José, in afwachting van het nemen van foto’s van de commissie van onze Gemeenschap die terugkwam van de plaats waar de paramilitairen de jongere Wever Andrés hadden vermoord.

Op dinsdag 20 augustus 2019 werd onze Gemeenschap op de hoogte gebracht dat de paramilitairen de burgerbevolking bedreigden zodat ze de berging van het lichaam van Wever Andrés niet zouden gaan doen, wat uitlegde dat geen enkele van de Raden voor Gemeentelijke Actie met inbegrip van ACASA (Boerenorganisatie van San José de Apartadó) de plaats van de feiten benaderde. Volgens de informatie die meegedeeld werd aan onze Gemeenschap , waren de paramilitairen alias ALFREDO of ALFREDITO, alias ARCADIO, alias SANTIAGO en alias KALET , ex-strijder van de FARC en begunstigde van het programma van gedemobiliseerden van de Nationale Regering, tussen anderen, die gerekruteerd waren door de paramilitairen alias RENÉ en de gebroeders CARDONA, de materiële daders van deze en andere moorden, vergezeld van hun onmiddellijke chefs. En ze brengen hun tijd door met al de overige paramilitaire commandanten te midden van de politie en van het leger in San José terwijl ze alcohol drinken en nieuwe criminele acties coördineren.

Maar het blijkt zo te zijn dat WEVER ANDÉS ARIAS GARZÓN reeds ter dood veroordeeld was, zoals anderen dat waren die terecht gesteld werden voor hem. Hij stond op de DODENLIJST VAN DE PARAMILITAIREN. Op dinsdag 18 september 2018 werd hij met de dood bedreigd in het gehucht La Cristalina, toen hij deel uitmaakte van de familie Guisao, omdat hij niet accepteerde dat de paramilitairen hem fouilleerden zodat ze controle zouden kunnen hebben over zijn leven en hem zouden verplichten deel te nemen aan paramilitaire activiteiten (Zie getuigenis van 14 oktober 2018). En toen hij reeds enkele maanden onafhankelijk leefde met zijn vrouw werd hij opgenomen in een lijst van 8 te vermoorden personen op 17 januari 2019 (Zie getuigenis van 18 januari 2019). Nadien, op 20 april 2019 pasten de paramilitairen de lijst aan om opnieuw te moorden, na een onderbreking van de misdaad, volgens hen, ter wille van het gerucht veroorzaakt door publieke getuigenissen. En op 25 april 2019 verhinderden de paramilitairen alias SANTIAGO en alias ARCADIO de jongere Wever Andrés een stoppelveld neer te leggen om een partij maïs te zaaien op zijn boerderij. En zo hij dat toch zou doen dan zou hij een boete moeten betalen van 5 miljoen pesos (zo’n 1.500,00 Euros!!!). Het waren orders die hij niet wilde gehoorzamen en hij zaaide zijn maïsteelt (Zie getuigenis van 9 mei 2019). Vandaag 3 maanden later, werd hij vermoord om zich niet te onderwerpen aan hun doodsprojecten.

Het zijn reeds veel gelegenheden waarbij we getuigenis hebben afgelegd dat er een groep burgers is die bedreigd worden door de paramilitairen, maar de militaire en politionele instellingen doen zich voor als doven ten overstaan van de agressies die de boeren van de zone lijden. Op 22 december 2017 legden we getuigenis af dat er een plan bestond om onze wettelijk vertegenwoordiger Germán Graciano te vermoorden en 7 dagen later op 29 december greep de aanslag op zijn leven plaats. Die aanslag kon men weerstaan dank zij God en onze Vredesgemeenschap (Zie getuigenis van 22 december 2017). Met diezelfde lijst die de paramilitairen aankondigen zijn ze aan het moorden, ofschoon wij het land en de wereld hiervoor waarschuwden in verschillende Getuigenissen. Van die lijst zijn reeds 3 personen recent vermoord: op 16 januari DEIMER USUGA HOLGUÍN; op 7 juli YEMINSON BOTJA JARAMILLO; op 18 augustus WEVER ANDRÉS ARIAS GARZÓN. En de competente autoriteiten blijven een oogje toeknijpen voor de feiten. We stellen de 17-de Brigade van het Leger en de Politie van Urabá verantwoordelijk voor deze misdrijven die de paramilitairen pleegden, want mochten zij zich wijden aan hun echte opdracht van het waarborgen van de bescherming van de burgerbevolking en niet aan de medeplichtigheid met die groepen die sedert 22 jaren samenleven met hen, dan zouden geen honderden personen vermoord zijn in onze regio. Tegelijkertijd stellen we de Nationale Regering verantwoordelijk voor wat verder om het even welk lid van onze Vredesgemeenschap of een ander bewoner van onze omgeving kan overkomen, want op de lijsten van de paramilitairen wordt aangekondigd dat er leden bij zijn van onze Vredesgemeenschap evenals boeren uit onze buurt. Sedert 22 jaar komen onze Getuigenissen met morele censuur en eis op rechten toe in het Presidentieel Paleis maar ER GEBEURT NIETS. ALLES BLIJFT HETZELFDE.

Opnieuw bedanken we de vele stemmen van aanmoediging die we dagelijks vanuit het land en de wereld ontvangen en die ons sterke morele en politieke steun aanbieden om verder te doen met ons ethisch verzet en om nooit te zwijgen over de misdaden tegen de menselijkheid. Aan hen allemaal onze diepe dank.

16/08/2019 Routinekronieken uit het paramilitair paradijs

Opnieuw ziet de Vredesgemeenschap van San José de Apartadó zich genoodzaakt een beroep te doen op het land en de wereld om getuigenis af te leggen van de laatste feiten waarvan we slachtoffer werden omwille van ons burgerlijk verzet ter verdediging van het leven en het territorium.

De laatste weken werd er opnieuw een intense aanwezigheid van gecamoufleerde en zwaarbewapende paramilitairen vastgesteld. Zij die afkomstig waren uit Nuevo Antioquia, een district van Turbo, drongen via het gehucht Playa Larga binnen en zij die afkomstig waren uit Córdoba via het gehucht La Resbalosa. Zij komen aan in de gehuchten en intimideren de boeren, ze kondigen aan dat ze hun gsm’s gaan afnemen zodat ze onze Vredesgemeenschap niet (kunnen) informeren over hun aanwezigheid. En ze dringen er op aan dat het verboden is informatie te verschaffen over hun aanwezigheid en zeker niet aan de Vredesgemeenschap.

De feiten waarvan we vandaag getuigenis afleggen zijn de volgende:

Op dinsdag 30 juli 2019 overdag kwam onze Vredesgemeenschap te weten dat ze de leden van onze Gemeenschap die leven in het gehucht La Resbalosa fors bedreigden. Daar kondigden de paramilitairen aan dat ze niet gaan toelaten dat leden van onze Gemeenschap blijven werken op één van de gemeenschapsboerderijen die deel uitmaken van ons vredesproces in dat gehucht. Klaarblijkelijk zijn er veel belangen van ondernemers en van de drugstrafiek die hen ertoe brengen te verhinderen dat de mensen voedselgewassen zaaien in hun tuinen voor hun levensonderhoud. Want ze willen dat de aarde bestemd wordt voor doelstellingen die vreemd zijn aan die van het levensonderhoud van de boerenbevolking en dat de boeren zich onderwerpen aan plannen en belangen van machtige sectoren die alleen maar proberen de natuur te schaden en te vernietigen en de boeren te exploiteren voor eigen profijt.

Op donderdag 1 augustus overdag bereikte ons informatie volgens welke de paramilitairen die de 32 gehuchten van San José de Apartadó controleren, de bewoners, in het bijzonder die gronden bezitten in de gehuchten Mulatos, La Resbalosa en La Esperanza o.a. op besliste wijze verbieden om zonder hun toestemming gronden te verkopen en zeker niet aan de Vredesgemeenschap. En ze waarschuwden hen dat, indien iemand dat toch doet, hij de gevolgen zal moeten dragen. Buiten de vervolging die het paramilitarisme gedurende meer dan twee decennia volgehouden heeft tegen onze Vredesgemeenschap om ze tegen elke prijs te proberen uitroeien en te doen verdwijnen, stelt de bevolking uit de regio telkens duidelijker vast dat het paramilitarisme en de krachten die achter hen schuilgaan telkens meer absolute controle van het grondgebied proberen te verkrijgen om ze te onderwerpen aan perverse plannen voor het profijt van een kleine en machtige elite.

Op vrijdag 2 augustus 2019 overdag kwam ons informatie ter ore dat de paramilitaire commandant alias “René”, die reeds een hele tijd belast was met de controle en de detailhandel van drugs in de zone van San José, zich uit de zone had teruggetrokken. Hij zei dat hij zich verplaatste omwille van sterke aanklachten tegen hem, wat hem verhinderde nog sterkere controle uit te oefenen. Volgens informatie werd hij door zijn paramilitairen bevelhebbers overgeplaatst naar het district van Piedras Blancas, in de gemeente Carepa. Bij zijn opstappen lanceerde hij zware bedreigingen tegen onze Vredesgemeenschap. Hij zei: “De enige die aanklachten doet is die Vredesgemeenschap maar dat zal zo niet blijven!

Op zaterdag 3 augustus 2019 ’s avonds kwamen 15 gecamoufleerde paramilitairen die zware vuurwapens dragen aan in het gehucht El Porvenir. Daar drongen ze de woningen binnen van de boeren en ze kondigden aan dat ze waren gekomen om enkele problemen op te lossen over de slechte reputatie die de paramilitairen hebben in de zone. Ze zegden: “We zijn hier omdat de burgerbevolking zegt – en er zijn veel aanklachten die dat aantonen - dat wij paramilitairen een stel moordenaars en dieven zijn en dat gaan we oplossen, want wij zijn geen slechteriken.” Ter zelfde tijd vroegen ze op bedreigende toon of ze gsms’ , hadden, waarop de bewoners antwoordden van niet. Daar verbleven ze de ganse nacht in de omgeving van de boerderijen.

Op zondag 4 augustus 2019 werden deze zelfde paramilitairen, die de dag voordien waren aangekomen in het gehucht El Porvenir en die daar bleven kamperen dicht bij de woningen van de boeren, op de middag (12:00 uur) opnieuw gezien.

Op dinsdag 6 augustus 2019 was onze Gemeenschap met internationale begeleiding en met de Ombudsman voor de Mensenrechten van Apartadó aanwezig in de gehuchten Alto Joaquín en Puerto Nuevo en in het district van Frasquillo van de gemeente Tierralta (Dep. Córdoba). Daar verdedigt onze gemeenschap enkele collectieve gronden waarop leden van ons proces van Vredesgemeenschap leven. Men kon vaststellen dat het de paramilitairen zijn die daar alles controleren, gaande van de handel in drugs van illegaal gebruik, die ze transporteren met de toelating van de Nationale Vloot (van de Marine)die daar een basis heeft; de handel in voedingswaren, die ze controleren zodat ze niet zouden verkopen tenzij aan hen waaraan zij willen dat ze verkopen; de controle over het stuwmeer, door het regelen van elke verplaatsing in vaartuigen van het type Johnson , en het beroven van gronden van de families die dichtbij het stuwmeer leven. Alles is gebonden aan het betalen van verplichte belastingen die ze eisen van de boeren.

