20/12/2024 Tussen paradoxen en ambiguïteiten
Het aan het licht brengen van de verantwoordelijkheden van het verleden is even essentieel als het voorkomen van hun herhaling in de toekomst. Het ene doen zonder het andere is miskennen dat gebouwen funderingen nodig hebben.
Dit is hoe het leven van onze Vredesgemeenschap, zoals ook dat van het land, de laatste tijd verloopt. We worden ondergedompeld in twee tegenstrijdige dynamieken:
Enerzijds begint de Staat, nadat we gedurende 27 jaar boodschappen en documenten ontvingen die de Staat en zijn instellingen vrij pleitten van elke misdaad, nu te erkennen dat hij monsterlijk wreed was tegenover ons en dat zijn duizenden misdaden niet langer zo hooghartig miskend en verborgen kunnen blijven, maar wel enige schadeloosstelling probeert te geven. Hij doet dat via het Nationaal Agentschap van Juridische Verdediging van de Staat dat stappen zet naar een Minnelijke Schikking met ons, met bemiddeling van de Inter-Amerikaanse Commissie voor de Mensenrechten.
Maar aan de andere kant heeft de realiteit van de feitelijk heersende machten in onze omgeving aangetoond dat ze ons willen uitroeien en dat ze reeds doeltreffende wegen hebben ontdekt om dat te doen: voor alles is er de territoriale consolidatie van het paramilitarisme onder de overheersing van de Clan del Golfo, als de facto uitvoerende macht die onaantastbaar is. Het betreft een gewapende structuur opgebouwd onder de vleugels van een guerrilla, maar geleid door het machtige kapitaal van de drugstrafiek en gericht is op de neutralisatie van de strijdkrachten, van het gerechtelijk apparaat en de maffia van de politieke macht. Binnen dit schema kan men blijven verkondigen dat als er misdrijven zijn er ook “gerechtigheid” is, dat indien er geweld is er ook een vredespolitiek is en indien er onrecht is er ook mechanismen van burgerparticipatie bestaan. Al deze remedies beheersen op meesterlijke wijze de fictie.
Dit jaar in maart vermoordden ze bij ons NALLELI en EDINSON, na veel weken tegen ons geschreeuwd te hebben dat we ons aan hun plannen en criteria van ontwikkeling moesten onderwerpen, en indien we dat niet deden waren ze in staat onze hekken neer te gooien en ons bloed te vergieten als we ons zouden verzetten tegen hun bulldozers. Uiteindelijk deden ze het met verraad en ze toonden ons bovendien dat ze het vermogen hadden de media te manipuleren zodat de mensen valse en perverse versies van de feiten zouden aannemen en dat ze bovenop dat alles het “gerecht” konden neutraliseren en veel gemeentelijke basisorganisaties, begunstigden van hun kruimels, konden coöpteren. We hebben ook vastgesteld dat zij die hun bevelen en handel tartten, “dood in ongelukken” of “in vreemde omstandigheden” verschenen, ver van hun gehuchten van herkomst.
We waren er omzeggens van overtuigd dat een golf van “Colombia Humana” nooit zou kunnen functioneren in een politiek met een karikatuur van “rechterlijke macht”, verzadigd van rottigheid, zoals die Colombia reeds tientallen jaren meesleepte. Maar wat zou onze verrassing niet zijn bij het kennisnemen van het document dat het Colombiaans Ministerie van Buitenlandse Zaken op 10 oktober 2024 verzond aan het Kantoor van de Hoge Gezant voor de Mensenrechten van de VN als antwoord op de gemeenschappelijke mededeling die de Speciale Procedures van de VN op 2 augustus voordien toestuurden, doodsbang voor misdaden die onze Vredesgemeenschap proberen te vernietigen. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken somt daar 11 procedures op die zouden schijnen aan te tonen dat de misdaad van Nalleli en Edinson met uitzonderlijke toewijding en onpartijdigheid werd onderzocht en bestraft. Wij evenwel die zulke procedures van dichtbij meemaakten kunnen niet aanvaarden dat het onderzoek van de lijken, of de plaats van het delict, of de ondervragingen van enige buren iets kunnen bijdragen aan waarheid, terwijl men de daders alle mogelijke tijd en alle gunstige omstandigheden had aangeboden om naar believen hun doofpotleugens te manipuleren.
De pseudogerechtelijke benodigdheden die onze laatste rouw omringde, herbevestigde ons als Gemeenschap in onze beslissing van lang geleden van breuk met het gerecht, ondersteund door een grondig en radicaal GEWETENSBEZWAAR, onderbouwd door artikel 18 in de Colombiaanse Grondwet.
We willen getuigenis afleggen van andere feiten die we de laatste maanden meemaakten:
Op zaterdag 16 september 2024 werd in vreemde omstandigheden het levenloze lichaam gevonden van de Juan de Jesús GRACIANO, bewoner van het gehucht El Cuchillo van San José de Apartadó. Sommigen van zijn dichte verwanten waren reeds slachtoffer van het eerste geval van rooftochten, foltering, verdwijningen en collectieve moorden door het nationale leger in juli 1977 dat wij registreerden. Toen bestond de Gemeenschap nog niet. Het betreft gevallen waarbij de rechterlijke macht van de Staat nog steeds in gebreke blijft voor de opheldering ten aanzien van het land en van de mensheid en voor het realiseren van elementaire gerechtigheid. Over de moord op Don Juan de Jesús gaat het gerucht dat het te wijten was aan de verkoop door zijn verwanten van een stuk grond van zijn eigendom aan de paramilitairen. Zij eisten dat hij dat zou certificeren, maar dat weigerde hij. En dit was de reden waarom ze hem vermoordden.
Op dinsdag 8 oktober 2024 verspreidden bewoners van het gehucht La Esperanza een nieuwe bedreiging tegen de familie van Germán GRACIANO, wettelijk vertegenwoordiger van onze Vredesgemeenschap. Ze affirmeerden dat de ziekte van waaraan mijnheer César Jaramillo, directeur van FEDECACAO en promotor van de vervolging tegen onze Gemeenschap, op dit moment lijdt het gevolg is van acties van hekserij tegen hem vanwege de familie van Germán en dat in geval van zijn dood de moeder van Germán zou vermoord worden.
Op woensdag 9 oktober 2024 werd de Gemeenschap geïnformeerd dat sommige paramilitairen op zoek waren naar kennissen van Germán GRACIANO om hen te verwittigen dat het plan om hem te vermoorden niet vergeten is maar evenwel nog steeds overeind blijft.
Op dinsdag 15 oktober 2024 waren minstens 10 paramilitairen, in camouflagekledij en met lange wapens, aanwezig op onze privé-eigendom La Suerte in het gehucht Arenas Altas. Volgens wat verteld wordt zouden ze op weg zijn geweest naar het gehucht La Unión, want op die dagen was de beweging van paramilitairen tussen de gehuchten Arenas Altas y La Unión erg intens, klaarblijkelijk voor de werken van voedselvoorziening voor hun troepen.
Op vrijdag 1 november 2024, rond 21:00 uur werden verschillende individuen met vuurwapens gezien vlakbij onze privaat-eigendom La Roncona, grenzend aan onze centrale nederzetting van San Josecito. Na een tijdje trokken ze zich terug, maar ze werden gezien door personen die de plaats passeerden in privé voertuigen.
Op zondag 3 november 2024 rond 8:00 uur ’s morgens, wanneer een commissie van onze Gemeenschap zich vanaf het gehucht Mulatos naar San Josecito begaf, ontmoette ze op de weg de paramilitair alias “Chimenea”, die zich openlijk communiceerde met zijn bazen via radio’s met hoge frequentie.
Op maandag 4 november 2024, overdag, volop tijdens een sessie van de Boerenuniversiteit, bereikten ons ernstige doodsbedreigingen tegen José Roviro LOPEZ, lid van de Interne Raad van de Vredesgemeenschap. Tijdens de laatste 3 dagen had men de aanwezigheid van gewapende personen kunnen vaststellen erg dicht bij onze privé-eigendommen La Roncona en La Holandesita. Voordien was José Roviro bedreigd geweest in de Humanitaire Zone van La Resbalosa, terwijl hij activiteiten van de Vredesgemeenschap coördineerde in deze zone. Ze maanden hem aan zich van daar terug te trekken. Daarom zijn deze bedreigingen bekleed met grotere ernst.
Op donderdag 5 november 2024 werd een lid van onze Gemeenschap benaderd door een paramilitair die hem onthulde dat ze een aanslag aan het voorbereiden waren tegen twee of drie leden van onze Gemeenschap, maar op zulke wijze dat het feit de schijn zou hebben van een gewone misdaad.
Op donderdag 7 november 2024 werd in de gemeente El Carmen de Viboral en in vreemde omstandigheden het levenloze lichaam gevonden van de jongere Bradier Alonso RÍOS. Bradier was lid van één van de families die de Vredesgemeenschap stichtten, maar in tegenstelling met zijn broers en zusters , had hij enkele moeilijkheden met het volbrengen van alle vereisten van het Reglement van onze Gemeenschap en hij besloot zich terug te trekken en hij ging op zoek naar onafhankelijke werkzaamheden en zo kwam hij toe in een zone van veel geweld zoals Oost Antioquia is. Zonder dat de oorzaken reeds duidelijk zijn werd zijn lichaam gevonden in een weide met dodelijke wonden in zijn nek. Het was mogelijk zijn stoffelijk overschot vrij te krijgen en onze Gemeenschap nam oprecht afscheid van hem.
Op zondag 10 november 2024 drongen twee bekende paramilitairen de plaats binnen die onze Gemeenschap heeft gereserveerd voor de commercialisering van de cacao en ze sloten zich aan in de rij achter de muilezeldrijver van een andere eigenaar om de details van de commercialisering te kunnen inspecteren. Men liet aan de eigenaar van de cacao het onregelmatige van de procedure zien en uiteindelijk trokken ze zich terug.
Op dinsdag 12 november 2024 rond 20:00 uur drong een man met een kap over zijn hoofd de plaats binnen waar onze Gemeenschap de commercialisering van de cacao heeft voorzien en hij bleef daar gedurende een zekere tijd alles registreren op zijn gsm, en daarbij gaf hij de indruk een duidelijke opdracht van spionage te vervullen. We weten van wie de opdracht was.
Op maandag 18 november 2024 rond 7:00 uur ’s morgens was de bekende paramilitair alias “Chimenea” aanwezig in het centrum voor commercialisering van de cacao dat de Gemeenschap bezit in de nederzetting van San Josecito. Hij nam als voorwendsel de intentie om een kleine hoeveelheid cacao te verkopen. Hij vond de tijd om van kleding te veranderen en hij observeerde gedurende een hele tijd de beweging in het centrum.
Op woensdag 20 november 2024, toen een commissie van onze Vredesgemeenschap zich begaf naar het gehucht Mulatos tegelijkertijd met een delegatie van Eenheid voor Restitutie van Gronden konden ze, bij het passeren van de Cerro de Chontalita, in het huis dat de paramilitairen daar hebben, observeren dat er minstens acht recent toegekomen paramilitairen waren met muilezels als lastdieren.
Op donderdag 21 november 2024 gaf de Raad van State het bevel aan het leger om schadeloosstelling te betalen aan de familie van Edilberto VÁSQUEZ CARDONA, lid van onze Vredesgemeenschap, die vermoord werd op 12 januari 2006, nadat hij uit zijn huis werd gehaald door soldaten van het Infanteriebataljon nr. 46. Hij werd op 20 minuten daar vandaan vermoord als “vals positieve”. Zie de volledige tekst op: https://www.elcolombiano.com/antioquia/ejercito-deberia-indemnizar-a-familia-de-victima-de-falso-positivo-en-san-jose-de-apartado-FM25928368
Op vrijdag 22 en zaterdag 23 november 2024, terwijl afgevaardigden van de Nationale Eenheid voor Restitutie van Gronden luisterden naar families die gronden claimden in de gehuchten Mulatos Medios en La Esperanza, profiteerden leden van de Raad voor Gemeentelijke Actie van deze gehuchten om onze Vredesgemeenschap te belasteren, door te affirmeren dat wij die gronden hadden toegeëigend en dat zij de echte eigenaars waren.