Op woensdag 7 augustus 2019 deed onze Gemeenschap een rondgang met internationale begeleiding naar het gehucht La Esperanza , passerend door het gehucht El porvenir, beide binnen het territorium van het district van San José, want er was veel info volgens dewelke de paramilitairen in de vorige dagen de woningen van de boeren doorzochten. Toen we daar waren, op de weg die voert van het gehucht El Porvenir naar het gehucht La Esperanza, kon vastgesteld worden dat er aanwezigheid was van bewapende paramilitairen erg dicht bij de weg , wat een bevestiging betekende van hun aanwezigheid in het gehucht El Porvenir. Volgens de bewoners van het gehucht La Esperanza , hadden de militairen diezelfde dagen gepatrouilleerd in het gehucht La Esperanza maar niet in El Porvenir, ongeveer 40 minuten verwijderd van La Esperanza en dat was juist de plaats waar de paramilitairen waren aangekomen om er de huizen van de boeren binnen te dringen. De militaire tactiek en hun koppeling met de paramilitairen, die erin bestaat niet gelijktijdig aanwezig te zijn op dezelfde plaatsen om niet de indruk te wekken dat ze mekaar wederkerig helpen, is reeds voldoende bekend.

Op donderdag 8 augustus 2019 om 9:00 uur ’s morgens kwam een militair contingent van de 17-de Brigade van het leger aan bij de kleine huizenblok, oude nederzetting van onze Vredesgemeenschap in het gehucht La Unión. Daar begonnen ze de huizen van de boeren te bezoeken om een volkstelling of een huiszoeking te doen. We weten niet wat de doelstelling van deze volkstelling zou zijn. Wat heel duidelijk is, is dat de 17-de Brigade in vorige jaren zulke illegale volkstellingen of huiszoekingen deed en dat al die informatie eindigde in handen van de paramilitairen, die nadien veel mensen gingen vermoorden die voorkwamen op die lijsten.

Op 19 juni laatstleden werd President Duque in kennis gesteld van een samenvatting van agressies tegen onze Vredesgemeenschap, ondergaan tussen augustus 2018 en mei 2019 (met referentie: EXT 19-00060721), met de herhaalde eis om zijn grondwettelijke verplichtingen als borg voor de rechten na te komen. Dit alles was vergezeld van een herinnering van de principes van het internationaal recht die elke mandataris de last oplegt de feiten over te nemen van zijn voorhangers wanneer er niet beslist wordt wat van het verleden komt te veroordelen, te corrigeren en te herstellen en zo de Rechtsstaat te vernietigen. Het antwoord was identiek aan dat van de ex-presidenten Samper, Pastrana, Uribe en Santos: namelijk de oproepen door te geven aan het Ministerie van Defensie(in eerste orde verantwoordelijk voor de feiten) en daar beginnen de eisen een pelgrimstocht van jaren, van het ene kantoor naar het andere, waarbij geen enkele officier of onderofficier de feiten bedreven door zijn collega’s wil veroordelen, omdat ze verkiezen zich te solidariseren met hen in het veinzen, ontwijken en verbergen en in de optie van de armen te laten zakken en “een oogje dicht te knijpen”. Niets verandert er. Niets verandert er. Niets verandert er. Alles blijft hetzelfde. Het zijn routines die in 22 jaar hun weg hebben gebaand.

Eens te meer bedankt onze Vredesgemeenschap de massa personen in het land en in de wereld die solidair zijn met ons verzet en die in volle ethische en morele overtuiging de criminaliteit van de Colombiaanse Staat veroordelen. Aan hen allen onze gemeende dank.

12/07/2019 Politieke Staatscriminaliteit onder het mom van gewone criminaliteit

Opnieuw ziet onze Vredesgemeenschap van San José de Apartadó zich genoodzaakt een beroep te doen op het land en de wereld om getuigenis af te leggen van de laatste feiten waarvan wij het slachtoffer werden omdat wij ons burgerlijk verzet ter verdediging van het leven en het grondgebied verder zetten.

De trage dood blijft de grootste prikkel van terreur om de bevolking te onderwerpen, want elke hoek van de zone is afgedekt door paramilitairen die het binnen- en buitengaan controleren. Het geval van het district van San José is verontrustend want van hieruit controleren de paramilitairen al zijn gehuchten en ze doen dat in aanwezigheid van een politiepost en een legerbasis die voortdurend aanwezig zijn in het dorpscentrum, juist hier waar de paramilitairen zich coördineren met hun troepen en hun feestelijkheden organiseren zonder ook maar door iemand lastig gevallen te worden.

De feiten waarvan we vandaag getuigenis willen afleggen zijn de volgende:

In de maand mei 2019 bedreigde de bekende paramilitair alias “Ramiro”, die enkele maanden geleden hier toekwam om de burgerbevolking te controleren en te onderwerpen, in het gehucht La Unión van het district San José zijn stiefvader, de Heer Emilio, met de dood. Die laatste moest voor zijn veiligheid op de vlucht naar andere plaatsen.

Op dinsdag 25 juni 2019 overdag ontving onze Vredesgemeenschap informatie over het voorvallen van een mogelijke moord in de plaats die bekend is als Caño Seco, op de grens tussen het gehucht La Unión en Carepa. Volgens deze informatie kon niemand het feit aanklagen en nog veel minder onze Gemeenschap komen informeren over deze zaak. Deze zelfde dag had het programma Families op hun Grond een bijeenkomst in het gehucht Mulatos hoofdplaats met de raden van gemeentelijke actie van o.a. de gehuchten Mulatos, Resbalosa, La Esperanza, La Hoz in een evenement dat de moord, waarvan men niet meer informatie had, verborg.

Op zaterdag 29 juni 2019 kwam informatie toe bij onze Gemeenschap, volgens dewelke de bekende paramilitaire commandant alias “René” , die belast was met het controleren en het onderwerpen van de burgerbevolking aan zijn projecten van de dood, een feest hield waaraan veel paramilitairen deelnamen. Daar lanceerde hij ernstige doodsbedreigingen tegen bewoners van de zone, waarvan sommigen hier zelf aanwezig waren. De politie en het leger die permanent aanwezig zijn in dit dorpscentrum kennen het optreden van de paramilitairen erg goed en zijn totaal permissief tegenover dit fenomeen, wat de medeplichtigheid van de publieke strijdkrachten met het paramilitarisme, die gedurende tientallen jaren niet te ontkennen was, blijft duidelijk maken. Dezelfde 29 juni 2019 hadden de paramilitairen, volgens sommige bewoners, gepland om een familie van de regio te vermoorden, reden waarom die familie moest vluchten naar andere plaatsen.

Op dinsdag 2 juli 2019 ’s morgens beschadigden de Heer Elkin Ortiz en zijn zoon Wilson Ortiz, gekend als “Morochito”, die aangesloten is bij het paramilitarisme, die beiden reeds omzeggens twee jaar leven in het dorpscentrum van San José, één van de aanplantingen van gecertificeerde cacao en van producten voor het levensonderhoud, die gecultiveerd worden door werkgroepen van onze Vredesgemeenschap op de boerderij La Roncona. Daar knipten ze de afrastering door en vernielden ze en op deze wijze zijn ze dat al zes maanden gaan doen. Onze Gemeenschap begaf zich naar de plaats en verzamelde bewijzen, wat de jonge paramilitair Wilson Ortiz verwierp en trachtte te verhinderen. De boerderij La Roncona is een eigendom die onze Vredesgemeenschap sedert meer dan 22 jaar in legaal bezit bezet en waarop we onze aanplantingen van gecertificeerde cacao en onze teelten voor levensonderhoud hebben. Op 11 september 2018 leden we een invasie daar in La Roncona door meer dan 100 personen, waaronder zich de Heer Elkin Ortiz en zijn zonen paramilitairen bevonden. Bij die gelegenheid beschadigden ze veel aanplantingen van cacao en van gewassen voor het levensonderhoud. Nu, wellicht in opdracht van de vroegere eigenaars, gebruikt de Heer Elkin Ortiz, die probeerde zich een stuk van La Roncona toe te eigenen, bovendien zijn zonen paramilitairen om onze Vredesgemeenschap te bedreigen. Zes maanden geleden heeft de Gemeenschap het Kantoor van de Ombudsman voor de Mensenrechten in kennis gesteld van deze zaak maar dat heeft geen enkele oplossing bewerkt zodat de Heer Elkin Ortiz ophoudt onze Vredesgemeenschap te beschadigen.

Op zaterdag 6 juli 2019 in de namiddag onderschepte de paramilitair Wilson Ortiz, samen met zijn vader Elkin Ortiz bij het verlaten van San José Sirly Cerpa, lid van de Interne Raad van onze gemeenschap en parochiaan van de Kerk van de Adventisten van de Zevende Dag, om bedreigingen te sturen naar onze Gemeenschap met deze woorden: “Ik vond het niet leuk dat ze van mij foto’s en films maakten daar beneden in La Roncona en ik ga niet toestaan dat het opnieuw gebeurt omdat ik de volgende keer jullie camera’s zal doen kapot barsten.”

Op zondag 7 juli 2019 in de namiddag werd in het gehucht La Balsa, van het district van San José de Apartadó, door verschillende schoten van een vuurwapen de jongere YEMINSON BORJA JARAMILLO vermoord in feiten die worden toegeschreven aan de paramilitairen die de zone controleren, want de weg die leidt van het district van San José naar de stedelijke zone van Apartadó is volledig gecontroleerd door paramilitairen die zich voortdurend met moto’s verplaatsen. De redenen of de rechtvaardigingen die ze geven om te moorden zijn dat het “rovers zijn of marihuanasnuivers”. De echte reden van deze moorden is de gedwongen onderwerping van de bevolking aan het paramilitarisme. Wie zich niet onderwerpt wordt simpelweg vermoord en zo dient de terreur hen als instrument van onderwerping. We hebben reeds veel publieke aanklachten gedaan over de geavanceerde rekrutering van jongeren die door paramilitairen getraind worden om te doden, over de verkoop van drugs, over de diefstallen en het innen van vaccins (belastingen) bij de boeren. Het nulantwoord van de Staat en zijn instellingen maakt hen ervoor verantwoordelijk dat de paramilitairen het leven van onschuldigen beëindigen, want de echte rovers zijn de leden van heel deze paramilitaire structuur die onze jongeren rekruteert en hun dromen rooft en ze onderwerpt aan het imperium van de drugs en van de overige vormen van verloedering van het leven. Wij solidariseren ons met de familie van Yeminson en vragen God dat hij mag genieten van leven in volheid.

Op maandag 8 juli 2019 vertrok onze Gemeenschap naar het gehucht La Unión waar de gedachtenisviering plaats vond ter gelegenheid van 19 jaar bloedbad van 6 leiders van onze Vredesgemeenschap, uitgevoerd door paramilitairen en militairen op 8 juli 2000. Bij de terugkeer van daar in de namiddag , bij het pa sseren door San José, bedreigde de paramilitair Wilson Ortiz, alias “Morochito” twee leden van onze Gemeenschap met de dood. Hij zei:”Hier komen die hoerenjongen om hun hoofd te vullen met lood, ik wil ze alleen tegenkomen.” De plaats waar deze paramilitair deze bedreigingen uitsprak was vanuit een balkonhuis, eigendom van de heer Dario Tuberquia, bij het binnenkomen van het dorpscentrum van San José. Reeds meer dan een jaar concentreerden bekende paramilitairen zich daar vlak bij deze woning, vlak in het zicht van de publieke strijdkrachten – leger en politie – die dag en nacht patrouilleren door het minuscule dorpscentrum en waar ze dikwijls leden van onze Vredesgemeenschap hebben bedreigd.