Op donderdag 5 december 2024 bereikten ons opnieuw doodsbedreigingen tegen drie leden van onze Interne Raad Germán GRACIANO, Arley TUBERQUIA en José Roviro LÓPEZ. In dit laatste geval, waren de paramilitairen, zoals onze Gemeenschap werd geïnformeerd, herhaaldelijk op de wegen van de gehuchten en op de weg van Apartadó naar San José aanwezig, wachtend op een gunstig moment om hen te vermoorden, zonder zich iets aan te trekken of ze vergezeld zijn van andere personen of van internationale begeleiding. Zoals ze zeggen zouden ze degene aanvallen die hen aan het begeleiden waren. Ook weet men dat Arley TUBERQUIA bespioneerd is in de stad Apartadó, hopend te kunnen profiteren van één van zijn uitstappen om hem te kunnen vermoorden.
Op dinsdag 10 december 2024 rond 6:30 uur ’s morgens werden drie paramilitairen opgemerkt die de omgeving van ons gemeenschapscentrum Vredesgehucht Luis Eduardo Guerra in het gehucht Mulatos Medios bespiedden. José Roviro en zijn familie en andere families van de Gemeenschap waren daar op dat moment aanwezig. Bij de vaststelling dat daar paramilitairen waren, kozen ze ervoor maatregelen te nemen en voor hun veiligheid daar niet vandaan te gaan op dat moment.
Op dinsdag 17 december 2024, kreeg de Gemeenschap kennis van een invasieplan door personen, daar naartoe gebracht uit andere regio’s. Dit invasieplan zou o.a. georganiseerd zijn door personen van het gehucht La Espezanza tegen onze boerderij Las Delicias, waar 9 maanden geleden onze kameraden Nallely Sepúlveda en Edinson David vermoord werden.
Op woensdag 18 december 2024 kreeg de Gemeenschap kennis van een video verspreid door de Raad voor Gemeentelijke Actie van het gehucht La Esperanza, waarin zij, omwille van het klaarblijkelijk falen van het gemeentebestuur van Apartadó om enkele schuilplaatsen te bouwen, een nieuwe agressie tegen de Gemeenschap aankondigen en een nieuwe invasie en vernietiging van onze nederzetting. Zij zeggen dat zij daar helemaal niets van aantrekken. En in feite trokken ze er in maart laatsleden niets van aan om te vernietigen en bloed te vergieten.
Wanneer aanklachten over paramilitair optreden ontvangen worden in veel regio’s van het land, dan stelt om het even welke persoon vast dat niets van dit allemaal een wettelijke dekking kan hebben. Het afschaffen van de macht om volksvergaderingen samen te roepen van mensen waarover ze geen enkel wettig gezag hebben, door hen af te persen onder bedreiging met boetes of bestraffing met verbanning of moord, onthult niet enkel de criminele houding van de structuur die samenroept en van hun hiërarchie en hun leden, maar ook de onmiskenbare medeplichtigheid van hen die de wettelijke opdracht hebben de rechten van de burgers te waarborgen, onmiskenbare medeplichtigheden van gemeenteraden, raadsleden, burgemeesters, gedeputeerden, gouverneurs, ministers, congresleden, openbaar aanklagers, rechters, magistraten, gemeentelijke en regionale ombudsmannen, procureurs, … geen van hen is vervolgd voor medeplichtigheid.
Het dragen, gebruiken en verhandelen van wapens, een centrale praktijk van het paramilitarisme, wordt in wetteksten gecensureerd (verboden), maar in dit opzicht is de hypocrisie van de instellingen spreekwoordelijk. Want het Decreet 3398 liet gedurende 24 jaar toe om illegale wapens te overhandigen aan burgergroepen, zonder ook maar één hoge verantwoordelijke te bestraffen voor de opeenhoping van misdrijven.
Een oppervlakkige lezing van het Colombiaans Strafwet toont op het eerste zicht dat het dagelijks en routineoptreden van het paramilitarisme gevoed wordt door 33 definities van misdadig optreden in dit Wetboek. Het is evenwel uiterst duidelijk dat noch politie, noch leger, noch Openbaar Ministerie zich bezighouden met het onderzoeken en bestraffen van deze acties. Absolute straffeloosheid laat toe dat het paramilitarisme op zijn gemak en zonder enige hinder kan opereren. Dit verklaart de kern van onze tragedie.
Opnieuw bedanken we alle gemeenschappen en personen die ons morele ondersteuning boden en die onze weerstand hebben ondersteund.
11/09/2024 Als men leeft en slaapt met fantasma’s en schaduwen van de dood
Eens te meer richt onze Vredesgemeenschap zich naar het land en de wereld om getuigenis af te leggen van de gebeurtenissen die een permanente aanslag zijn tegen de bevolking van onze omgeving en tegen onze Vredesgemeenschap.
Reeds vele jaren klaagt men de aanwezigheid van de paramilitairen in onze regio aan, wat wijdverbreid publiek bekend is. De verschrikkingen die ze zaaien in de zones waar ze aanwezig zijn, vormen een fenomeen dat duidelijk verband houdt met de militaire strijdkrachten, aan wiens zijde ze begonnen te opereren, door wie ze getraind werden, uitgerust met wapens, uniformen, en waarmee ze jarenlang samen patrouilleerden totdat het protest van de internationale gemeenschap hen verplichtte hun relaties met het leger clandestien te houden. Zo kwamen ze tot akkoorden van discrete wederkerige steun, maar ze zetten de taak verder die hen van in het begin was opgedragen: de gewelddaden op zich te nemen die de wetten verbieden aan de publieke strijdkrachten en zo een klimaat te veroorzaken van angst, stilte en dood en te verhinderen dat de burgerbevolking haar basisrechten en vrijheden kan uitoefenen.
Deze moeilijke situatie blijft mensen dwingen hun huizen te verlaten en dikwijls ook hun gronden te verkopen, uit angst om vermoord te worden bij het niet aanvaarden dat ze onderworpen en gecontroleerd worden. Het laatste jaar moesten verschillende families van onze Vredesgemeenschap en andere om ons heen uit hun eigendommen vluchten om hun leven te redden, waarbij ze hun goederen, dieren en middelen van levensonderhoud achterlieten.
Bovendien heeft straffeloosheid en een gebrek aan rechtvaardigheid het antwoord van de Staat op deze feiten gekenmerkt. De moord op Nallely Sepúlveda en Edinson David, die plaats vond op 19 maart, gebeurde reeds meer dan 5 maanden geleden, zonder dat de gebeurtenissen werden opgehelderd en de daders gestraft. Het onderzoek door het parket kende geen vooruitgang, wat de daders van deze feiten heeft toegelaten vrij te blijven en de burgerbevolking te onderwerpen en te controleren, terwijl de publieke strijdkrachten bij de bewoners van de gehuchten de criminele versie verspreiden die de daders zelf op de dag van de misdaad zelf construeerden: nl. dat het hun eigen familie en hun vredesgemeenschap waren die de moord hadden begaan.
De afwezigheid van gerechtigheid en de heersende absolute straffeloosheid veroorzaakten een gevoel van wanhoop en frustratie bij de bevolking, die zich in de steek gelaten voelt door de Staat en zonder bescherming bij het geweld. Integendeel het is duidelijk dat men vanuit het gerechtelijk apparaat de slachtoffers wil criminaliseren in de plaats van de echte verantwoordelijken voor de feiten, zoals het een gekende traditie was.
De nieuwe feiten waarover we getuigenis willen afleggen zijn de volgende:
Op woensdag 26 juni 2024, overdag, werd onze Gemeenschap geïnformeerd over een reeks feesten die zouden plaatsvinden in de zone, waarbij de paramilitaire aanwezigheid en het vertonen van pornografie het belangrijkste scenario waren.
Op vrijdag 28 juni 2024 benaderde een bewoner van de zone onze Gemeenschap om ons te tonen dat verschillende bewoners van het gehucht La Esperanza, waaronder Erien Tuberquia, Benjamín Higuita, Daney Tuberquia, Aníbal de Jesús Higuita, naar het parket gegaan waren om te getuigen tegen onze Vredesgemeenschap, waarbij ze verklaarden dat de Vredesgemeenschap de intellectuele en materiële dader van de gebeurtenissen die plaats vonden op 19 maart 2024 in La Esperanza. Door middel van leugens en bedrog creëerden ze gans een campagne van haat, vervolging en dood tegen onze Gemeenschap. Ze vermoorden ons en daarna beschuldigen ze ons de verantwoordelijken te zijn. De brutaliteit en de schande kennen geen grenzen.
Op dinsdag 2 juli 2024 werd onze Gemeenschap opnieuw geïnformeerd dat sommige leden van de Raad voor Gemeentelijke Actie van het gehucht La Esperanza verkondigden dat ze media-acties en juridische acties zouden promoten tegen onze Gemeenschap, waarbij ze verklaarden getuigenissen te bezitten van personen die in het district van Nuevo Antioquia wonen om Diego Ceballos, de man van Nallely Sepúlveda en Germán Graciano, de wettelijk vertegenwoordiger van onze Vredesgemeenschap aan te wijzen, als daders van de smerige moord op onze zus Nallely en broer Edinson, op 19 maart 2024 waartoe ze voorwenden te ontkennen dat de vader van Diego gedurende die data gehospitaliseerd was en dat Diego hem vergezelde, aangezien deze feiten de meest voor de hand liggende ontkenning vormden die de smerigheid en perversiteit van hun laster aan het licht bracht. Daarom blijven de leugens en laster van deze groep, geleid door de ambtenaar van FEDECACAO, CESAR JARAMIOLLO, die hebben geprobeerd andere bewoners te verenigen met laster en bedrog tegen ons levensproject, zich verder verspreiden.
Op donderdag 4 en maandag 8 juli 2024 benaderden verschillende bewoners onze Gemeenschap om het discours dat het parket hanteerde tegen onze Gemeenschap aan de kaak te stellen. Volgens de getuigen hebben verschillende ambtenaren van het Parket van Apartadó tegen bewoners die ze dagvaardden verteld dat ze moesten verklaren dat de Vredesgemeenschap kinderen opleidde die ze nadien wegzond naar verschillende fronten van de guerrilla in de regio. Buiten de valsheid en smerigheid van die strategie, twijfelen we er niet aan dat het beantwoordt aan het plan om onze Gemeenschap in diskrediet te brengen, gepromoot door militairen en paramilitairen.
In dezelfde eerste week van juli probeerden de paramilitairen drie minderjarige jongeren te rekruteren in een van de gehuchten van het district van San José de Apartadó.
Op dinsdag 9 juli 2024 was een ambtenaar van de JEP (Speciale Vredesjustitie) en ex-strijders van de FARC aanwezig in het gehucht La Linda en in de regio El Mariano in het district San José de Apartadó. Ze waren daar met het opzet menselijke lichamen op te graven.
Op donderdag 11 juli 2024 ontvingen we een schrijven van Openbaar Aanklager Freddy Hernán Parra T, waarin men ons oproept om verklaringen af te leggen voor gebeurtenissen die plaatsvonden tegen de Gemeenschap in juli 2012 en januari 2014. Dezelfde brief werd op vrijdag 28 juni 2024 ll. eveneens ontvangen.
Het parket en zijn ambtenaren vergeten dat onze Gemeenschap vanaf het jaar 2004 een breuk heeft gemaakt met het gerechtelijk apparaat van Colombia, een beslissing die werd gemotiveerd door de misdaden tegen de menselijkheid en systematische schendingen van het IHR (Internationaal Humanitair Recht) om nog maar te zwijgen van de kronkelige scenario’s die de Gemeenschap tot dan toe heeft geleden en nu nog blijft lijden. Een breuk die zich in 2005 uitbreidde naar heel het institutioneel apparaat van de Colombiaanse Staat na het verschrikkelijk bloedbad van 21 februari 2005, algemeen bekend in het land, waarbij 8 personen werden vermoord, onder hen een minderjarige van 18 maanden, door militairen en paramilitairen, een bloedbad dat 19 jaar nadien nog STRAFFELOOS blijft. Daarin heeft het parket een essentiële rol gespeeld, bij het verdoezelen van zulke wreedheid tegen de Gemeenschap.