De nationale regering blijft het bestaan van het paramilitarisme ontkennen terwijl het zijn territoriale overname in heel het land sterk blijft voortzetten. Het is niemand onbekend dat de politieke partij van de actuele President historische en nauwe banden heeft met de meest gedurfde vormen van paramilitarisme, met inbegrip van de “Convivir”, waarvan ex-president Uribe, brein, idool en gids van de partij en van de heersende politiek, sterke verdediger en gebruiker was. De vormen van relatie tussen de Staat en de Parastaat zijn geherstructureerd en vandaag overheerst de combinatie tussen de progressieve anonimiteit van de revolverhelden (gangsters) en de passieve toegeeflijkheid van de instellingen, succesvolle formule die het land toelaat tegenover de internationale gemeenschap model te staan voor “democratie” terwijl het vermoorden van sociale leiders en van gedemobiliseerde ex-strijders de mondiale standaarden van politieke criminaliteit overtreft. Senator Petro heeft zopas de banden blootgelegd russen de “Aguilas Negras”, gedurende vele jaren door het etablissement bestempeld als “criminele bendes”, en de militaire inlichtingendiensten. Tegelijkertijd heeft President Duque, bij het regelen van wapendracht door middel van Decreet 2362 van 24 december 2018, opnieuw de lacune gelegaliseerd die altijd heeft toegelaten dat officiële wapens doorgegeven werden aan privécriminelen (artikel 1, paragraaf) en tegelijkertijd verklaarde hij het fundamenteel principe van het paramilitarisme, dat wil zeggen het koppelen van de burgers aan de oorlog,heilig, bij het aankondigen in Tolemaido op 6 februari 2019 dat het aantal burgers die bereid zijn om militaire taken op zich te nemen reeds een miljoen bereikte. Dat alles wordt gecamoufleerd als “politiek van nationale veiligheid” en wordt geïmplementeerd via strategieën van “een oogje toeknijpen” en van “de armen naar beneden” van de Strijdkrachten en van de overige instellingen, dank zij dewelke onze gehuchten onder paramilitaire overheersing vallen zonder dat ook maar iemand de slachtoffers kan verdedigen of zelfs de paramilitaire invasie kan erkennen.

Eens te meer bedankt onze Vredesgemeenschap de menigte mensen in het land en de wereld die solidair zijn met onze weerstand en die met volle ethische en morele overtuiging de criminaliteit van de Colombiaanse Staat veroordelen. Aan hen allen onze oprechte dankbaarheid.

10/06/2019 Soms (toch) veroordeelt een uitzonderlijk vonnis wat de Staat als routine verricht

Opnieuw ziet onze Vredesgemeenschap van San José de Apartadó zich genoodzaakt een beroep te doen op het land en de wereld om getuigenis af te leggen van de laatste feiten waarvan we slachtoffer werden omdat we ons burgerlijk verzet ter verdediging van het leven en van het grondgebied blijven verder zetten.

Reeds sedert 22 jaar heeft onze Vredesgemeenschap niet opgehouden getuigenis af te leggen van de verschillende vormen van onderwerping van de burgerbevolking door de gewapende groepen en instellingen. Het is elke keer duidelijker dat de gewapende personen de belangen dienen van ondernemingen die steeds probeerden de territoria van de boeren, die zich niet onderwierpen aan hun extractieve plannen ter vernietiging van de natuur in het Adibegebergte, leeg te maken. Het paramilitarisme is niets anders geweest dan een strategie van de Staat ten dienste van perverse belangen. De paramilitairen zijn het meest doeltreffend instrument om de territoria te onteigenen en wederrechtelijk toe te eigenen.

De controle die de paramilitairen in de zone van San José de Apartadó uitoefenen is zodanig dat vandaag de raden van gemeentelijke actie zich onderworpen hebben aan hun macht. Aan de gemeentelijke bijeenkomsten nemen “punten” of informanten van de paramilitaire structuren deel en dikwijls zijn het de paramilitaire bevelhebbers zelf die naar de vergadering komen om hun bevelen te geven aan de burgerbevolking over hoe er gewerkt moet worden in overeenstemming met hun belangen. Volgens veel bewoners van de zone ontbreekt de aanwezigheid van de paramilitairen niet op de bijeenkomsten van deze raden en de burgerbevolking moet ze accepteren, of ze dat nu wil of niet, want ze werden gestuurd door de paramilitaire bevelhebbers om druk en controle uit te oefenen op de gemeentelijke raden.

De feiten waarvan we vandaag getuigenis afleggen zijn de volgende:

Op zaterdag 11 mei 2019 om 13:00 uur kwam een groep van 8 paramilitairen in militair uniform, met armbanden met de afkorting AGC en met zware wapens aan in de plaats die gekend is als La Espabiladora in het gehucht La Resbalosa van San José de Apartadó. Daar bevond zich een werkcomité van onze Vredesgemeenschap dat bezig was maïs te zaaien. Bij hun aankomst identificeerden deze paramilitairen zich als “Autodefensas Gaitanistas de Colombia –Bloque Oriental (= Gaitanistsche Zelfverdedigingsgroepen van Colombia –Oostelijk Blok). De bekende paramilitair alias CHIRRY had op 7 mei laatstleden aangekondigd dat er een paramilitaire commissie naar het gehucht zou komen om de daar wonende bevolking hun orders op te leggen.

Op woensdag 15 mei 2019 ’s morgens kwam een groep bewoners, leden van de raden voor gemeentelijke actie van het gehucht Mulatos Medios van San José de Apartadó, samen met leerkrachten van andere gehuchten , betaald door de Staat, aan in ons Vredesgehucht Luis Eduardo Guerra. Daar namen ze foto’s en ze drukten hun interesse uit om onze gemeenschapsruimte in te palmen en er hun installaties neer te poten en zo onze eigendom wederrechtelijk toe te eigenen. Onze Gemeenschap heeft 15 jaar lang deze plaats verdedigd als een plaats van historisch gedenken , omdat daar op 21 februari 2005 door leger en paramilitairen een bloedbad werd aangericht op Luis Eduardo Guerra en zijn familie. Sindsdien hebben we daar verschillende families gevestigd , leden van onze Vredesgemeenschap. Ze oefenden er een vredevol bezit uit dat de basis vormt voor de wettelijke eigendom en ze bouwden er gemeenschapsvoorzieningen om de vrede te kunnen handhaven. Ze weigerden er alle gewapende aanwezigheid en ze verdedigden de grond tegen pogingen om het milieu te vernietigen. Wij begrijpen niet waarom leerkrachten,die aangesteld zijn om kinderen in de naburige gehuchten te onderwijzen, zich inlaten met zulke perverse activiteiten van de raden voor gemeentelijke actie die probeerden de territoria, die wettelijk bezet werden door onze Vredesgemeenschap, wederrechtelijk toe te eigenen. We vragen ons af of het Secretariaat voor Onderwijs van Apartadó zal zijn dat hen detacheert om met de gemeentelijke raden binnen te dringen in deze opdrachten van wederrechtelijke toe-eigening. We hebben reeds dikwijls getuigenis afgelegd dat de raad voor gemeentelijke actie van het gehucht Mulatos Medios, die niet legaal is samengesteld, en die rekende op de steun van andere raden en bovendien op de ondersteuning van het Gemeentebestuur van Apartadó en op de paramilitaire aanwezigheid en controle, onze gemeenschapsruimte Vredesgehucht Luis Eduardo Guerra wilde binnenvallen. Dit onder voorwendsel van er recreatieve installaties en zones, klaarblijkelijk gefinancierd door de Staat, op te zetten maar met de bedoeling de herinnering en de geheiligde plaats waar onze broers en zusters werden afgeslacht door leger en paramilitairen te doen verdwijnen.

Op donderdag 23 mei 2019, werd onze Vredesgemeenschap door bewoners van de zone op de hoogte gebracht, dat de door de paramilitairen aangekondigde en geprogrammeerde bijeenkomsten, waartoe ze de boeren onder bedreiging verplichten deel te nemen, punctueel plaatvonden. En zij die ze coördineren zijn de paramilitairen zelf. Volgens aanklachten ontvangen van bewoners van de zone moeten de boeren zich onderwerpen aan een reeks regels opgelegd door het paramilitarisme. Doen ze dat niet dan moeten ze onderworpen worden aan sancties opgelegd door de paramilitairen.

De Colombiaanse Regering blijft zich doof en stom opstellen tegenover dit paramilitair fenomeen dat we als Vredesgemeenschap reeds meer dan 22 jaar publiek hebben aangeklaagd. De militaire strijdkrachten die jurisdictie hebben in de regio van Urabá lieten toe en blijven toelaten dat het paramilitarisme territoriale controle uitoefent en dat het in alle gehuchten patrouilleert alsof het een Staatsautoriteit betreft. Slechts enkele weken geleden legden we getuigenis af van paramilitaire groepen van het AGC die naar het gehucht La Resbalosa kwamen met de bedoeling de bevolking te blijven controleren. En het antwoord van de militaire autoriteiten was daar veel tijd daarna naartoe te gaan, wanneer de paramilitairen hun levensmiddelen reeds gekocht hadden in burgerwinkels en gepatrouilleerd hadden in de zone, terwijl ze met hun aanwezigheid en bedreigingen de boeren onderworpen hadden.

Zoals we het reeds dikwijls verklaarden zag onze Vredesgemeenschap zich verplicht om, door middel van gewetensbezwaar, te breken met het Colombiaanse gerechtelijke apparaat nadat we reeds veel jaren ervoeren dat daar enkel extreme straffeloosheid en corruptie geoogst werd. Dat legt uit waarom onze Gemeenschap niet optrad als PARTIJ in ontaarde processen die formeel begonnen werden tegen de weerzinwekkende Staatsmisdrijven. Maar, gezien al die misdaden de Mensheid als Mensheid verwonden en kwetsen ondersteunt de wetgeving de figuur van de VOLKSACTOR, die IN NAAM VAN DE MENSHEID zich gekwetst verklaart en in de processen optreedt als BURGERLIJKE PARTIJ. Zo gebeurde met het weerzinwekkend bloedbad van 21 februari 2005, dat het leven vernietigde van 8 leden van onze Gemeenschap, met inbegrip van onze historische leider Luis Eduardo Guerra. Zoals het de routine is spraken de vonnissen in eerste en tweede aanleg de criminelen van het leger vrij door middel van schandelijke zwendelpraktijken die het Colombiaanse gerechtelijke apparaat grondig in diskrediet brachten bij de internationale gemeenschap. De advocaten echter van de VOLKSACTOR (geen lid van onze Gemeenschap) gaven zich niet gewonnen ten overstaan van zoveel onheuse behandeling en brachten de zaak MET VERZOEK TOT CASSATIE voor het Opperste Gerechtshof. Tot onze verrassing, op 27 maart van dit jaar veroordeelde het Opperste Gerechtshof in het Vonnis SP 1039-2019 Kolonel ORLANDO ESPINOSA BELTRÁN, Majoor JOSÉ FERNANDO CASTAÑO LÓPEZ, Sergeant ÁNGEL MARÍA PADILLA PEDRO, Tweede Korporaal SABARAÍN CRUZ REINA, Tweede Sergeant HENRY AGUDELO GUASMAYÁN en Derde Korporaal TICARDO BASTIDAS CANDÍA als mededaders van de moord op beschermde personen, in een homogene en heterogene samenloop met verzwarende samenzwering om misdrijven te plegen, tot 34 jaar gevangenis. Het Hof kon de stelligheid van de bewijzen die in het dossier vanaf het begin figureerden en die door de advocaten op verstandige wijze werden geprofileerd niet omzeilen en moest zich – VEERTIEN JAAR NA DE FEITEN – gewonnen geven aan het bewijsmateriaal. Dit vonnis bevestigt, binnen dezelfde regels van het spel van deze misdadige, corrupte en bedrieglijke Staat, dat wat onze Gemeenschap gedurende 22 jaar heeft aangeklaagd zonder gehoord te worden, onontkoombare waarheid is: de criminaliteit van een leger dat opereert in overleg met de paramilitairen om met alle mogelijke wreedheid onze Vredesgemeenschap uit te roeien. Er blijven nog hoge officieren, onderofficieren en soldaten over die schuldig deelnamen aan hetzelfde misdrijf zonder dat ze door het gerecht werden opgeroepen, onder hen de Generaals MONTOYA, FANDIÑO en ZAPATA, Kolonel NÉSTOR IVÁN DUQUE en veel van hun onderdanen.