Van donderdag 18 juli tot zondag 21 juli 2024 organiseerde onze Vredesgemeenschap een pelgrimstocht naar de gehuchten La Esperanza en Mulatos van San José de Apartadó, vergezeld door nationale gemeenschappen en internationale organisaties, dit ter gelegenheid dat het reeds volop vier maanden na de smerige moord op onze kameraden Nallely Sepúlveda en Edinson David was. Hun nagedachtenis spoort ons aan hen niet te vergeten en gerechtigheid te eisen voor de gebeurtenissen die hun leven hebben verwoest. In deze tocht kon men op verschillende plaatsen onderweg de aanwezigheid vaststellen van paramilitairen in burger. Tegelijk werd er een doods klimaat vastgesteld, dat dezelfde slogan, uitgewerkt door Cesár Jaramillo en de paramilitairen, herhaalde die zegt: “Geen vredesgemeenschap meer”. Vier maanden zijn verstreken sinds die gebeurtenis en het onderzoek werkt niet. Integendeel het gaat de weg op van het beschuldigen van de slachtoffers, zoals het de hardnekkige gewoonte was van de parketten van de regio, terwijl de verantwoordelijken vrij blijven en de zone controleren.
Op zaterdag 20 juli 2024 werd via sociale netwerken de beschuldiging verspreid dat de Vredesgemeenschap clandestien menselijke resten had geplunderd en opgegraven in het gehucht La Linda om ze nadien te verzamelen. Ten aanzien hiervan blijft ons niets anders meer dan opnieuw ons principe van respect voor de menselijke waardigheid te bevestigen. Juist daarom zouden we nooit de resten van niemand verplaatsen zonder instemming en aanwezigheid van de eigen familieleden, laat staan dat we het clandestien doen. Op dezelfde manier bevestigen we opnieuw ons moedig standpunt, dat onze Gemeenschap innam om de Wet van Gerechtigheid en Vrede en van Herstel van de Slachtoffers NIET TE AANVAARDEN. Onze doden zijn geen koopwaar waarover onderhandeld wordt, nooit zullen ze het schroot zijn van de markt van de dood.
Op maandag 22 juli 2024 om 19:00 uur drong een niet geïdentificeerd individu het Vredesgehucht Luis Eduardo Guerra binnen. Bij de poging om hem te identificeren verborg hij heimelijk de FM radio die hij bijhad en nadien vluchtte hij weg uit de plaats.
Op vrijdag 26 juni 2024 kregen we via de lokale media kennis van het feit dat het leger verschillende paramilitairen zou gevangen genomen hebben op een plaats dichtbij de gehuchten Arenas Bajas en El Porvenir van het district van San José de Apartadó en ze nadien getransporteerd te hebben in een helikopter. Volgens informatie van boeren waren deze personen belast met het organiseren van gedwongen bijeenkomsten met de boeren in verschillende gehuchten.
Op zondag 28 juli 2024 overdag kregen we een telefoontje, waarin een bewoner ons waarschuwde, dat we goed voor ons moesten zorgen, aangezien er nieuwe bedreigingen tegen de Vredesgemeenschap worden aangekondigd als represaille voor de recente gevangenneming van paramilitairen door het leger in de gehuchten Arenas Altas en El Porvenir.
Op donderdag 1 augustus 2024 gaven de publieke strijdkrachten via de regionale nieuwsmedia een operationeel rapport, waarin ze informeerden over de gevangenneming en ontbinding van een communicatienetwerk samengesteld uit paramilitairen (Clan del Golfo), die opereerden in gehuchten van het district San José de Apartadó. Hoewel de publieke strijdkrachten zich prezen voor deze resultaten, is dat niets anders dan het geven van enig type van resultaat ten aanzien van de publieke opinie om hen gerust te stellen, die leven van illegale handel, maar het bondgenootschap is telkens groter.
Op zondag 4 augustus 2024 terwijl een delegatie van onze Gemeenschap passeerde langs de plaats die gelend is als Chontalita, een site in het district San José de Apartadó, werden ze opgeschrikt door twee paramilitairen die wapens en communicatieradio’s droegen en bezig bleven met het scannen van frequenties.
Op zaterdag 10 augustus 2024 overdag werd onze Gemeenschap geïnformeerd over een erg verdachte daad, waarbij verschillende individuen zich verplaatsten in een camionet zonder plaat langs de weg die van Apartadó naar het dorpscentrum van San José loopt en vroegen naar de plaatsen waar de kinderen spelen.
In de derde week van augustus 2024 vond een bijeenkomst plaats, bijeengeroepen door paramilitairen in een plaats in het gehucht La Unión. Daar waren verschillende paramilitairen aanwezig, die lange wapens droegen en een militair uniform, en een vrouw de bijeenkomst met de bewoners van de sector coördineerde.
Op donderdag 29 augustus 2024 werd een sterke aanwezigheid van een groep paramilitairen opgemerkt die lange wapens droegen en een militair uniform. Ze trokken rond in sommige zones van het gehucht Mulatos Medios.
Op maandag 2 september 2024 benaderden verschillende bewoners van de regio onze Gemeenschap, om ons te informeren dat de versie van sommige paramilitairen in de regio beweert dat de moord op Nallely en Edinson op 19 maart ll. in het gehucht La Esperanza onderhandeld en overeengekomen is tussen leiders van de Vredesgemeenschapen paramilitaire commandanten, tijdens een bijeenkomst die gehouden werd in Piedras Blancas van de gemeente Carepa.
In deze meer dan 27 jaar Gemeenschap, hebben we de daders van misdaden tegen de Gemeenschap nog nooit hun daderschap horen erkennen. We hebben meer dan 412 metgezellen begraven en noch de publieke strijdkrachten,
noch de paramilitairen, noch de guerrilla hebben hun verantwoordelijkheid erkend.
Op woensdag 4 september 2024 kregen we kennis van de doodsbedreiging tegen een burger van de regio. Klaarblijkelijk hebben de paramilitairen de zaak hebben opgetild naar hun commandanten, die de buitengerechtelijke executie tegen de burger vaststellen.
Op donderdag 5 september 2024 werd onze Gemeenschap geïnformeerd over de bedreigingen tegen Roviro López, lid van de Interne Raad van onze Gemeenschap. De paramilitaire aankondiging luidde: “Dat aapje dat leeft aan de andere kant, dat ons geen papaja gaat geven, omdat we dit hoerenjong /spion vermoorden.”
Op maandag 9 september 2024 kregen we ruim en voldoende kennis van het plan tot invasie van het stuk grond La Roncona, private eigendom van onze Vredesgemeenschap. Het plan wordt geleid door Hugo Alberto Molina Torres, inwoner van het district San José de Apartadó, die affiniteit had met de leiding van de Coöperatie Cacao Vive, in het bijzonder met Fredy VIDAL.
De onderwerping, de controle en de angst houden niet op met onze regio te laten leegbloeden, waarin onze Vredesgemeenschap en de bevolking van onze omgeving blijven strijden voor gerechtigheid en voor het gedenken van onze metgezellen, die vermoord werden zonder gehoord te worden. Ondanks de ontelbare aanklachten blijven de straffeloosheid en de controle van ondernemers en paramilitairen heersen in de zone. De economische belangen verbonden met het paramilitarisme vormen een voortdurende herinnering van het gevaar waarmee wij, verdedigers van de mensenrechten, geconfronteerd worden. Het gebrek gerechtigheid en onderzoek zorgt ervoor dat men de slachtoffers blijft beschuldigen, zoals het de gewoonte was, wat een belediging voor de gerechtigheid betekent. Onze Vredesgemeenschap blijft in het vizier, aangezien bedreiging en dood blijft uitgevoerd worden in de schaduw van de Staat, die onrecht en het paramilitaire optreden legitimeert. Hoewel de centrale regering een ander gezichtspunt heeft, is haar onmacht tegenover een totaal verrot rechtsapparaat, dat een radicale verandering zou vereisen, betreurenswaardig.
We danken alle personen en gemeenschappen in Colombia en in de wereld uit het diepst van ons hart voor hun manifestaties en hun engagement van solidariteit ten aanzien van de moeilijke situatie die we beleven. Ze geven ons het moreel om ons levensproject verder te zetten. Aan hen allemaal onze immense dankbaarheid.
16/06/2024 Leven onder het ‘zwaard van Damocles’ van de uitroeiing
Tot nu toe dit jaar 2024 heeft onze Vredesgemeenschap van San José de Apartadó een progressieve toename ondergaan van vervolging, door middel van campagnes die burgerorganisaties, zoals de Raden van Gemeentelijke actie, coöpteerden. Het is de moeite waard hier te herinneren wat we in de aanklacht/getuigenis van 6 mei 2021 aan de kaak stelden: enerzijds het communiqué opgesteld door Mr. Cesar JARAMILLO, de belangrijkste aanstichter van heel deze vervolging, met als titel “Aan het geheel van de Instituties”, waarin gevraagd werd dat men enkel zou luisteren naar de mening van de Raden voor Gemeentelijke Actie en niet naar die van onze Vredesgemeenschap, een document dat overeenstemt met de actie van voogdij in oktober 2018 ingediend door de 17de Brigade van het Leger, om onze Gemeenschap te verhinderen dat onze Gemeenschap via historische vaststellingen/getuigenissen communiceert met de burgermaatschappij, en anderzijds een oproeping die gedaan werd in het gehucht La Esperanza door dezelfde César JARAMILLO, waarbij hij de voorzitters van de Gemeentelijke raden een ‘CONTRACT’ deed ondertekenen waarbij ze beloofden onze Vredesgemeenschap te vernietigen. Het betreft een tekst opgesteld in het Gemeentehuis van Apartadó op 26 april 2021, waarbij de daad van ondertekening door veel voorzitters van Gemeentelijke Raden gefilmd werd. De beelden hiervan werden gepubliceerd op Facebook, waardoor veel voorzitters van deze raden verontwaardigd waren bij het zien dat hun gezichten gepubliceerd werden in dergelijke campagne. Hoewel het leek dat dergelijke campagne, gevoerd onder het motto “GEEN VREDESGEMEENSCHAP MEER”, stopgezet was, blijkt uit de gebeurtenissen die dit jaar werden vastgesteld, dat ze met extreme vormen van geweld opnieuw geactiveerd werd. De audiobestanden die tussen februari en mei van dit jaar circuleerdenA die vergezeld gingen van destructieve acties tegen onze boerderij Las Delicias in het gehucht La Esperanza, die uitliepen op de moord op Nallely en Edinson op 19 maart laatstleden, maken duidelijk dat deze campagne actief blijft en samenhangt met de totale paramilitaire overheersing van de zone onder de leiding van de criminele organisatie Clan del Golfo.
In de laatste weken werden nieuwe episodes vastgesteld van deze vervolging, waarvan we voor het land en de wereld getuigenis willen afleggen:
Op vrijdag 17 mei 2024 werd een sterke aanwezigheid van bekende paramilitairen vastgesteld in het punt dat bekend is als Chontalito. Onder hen was Adolfo GUZMÁN, een volledig eensgezind erkende paramilitair van het gehucht La Unión.
Op zaterdag 18 mei 2024 kreeg de Gemeenschap kennis van een document ondertekend door sommige personen uit het district San José de Apartadó, en dat in de maand mei werd ingediend bij verschillende nationale en internationale autoriteiten, waarin ze niet alleen hun afwijzing toonden voor de moorden op Nallely SEPÚLVEDA en Edinson DAVID, maar bovendien ook voor de stigmatisering tegen de burgerbevolking van onze omgeving en tegen onze Vredesgemeenschap. Maar bij het nakijken van de lijst van ondertekenaars, kan men snel vaststellen dat sommige van de ondertekenaars juist degenen waren die niet enkel aanzetten tot de misdaden maar bovendien ook gruwelijke daden zoals de vernietiging van omheiningen en poorten en het verbranden ervan en de verspreiding van de slogan “geen Vredesgemeenschap meer” aanmoedigden, en die het plan om te komen tot het vernietigen van menselijke levens promootten, zoals duidelijk blijkt uit verschillende audio-en videobestanden die op de sociale media circuleerden.