Opnieuw bedanken we de vele stemmen van aanmoediging, die we dagelijks ontvangen vanuit het land en de wereld, die al meer dan 22 jaar geloven in ons burgerlijk verzet. Het kunnen rekenen op hun politieke en morele steun biedt ons elke dag de moed om verder te doen in de Vredesgemeenschap, in dit territorium dat zodanig gecontroleerd wordt door ondernemersbelangen die de paramilitairen gebruiken om ons territorium wederrechtelijk toe te eigenen en om ons verzet te verpletteren.

09/05/2019 Onmogelijk zich te verbergen achter valse identiteiten

Opnieuw ziet onze Vredesgemeenschap van San José de Apartadó zich genoodzaakt een beroep te doen op het land en de wereld om getuigenis af te leggen van de laatste feiten waarvan wij slachtoffer werden door ons burgerlijk verzet ter verdediging van het leven en van het territorium verder te zetten.

De bedreiging tegen het leven en de integriteit van onze Gemeenschap en de schending van de fundamentele rechten van de boerenbevolking uit onze omgeving duurde voort. Elke dag is de boer verplicht zich tegen zijn wil in te onderwerpen aan de controle en de normen die de paramilitairen hem willen opleggen. De boer mag reeds niet meer zijn eigen land bewerken zonder dat de paramilitairen hoge belastingen innen. Hij moet toelating krijgen van de paramilitairen om te zaaien en hij moet belastingen betalen zelfs voor het zaaien van zijn teelten voor huiselijk gebruik. Volgens veel informatie overgemaakt aan de Gemeenschap door de bewoners van de zone, coördineren de paramilitairen de laatste dagen bijeenkomsten in de gehuchten waarbij ze boeren verplichten hieraan deel te nemen en daar verplichten ze hen zich te onderwerpen aan hun normen, hun projecten en hun plannen voor de regio. En tegelijkertijd spreken ze zich uit tegen onze Vredesgemeenschap, ze stigmatiseren ze en ze kondigen opnieuw haar uitroeiing aan. Steeds hebben we getuigenis afgelegd over de identiteit van de paramilitaire leiders: alias “René”, een gedemobiliseerde van het 58-ste Front van de FARC-EP gedurende het Vredesproces, nu commandant van de paramilitairen in de gehuchten van San José de Apartadó, alias “Caballo”, alias “Bruja” en alias “Majute”, paramilitaire commandanten in het gehucht Arenas van San José de Apartadó , belast met het verzamelen en onderwerpen –tegen hun wil in – van de boeren van de overige gehuchten, helemaal in een strategie van controle en uitroeiing.

De feiten waarvan we vandaag getuigenis afleggen zijn de volgende:

Op zaterdag 20 april 2019 overdag werd onze Vredesgemeenschap geïnformeerd over een verondersteld plan dat de paramilitairen zouden hebben om moorden te blijven uitvoeren in het district van San José de Apartadó en zijn gehuchten. Want volgens dezelfde paramilitairen hadden ze de moorden moeten opschorten vanaf 16 januari van dit jaar, wanneer ze de jongere Deimer Úsuga vermoordden, vlakbij het dorpscentrum van San José. En dat volgens hen omdat onze Vredesgemeenschap de misdaad had aangeklaagd en alles zo ingewikkeld werd. Maar nu er al verschillende maanden overheen gegaan zijn gaan ze opnieuw de paramilitaire controle hernemen door nieuwe executies uit te voeren.

Van woensdag 24 tot zaterdag 27 april 2019 deed onze Vredesgemeenschap een rondgang met het Kantoor van de Ombudsman voor Mensenrechten doorheen de gehuchten Mulatos, Resbalosa en La Esperanza van San José de Apartadó, met de bedoeling de paramilitaire controle, die bestaat in heel die zone en die elke dag meer onze regio onderdrukt, meer concreet te kunnen zichtbaar maken

Op donderdag 25 april 2019 overdag verhinderden twee paramilitairen, die gekend zijn met de alias “Santiago” en met de alias “Arcadio”, dat een boer van het gehucht La Cristalina een perceel maïs zou zaaien en ze verwittigden hem dat indien hij de berg afdaalde hem dat 5.000.000 (5 miljoen) pesos (zo’n 1360 Euros) zou kosten. Men mag niet vergeten dat alias “Arcadio” en alias “Alfredo”, twee van de 5 paramilitairen, deelnamen aan de aanslag tegen onze Vredesgemeenschap op 29 december 2017waarbij ze probeerden onze Wettelijk Vertegenwoordiger GermánGraciano Posso en andere leden van onze Gemeenschap te vermoorden. Op deze wijze zijn ze de boeren aan het afpersen en aan het controleren , want ze profiteren van de noodzaak om ze te verbieden te zaaien, met de intentie van ze te onderwerpen aan hun projecten en hen geld of huisdieren af te pakken, zoals vee of paarden, in ruil om ze te laten afdalen en hun percelen te laten bezaaien met teelten voor hun levensonderhoud.

Op zaterdag 4 mei 2019 in de namiddag brachten bewoners van de zone onze Vredesgemeenschap op de hoogte van een reeks bijeenkomsten die de paramilitairen alias”René”, alias “Caballo” en alias “Bruja” zullen beleggen in de gehuchten van San José de Apartadó, waarop ze de boerenbevolking onder dwang samenroepen. Volgens de informatie zullen de bijeenkomsten plaatsvinden in de twee volgende weken.

Op dinsdag 7mei 2019 in de namiddag benaderde een paramilitair met de naam Domingo Antonio Herrera,in de zone gekend als “Chirri”, leden van onze Vredesgemeenschap die bezig waren een teelt maïs te zaaien in het gehucht Resbalosa van het district San José de Apartadó. Daar verklaarde die paramilitair op bedreigende toon: “Het is aan de boeren verboden teelten voor huishoudelijk gebruik te zaaien en de bergen af te dalen zonder toelating totdat er een nieuwe order is”. Tegelijk bedreigde hij hen zeggend: “In de loop van de twee volgende dagen zal er een paramilitaire commissie naar dit gehucht komen en zij zullen orders geven. Ik voer alleen maar orders uit en daarom ben ik hier.”

De paramilitaire controle in de zone is elke keer sterker want ze innen grote “vaccins” of belastingen, ze onderwerpen de burgerbevolking aan gedwongen bijeenkomsten, ze plaatsen informantenpunten in de huizen van de burgers en nu verbieden ze de boerenbevolking van te zaaien en hun gronden, die ze erfden van hun ouders en grootouders, te bewerken . Dit alles als een strategie van uitroeiing en territoriale controle waaraan gehoorzaamd moet worden en waarbij men zich moet onderwerpen aan het paramilitarisme en als er een boer is die dat niet doet dan mag hij zijn grond niet bewerken.

Op woensdag 8 mei 2019 om 17:00 uur kwam een niet geïdentificeerde groep aan in het gehucht La Resbalosa van San José de Apartadó. Van deze aanwezigheid hebben we nog niet meer informatie. Het verontrust ons omdat op dinsdag 7 mei de paramilitair, alias “Chirri”, leden van onze Vredesgemeenschap ermee bedreigde dat er een paramilitaire commissie naar het gehucht zou komen in de twee volgende dagen.

In het officieel discours van de regering en de staatsinstellingen “bestaat het paramilitarisme niet”. De ervaring van de boerenbevolking in verschillende regio’s van het land, zoals in ons territorium, evenwel maakt duidelijk dat zijn aanwezigheid en overheersing totaal is. Omdat het geen fenomeen is van vandaag of van gisteren, maar dat wij het moesten ondergaan meer dan 22 jaar lang en wij kennen hun identiteit en hun praktijken. Niemand kan ons ervan overtuigen dat het groepen zijn “buiten de controle” van de Staat. Moesten de Publieke Strijdkrachten ze niet tolereren en ze niet beschermen en indien de regering en haar administratieve, gerechtelijk en disciplinaire en politieke instellingen “geen oogje zouden dichtknijpen”, zoals ze dat al deze decennia gedaan hebben, dan zouden ze niet kunnen functioneren noch bestaan. Wij blijven erbij dat het een Staatspolitiek is.

Vanuit ons geliefd territorium bedanken we de vele stemmen van aanmoediging die we dagelijks ontvangen vanuit het land en vanuit de wereld, want het kunnen rekenen op al hun politieke en morele steun geeft ons de moed om verder te gaan, in verzet, in dit territorium dat zo gedomineerd wordt door de macht van de wapens ten dienste van het ergste.

15/04/2019 Paramilitarisme in volle actie: spionage, invasie en controle van gronden en herhaalde bedreigingen

Opnieuw ziet onze Vredesgemeenschap van San José de Apartadó zich genoodzaakt een beroep te doen op het land en de wereld om getuigenis af te leggen van de laatste feiten waarvan wij slachtoffers waren omdat we vasthielden aan ons burgerlijk verzet ter verdediging van het leven en van het territorium.

Dit jaar 2019 vordert en de situatie blijft erg lastig want het paramilitarisme bevindt zich in het hoogste punt van illegaliteit, men lukt er niet in te bevatten waarom er zoveel barbaarsheid is en dat de Staat dat blijft toelaten. De militaire troepen dringen de gehuchten binnen zogezegd achter de paramilitairen om ze tegen te houden. Maar zo is het niet. Want deze paramilitaire groepen werden niet achtervolgd door niemand. Het is duidelijk dat ze zich ophouden dicht bij de huizen van de burgerbevolking of op de punten waar de boeren mekaar het meest ontmoeten en daar plaatsen ze hun informanten of “punten”. Het is publiek bekend dat alias ”René”, oud-strijder van het 58-ste Front van de FARC-EP, beslag legde op het paramilitaire commandantschap van de zone en dat hij de diverse vormen van controle van de burgerbevolking, zoals belastingen, beperkingen, activiteiten van de gemeentelijke raden, enz… coördineert .

De afgelopen weken deden zich zogezegd botsingen voor tussen militairen van de XVII-de Brigade en paramilitaire groepen in het gehucht Mulatos van San José de Apartadó, die vermeld werden in de communicatiemedia waarin sprake was van verliezen en inbeslagname van oorlogsmateriaal. Maar achter deze zogezegde gevechten zijn er de bedreigingen die de burgerbevolking blijft ontvangen vanwege de paramilitairen dit zogezegd omwille van het informeren van de nationale en internationale gemeenschap van hun aanwezigheid. De feiten waarvan we getuigenis afleggen zijn de volgende:

Op donderdag 21 februari 2019 gedurende de herdenking van veertien jaar bloedbad van 21 februari 2005 uitgevoerd door de paramilitairen en de publieke Strijdkrachten, waren de paramilitairen heel de tijd onze Vredesgemeenschap aan het bespieden, want zo zegden ze zelf aan sommige bewoners van hetzelfde gehucht. Daarbij stelden ze: “We weten welke de thema’s zijn die die gemeenschap in haar bijeenkomsten behandelt en kennen alle vereisten waaraan de personen moeten voldoen om deel uit te maken van die gemeenschap.” Ook raden ze de boeren niet aan deel uit te maken van die gemeenschap “omdat die gemeenschap niet veel tijd meer zal bestaan.”