Op maandag 20 mei 2024 werden Mr. Bernardo CEBALLOS en Mevr. Nohemi DAVID, ouders van onze kameraad Diego, echtgenoot van onze vriendin Nallely SEPÚLVEDA, die op 19 maart vermoord werd, telefonisch gedagvaard. Vanaf het moment van de misdaad zelf hadden de daders één van de meest perverse en smerige lasterpraatjes gesmeed, in een poging hem het daderschap van de misdaad toe te schrijven, terwijl hij zorgde voor zijn vader die opgenomen was in een hospitaal in Apartadó. De Openbare aanklager met de naam AMELIA, die de absoluut illegale telefonische dagvaarding van de ouders van Diego opstelde, heeft blijk gegeven van onvergeeflijke onwetendheid van de wettelijke procedures en bevestigt de lange en de stevig gevestigde traditie die de rechterlijke macht in Urabá heeft gekenmerkt: om onderzoek te doen naar de slachtoffers en nooit naar de daders. In feite is er geen interesse om onderzoek te doen bekend van het Openbaar Ministerie naar de kernen van de Gemeentelijke Actie van het gehucht La Esperanza, die niet clandestien handelden in hun gewelddadige aanvallen tegen onze boerderij Las Delicias, noch discreet waren in hun publiek aanzetten tot de uitroeiing van de leden van onze Gemeenschap via hun audiobestanden en videobeelden, verspreid op sociale media. Ze bevestigden hierbij dat als bloedvergieten nodig was ze bloed zouden vergieten en als het nodig was dat bulldozers lijken meesleuren ze lijken zouden meesleuren. Alles bewijst dat de traditie van straffeloosheid van het gerecht van Urabá intact blijft, tot schande van het land en van de wereld.
Op dinsdag 21 mei 2024 werd duidelijk dat de paramilitairen een groot deel van de maagdelijke berg hadden ontbost op het punt dat gekend is als Chontalito (Abibegebergte). Daar hebben we reeds enkele maanden geleden aangeklaagd dat er een paramilitaire kampeerplaats en huis was.
Op dinsdag 28 mei 2024 kon een humanitaire missie van onze Gemeenschap, bij het betreden van het stuk grond Las Delicias in het gehucht La Esperanza, bewijzen dat het geweld nu gericht wordt tegen de dieren die het levensonderhoud betekenden voor de families van de Gemeenschap. In de loop van de tijd werden met machete gewonde runderen gevonden en één van hen geslachtofferd.
Op zondag 2 juni 2024 om 23:00 uur vertrokken vanuit het punt, dat bekend is als startpunt van de gehuchten Arenas en La Unión, verschillende gecamoufleerde mannen met lange wapens en met insignes van het ELN. Daar zegden ze tegen bewoners dat ze daar ’s nachts niemand wilden zien passeren, omdat ze daar niet zouden voor instaan. Wij twijfelen er helemaal niet aan dat in een territorium dat volledig gecontroleerd wordt door de paramilitairen zij het zijn die zich camoufleren als andere gewapende actoren om zo nog meer terreur in de zone te uit te oefenen.
Op woensdag 5 juni 2024 werd een delegatie van de Nationale Regering, van verschillende ministeries en administratieve eenheden, met begeleiding van verschillende ambassades en vertegenwoordigers van de UNO ontvangen in onze Vredesgemeenschap. Deze bijeenkomst gaf continuïteit aan de vergadering belegd op 27 maart op de boerderij Las Delicias in het gehucht La Esperanza, waarbij een diagnose werd uitgewerkt en waarbij beloofd werd zekere beschermingsmaatregelen aan te nemen. Volgens wat gerapporteerd werd is het duidelijk dat er geen vergunningen van geen enkele orde bestaan voor de aanleg van wegen in de zone, wat maakt dat de in gang gezette projecten illegaal zijn. De afwezigheid van het Ministerie van Leefmilieu was betreurenswaardig, want terwijl deze vergadering aan de gang was, haalden verschillende kiepkarren (dumptrucks) op illegale wijze bouwmaterialen uit de rivier in het traject dat doorheen onze boerderij La Roncona passeert, met de toestemming van de leiders van de Raad voor Gemeentelijke Actie van het gehucht La Victoria, die geld zouden incasseren voor de winning van illegaal materiaal.
Op donderdag 6 juni 2024 benaderde een paramilitair in donkere kleding een familielid van Germán GRACIANO, Wettelijk Vertegenwoordiger van onze Vredesgemeenschap, om hem mee te delen dat hij (Germán) reeds vermoord was, wat niet waar was, maar hij bevestigde dat er onder paramilitairen een bevel circuleert om Germán te vermoorden, zoals er ook reeds maanden bevelen circuleren om andere leden van de Gemeenschap en van de Interne Raad van onze Vredesgemeenschap te vermoorden.
Dezelfde donderdag 6 juni en vrijdag 7 juni 2024 drongen opnieuw voertuigen voor het ontginnen van bouwmateriaal ons stuk grond La Roncona binnen zonder enige toestemming van onze Vredesgemeenschap, wat een flagrante schending betekent van ons recht op territorium en van de bewaking van een gezond leefmilieu.
Op woensdag 12 juni 2024 drong een niet geïdentificeerd individu zonder enige toelating onze privéeigendom San Josecito binnen. Volgens hem omdat hij een ontmoeting had met een zogenaamde advocaat.
We bedanken opnieuw talrijke gemeenschappen in Colombia en in de wereld om hun solidariteit te tonen bij de verergering van de vervolging tegen de Vredesgemeenschap. We benadrukken in het bijzonder de oordeelkundige en uitgebreide documenten die jullie stuurden naar de organismen van het Inter-Amerikaans Systeem voor Mensenrechten en naar de verschillende machten van de Colombiaanse Staat om gerechtigheid en bescherming te eisen op een zeer weloverwogen en precieze manier, met respect voor de internationale verdragen en de Nationale Grondwet zelf.
18/05/2024 De gretigheid en hopeloosheid om ons uit te roeien
In een wereld van gemeenheid en van onderdrukking verdienen wij het misschien niet om te leven, omdat er geen plaats is voor de zwakken die met kracht een meer rechtvaardige en meer humane wereld weven en opbouwen, vanuit geweldloze keuzes. En het is daar dat de gretigheid en de wanhoop zich concentreert om de enige optie, die niet knielt voor chantage, noch voor de meest perverse campagnes van onwaarheid en leugens, die hebben geleid tot de ergste wreedheden die we meemaakten en leden in deze lange 27 jaren dat de Gemeenschap bestaat. Onze morele en ethische overtuigingen als universele principes voor het leven, zullen ons nooit doen wijken en nog veel minder doen opgeven. Daarom en ten aanzien van de morele verantwoordelijkheid die ons bijstaat, doen we opnieuw een beroep op de mensheid en de geschiedenis, opdat ze ooit deze nieuwe feiten zouden beoordelen:
Op donderdag 3 mei 2024 ’s nachts drongen verschillende individuen onze gemeenschapsnederzetting van San Josecito binnen en ze stalen er een landbouwmachine die werd gebruikt bij de voedselbewerking. De vorige dagen hadden ze reeds andere landbouwmachines gestolen.
Op dinsdag 7 mei 2024 stelde onze Gemeenschap vast dat er op onze privé-eigendom Las Delicias, in het gehucht La Esperanza, een dood rund lag met verwondingen van een machete. Er werd nog een tweede rund gevonden dat nog leefde maar met verwondingen aan de heup.
Op woensdag 8 mei 2024 kreeg een lid van onze Vredesgemeenschap een telefoontje van iemand die hem waarschuwde en die de doodsbedreiging tegen onze wettelijk vertegenwoordiger Germán Graciano herhaalde.
Op vrijdag 10 mei 2024 werd een lid van onze Vredesgemeenschap en echtgenote van een lid van onze Interne raad geïnterpelleerd en ondervraagd over zijn herkomst, zijn verblijfplaats en zijn persoonlijke identificatie, bij verschillende gelegenheden, door agenten van de politie aan een voorlopig geïnstalleerde controlepost op de weg die van Apartadó naar San José leidt. Vele malen hebben we dit misdrijf van illegale registratie door officiële agenten, dat altijd al verbonden was met de inleiding op en de voorbereidselen van andere criminele aanvallen, zoals zelfs bloedbaden en verdwijningen.
Op maandag 13 mei 2024 vertelden bekende paramilitairen aan enkele burgerbewoners van de regio, dat ze bij verschillende gelegenheden leden van de Vredesgemeenschap bespioneerd hadden en dat ze ’s nachts sommige gemeenschapsruimten van onze nederzetting van San Josecito hadden benaderd.
Op donderdag 16 mei 2024 rond 07:50 waren militaire troepen van de 17de Brigade van het leger op de openbare weg die van San José naar Apartadó voert en een van de mannen in uniform probeerde het centrum waar de cacao wordt opgeslagen binnen te dringen, terwijl hij geëscorteerd werd door andere mannen in uniform. Gevraagd naar de reden van hun aanwezigheid op de plaats, beweerden ze dat ze bevel hadden de werken van het onderhoud aan de weg te inspecteren en te zorgen voor de gele machinerie.
Dezelfde donderdag 16 mei 2024 nam een vrouw die zich identificeerde als Amalia ‘AMBTENAAR VAN HET OPENBAAR MINISTERIE’ via gsm met nummer 3127546180 contact op met een familielid van DIEGO CEBALLOS, lid van onze Gemeenschap en echtgenoot van de vermoorde Nalelly Sepúlveda, en zij vertelde het lid dat het parket er dringend nood aan had dat Diego zich presenteerde om aan verhoor te worden onderworpen, want er waren directe getuigen die hem door het district van Nuevo Antioquia hadden zien trekken op 19 maart laatstleden, de dag van de moord op zijn echtgenote NALLELY en van zijn broer EDINSON, wat toeliet om Diego het daderschap toe te kennen van de moord op zijn vrouw en zijn broer. Om het even wie begrijpt dat dit geen legale procedures van het Openbaar Ministerie zijn, ofschoon de bevolking meer dan gewend is dat het parket verschillende decennia lang illegale, smerige en misdadige procedures van chantage gebruikte1. Maar bovendien heeft de bevolking van de regio en de internationale gemeenschap die de passen van onze Vredesgemeenschap opvolgt kennis, gesteund op getuigenis, dat Diego zich op die noodlottige dag (19 maart 2024) in een kliniek in Apartadó bevond om zijn vader die erg ziek was te vergezellen en dat de moordenaars zijn afwezigheid gebruikten om gemakkelijker de moord te plegen op zijn vrouw en zijn broer. Het is echter geen geheim dat de daders wanhopig de versie van de misdaad proberen te doen afwijken en te verdraaien, zodat de verantwoordelijkheid hiervoor niet op hen zou vallen, en dat ze vanaf het eerste moment het verslag van de misdaad verweefden, volgens hetwelk Nallely en Edinson vermoord waren door Diego, die hen had betrapt op onregelmatige relaties. Een gedemobiliseerd lid van de FARC bood zich aan om deze verschrikkelijke laster op sociale media te verspreiden en wie de aanstoker en het brein was geweest van het grootste geweld tegen onze Gemeenschap was de heer CÉSAR JARAMILLO2. Hij heeft de laster aangedikt met nieuwe leugens, door te affirmeren dat het Openbaar Ministerie bewijsmateriaal had verzameld van sperma op de lijken. Het pad dat hij en zijn handlangers gekozen hebben om het strafonderzoek weg te houden van zijn mensen en kringen zou niet meer absurd kunnen zijn, aangezien de meest directe en ruwste realiteit hun obscene versies krachtig tegenspreekt. Maar waartoe het wél dient is om duidelijk de smerigheid en de vuile perversiteit van hun gewetens aan te tonen.
De gretigheid om ons levensproject uit te roeien kent geen grenzen. Ze bedreigen ons. Ze vernietigen onze teelten en oogsten, onze afsluitingen en poorten. Ze kondigen ons aan dat er ons nog drie wegen overblijven: knielen, naar de gevangenis gaan of vermoord worden. Onze keuzes zullen altijd ten gunste van het leven zijn en nooit zullen we weigeren het te beschermen.
NALLELY en EDINSON zullen altijd in ons leven zijn bij elke zonsopgang en elke zonsondergang. DIEGO we zullen altijd getuigen over jouw onschuld en we maken jouw lijden tot het onze omdat beiden deel uitmaken van ons zelfde op weg gaan.
1 Zie het boek “Fusil o Toga: Toga y Fusil” “Geweer of Toga: Toga en Geweer”, gepubliceerd in 2010, waarin citaten uit talloze gerechtelijke dossiers de smerige methoden van valse getuigen, valse bewijzen, omkoping en marteling aantonen, dat ze hiermee “justitie” hebben opgebouwd die nooit aanspraak zou kunnen maken op die naam.
2 Nationaal ambtenaar van FEDECACAO, medewerker bij verschillende gemeentebesturen van Apartadó en bij de 17de Brigade van het leger, alsook bij grote ondernemers van de zone, ontwikkelde intense campagnes met de slogan “Geen Vredesgemeenschap meer”. Hij verplichtte verschillende voorzitters van de Raden voor Gemeentelijke Actie om contracten te tekenen, terwijl de TV het registreerde, om te helpen bij het uitroeien van onze Vredesgemeenschap. Zijn gretigheid om een nieuw district van Apartadó te bouwen, door verschillende gehuchten af te nemen van het huidige district van San José de Apartadó, bracht hem ertoe vele vormen van geweld aan te moedigen tegen onze boerderij Las Delicias in het gehucht La Esperanza, waarbij afsluitingen en poorten vernield werden in de dagen voor en na het bloedbad van 19 maart 2024. Zijn narratief over deze misdaad wordt geopenbaard als een extreme hopeloosheid om het onderzoek naar hun optreden van de goede weg af te brengen, waarbij hij het meest absurde en vuile pad bedacht, dat geen enkele ondersteuning heeft in de werkelijkheid. Dit door het daderschap van het misdrijf toe te kennen aan onze Vredesgemeenschap en aan de familie van de slachtoffers zelf. De zo absurde weg die ze gekozen hebben draagt er enkel toe bij om elke keer meer hun schuld en de diepte van hun perversiteit duidelijk te maken.
25/04/2024 Dringend: Ze legitimeren onze uitroeiing
Er zijn veel stemmen die zich vanuit verschillende uithoeken van het land en de wereld hebben verenigd om de gewelddaden, tegen ons project van leven, die de laatste tijd zijn toegenomen en waar we zwaar hebben onder geleden, te veroordelen. Getuige hiervan zijn de talrijke organisaties, personen, entiteiten en de ontelbare sympathisanten van het leven, die met alle overtuiging en toewijding de daden van dood en uitroeiing tegen ons proces hebben afgewezen.
Vanwege de omstandigheden, de huidige context en het koesteren van enige hoop en, ondanks de breuk die onze Gemeenschap heeft in stand gehouden tegen het gerechtelijk apparaat en haar instellingen, waaruit de Colombiaanse Staat bestaat, zowel lokaal als nationaal, pleegde onze Gemeenschap overleg met deze instellingen en entiteiten, waarbij onze realiteit onder de aandacht werd gebracht, zonder dat het tot nu toe niet het minste resultaat oplevert. Wel integendeel, ze verergeren en legitimeren onze uitroeiing.
Opnieuw verheffen we onze jammerklacht, ten aanzien van de mensheid en de geschiedenis, over de recente feiten tegen de burgerbevolking van onze omgeving en tegen onze Gemeenschap:
Op dinsdag 23 maart 2024 bemerkte een commissie van onze Vredesgemeenschap en internationale begeleiding, die zich naar het stuk grond Las Delicias begaf, dat één van de poorten vernield was en van de plaats gestolen, alsook werktuigen voor landbouwwerk, voedsel voor menselijke consumptie en serviesgoed.
Op woensdag 24 april 2024 rond 15:10 intimideerden twee paramilitairen, gekleed met zwarte sweatshirts en donkere T-shirts, twee minderjarige meisjes van de Vredesgemeenschap, van 10 en 14 jaar, en ze probeerden binnen te dringen in de nederzetting van San Josecito in het district van San José de Apartadó. De Gemeenschap bemerkte de feiten en bij de collectieve reactie van onze Gemeenschap, ondernamen de indringers de vlucht.
Dezelfde woensdag 24 april 2024 werden verschillende bewoners, die passeerden door de plaats die gekend is als Chontalito, verrast door 8 paramilitairen in burgerkleding, waarvan één van hen een lang wapen droeg. Het is gebruikelijk ze daar te zien met radio en kort wapen, maar ditmaal uitgerust met zware bewapening. Hun optreden en macht is duidelijk zichtbaar.
Op donderdag 25 april 2024 legden we getuigenis af, van wat in de zone ruim bekend is, van een vergadering door paramilitairen bijeengeroepen voor de leiders van de Raden voor Gemeentelijke Actie van het district van San José de Apartadó. De hiergenoemde vergadering, die plaats vond op dinsdag 16 april ergens op een plaats tussen de gehuchten El Salado en Los Manderinos, werd geleid door een individu dat zich identificeerde als alias “MATEO”, die vergezeld was door verschillende paramilitaire leden. De bijeenkomst had als belangrijkste fundament de aankondiging van de uitroeiing van onze Vredesgemeenschap, waarbij ze aankondigden eerst Germán Graciano, Wettelijk Vertegenwoordiger van de Vredesgemeenschap, en zijn naaste familiekring, die in het gehucht El Porvenir van het district van San José de Apartadó woont, te elimineren. Alias “Mateo” zei: “We weten dat die gemeenschap de gewoonte heeft haar eigen leden te vermoorden, ons de schuld ervan te geven en vervolgens schadevergoeding voor de slachtoffers te innen” of om bij voorbeeld de Raden te motiveren “om zich te verenigen om tegen de Vredesgemeenschap in te gaan.” We zijn niet verrast dat de paramilitairen deze bijeenkomst hielden met de burgerbevolking van de regio, die ze onderwerpen aan hun plannen. Wat ons wel verraste was de aanwezigheid op deze vergadering van de Voorzitter van de Raad voor Gemeentelijke Actie van het gehucht La Esperanza, ANIBAL HIGUITA, die bovendien belast was met het verzamelen van de handtekeningen van de aanwezigen, met een lijst in de hand.
Dezelfde donderdag 25 april 2024 rond 8:00 uur stelde de commissie van onze Gemeenschap, die zich op het stuk grond Las Delicias bevindt in het gehucht La Esperanza, duidelijk vast dat het erf of de afgemaakte weide, waarin zich melkdieren bevonden voor het levensonderhoud van de families daar, ’s nachts geopend waren. Deze dieren werden meegepakt wat het gezinsonderhoud onmogelijk maakt.
De laatste dagen werden we op de hoogte gebracht dat sommige bewoners naar het kantoor van de Procureur Generaal van de Natie gingen, om te getuigen tegen onze Gemeenschap, door te beweren dat de Vredesgemeenschap verantwoordelijk is voor de misdaad tegen twee van onze leden op 19 maart laatstleden.
Ze zullen onze stem het zwijgen kunnen opleggen, maar in leven nooit onze verlangens en overtuigingen om onze solidaire principes te beleven en die van respect voor het leven.
21/04/2024 Opgelegde ideologische kleurenblindheid: extreem hulpmiddel van het paramilitarisme
Gedurende de 27 jaar dat onze Vredesgemeenschap bestaat, hebben we de paramilitaire structuren, die als gewapende burgergroepen optreden en die van de volledige steun , medeplichtigheid en tolerantie van de Staat en van de politieke élites, die hen ondersteunen, genieten als onze belangrijkste dader geïdentificeerd tezamen met de instellingen van de Colombiaanse Staat. Dit wordt zonder enige twijfel duidelijk, wanneer men de absolute straffeloosheid vaststelt van zijn misdaden.
Dergelijk paramilitarisme heeft verschillende namen aangenomen, maar bij het vorderen van de 21ste eeuw werd o.m. het letterwoord AGC aangenomen “Autodefensas Gaitanistas de Colombia” = “Gaitanistische Zelfverdedigingsgroepen van Colombia”, letterwoord dat inwisselbaar is met “Clan del Golfo”, “Los Úsuga” of “Los Urabeños”. In een communiqué van 30 maart 2024 kondigen ze een naamsverandering aan naar “Gaitanistisch Leger van Colombia”. De tekst van dit communiqué kan niet meer verzadigd zijn van onwaarheden, in een poging om aan het land en de wereld een dodelijk gif te verkopen dat het etiket draagt van gezond makende remedie.
Het communiqué begint met zijn grootte af te wegen, door te putten uit de statistieken van haar “demobilisatie” verspreid tussen 2003 en 2006, verwijzend naar aantallen van meer dan 30.000. Half geïnformeerde mensen in Colombia weten dat het allemaal aantoonbaar onwaar was. Dat juist door deze verzamelingen van bedriegerijen de voormalige vredescommissaris van ex-president Uribe, Luis Carlos Restrepo, vandaag de dag nog steeds voortvluchtig is voor het gerecht. Dat veel jongeren en kinderen uit in miserie geruïneerde wijken gerekruteerd werden om “zich te ontwapenen” zonder ooit paramilitair te zijn geweest, maar gedwongen werden een groot percentage van hun premie die ze ontvingen voor hun valse demobilisatie moesten doorgeven aan een paar leiders van de zogenaamde “autodefensas” = “zelfverdedigingstroepen”, midden in grote uitbundige feesten. De Wet 782, ontworpen door ex-president Uribe, diende om te voorkomen dat de paramilitairen voor het gerecht zouden verschijnen, want de Nationale Directie van het Openbaar Ministerie had hun ’alias’ niet geregistreerd, de enige identiteit waarmee ze zich in hun illegaal lidmaatschap lieten kennen. En zo konden ze rechtstreeks overstappen van hun criminele praktijken naar de pseudo legale structuren die Uribe voor hen had gereed gemaakt om in een nieuwe, volgens hem ‘legale’ fase van het paramilitarisme binnen te treden: netwerken van informanten en coöperanten, bedrijven die beschermd worden om gronden te ontvreemden, zoals palmbedrijven, cocaplantages en vele andere waar ze opnieuw op valse manier gelegaliseerde wapens gebruikten.
Zich baserend op het voortduren van sociale conflicten, onvervulde beloften en officiële leugens tracht het zijn gewapend voortbestaan en zijn oorlogslegitimiteit te rechtvaardigen door op de smerigste manier gebruik te maken van de nagedachtenis van de sociale leider met diepe volkswortels Jorge Eliécer Gaitán. En het ergste is dat ze zeggen de oproep op zich te nemen van Gaitán “voor het morele herstel van de republiek”. Dat een slogan van zo’n morele hoogte door zo’n criminele groep in handen wordt genomen, vormt een belediging die geen naam heeft omdat ze alle schandelijkheden overstijgt. Bij het definiëren van hun meest recente fase durven ze zich presenteren als “een leger dat vecht voor de sociale eisen en de waardigheid van ons volk”. Ze willen verschijnen als strijders ten gunste van de onderdrukte klassen zogenaamd opkomend “tegen de vervolging en de uitroeiing waaraan allen onderworpen waren die geloofden in de vredesbeloften vanaf de moord op Gaitàn tot op vandaag”. Maar wij die hun aanwezigheid op de velden hebben doorstaan, kunnen niet anders dan hen te identificeren met hen die vervolging en uitroeiing plegen tegen de armen en de non-conformisten.
Het communiqué probeert uiteindelijk hun identiteit van paramilitairen en neoparamilitairen uit te vegen. Hun discours mist argumenten om de zon af te dekken met één hand. Hun geschiedenis wordt duidelijk weerspiegeld in alle kenmerken van het paramilitarisme en het dient tot niets dat ze enkele vastberaden arrestaties en uitleveringen door de laatste regeringen citeren om te bewijzen dat ze niet altijd geopereerd hebben in eenheid van actie met de repressieve Staatsorganen en met het establishment.
Voor wat de regio van Urabá betreft, waar zij zonder enige tegenstand regeren, is het onmogelijk te aanvaarden, dat een gewapende structuur, wiens economische basis gebaseerd is op de meest ontzagwekkende arsenalen van de drugshandel, wat hen toelaat ambtenaren, publieke strijdkrachten, gedemobiliseerden, leiders van gemeentelijke actie en gewone informanten, “punten” genoemd, die de hele geografie van de gehuchten irrigeren, om te kopen met monstrueuze fooien, beoogt zichzelf te identificeren als een kracht die strijdt voor de verdrukte klassen. Hun economische, politieke en militaire macht laat hen toe onder terreur millimetrische territoriale controle van onderwerping aan hun belangen te hebben, tot het punt van bloedvergieten van wie hun bevelen niet uitvoeren, zoals we pas op dramatische wijze meemaakten in onze Vredesgemeenschap. Sinds de publieke strijdkrachten drastisch afgekeurd werden door de internationale gemeenschap, begeleidden zij hen niet langer op klaarlichte dag in hun criminele patrouilles, maar hun ondergrondse coördinatie met hen veranderde niet, aangezien de tolerantie voor hun misdaden zich projecteert in absolute straffeloosheid van hun geweld. Daarom, zij het als AGC of als EGC, behouden zij de controle, waarbij ze de meest waanzinnige slavernij opleggen aan de boerenbevolking, ten dienste van een economisch model van veeteelt, extractivisme, dat anti-agrarisch is en anti-ecologisch.