Op donderdag 14 maart 2019 overdag werd onze Vredesgemeenschap op de hoogte gesteld van een zogenaamd plan dat sommige collaborateurs van de paramilitairen zouden hebben. Onder hen alias “pollo” , die in september en oktober 2018 onze Wettelijk Vertegenwoordiger Germán Graciano per gsm met de dood bedreigde. Ditmaal doet hij dit vanuit het gehucht Arenas Altas door aan te kondigen dat hij een aanslag tegen onze gemeenschap zal plegen als we daar blijven komen met onze werkcommissies, die elke 8 dagen plaats vinden om daar arbeidsjobs uit te voeren in één van onze private eigendommen daar.

Op woensdag 20 maart 2019 in de namiddag kwam bij onze Vredesgemeenschap de informatie toe van een nieuwe bedreiging van de paramilitairen tegen onze Wettelijke Vertegenwoordiger Germán Graciano.

Op donderdag 4 april 2019 terwijl leden van de Vredesgemeenschap aankwamen bij de huizenrij van Arenas Altas om er een veld maïs te bezaaien, vonden ze er een groep van 7 bewoners van de zone , onder wie zich de bekende paramilitair alias “Pollo” bevond, die de boerderij had bezet en ze waren ook bezig maïs te zaaien zonder toelating van de Gemeenschap, die eigenaar is van dat stuk grond. Een delegatie van de Gemeenschap ging naar hen toe om hen tot de orde te roepen maar ze antwoordden dat ze daar waren om “een dagloon te verdienen”. Wat zou willen zeggen dat achter hen een entiteit zat die besloten had dit vreemd stuk grond binnen te vallen. Een van de bewoners die ze in de zone “El Viejo = De Oude”noemen, zei tegen de leden van de Gemeenschap dat ze alle aanklachten, waarin ze zijn imago schaadden, moest weghalen van het internet. Maar de Gemeenschap antwoordde hem dat ze hem nooit vernoemd hadden in hun aanklachten. De bewoner die deze claim deed bevond zich tussen de promotoren van de invasie.

Op 23 maart herdacht onze Vredesgemeenschap 22 jaar weerstand. Verschillende vrienden verplaatsten zich vanuit Bogotá. ’s Morgens had men een optocht naar het dorpscentrum van San José waar onze Gemeenschap het levenslicht zag. Daar werd opnieuw een lezing gegeven van de Verklaring van de oprichting van de Gemeenschap Er werd een bezoek gebracht aan de ruïnes van het Vormingscentrum, gebouwd door de Gemeenschap en verwoest door hen die er nadien naartoe kwamen, uitgenodigd door de Publieke Strijdkrachten, om de ruimte die werd achtergelaten te herbevolken. In de namiddag werden verschillende culturele activiteiten met intern karakter op het getouw gezet en heel onze geschiedenis werd herdacht.

Vanuit ons geliefd en verdrukt grondgebied bedanken wij de vele stemmen van aanmoediging die we ontvingen vanuit het land en de wereld, want al hun politieke en morele steun schenkt ons veel moed om verder te doen, in weerstand, in dit territorium dat zo gedomineerd wordt door de macht van de wapens ten dienste van de meest schandelijke laagheden.

19/03/2019 En nu de stilte van iemand die een prop in de mond wordt geduwd: een verzegelde mond

Opnieuw ziet onze Vredesgemeenschap van San José de Apartadó zich genoodzaakt een beroep te doen op het land en de wereld om getuigenis af te leggen van de laatste feiten waarvan wij slachtoffer werden door ons burgerlijk verzet ter verdediging van het leven en het grondgebied verder te zetten.

De permissiviteit van de Regering ten aanzien van de banden tussen hun militaire instellingen met het paramilitarisme is zo groot, want de nationale regering, de departementale, de regionale en de locale blijven het bestaan van de paramilitairen ontkennen. Maar de realiteit is dat zowel de paramilitairen, als de guerrilla en de publieke strijdkrachten geprobeerd hebben om het territorium te controleren. En de barbaarsheid die gepleegd wordt tegen de boerenbevolking is zo groot dat ze, bij het willen controleren van hun levens en hun bezittingen, hen hun vrijheden afnemen en hen tot echte slaven maken.

Momenteel bevindt de zone zich onder paramilitaire controle en de burgerbevolking is de belangrijkste getuige omdat ze hen dagelijks moet bezig zien en omdat ze moet zwijgen uit schrik van vermoord te worden of van verdreven te worden van hun eigendommen. Bovendien heeft ze nooit vertrouwen gehad in de instellingen om daar aanklachten te doen, want in eerdere jaren dienden veel bewoners aanklachten in bij het Openbaar Ministerie opdat het onderzoek zou doen. Maar wel integendeel, werd er tegen hen, die klachten indienden, onderzoek ingesteld en werden er tegen hen juridische stappen ondernomen. En het grootste deel van hen werd vermoord door de paramilitairen die konden rekenen op lijsten, die hen klaarblijkelijk werden bezorgd door de gerechtelijke instellingen zelf van de Staat.

De stilte is niets meer dan een zegel op de mond die de paramilitairen opleggen aan de boer. Het is duidelijk dat niemand uit angst klacht indient. Want de sterke bedreigingen waarmee een persoon geconfronteerd wordt, wanneer hij paramilitaire troepen ontmoet, brengt hem er eerder toe te zwijgen, omdat hij door de paramilitairen zelf wordt afgeperst. Hun woorden waren steeds : “Geef er jullie rekenschap van dat jullie niets gezien hebben, zo jullie dat niet doen moeten jullie de gevolgen aanvaarden.” Om die reden heeft onze Vredesgemeenschap nooit gezwegen tegenover dit model van de dood. Want onze publieke getuigenissen zullen er steeds zijn als een manier om deze barbaarsheid, waaraan onze regio is onderworpen, zichtbaar te maken en publiek aan te klagen.

De feiten waarover wij vandaag getuigenis afleggen zijn de volgende:

Op zaterdag 23 februari 2019 werd in het gehucht La Resbalosa van San José de Apartadó een feest georganiseerd door de boeren van het gehucht maar tegelijk nam een grote groep paramilitairen deel, terwijl ze overdag ingeschakeld waren in een voetbalkampioenschap en ’s nachts in danspartijen. De concentratie van paramilitairen was zo groot dat ze een voetbalploeg vormden om tegen andere ploegen van boeren van andere gehuchten te spelen. In de omgeving van de feestelijkheden stelden de boeren, die gekomen waren om deel te nemen aan het feest, vast dat er een gewapende veiligheid georganiseerd was door de paramilitairen zelf, die deze groep paramilitairen, die zich op het feest bevonden, beschermde.

Op zondag 3 maart 2019 om 9:00 uur ’s morgens kwam aan onze nederzetting van San Josecito een man aan die zich identificeerde als William Hernando Arcila Morales. Volgens hem was hij afgestudeerd aan de Nationale Universiteit van Colombia en zocht hij een persoon van onze gemeenschap om hem te vergezellen bij een tocht langs de rivier om enkele coördinaten van een GPS op te zoeken, waarvan hij zegde dat het enkele punten waren waar een exploratie zou beginnen van mijnontginning en dat deze GPS-punten zich bevonden op terreinen van onze Vredesgemeenschap. Onmiddellijk werd het binnendringen van onze terreinen verboden, en nog veel meer om punten van mijnexploitatie aan te duiden. Want als Vredesgemeenschap hebben we altijd mijnexploitatie geweigerd en bovendien kwam de man zonder enige voorafgaande verwittiging, wat hem nog meer verdacht maakte.

Op donderdag 7 maart 2019 kwam bij ons het antwoord toe, via de Burgerlijke Rechtbank van het circuit van Apartadó, op een rechtsvordering van bezit over de boerderij genaamd “La Roncona, gelegen vlakbij onze nederzetting van San Josecito, welke we verwierven als bezitters ter goeder trouw sinds meer dan 20 jaar. In dit antwoord vernoemt de advocaat van de familie Jaramillo versies die de heer Dafnis Daniel SIERRA MARTÍNEZ, alias “Samir”, aanreikt en hij steunt erop, bij het affirmeren dat het de FARC-EP zou zijn die ons deze boerderij schonk en bovendien dat het niet gebeurde bij het ontstaan van de Gemeenschap maar wel in 2005, door middel van onze Interne Raad, wat volledig vals is. Onze Vredesgemeenschap heeft nooit, op geen enkel moment van onze geschiedenis, gronden verworven die afgestaan werden door de FARC-EP. In tegendeel was alias “Samir” een commandant van een colonne genaamd “Otoniel Álvarez”, die zonder enig onderzoek een groot deel van de burgerbevolking van de regio van Urabá liet bloeden, vanaf het moment dat hij als commandant in deze regio binnentrok. Hij zelf bedreigde honderden malen onze Vredesgemeenschap omdat ze niet ter zijner beschikking stond. We weten dat alias”Samir” de materiële en intellectuele dader was van de moord op vele mensen die aan het terugkeren waren nadat ze jaren voordien ontheemd werden. En nadien demobiliseerde hij zelf vanuit de FARC-EP door zich te integreren in de 17-de Brigade van het leger in de gemeente Carepa, Antioquia. Het was de militaire eenheid die hem illegaal een onderkomen aanbood en bovendien begon hij daar een grote hoeveelheid valse getuigenissen tegen onze Vredesgemeenschap te produceren, waarin hij herhaaldelijk beweerde vriend te zijn van de Gemeenschap of dat hij zich met hen verenigde, terwijl de realiteit was dat alias “Samir” altijd op zoek was naar hoe hij leden van ons vredesproces kon vermoorden en zo de gemeenschap kon uitroeien.

Deze episode bewijst eens te meer hoe de Staat ter kwader trouw optreedt via ambtenaren die uitgespreid zijn in verschillende gerechtelijke organen, die hen, die altijd al hun slachtoffers waren, in diskrediet proberen te brengen met de bedoeling ze nog altijd veel meer te vernietigen. Maar in dit geval schamen zij zich niet gebruik te maken van een personage wiens handen bevlekt zijn met zoveel misdaden en de Staat zelf heeft hem op schandelijke wijze beschermd en heeft zo alle wetten geschonden die de Staat zelf heeft uitgevaardigd.

Op vrijdag 8 maart 2019 om 13:00 uur werden vele schoten gehoord van zware wapens in het gehucht Mulatos Medio van San José de Apartadó. Volgens informatie van bewoners van het gehucht, bevond zich in het punt dat als El Barro (van hetzelfde gehucht) gekend is, een troep van het leger, en op hetzelfde uur bevond zich een groep paramilitairen in het deel van de rivier. De paramilitairen bedreigden verschillende boeren die op datzelfde uur door deze plaats passeerden. Ze zeiden hen: “Jullie hebben niets gezien; jullie moeten doen alsof jullie niemand ontmoet hebben of ingeval jullie dat toch doen, moeten jullie de gevolgen daarvan aanvaarden.” Deze schoten werden afgevuurd in erg confuse momenten van bewegingen van militaire en paramilitaire troepen. Het leek alsof ze zonder voorafgaande verwittiging boodschappen wilden overbrengen.