Uiteindelijk veronderstelt het communiqué dat de doelgroep, op voorhand gebrutaliseerd door de massamedia van desinformatie, niet meer ziet dat ze haar verplichten te aanvaarden dat het witte zwart is en het zwarte wit. We leggen aan het land en aan de wereld getuigenis af van de gebeurtenissen die we de laatste maanden meemaakten:
Op maandag 11 maart 2024 vond een bijeenkomst plaats in het gemeentehuis van Apartadó, waarvoor enkele instellingen en raden van gemeentelijke actie van het district van San José de Apartadó werden bijeengeroepen. Eén van de polemische kwesties centreerde zich rond de weg die sommige gemeentelijke raden hoe dan ook wilden inpassen op het stuk grond Las Delicias, van onze Vredesgemeenschap in het gehucht La Esperanza, een project dat we herhaaldelijk om grondige redenen hebben geweigerd: het dreigt een zone van grote milieuwaarde om te vormen door ze te doen verloederen; het kon niet rekenen op geen enkele democratische planning en heeft alle procedures omzeild die voorzien zijn in de wetten voor de goedkeuring van zulke werken; de initiatiefnemers zijn grote belangen en ze kondigen aan dat ze de weg zullen bouwen met militaire machinerie ten dienste van extractivistische projecten van vreemd kapitaal, die beantwoorden aan een model van ontwikkeling dat anti-agrarisch, anti-ecologisch, anti-gemeenschap en antinationaal is. Sommige van de tussenkomsten in deze bijeenkomst op het gemeentehuis, bevestigen ruimschoots onze angsten:
De burger LUIS SUAREZ van de partij Comunes van Mutatá verklaarde: “Ik heb mij begeven in deze territoria, en daar zijnde met metgezellen heb ik een beetje de ideeën bekeken. Niemand heeft daar wegen aangelegd, zijzelf hebben de wegen aangelegd. Voor mij staat het vast dat, toen ik een jaar geleden op bezoek ging bij een kameraad, ze in een vergadering, een bijeenkomst zegden welk bedrag ze op tafel zouden leggen voor elke boerderij om hun weg aan te leggen (…)”
In de tussenkomst van een woordvoerder van het gehucht La Unión, maakte hij zijn beklag dat onze Vredesgemeenschap de overheersing die het paramilitarisme heeft in veel raden van gemeentelijke actie, onder meer in die van La Unión. Onze Gemeenschap was evenwel verrast dat hij niet erkende dat bijvoorbeeld ADOLFO GUZMAN, bekende paramilitair, optrad als vicevoorzitter van de gemeentelijke raad van La Unión en dat hij niet verwees naar niet verbergbare gebeurtenissen, zoals de vergadering van paramilitairen in het centrum van La Unión op 6 januari van dit jaar, waarbij zij heel de bevolking van de omgeving verplichtten deel te nemen, evenmin verwezen ze naar de doodsbedreigingen die ze lanceerden tegen al wie onze Vredesgemeenschap informeerden over het paramilitarisme in dit gehucht.
In zijn tussenkomst drong FREDY VIDAL, lid van de Coöperatie CACAO VIVE, erop aan dat er iets positiefs voor het territorium zou voortkomen van deze bijeenkomst. Hij bevestigde dat “we geen bloedvergieten meer willen”, vermits hij veronderstelt dat er overal gewapende actoren zijn. Maar omdat hij voorvoelt dat er gewelddadige oplossingen op komst zijn bevestigt hij: “Wij willen niet dat dit opnieuw escaleert in het vermoorden van mekaar, omdat het dit is wat op deze momenten gaat gebeuren, indien de oplossing van hier niet behandeld wordt (…)”.
In zijn tussenkomst bevestigde de Commandant van de 17de Brigade, Kolonel HÉCTOR ALEXANDER JUZGA LEÓN, opnieuw onaanvaardbare gedragingen van het leger. Op een gegeven moment zei hij: “Jullie weten het heel goed, dat twee, drie soldaten zich door al deze gehuchten bewegen, door al die paden, waar ook inmenging is van de Clan del Golfo, zoals jullie goed weten.” Het is duidelijk dat we het goed weten omdat we het hebben meegemaakt, we hebben het moeten ondergaan, alle dagen stellen we het in levenden lijve en direct vast en we klaagden het reeds decennia bij de nationale autoriteiten en bij internationale rechtbanken zonder dat er ook maar iets gebeurt. Ten aanzien van de bekentenis van de kolonel kunnen we niets anders doen dan deze criminele samenspanning tussen militairen en paramilitairen met al onze energie te veroordelen.
Op hebben geen enkele connectie, geen enkele band, geen enkel type van samenspanning met die structuur van de georganiseerde gewapende groep Clan del Golfo en we houden de ontwikkeling van onze operaties vol in heel het grondgebied zoals we het hebben gedaan.” Het lijkt ongelooflijk dat een commandant van een militaire eenheid, die een criminele geschiedenis meesleurt van gedurende tientallen jaren misdaden tegen de mensheid, oorlogsmisdaden en een voortgezette genocide te plegen, ertoe kan komen dat alles te ontkennen met zo’n uitdagend cynisme. Weet de kolonel misschien niet dat wanneer deze misdaden niet erkend worden en wanneer de verantwoordelijken niet gestraft of ontslagen worden, deze houding gelijk staat met het zich identificeren met de schuldigen en de verantwoordelijkheid van henzelf op zich te nemen. Het is huiveringwekkend om vast te stellen hoe het mogelijk was dat de hoge hiërarchie van de publieke strijdkrachten zichzelf vormde in zulk afwijkend, illegaal en onwettig NEGATIONISME. Het Grondwettelijk Hof zelf heeft het leger herhaaldelijk verweten dat het weigert de namen, codes en hiërarchische niveaus en de commandolijnen door te geven van wie aanwezig waren op de plaatsen, de data en de uren van de misdaden. Hoe legt Kolonel Juzga het voortdurende niet gehoorzamen aan het Grondwettelijk Hof uit? Hebben ze hem niet geleerd dat het Grondwettelijk Hof de hoogste gerechtelijke instantie van de Staat is?
Op een ander moment van zijn tussenkomst zegt Kolonel Juzga: “Er is een uitspraak van een rechtbank waarin gezegd wordt dat die beschuldigingen tegen mijn brigade, tegen mijn soldaten niet mogen geuit worden, tenzij er een beschuldiging is, en als er als dusdanig een aanklacht is, moet ze gedaan worden voor het Kantoor van de Procureur-Generaal van de Natie, omdat daar de namen en dat allemaal gegeven worden (…)”.
Hoogst waarschijnlijk verwijst de Kolonel naar de actie van voogdij die zijn eigen 17de Brigade op 24 september 2018 heeft ondernomen tegen onze Vredesgemeenschap, met de vraag dat ze ons zouden verplichten om de aanklachten uitgedrukt in 8 historische vaststellingen/getuigenissen van datzelfde jaar en om afstand te doen van die vorm van aanklacht omdat ze de “goede naam” van de militairen zou aantasten. Hoewel de tweede promiscue gemeentelijke rechter van Apartadó, MARIELA GÓMEZ CARVAJAL, de voogdij en het incident van ongehoorzaamheid dat dezelfde Brigade enkele dagen nadien aanhangig maakte, behandelde, zelfs tot het bevelen van de arrestatie van de Wettelijk Vertegenwoordiger van onze Vredesgemeenschap, verklaarde de tweede Burgerlijke Rechter, WILLIAM GONZALEZ DE LA HOZ, de nietigheid van dit alles, toen haar vonnis werd herzien. En de zaak werd in beroep voorgelegd aan het Grondwettelijk Hof , dat op 21 augustus 2020 Vonnis T-342 uitvaardigde. De Rechter-Rapporteur, LUIS GUILLERMO GUERRERO, probeerde de grondwettelijke jurisprudenties van het recht op eer en van het recht op vrije meningsuiting te confronteren, waarbij hij tot evidente contradicties kwam en tot onmiskenbare vooroordelen ten gunste van het recht op militaire eer. Het vonnis was voorwerp van zoveel internationale redetwisten, confrontaties en verdeeldheid tussen de magistraten van het Hof zelf, dat er in december 2020 een verzoek tot nietigheid werd ingediend, dat door verschillende magistraten van hetzelfde Hof werd aanvaard en beslecht werd door het Vonnis 225 van 2021, dat uiteindelijk de nietigheid ontkende. Maar de confrontatie tussen de magistraten en de hoeveelheid documenten van internationale juristen en entiteiten die zich uitspraken ten gunste van de Vredesgemeenschap, verhinderde dat het Hof tot op zekere hoogte het recht op vrije meningsuiting en op aanklacht van onze Vredesgemeenschap inperkte. Het krachtigste argument werd aangevoerd door rechter Jorge ENRIQUE IBAÑEZ NAJAR, die de eerste rapporteur van beroep bij het Grondwettelijk Hof was geweest en die de legitimiteit van de Voogdij van de militairen vernietigde, door aan te tonen dat om de bescherming van het recht op eer te vragen het nodig is onberispelijk gedrag te hebben gehad, maar wat de 17de Brigade had waren meer dan 10 nationale en internationale vonnissen tegen hen voor misdaden tegen de menselijkheid in samenspanning met het paramilitarisme. Daarom waren hun claims niet rechtsgeldig.
Op een ander moment in zijn tussenkomst zei Kolonel Juzga: “We hebben de capaciteit van ons geniebataljon om wegen te herstellen. We hebben wat machines. Het is eenvoudig een overeenkomst af te sluiten dat het gemeentebestuur, het departement, het Bestuur van Antioquia en het geniecommando verbindt, zodat dit kan worden gedaan. Vroeger in andere omstandigheden zeiden ze: Ja laten we machines sturen, en daar spijbelden ze en zorgden ze voor brandstof, en de dames bereidden een sancocho en ze maakten een lunch voor de soldaten en de boeren die kwamen werken en er was iets gemeenschappelijks voor de regio: de weg. Ik stel voor dat we alstublieft rekening houden met deze mogelijkheid, Burgemeester, en deze overeenkomst afsluiten als het kan. Je hoeft de handenarbeid niet te betalen (…)we hebben hier de machinerie voor het project dat u voorstelt (…)”.
Deze woorden bevestigen dat de Brigade betrokken is geweest bij de illegale aanleg van wegen, bij het omzeilen van alle vergunningen, democratische raadplegingen van de bevolking, milieustudies en de koppeling van wegen aan modellen van socio-economische ontwikkeling. Uit het verslag van de kolonel blijkt dat er afspraken zijn gemaakt tussen de militairen en groepen van burgers. Met welk type van groepen? De commentaren verwijzen naar de paramilitaire structuren, die de heerschappij in de zone hebben en een heerschappij gesteund op wapens en op een traject van terreur en dood die de geschiedenis van de regio overspoelt.
Op woensdag 13 maart 2024 werd een interinstitutionele delegatie samengesteld uit ambtenaren van het Gemeentebestuur van Apartadó (secretaris van gemeentebestuur en secretaris voor gemeentelijke planning), Procuraduría, Corpouraba, Inspecteur van Politie, Familiecommissaris (verantwoordelijke voor Mensenrechten bij de politie, Gedelegeerde UIAP, 2de Verificatiemissie van de UNO en het Nationaal Agentschap voor Gronden ontvangen door een delegatie van onze Vredesgemeenschap die zich bevond op het stuk grond Las Delicias, eigendom van onze Gemeenschap in het gehucht La Esperanza. Met alle deelnemers werd rondgang gemaakt van het traject van de servituutweg (erfdienstbaarheid) die de gemeenschapseigendom doorkruist, waar naast verschillende onderwerpen, de fysieke beschadigingen werden getoond, die veroorzaakt werden door de gewelddadige agressie die zich voordeden tegen onze gemeenschapseigendom. De delegatie van de instellingen luisterde vervolgens naar de agressoren apart. Uit deze bijeenkomst kwamen drie voorstellen en een beslissing door de Politie-inspecteur voort: nl. die van het vastleggen van de status van de servituutweg (erfdienstbaarheid), waarmee het juiste gelijk aan onze Vredesgemeenschap werd gegeven.