Op zondag 10 maart 2019 overdag bereikte ons informatie van boeren van de zone, volgens welke er een clandestien netwerk bestaat van paramilitairen dat per gsm afpersingen organiseert in de streek. En wie de afpersing niet betaalt of info geeft over de oproep die ze hem deden zou samen met zijn familie vermoord worden.

Op woensdag 13 maart 2019 werden opnieuw veel schoten gehoord van zware wapens in het gehucht Mulatos Medio van San José de Apartadó. Nadien was er volgens bewoners een uitwisseling van schoten tussen gewapende groepen, waaronder de publieke strijdkrachten. Klaarblijkelijk komen de militairen en paramilitairen aan in het gehucht en ze kamperen in de boerderijen die private eigendom zijn van de boeren, die daar met hun families leven, en brengen hen in groot gevaar om vermoord te worden.

Op zaterdag 16 maart 2019 ’s morgens kwamen twee bekende paramilitairen in burger aan bij de huizenrij van het gehucht La Unión van San José de Apartadó, een oude nederzetting van onze Vredesgemeenschap. Daarna werden ze gezien toen ze zich verenigden met twee boeren van de zone in de omgeving van de huizenrij.

Onze Vredesgemeenschap staat dicht bij het moment om haar 22-jarig bestaan te herdenken. Op 23 maart 1997 maakten we onze beslissing openbaar om met geen enkele gewapende partij samen te werken en ons te vormen tot een solidaire Gemeenschap, om samen te werken en samen weerstand te bieden om onze levens te vrijwaren, onze waardigheid en onze territoria. Diezelfde week (Passieweek volgens de Christelijke kalender) begon de Colombiaanse Staat een strategie van genocide om ons uit te roeien. In deze 22 jaar (tot juni 2018) heeft de Staat ons 307 kameraden en vrienden vermoord en heeft hij 1462 ernstige schendingen van de mensenrechten bedreven die in de Internationale Verdragen gecatalogeerd worden als Misdaden tegen de Menselijkheid omwille van systematiek in hun uitvoering. In dezelfde tijd heeft hij 7 strategieën van uitroeiing van de Vredesgemeenschap ontwikkeld, die gedurende vele jaren werden volgehouden. Een strategie niet enkel van fysieke uitroeiing (terechtstellingen), maar ook van mediagenieke vernedering, van ideologische stigmatisering, van biologische uitroeiing door hongercirkels en gewelddadige eliminatie van elke voedselleverancier of transporteur, van wettelijke criminalisering gebaseerd op valse bewijzen en valse getuigen, van sociale uitsluiting en van economische plundering die ook het roven van territoria insluit. Ten overstaan van al deze convergerende en gecoördineerde strategieën om ons uit te roeien, is onze beslissing geweest van verenigd weerstand te bieden, zonder terug te krabbelen, en ons levensproject te blijven uitbouwen, het hoofd biedend aan al deze stormen. Talrijke solidaire gemeenschappen in Colombia en in de wereld, die ons permanente morele kracht en politieke solidariteit zenden tegenover de daders die perverse machten inroepen om ons te vernietigen, hebben ons onschatbare energie geschonken.

Vanuit ons geliefd en verdrukt territorium bedanken we de vele stemmen van aanmoediging die we krijgen vanuit het land en de wereld, want al hun politieke en morele steun geeft ons veel moed om door te gaan, in verzet, in dit territorium dat zo overheerst wordt door de macht van de wapens die ten dienste staan van de meest onuitspreekbare laagheid.

26/02/2019 Strikte territoriale controle door de paramilitairen

Opnieuw ziet onze Vredesgemeenschap van San José de Apartadó zich genoodzaakt een beroep te doen op het land en de wereld om getuigenis af te leggen van de laatste feiten waarvan wij het slachtoffer werden vanwege de paramilitairen die in volledige vrijheid opereren in onze regio.

Ondanks de herhaalde verklaringen van de Regering, waarin ze beweren dat de paramilitairen niet bestaan en dat de vredesakkoorden worden uitgevoerd, is de ervaring van de boerenbevolking van de regio evenwel dat de aanwezigheid van het paramilitarisme elke keer meer verstikkend is. De structuur die zichzelf “Autodefensas Gaitanistas de Colombia “, “Gaitanistische Zelfverdedigingsgroepen van Colombia” noemt, blijft op haar gemak opereren, wat impliceert dat er een absolute tolerantie, toestemming of medeplichtigheid bestaat van de publieke strijdkrachten bij hun optreden. Tegelijk spreekt dit tegen dat de entiteiten, die in het leven werden geroepen door het Vredesakkoord om de paramilitaire activiteiten te onderdrukken, zouden werken. De paramilitairen verstikken de boerenbevolking van de streek elke keer meer door belastingen, door verbodsnormen, door de eis zich aan hen te onderwerpen, door controle van al haar bewegingen en door de voortdurende rekrutering van jongeren. Gedurende de weekends stelt men in het dorpscentrum van San José de Apartadó een grote toevloed vast van paramilitairen, die grote hoeveelheden alcohol drinken en die bedreigingen tegen onze Vredesgemeenschap lanceren. Tegelijk bevestigen ze hun voorstel om ons uit te roeien.

De feiten waarvan we vandaag getuigenis afleggen zijn de volgende:

Op vrijdag 9 februari 2019 werden 10 paramilitairen waargenomen met militaire uniformen en zware wapens in het gehucht Mulatos Hoofdplaats van San José de Apartadó toen ze het gehucht doorkruisten.

Dezelfde vrijdag 8 februari 2019 riepen de paramilitairen de mensen bijeen en ze hielden een bijeenkomst in het gehucht Arenas Bajas van San José de Apartadó. De burgerbevolking werd verplicht deel te nemen aan deze vergadering.

Op zaterdag 9 februari 2019 zag men een groep van 7 paramilitairen met zware wapens het gehucht van La Unión van San José de Apartadó doorkruisen.

Op zondag 10 februari 2019 in de namiddag bespioneerden 10 paramilitairen in het zwart gekleed onze nederzetting van San Josecito en klaarblijkelijk verbleven ze daar langs de rivier tot in de late uren van de nacht.

Op maandag 11 februari 2019 ’s nachts kwamen 2 gewapende mannen met een kap over het hoofd - klaarblijkelijk paramilitairen – aan bij de woning van een inwoner van de zone. Ze verplichtten hem 2 miljoen pesos (= meer dan 550,00 Euros) te betalen, volgens hen van ‘vaccins’ (= hun belastingen). De boer verzette zich hiertegen en hij wilde deze afpersing niet betalen. (wellicht kon hij dat ook niet!!!). Onmiddellijk bedreigden ze hem met de dood omdat hij de hoge som die ze eisten niet betaalde. Nadien bolden ze het af.

Op dinsdag 12 februari 2019 gedurende de dag werden op enkele minuten van het dorpscentrum van San José de Apartadó een groep paramilitairen gezien stroomopwaarts langsheen de rivier La Sucia.

Op donderdag 14 februari 2019 passeerden 10 paramilitairen, in militair uniform en zwaar bewapend, door het gehucht La Resbalosa van San José de Apartadó langs het punt dat bekend is als “la Ye”. Klaarblijkelijk kwamen ze van de gehuchten Baltazar en Naín. Dat is uit het Departement Córdoba.

Op donderdag 21 februari 2019 om 12:00 uur hielden 5 paramilitairen 2 bewoners van het gehucht La Unión aan. Ze hielden ze 15 minuten vast. Daar uitten ze hun interesse om te weten waar de verblijfplaats van de Vredesgemeenschap was en of die veraf was gelegen. Hierop gaven de bewoners geen enkele informatie. Nadien lieten ze hen in vrijheid. En de paramilitairen drongen de ruimte van het Gehucht Rigoberto Guzmán van de Vredesgemeenschap binnen. Toen ze door enkele bewoners gezien werden probeerden ze zich te verbergen maar ze waren reeds ontdekt. Later, rond 3:00 uur ’s namiddags, passeerde daar op dezelfde plaats een troep van het leger.

Op zondag 24 februari 2019 om 9:00 uur hield een groep van een vijftal paramilitairen een lid van onze Vredesgemeenschap aan in het gehucht Mulatos en onderwierp hem gedurende 10 minuten aan ondervragingen. Nadien lieten ze hem vrij.

Dezelfde zondag 24 februari 2019 passeerden legertroepen, die een confrontatie hadden onderhouden met een illegale groep, doorheen de gehuchten van Córdoba en San José de Apartadó. Hierdoor verhinderden ze dat de boeren hun gsm konden gebruiken.

Gedurende de dagen tussen 19 en 22 februari deed onze Vredesgemeenschap, zoals ze gewoon is, een pelgrimstocht naar Mulatos Medio, waar op 21 februari 2005 verschillende leiders van de Gemeenschap samen met hun families werden afgeslacht. Bij alle trajecten die we aflegden was zichtbaar dat paramilitairen in burger ons volgden. Ze controleerden onze bewegingen via communicatieradio’s. Het is een vaststaand feit dat alle nederzettingen van de zone gecontroleerd worden door “punten” of informanten die de paramilitaire leiders informeren over elke beweging.

Op 13 februari gaf de Tweede Promiscue Rechter van Apartadó, er rekening mee houdend dat het Grondwettelijk Hof het vonnis van Voogdij, ingediend door de 17-de Brigade, heeft uitgekozen voor herziening, orders om het incident van ongehoorzaamheid op te schorten, totdat het Grondwettelijk Hof zich zou uitspreken.

Vanuit ons geliefde en verdrukte grondgebied bedanken we de vele stemmen van aanmoediging die we ontvingen vanuit het land en de wereld, want al hun politieke en morele steun geeft ons veel moed om in dit grondgebied, zo overheerst door de macht van de wapens ten dienste van het slechtste, verder weerstand te blijven bieden.

28/01/2019 (Wij worden) belaagd en bedreigd door schenders van de Grondwet en de Wet

De Tweede Promiscue Rechter van Apartadó, MARIA MARIELA GÓMEZ CARVAJAL, blijft klaarblijkelijk aandringen om de eis van de militairen van de 17-de Brigade te ondersteunen, om onze Vredesgemeenschap te dwingen om onze historische aanklachten en ethische afkeuringen terug te trekken van de website. Die verwezen naar alle pesterijen, gewelddadigheden en de miskenning van onze fundamentele mensenrechten, die de militairen, de politie, de paramilitairen en in het algemeen Staats ambtenaren bedrijven. Haar onderworpenheid aan de gewapende personen, die moorden en verdrukken, probeert ze voor te stellen als een “legale actie”. Ze gaat evenwel in vele aspecten in tegen de wetten en tegen de grondwettelijke principes.