Op donderdag 18 maart 2024 verwees President Gustavo Petro publiek naar de noodzaak dat onze Vredesgemeenschap ontvanger zou zijn van een daad van vergeving voor alle wreedheden begaan door instellingen van de Staat en dat onze slachtoffers geëerd zouden worden met monumenten die ter nagedachtenis aan hen gebouwd zouden worden. Onze Vredesgemeenschap is van mening dat zulke erkenning noodzakelijk is, maar dat ze begeleid moet zijn van maatregelen, die ons ons verblijven als Vredesgemeenschap in het territorium moet garanderen, want op dit moment wordt ze belegerd door processen, die als doel hebben haar te beroven van haar gronden, die ze in deze decennia legitiem en wettelijk heeft verworven en door paramilitaire structuren, die blijven aandringen op het vernietigen van de levens van onze leden, terwijl ze garanderen dat deze misdaden met een straffeloosheid die overal tegen bestand is, gebeuren.
Op vrijdag 29 maart 2024 werd onze Gemeenschap geïnformeerd over een plan dat georkestreerd is door de paramilitairen om onze nederzetting van San Josecito binnen te dringen, maar de indruk wekkend dat het om een geïsoleerd geval gaat of dat het om gewone misdadigheid gaat.
Op woensdag 3 april 2024 onderschepten twee paramilitairen leden van onze Vredesgemeenschap om hen te waarschuwen dat ze moeten stoppen met het bewerken van klein stuk grond van een ander lid van onze Vredesgemeenschap in het gehucht Las Nieves, en ze voegden eraan toe dat “ze maar één keer waarschuwden en geen twee keren”, en dat alles gecoördineerd is met de voorzitter van de Raad voor Gemeentelijke Actie van het gehucht Las Nieves.
Op donderdag 4 april 2024 werd de aanwezigheid van paramilitaire “punten” waargenomen in de plaats die gekend is als La Ye, in het gehucht La Resbalosa, een plaats die ze bezoeken zonder ook maar door iemand gestoord te worden.
Op dezelfde donderdag 4 april 2024, beschuldigde Mr. César Jaramillo, die de aanstoker was van al het geweld tegen onze Vredesgemeenschap, via sociale netwerken en via lokale radiomedia, opnieuw de Gemeenschap ervan verantwoordelijk te zijn voor de moorden. Naast het beschuldigen van Diego Ceballos, de man van onze vermoorde metgezellin Nalleli Sepúlveda, de materiële dader te zijn van de feiten, een versie die alleen ondersteund kan worden door een leugen met de meest perverse bedoelingen van verdoezeling. Zijn perverse plan en haat tegen onze Gemeenschap, publiek getoond en duidelijk gemaakt via verscheidene audiobestanden, die circuleerden op sociale netwerken, wordt niet enkel ondersteund door César Jaramillo, maar ook door andere figuren, die misbruik makend van hun sociale positie, de laster hebben verspreid om schade toe te brengen aan ons gemeenschapsproces.
Op zondag 7 april 2024 werd een lid van onze Gemeenschap gewaarschuwd door een bekende paramilitair om af te zien van het ondernemen van landbouwactiviteiten op de gemeenschapseigendom in het gehucht La Resbalosa. Hij kondigde aan dat, indien hij niet gehoorzaamde, hij niet verantwoordelijk kon zijn voor de gevolgen.
Op woensdag 10 april 2024, om 8 uur ’s morgens, drongen 3 bekende paramilitairen, één ervan gekend als “Refercho”, het Vredesgehucht Luis Eduardo Guerra binnen en stelden overbodige vragen. Diezelfde dag werd in het gehucht La Resbalosa de aanwezigheid opgemerkt van paramilitaire “punten”, die zich vrij door het gebied bewogen.
Op donderdag 11 april 2024 om 19 uur kwam een bekende paramilitair op erg agressieve wijze aan in ons Vredesgehucht Luis Eduardo Guerra. Toen hij verrast was door leden van onze Gemeenschap en door internationale begeleiders, die aanwezig waren op de plaats, ging hij op de vlucht.
Op vrijdag 12 april 2024 kregen we kennis van bedreigingen tegen bewoners van de regio, die ze ervan beschuldigden de verantwoordelijken te zijn voor het leveren van informatie, die ze intern uitwisselden, aan de Vredesgemeenschap. De bedreigingen houden in dat, indien ze ontdekken wie de informatie doorgeeft aan de Gemeenschap, deze personen het zelfde lot zullen ondergaan als de twee die recent werden vermoord in onze Gemeenschap.
Op zondag 14 april 2024 werden we geïnformeerd dat twee paramilitairen ontwaakten in de gemeenschapswoning op het stuk grond Japón y Soledad, eigendom van onze Gemeenschap, in het gehucht Las Nieves van het district van San José de Apartadó, misbruik makend van het feit dat deze woning die dag alleen was.
Recent vertelden soldaten, behorend tot het nationale leger, die aanwezig waren in o.m.de gehuchten van La Unión en El Porvenir, van het district van San José de Apartadó, aan de bewoners: “Die Vredesgemeenschap is erg klotevolk, ze vermoorden mekaar”. En zo verwelkomen en verspreiden ze de valse misdadige versie, volgens welke Nalleli en Edinson zouden vermoord zijn door de Gemeenschap zelf.
Op dinsdag 16 april 2024 onderschepten bekende paramilitairen een groep boeren. Ze waarschuwden hen om af te zien van het uitvoeren van landbouwwerk op een stuk grond in het gehucht Las Nieves. Ze waarschuwden hen dat ze het niet meer zouden aankondigen en dat wat volgt de consequenties zijn. Ditzelfde plan om onze Vredesgemeenschap te verhinderen landbouwwerk uit te voeren in dit gehucht werd bevestigd door een lid van de Raad voor Gemeentelijke Actie van dit gehucht, die waarschuwde dat ze op de hoogte waren dat de paramilitairen reeds families van de Vredesgemeenschap hadden gewaarschuwd van geen landbouwwerk te doen op het stuk grond van een lid van de Vredesgemeenschap. Hij voegde eraan toe dat ze met de hulp van de paramilitairen dit werk koste wat het kost gaan verhinderen,
Op woensdag 17 april 2024 onderhield een bewoner van het gehucht La Unión een telefonische conversatie met Mr. César Jaramillo op mobiel nummer 31004738130. Dit gesprek was erop gericht om aan te dringen om van de Gemeenschap een deel van een zone van het stuk gemeenschapsgrond La Unión (Landbouwcentrum) in het gehucht La Unión af te nemen. Een ander front van repressie tegen onze Vredesgemeenschap krijgt vorm.
Op donderdag 18 april 2024 ’s morgens werd het levenloze lichaam van een jongere gevonden, die vermoord zou zijn dichtbij de weg die van Apartadó naar het bewoonde centrum van San José de Apartadó voert, ter hoogte van het gehucht La Balsa.
Op zaterdag 20 april 2024 drongen paramilitairen een privé-eigendom binnen in het gehucht Las Nieves. Er zijn verschillende paracos (paramilitairen) die hun kamp hebben binnen dit stuk grond en ze laten niet toe dat bewoners er landbouwwerk doen. Het is al de derde opeenvolgende bedreiging tegen wie het stuk land probeert te bewerken.
Opnieuw bedanken we alle personen en gemeenschappen, die vanuit de meest verscheiden zones van het land en van de wereld ons spiritueel vergezeld hebben in deze maanden van intense pijn en lijden, die hebben geleid tot het aandikken van de enorme lijst van onze martelaren. Ondanks alle geconcentreerde en gecoördineerde agressie die zich met tussenpozen manifesteert tegen ons proces, blijven we standvastig trouw aan onze principes en waarden.
30/03/2024 De Vrede van Colombia, een slogan die men aan de wereld blijft verkopen terwijl de territoria blijven leegbloeden
Als Vredesgemeenschap van San José de Apartadó verheffen we opnieuw onze stem naar alle uiteinden van de wereld om de mensheid en de geschiedenis op de hoogte te stellen van de feiten die voortdurend de bevolking van onze geografische, sociale omgeving en onze Vredesgemeenschap bedreigen.
In de dagen rond de misdaad circuleerden er audiobestanden waarin de agressoren tegen de Gemeenschap hun bereidheid uitdrukten om met geweld door te gaan om hun doeleinden met het territorium van Las Delicias af te dwingen. Een van hen was ERIEN TUBERQUIA, van de Gemeentelijke Raad van La Esperanza die verklaarde:
“Ik weet het niet gasten, maar vanaf het begin toen we de ijzerdraden doorknipten: hoeveel waren er bereid om naar de gevangenis te gaan, hoeveel waren er bereid te vechten tot het einde, de vraag blijft overeind, want als wij de wegen de facto gaan innemen opdat de nationale regering naar ons luistert dan broer dan moeten we spijtig genoeg bloed doen vloeien (…) als het de overige gehuchten niets uitmaakt, laten we het dan laten we het dan maar zover komen, door bloed en vuur, zoals gezegd wordt. Maar dan zegt iedereen tegen ons: laten we niets doen, laten we niets doen, laten we niets doen en dan doen we niets. Dat is simpel, maat, als ge daar een bulldozer moet voor inzetten en er mensen moet onder slepen, dan is dat de enige manier opdat de regering ons hier een onderhandelingstafel installeert.”
Een ander bestand was van een ander lid van de Raad van La Esperanza, BENJAMÍN HIGUITA, die zei:
“We hebben een kettingzaag en we hebben personeel en vandaag gaan we nog meer doen dan wat moet gedaan worden, weg met de Vredesgemeenschap, weg met de Vredesgemeenschap, we willen ze daar niet, we willen hen niet. Het gehucht La Esperanza zegt, weg met de Vredesgemeenschap, weg.”
Ook was er een van een lid van de Raad van La Unión en vredesondertekenaar FREDY SANCHEZ, die zei:
“die armoezaaiers maken me niets uit, het laat me koud dat deze hoerenjongen niet tegen me spreken, en ik zeg wel, we gaan aan een punt komen hoerenjong, dat we uiteindelijk kwaad worden hoerenjong, en deze kloterij dient tot niets. We gaan ons kwaad maken en agressief worden en we zullen zien waar we landen: dit houdt in dat er doden gaan vallen. We zijn het beu! Kotsbeu!
Op het voorgaande antwoordt NORBEY DE JESÚS ZAPATA, ook ondertekenaar van het Vredesakkoord en voorzitter van de Raad voor Gemeentelijke Actie van La Unión, die zegde:
“wat kameraad Garfi (Fredy Sánchez) zegt is waar, de toestand is erg verontrustend, op elk moment kan het ontploffen en dan ... Hou het in ’t oog.”
Ook circuleerde een andere audio van FREDY VIDAL van de vereniging Cacao Vive in de volgende bewoordingen:
“don Anibal, goeiendag man, we laten hen de hulpbron achter zodat ze nog 3 jaartjes meer overleven en evenmin bedankt mijnheer, want (…) omdat we er belang bij hebben dat ze dat proces niet laten afkoelen (…). Laten ze zich er op instellen dat ze dat proces gaan uitstellen. Op dit moment gaat het naar een rechter, de rechter gaat dezelfde zijn … één jaar, twee jaar, drie jaar, 10 jaar en er gaat niets gebeuren in de waarborg (…) Ze zegden mij : hou je kalm, bemoei je niet met dat probleem, koop geen varkenszwoerden die niet de uwe zijn. En ik hoerenjong raakte … ik maakte me beter gezegd boos don Anibal . En ik zei hem: broer ik ga tot het einde, dat de Gemeenschap moet leren respect op te brengen, zo zitten de zaken niet mijn broer (…) ofwel lossen ze dat probleem op of jullie … er is geen andere manier.”