  • Het Decreet dat de Voogdij regelt (Decreet 2591 van 1991) bevestigt vlijmscherp dat de Voogdij “niet zal kunnen toegekend worden tegen de legitieme gedragingen van een particulier”. En de Verenigde Naties verklaarden plechtig in hun Algemene Vergadering (8 maart 1999) dat alle personen, individueel of collectief, het recht hebben - om “vrij opinies, informatie en kennis met betrekking tot de mensenrechten en de fundamentele vrijheden te publiceren, te verstrekken of aan derden te verspreiden” - en om “te bestuderen en te bespreken of die rechten en vrijheden nageleefd worden, zowel in de wet als in de praktijk” (…)

- en om “ook die kwesties onder de aandacht van het publiek te brengen door middel van deze media en van andere aangepaste media ” (Artikel 6 van de Verklaring over het recht om de mensenrechten en de fundamentele vrijheden te promoten en te beschermen) (A/53/144, 8 maart/99)

  • Maar de geciteerde Rechter valt tegelijkertijd de Nationale Constitutie aan, want het artikel 93 van de Grondwet geeft de “prevalentie in de interne orde” aan elk internationaal verdrag en internationale overeenkomst dat de mensenrechten erkent. Daarom stelt het Vonnis C-038 van 2004 van het Grondwettelijk Hof: “de tweede alinea van artikel 93 maakt alle mensenrechtenverdragen die geratificeerd zijn door Colombia, met betrekking tot rechten die reeds in de Grondwet staan, tot grondwet. En krachtens de hermeneutische regel van gunstig gezindheid, moet de interpretator de regeling, die het gunstigste is voor het doen gelden van de mensenrechten, kiezen en toepassen ”. Dit wil zeggen dat, wanneer er twijfel bestaat of een norm, die betrekking heeft op mensenrechten, die op een of andere wijze in de Grondwet worden overwogen, zoals de vrijheid van meningsuiting, grondwettelijke hiërarchie heeft, dan moet de interpretatie de gunstigste zijn voor het doen gelden van de mensenrechten. Dus wat is vastgesteld door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, bij het erkennen van het recht van individuen en collectiviteiten om wat er gebeurt met de mensenrechten onder de aandacht van de publieke opinie te brengen. Als ze theoretisch en praktisch gerespecteerd worden gaat het om een GRONDWETTELIJK RECHT, dat wordt onderschreven door de jurisprudentie van het Grondwettelijk Hof. En een rechter, hoe belangrijk ze ook mag zijn, mag dat niet miskennen.

  • Maar in haar drang om zich te onderwerpen aan de gewapende personen, die moorden, mensen doen verdwijnen, op de vlucht jagen, folteren, belasteren, stigmatiseren en beroven, treedt de Rechter Gómez Carvaja ook een ander grondwettelijk recht met de voeten: de Vrijheid van Geweten (Artikel 18 van de Grondwet). Na acht jaar de verschrikkelijkste niveaus van corruptie en straffeloosheid van het gerechtelijk apparaat te hebben ervaren,deed de Vredesgemeenschap een beroep op de Grondwet door gewetensbezwaar aan te tekenen. Met de bedoeling niet meer te blijven gekoppeld worden aan dergelijke corruptie en straffeloosheid met haar deelname aan aanklachten en getuigenissen. Daarom kwam het tot een breuk met justitie. De Rechter Gómez Carvajal wil dat recht miskennen en de Vredesgemeenschap dwingen zich te onderwerpen aan een gerechtelijk proces, dat, zoals werd aangetoond, reeds om andere redenen de Grondwet schendt. Er moet aan herinnerd worden dat alle jurisprudentie van het Grondwettelijk Hof bevestigt dat de gewetensvrijheid zo’n hoog belang heeft in de filosofie van de Grondwet dat het staat in de lijst van rechten die onder geen enkel beding miskend mag worden, zelfs niet tijdens noodtoestanden.

  • De Rechter gaat ook te keer tegen het gezond verstand en meest elementaire regels van de logica: ze wil de Wettelijk Vertegenwoordiger van de Gemeenschap verantwoordelijk stellen voor het gewetensbezwaar en de breuk met het gerecht. En ze probeert hem te sanctioneren omdat hij haar ongrondwettelijke beslissingen in tegenspraak met het internationaal recht niet gehoorzaamt. Dat is, buiten het feit dat het een absurditeit betreft, een geweldig onrecht. De beslissingen van de Vredesgemeenschap waren altijd en blijven collectief, maar, zoals werd aangetoond, zijn ze bovendien ondersteund door grondwettelijke rechten en normen van een universele moraal. Buiten het feit dat ze onrechtvaardig is, is ze aangetast door onbegrijpelijke niveaus van dwaasheid.

Het is betreurenswaardig dat ambtenaren van een Staat, die reeds ver verwijderd is van zich te kunnen identificeren als “Rechtsstaat”, in zulke fouten en immorele beslissingen vervallen, door hun drift om zich te laten manipuleren door gewapende personen die zoveel misdaden tegen de menselijkheid begingen en die zoveel praktijken van genocide realiseerden gedurende zoveel decennia. En dit terwijl ze ontsnappen aan alle aanklachten, protesten en dringende oproepen van de internationale gemeenschap, van internationale tribunalen en van de bewuste laag van de menselijke soort. Dit alles veroorzaakt een diepe pijn voor het vaderland.

18/01/2019 Met openlijke en gepantserde toelating om te vermoorden

Opnieuw ziet onze Vredesgemeenschap van San José de Apartadó zich genoodzaakt om een beroep te doen op het land en de wereld om getuigenis af te leggen van de laatste feiten waarvan wij slachtoffer werden door de paramilitairen die met volledige vrijheid operen in onze regio.

De paramilitaire controle die onze Vredesgemeenschap altijd publiek heeft aangeklaagd, blijft met grote kracht vooruitgang boeken en bestrijkt het hele grondgebied. Maar de autoriteiten doen niets om dit crimineel fenomeen, dat de rechten en vrijheden van de bevolking nietig verklaart, het hoofd te bieden en uit te roeien. Integendeel, haar passiviteit, haar toegevendheid en haar medeplichtigheid hiermee, onthult dat het deel uitmaakt van het officiële beleid en strategie.

Onze Vredesgemeenschap heeft de opmars, die de paramilitairen - voorheen met andere namen en sinds een tijd met die van Autodefensas Gaitanistas de Colombia (Gaitanistische Zelfverdedigingsgroepen van Colombia) (AGC) - in het district van San José de Apartadó en in zijn gehuchten vertonen, duidelijk aangetoond. Maar het routinematige antwoord van de autoriteiten is dat onze Vredesgemeenschap de feiten verzint of ze opblaast. Vanaf Rito Alejo del Río[1](midden van de jaren 90) tot op vandaag was de houding van de Staatsinstellingen, te beginnen met de meest directe verantwoordelijke, nl. de Strijdkrachten, ALLES ONTKENNEN. Hiermee hebben ze zichzelf tot het uiterste in diskrediet gebracht omdat ze steeds meer hebben bevestigd dat hun waarheden leugens zijn en dat hun voornaamste zorg is de echte werkelijkheid af te dekken en te camoufleren en te trachten een valse realiteit te verkopen aan het land en de wereld.

De bedreigingen tegen onze Vredesgemeenschap en tegen de bewoners van de zone houden niet op. De Paramilitaire groepen die door de gehuchten patrouilleren verplichten de boeren om voor hen te werken, om vaccins[2] te betalen en om hen te dienen als informatiepunten (informanten). De burgerbevolking heeft geen andere opties dan zich te onderwerpen of als ze dat niet doen dan moeten ze op de vlucht gaan of gaan ze deel uitmaken van zwarte lijsten, waaruit ze te vermoorden kandidaten kiezen. Het zijn misdaden die de dorpelingen moeten overtuigen dat “ze ernstig spreken”en dat ze bovendien immuniteit genieten, omdat ze gepantserd zijn tegen het gerecht. De routinematige moord op sociale leiders in het land, als veralgemeende politiek, toont ons dat wie deze misdaden bevelen immuun zijn voor elk juridisch proces. De regering en de hoofden van haar instellingen houden alvast het discours gereed om “de feiten te betreuren en om te beloven dat de zaken zo niet zullen blijven en dat het gewicht van de wet op de daders zal vallen”, maar de nationale routine heeft ons tot vervelens toe geleerd dat het een louter geruststellend discours betreft zonder enige invloed op de werkelijkheid.

Gedurende het ganse jaar 2018 hebben we getuigenis afgelegd van alle misbruiken, bedreigingen en van de onderwerping van de burgerbevolking aan het paramilitarisme. De behoefte om alles onder controle te houden was als een lawine die alle gehuchten overstroomde, voor de passieve en medeplichtige blik van hun “neven”[3] en van de overige locale en regionale autoriteiten. Het ordewoord tegenover onze Gemeenschap bleef dat onze Vredesgemeenschap moet verdwijnen, een ordewoord waaraan bedreigingen en voortdurende aankondigingen van moord op verschillende van onze leiders en leden bijgevoegd werden en gedurfde agressies, zoals het inpalmen van land en gewapende invallen, met de bedoeling terreur te zaaien.

De feiten waarvan we vandaag getuigenis afleggen zijn de volgende:

Door informatie van de bewoners van de zone, kwam men te weten dat gedurende het feest van oudjaar er een in het dorpscentrum van San José een grote concentratie was van paramilitairen die deze plek uitkozen voor hun feesten. Ze kwamen naar boven in luxueuze camionetten en op een grote hoeveelheid moto’s die door niemand gecontroleerd werden en ze ontmoetten er talrijke collega’s paramilitairen. Wij vroegen ons af waarom ze het daar deden, vermits het dorpscentrum sterk gemilitariseerd is, want er is een militaire basis en een bunker van de politie, instellingen wiens vestiging in tegenspraak is met de normen en de jurisprudentie van het Grondwettelijk Hof. Veel burgerbewoners die deze nacht hun verwanten gingen bezoeken waren verwonderd over de grote paramilitaire concentratie.

Op donderdag 10 januari 2019 kwamen twintig gecamoufleerde paramilitairen met lange wapens onder het bevel van alias “Majute” aan in het gehucht Mulatos Medio, waar ze verschillende uren verbleven vlakbij een van de privéruimten van onze Vredesgemeenschap.

Op zaterdag 12 januari 2019 kwamen 5 gewapende paramilitairen, gezeten op ezels, aan bij het punt dat gekend is als Chontalito, van San José de Apartadó. Ze verbleven er gedurende verschillende uren.

Op woensdag 16 januari 2019 in de namiddag werd de jongere DEIMER ÚSUGA HOLGUÍN, op nauwelijks 300 meter van de militaire basis van het district San José de Apartadó, vermoord. Het feit vond plaats op de Koninklijke weg die langs de rivier El Mariano naar boven klimt en die o.a. langs de gehuchten El Mariano, La Linda, Cristalina, Miramar, Buenos Aires , Buena Vista, Alto Bonito, Mulatos, La Resbaloza voert. Het voorval deed zich voor op exact hetzelfde punt waar ze op 16 november 2017 probeerden om de jongere JUAN DE LA CRUZ GUZMAN te vermoorden. Feiten die toegeschreven worden aan de paramilitairen, want hun drang om de bevolking te controleren brengt hen ertoe selectieve moorden te plegen om impact te genereren op eenieder die zich niet onderwerpt aan hun belangen. De context is, overduidelijk, heel de toegevendheid en de instemming van de Publieke Strijdkrachten, waarop het paramilitarisme reeds verschillende decennia, waarin ze hun optreden en strategie hebben geconsolideerd, heeft gerekend in de zone. Wat de verantwoordelijkheid op evidente wijze doet vallen op de regering en haar militaire en politionele instellingen. Onze Vredesgemeenschap heeft honderden getuigenissen afgelegd, voortdurend smekend dat deze absurde situatie zou ophouden, maar het enige antwoord van de Staat is dat bestrijden zodat wij geen aanklachten zouden indienen, zodat wij de ogen en de mond zouden sluiten en we het paramilitarisme op hun gemak zouden laten opereren. Dit is de betekenis van de Actie van Voogdij die de 17-de Brigade heeft opgezet tegen onze Gemeenschap, maar die niet gehoorzaamd kan worden omdat ze onaantastbare grondwettelijke en universele rechten schendt en omdat, in geval van gehoorzaamheid hieraan, ze echt de weg zou vrijmaken om verder te gaan met het verwoesten van de rechten van de bevolking en van de basissen van de menselijke waardigheid.

Op 17 januari 2019 werd onze Vredesgemeenschap geïnformeerd over een lijst van 8 door de paramilitairen te vermoorden personen . Hierop stond de naam van de jongere die de vorige dag vermoord werd, Deimer ÚSUGA HOLGUÍN. Tussen de andere 7 die op de lijst staan, staan ook enkele leden van onze Vredesgemeenschap en de rest zijn bewoners van de zone. Wij responsabiliseren de Regering en haar militaire instellingen voor wat zou kunnen gebeuren met leden van onze Vredesgemeenschap en/of met andere bewoners van de zone, want er worden reeds namen genoemd van personen die ze zullen vermoorden en de Staat heeft het goed geweten , want de situatie die men beleeft in ons territorium is dramatisch en de Staat heeft gewild hieraan niets te doen om hieraan het hoofd te bieden. In hetzelfde district San José de Apartadó doen berichten de ronde over een reeks pamfletten die dezelfde paramilitairen doen circuleren vanuit de gemeente van San José de Uré (dep. Córdoba) met doodsbedreigingen en onderwerping van de burgerbevolking als ze hun perverse ideeën niet accepteren.

Onder druk gezet door de militairen deed de Tweede Promiscue Rechter van Apartadó het voorstel onze getuigenissen het zwijgen op te leggen. Maar we hadden reeds jaren het gelijk aan onze kant, toen we ontdekten dat het gerechtelijk apparaat doordrongen was van corruptie en alleen maar zorgde voor aan één kant straffeloosheid en aan de andere kant willekeur, iets dat zo in tegenspraak is met een minimum aan ethiek, die de uitoefening van de rechtspraak moet inspireren, zodat we beslisten om geen contacten meer te onderhouden met dat apparaat om onze onkreukbaarheid van geweten te kunnen redden, terwijl we de hoge Gerechtshoven bleven smeken dat ze zulke perverse wegen zou corrigeren en de dossiers zou zuiveren van zoveel rottigheid , maar ze hebben niet gewild zich hier iets van aan te trekken.

Het is een volledig evident feit dat ons grondgebied gedomineerd wordt door de paramilitairen en dat de Publieke Strijdkrachten die daar zijn dit toelaten. Wij vragen ons af: Waarom wordt een zo gemilitariseerd district gecontroleerd door de paramilitairen? En het vreselijkste: ze vermoorden de boer op maar weinig meters van die militaire basissen. Tot wanneer gaat de Regering nog toelaten dat de boer verdrukt blijft worden door het paramilitarisme? Hoe is het mogelijk dat in een district, waar een grote militaire basis is en een politiepost met veel manschappen, dat de paramilitairen daar hun controle uitoefenen, daar op hun gemak leven, daar vergaderen om daar hun grote feesten te houden, zonder dat iemand dat ook maar verbiedt? Hoe is het bovendien mogelijk dat ze illegale belastingen innen, hun normen opleggen, moorden, bedreigen, lijsten van ter dood veroordeelden doen circuleren en ze gaan executeren en dat de Regering blijft doen alsof ze doof en blind is?

Vanuit ons geliefd en verdrukt grondgebied bedanken we de vele stemmen van aanmoediging die we ontvangen vanuit het land en de wereld, want al hun politieke en morele steun geeft ons veel moed om te blijven voortgaan in verzet in dit grondgebied dat zo gedomineerd wordt door de macht van de wapens ten dienste van het ergste.



[1] Generaal op rust Rito Alejo del Río was toen commandant van de XVII-de Brigade. Verantwoordelijk voor heel wat ‘falsos positivos’ = buitengerechtelijke executies en voor extreme samenwerking met paramilitairen bij de uitvoering van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Hij werd op 27 september 2017 vrijgelaten omdat hij een beroep deed op de JEP = Justicia Especial para la Paz, de Speciale Justitie voor de Vrede, overeengekomen in het Vredesakkoord met de FARC (november 2016).

[2] Vacuna = letterlijk inenting, betreft een soort aan de paramilitairen te betalen belasting.

[3] Hun “neven” zijn de Publieke Strijdkrachten

04/01/2019 Einde van het jaar onder controles, knevels en weerstand

Onze Vredesgemeenschap van San José de Apartadó ziet zich genoodzaakt nieuwe getuigenissen af te leggen voor het land en de wereld over de vormen van geweld, agressie en schending van de fundamentele mensenrechten die de Colombiaanse Staat, door middel van haar rechtstreekse en onrechtstreekse agenten, verenigd in de paramilitaire strategie, blijft bedrijven tegen onze Gemeenschap.

De laatste weken van 2018 werden gekenmerkt door een intensieve aanval van het paramilitarisme, met alle mogelijke passieve en actieve steun van de instellingen, om zo de boerenbevolking van de zone te controleren. Ze zijn bezig een verstikkende economische onderwerping uit te voeren van de boerenbevolking, door ze te versmachten met vaccins of illegale belastingen op de belangrijkste terreinen van hun productie en overlevingswerk: de grond, het vee, het hout. Tegelijk werden de eenheden van de gehuchten ingepikt door “punten” van het paramilitarisme, die optreden als spionnen en die zichzelf voordoen als illegale “autoriteiten”, die in het leven geroepen zijn met de macht om normen op te leggen en alle bewoners blijvend te chanteren. Het ontbrak niet aan pogingen tot omkoping zelfs van leden van onze Vredesgemeenschap , door ze aantrekkelijke sommen geld aan te bieden om interne informanten te worden zonder de noodzaak zich terug te trekken uit de Vredesgemeenschap. En om zo informatie aan te brengen die ze elke keer dringender vinden om de doodsbedreigingen tegen onze leiders en leden uit te voeren. Het zijn bedreigingen die gedurende het hele jaar 2018 terugkeerden en die zich voordeden met een zekere aard van vergelding omdat ze de misdaden, gepland op 29 december 2017, niet hadden kunnen uitvoeren.

De feiten waarover we getuigenis willen afleggen zijn de volgende:

  • De politie die ingekwartierd is in het dorpscentrum van San José heeft echte misdrijven begaan tegen de bewoners: midden november stal ze een varken bij de bewoner José Policarpo Cataño, zoon van de stichter van San José. En ofschoon het dier op 15 november volledig herkend werd door zijn eigenaar, ten aanzien van een afgevaardigde van het Kantoor van de Ombudsman voor de Mensenrechten, gaven ze het niet terug aan zijn eigenaar.

  • Op 20 november 2018, wanneer de familie Cataño een boom wilde vellen van haar eigen boerderij, kwam de Commandant van het Politieonderstation, Luitenant Gabriel RAMOS MARÍN, de boerderij binnen en eiste van de zager, de heer Gabriel López, dat hij twee miljoen pesos (zo’n 540,00 Euros)zou betalen voor de toelating om een boom te vellen. Hiertegen verzetten de zager en de familie, eigenaar van de boerderij, zich ronduit en ze veroordeelden energiek zulke extreme corruptie van Staatsagenten. Alles wijst erop dat het verbod om de boom te vellen beantwoordde aan een vergelding tegen de familie Cataño omdat ze vorige week voor de Ombudsman de diefstal van een varken door de politie had aangeklaagd. Want aan de overige families die bomen geveld hadden werd niet dezelfde corrupte eis gesteld.

  • Begin december bezocht de paramilitair, alias “MAJUTE”, een lid van onze Vredesgemeenschap en bood hem de som aan van 900.000 pesos (zo’n 240,00 Euros) om informant te worden van de paramilitairen zonder de noodzaak zich terug te trekken uit de Gemeenschap.

  • In december 2018 brachten de paramilitairen de bewoners van het gehucht La Esperanza op de hoogte dat ze een vaccin (illegale belasting) moesten betalen van maandelijks 10.000 pesos voor ieder stuk vee dat ze bezitten, een ander van maandelijks 10.000 pesos per hectare grond die ze bezitten en nog een andere van 3.000 pesos per slee hout die ze verkopen.

  • Op 24 december 2018 eisten de paramilitairen in het gehucht La Cristalina van een boer dat hij hen een koe moest overhandigen en ze bevolen hem het vlees te verdelen aan mensen van het gehucht. In dezelfde Kerstdagen verdeelden de paramilitairen geschenken aan de kinderen in de gehuchten van Córdoba, in het bijzonder in de gemeente Tierralta, als strategie om het vertrouwen van de bewoners te winnen.

  • Gedurende de feesten van Kerstmis en Nieuwjaar verboden de paramilitairen in het dorpscentrum van San José de verkoop van vlees door de kleinhandelaars en ze controleerden hun koelkasten om er zeker van te zijn dat ze dit verbod gehoorzaamden. En daarna eisten ze een vaccin voor elk geslacht rund terwijl ze nog hogere sommen eisten van de handelaars van het dorpscentrum.

  • In de week van Kerstmis en in die van Nieuwjaar kwamen bekende paramilitairen aan in het dorpscentrum van La Unión, onder hen alias “RAMIRO” en alias “SAMUEL”, die opereerden als “informatiepunten” of spionnen van het paramilitarisme in het gehucht La Unión. Ook zag men alias “DAVIS” aankomen samen met andere ex-guerrilleros die overgestapt zijn naar de rangen van het paramilitarisme, zoals ELÍAS HIDALGO, die met de 17-de Brigade werkte, en alias “RENÉ” die een groep jongeren coördineert om drugs te verdelen in overleg met de paramilitairen, zowel in San José als in La Cristalina.

  • Het gebruik van alcohol blijft tragedies veroorzaken in San José. In de nacht van afscheid van het jaar 2018 viel een zatte bewoner zijn stiefzoon aan met een machete en hij liet hem achter met één van zijn armen bijna volledig afgehakt.

  • Gedurende de laatste weken van 2018 deden de paramilitairen de bedreiging, om op 31 december op te treden tegen de Vredesgemeenschap in de nederzetting van San Josecito, circuleren. Ze hadden de bedoeling om de leden van onze Gemeenschap in sterke angst te houden.

  • De passiviteit of de tolerantie van de Strijdkrachten, van de rechterlijke macht en van de overige Staatsinstellingen tegenover de opmars en de progressieve controle en de afpersingen van het paramilitarisme in heel de regio wekt de verontwaardiging op die elke keer meer de illegaliteit van de Colombiaanse Staat doet vaststellen. En heel deze medeplichtigheid gebeurt in een dorpscentrum waarin een politiepost en een militaire basis zijn die zich blind en doof houden voor al wat in hun omgeving gebeurt. Dat is iets dat enkel kan geïnterpreteerd worden als eenheid van actie met het paramilitarisme. Tegenover dit alles insisteert de Rechter van het Tweede Gemeentelijke Promiscue Gerechtshof van Apartadó, MARÍA MARIELA GÓMEZ CARVAJAL, om te luisteren naar de illegale voogdij van de 17-de Brigade tegen onze Vredesgemeenschap, die ons probeert te muilkorven, zodat we zwijgen over alle schanddaden die de Staat tegenover ons bedrijft en gedurende 22 jaar bedreven heeft, door de instellingen te beschermen met de meest schaamteloze en onrechtvaardige straffeloosheid.

Opnieuw bedanken we zoveel personen, gemeenschappen en instellingen van het land en van de wereld die zich solidair met ons getoond hebben met onze zaak vanuit ethische onwrikbare principes en zo weerstand bieden tegen alle pogingen van de 17-de Brigade en haar gecoöpteerde Gemeentelijke Promiscue Rechter om ons te muilkorven (knevelen).