Op dinsdag 19 maart 2024 rond 12 uur werden in de boerderij Las Delicias van het gehucht La Esperanza , eigendom van onze Vredesgemeenschap, twee leden van onze Gemeenschap vermoord: NALLELI SEPÚLVEDA, 30 jaar oud, en EDINSON DAVID, 14 jaar oud. De eerste , coördinatrice van de humanitaire ruimte samen met haar man, Diego Ceballos, en de tweede een broer van Diego en lid van de ploeg verantwoordelijk voor de boerderij. Deze misdaad vindt plaats als hoogtepunt en climax van een heel proces van bedreigingen en van steeds gewelddadiger agressie, die eerder werden aangeklaagd in onze vroegere getuigenissen. Deze misdaad verhoogt bovendien het aantal van buitengerechtelijk geëxecuteerden van onze Vredesgemeenschap, reeds aangeklaagd in verschillende honderdtallen, alsook het aantal daden die in het internationaal recht getypeerd worden als Misdaden tegen de Menselijkheid , die reeds meer dan duizend vijfhonderd bedragen en die werden aangeklaagd voor verschillende internationale rechtbanken. Eens de misdaad voltrokken was haasten de instellingen zich om de straffeloosheid voor te bereiden. Als eerste maatregel voerden ze geen lijkschouwing uit. Slechts 9 dagen nadien gingen ambtenaren van het Technisch Onderzoekcorps naar de boerderij “om bewijzen te verzamelen” wanneer alles veranderd kon zijn, want de boerderij stond verschillende dagen leeg. Tegelijkertijd maakten ze gebruik van een vrouw, ondertekenaar van het vredesakkoord om een criminele montage te beginnen maken, door deze misdaad om te vormen tot een “passionele misdaad”, waarbij de waardigheid van de slachtoffers met de grond werd gelijkgemaakt. Er werd verklaard dat noch Nalleli noch Edinson leden van de Vredesgemeenschap waren en dat de moord te wijten was aan het feit dat de man van Nalleli haar vond terwijl ze relaties (seks) had met haar zwager en besloot hen te doden. DE poging kon voor hen niet slechter uitpakken, want Diego, de echtgenoot van Nalleli, was zijn vader, die gehospitaliseerd was in Apartadó, aan het oppassen. Maar indien de meest fundamentele logica van de montage de daders in de steek liet, droeg die er wel toe bij aan het blootleggen van de enorme perversiteit van hen die de misdaad planden.
De laatste reeks acties, die kunnen worden beschouwd als een weg voorwaarts richting vernietiging van levens, wordt ontdekt vanaf donderdag 18 januari 2024 wanneer er op de weg van San José naar het gehucht Mulatos op verschillende plaatsen paramilitaire punten (= spionnen) werden gezien die communicatieradio’s en camouflagekleding droegen. Dezelfde donderdag 18 januari 2024 bereikte informatie onze Gemeenschap, volgens welke verschillende jongeren van verschillende gehuchten van onze omgeving zich zouden hebben aangesloten bij paramilitaire groepen.
Op vrijdag 19 januari 2024 was de aanwezigheid merkbaar van paramilitairen in het gehucht La Resbalosa, nog een van onze nederzettingen, waarvan de leiders bedreigd zijn.
Op zaterdag 20 januari 2024 bereikte ons informatie dat personen behorend tot de Raad voor Gemeentelijke actie van het gehucht La Unión ernstige laster tegen onze Vredesgemeenschap zouden hebben gelanceerd, waarbij ze verschillende leden van de Interne Raad bestempelden alsof ze banden zouden hebben gehad met de uitgestorven FARC-EP. Nooit zullen ze zeggen dat sommigen van hen die ons beschuldigen, uit de Gemeenschap werden gezet omwille van hun nabijheid met de uitgestorven FARC-EP.
Op dinsdag 30 januari 2024 ’s morgens werd een toep soldaten van de 17de Brigade van het leger gezien die langs de rivier La Sucia trok, op een uur van het dorpscentrum van San José de Apartadó. Dezelfde dinsdag 30 januari 2024 overdag zou de politie controleposten of slagbomen geplaatst hebben in San José de Apartadó, waarbij wie daar passeerde illegaal werd geregistreerd. Dezelfde dinsdag 30 januari 2024 werden verschillende paramilitairen gezien terwijl ze passeerden langs de plaats die bekend staat als CHONTALITO. Ze droegen communicatieradio’s en camouflagekleding.
Op zondag 4 februari 2024 informeerden bewoners van het district van San José dat er in verschillende gehuchten van het district verteld wordt dat dit jaar 2024 de Eenheid voor Restitutie van Gronden URT beslag zal leggen op de eigendommen van de Vredesgemeenschap.
Op maandag 5 februari 2024, terwijl jongeren die lid zijn van de Vredesgemeenschap passeerden dicht bij het dorpscentrum van San José, werden ze door soldaten die aanwezig waren naast de rivier uitgenodigd om marihuana te consumeren.
Dezelfde maandag 5 februari 2024 deed zich een aanval voor met een steekwapen tegen een jongere van de regio. Ondanks de aanwezigheid van leger en politie in het dorpscentrum van het district kwamen ze niet tussenbeide. Permissieve en toegeeflijke houding van de strijdkrachten.
Op zaterdag 24 februari 2024 in de namiddag waren verschillende paramilitairen, onder hen alias Perro Negro en alias Barranquilla, met communicatie radio’s en camouflagekleding, aanwezig in het bewoonde centrum van het gehucht La Resbalosa, waar bovendien een feest aan de gang was.
Op donderdag 29 februari 2024 probeerde Mr. CÉSAR JARAMILLO ex-ambtenaar van Gemeentehuis van Apartadó en van FEDECACAO, samen met personen uit het gehucht La Esperanza de opening van een illegale weg te forceren door onze boerderij Las Delicias. Daar beschadigden ze poorten en omheiningen om hun illegale bedoelingen uit te voeren.
Op zaterdag 2 maart 2024 hebben personen uit het gehucht La Esperanza onze eigendom Las Delicias geschonden. Ze knipten draden door en beschadigden ze en ze drongen binnen met een voertuig. Al een tijd terug verzetten we ons tegen de aanleg van wegen door onze gemeenschapseigendommen, waarvoor we vele redenen hebben, te beginnen met het feit dat ze geen voorwerp uitmaken van geen enkele democratische planning. Ze dienen anti ecologische doelstellingen, ze zijn gepromoot door het paramilitarisme met de steun van het leger. Hierbij worden de meest elementaire vergunningen omzeild.
Op zondag 3 maart 2024 probeerde een groep personen aangestuurd door Cesar Jaramillo en de Raad voor Gemeentelijke Actie (JAC) onze hekken en poorten op onze privé-eigendom te vernielen. In hun poging gingen ze met alle soort beledigingen en vernederingen tekeer tegen onze Gemeenschap, waarbij ze aankondigden dat ze hun taak de volgende dag zouden uitvoeren. Optreden en verbale en psychologische agressie tegen onze Gemeenschap, terwijl wij zwegen.
Op maandag 4 maart 2024 drong een niet-geïdentificeerd individu en leden van de Raad voor Gemeentelijke Actie van het gehucht La Esperanza per moto onze privé-eigendom Las Delicias binnen, waarbij ze veel details inspecteerden, zonder enige identificatie te tonen.
Dezelfde maandag 4 maart 2024 was er een bezoek aan het gehucht La Esperanza van de Ombudsman voor de Mensenrechten, van het gemeentehuis van Apartadó en van o.m. ambtenaren van de nationale regering, op zoek naar het stoppen van de gewelddadigheden tegen onze Gemeenschap. Het antwoord van de Raad was evenwel onze gemeenschapsruimte te blijven schenden en opnieuw de poorten, die na 5 dagen van gemeenschapswerk werden geïnstalleerd, te vernielen. Want de Gemeenschap reageert nooit met gewelddadige acties op zulk geweld. En evenmin klaagt ze de misdrijven aan bij instellingen die nooit tot iets hebben gediend tenzij enkel om hun politieke belangen te behartigen. Onze Gemeenschap bouwde met spijt elke vernielde poort en hek weer op.
Op woensdag 6 maart 2024 drongen de Raad voor Gemeentelijke Actie en de Verenigde Pinksterkerk van Colombia van het gehucht La Esperanza, onder druk van Mr. CÉSAR JARAMILLO en van andere duistere krachten onze privé-eigendom Las Delicias binnen, ze vernielden de poorten en knipten de prikkeldraad van onze weilanden door en negeerden ons bevel om geen voertuigen te laten passeren door onze eigendom. Dit was de vijfde keer die week dat we de agressie tegen onze eigendom moesten doorstaan. We maken duidelijk dat we nooit de ruiterweg, die onze boerderij doorkruist, geblokkeerd hebben. Integendeel we behouden de poorten, die altijd bestaan hebben, om het vrije verkeer van de mensen en hun dieren met de producten van het platteland te waarborgen.
Wij zijn niet verantwoordelijk voor enige vorm van gedwongen ontheemding in de toekomst omdat we op geen enkel ogenblik iemand hebben opgesloten (verbannen), zoals onze agressoren aanklagen op sociale media en netwerken. De mensen passeren normaal op moto’s en op paarden zonder enige vorm van belemmering. Wij weigeren in deze conjunctuur gebruikt te worden door de Raad voor Gemeentelijke Actie JAC als excuus om van de regering projecten te eisen voor het gehucht. Ook maken we het voor de publieke opinie duidelijk dat we ons verzetten tegen het transport van auto’s doorheen onze privé-eigendommen door gebruik te maken van illegale routes en door het aanleggen van wegen die alle wettelijke en democratische procedures omzeilen. Zij die gebruik maken van invasie, gewelddaden en schade en die promotoren zijn van deze illegale weg zijn dezelfde personen die onze Vredesgemeenschap blijven belasteren door ons er valselijk van te beschuldigen guerillastrijders te zijn. Zo werd dit aangekondigd met audiobestanden door de voorzitter van de Gemeentelijke Raad ANÍBAL HIGUITA
In de loop van de tijd hebben we bemerkt dat rond de Raad voor Gemeentelijke Actie van het gehucht La Esperanza, in alliantie met Mr. CÉSAR JARAMILLO en de 17de Brigade van het leger, een beweging is gevormd die voor onze verdwijning als Vredesgemeenschap ijvert, als middel om schandelijke projecten te realiseren, die ze dikwijls vermomden met labels als “vooruitgang” en “ontwikkeling”. Dit heeft ons ertoe gebracht te denken dat als er iets met een lid van onze Gemeenschap zou gebeuren het de verantwoordelijkheid zou zijn van de leden van deze alliantie. CÉSAR JARAMILLO zelf galoppeerde te paard door onze weilanden in een daad van spot of chantage, terwijl de Raad onze poorten vernielde.
Op woensdag 6 maart 2024 stond ernstige laster van Mr. CÉSAR JARAMILLO op sociale netwerken tegen de Vredesgemeenschap en tegen ACASA de Boerenorganisatie van San José de Apartadó. Volgens hem zijn beide opgericht door de guerrilla. Zijn taalgebruik is identiek met dat van ex-president Álvaro Uribe om elke sociale organisatie te veroordelen. Dezelfde 6de maart 2024 legden we getuigenis af van nieuwe agressie, de zesde gewelddadigheid tegen onze privé-eigendom Las Delicias: om 4:30 uur in de namiddag, in onze aanwezigheid, vernielde en verbrandde de Raad voor Gemeentelijke Actie van het gehucht La Esperanza opnieuw onze poorten. De aanvallers kwamen met kettingzagen, knuppels en benzine, Terwijl ze de poorten vernielden en verbrandden beweerden ze dat ze “op vreedzame wijze” kwamen.
Op woensdag 6 maart 2024 probeerde Cesar Jaramillo via lokale radiomedia een vertekend beeld te verkopen aan de publieke opinie, dat hij in zijn mentaliteit van haat heeft gefabriceerd tegen onze Gemeenschap en tegen de ex-burgemeester van Apartadó Gloria Cuartas en haar technisch adviseur Carlos Montoya. Hij heeft ons voorgesteld als een “republiekje” dat de wetten van de servituutwegen miskent, dat boeren verhindert door onze eigendom te passeren, dat wie ons niet helpen als paramilitairen beschouwt, dat zich gronden en rechten van lokale gemeenschappen toe-eigent. Hij bevestigt dat hij al deze beschuldigingen heeft voorgelegd aan het parket, waar hij verklaard heeft dat zowel onze Gemeenschap als de Vereniging ACASA opgericht zijn door de guerrilla. Zelfs de gewelddaden die hij heeft begaan tegen de boerderij Las Delicias probeert hij voor te stellen als gunsten die hij ons aanbiedt door onze oude poorten te veranderen in nieuwe poorten, terwijl hij onze poorten en hekken op gewelddadige wijze heeft vernield. Het is moeilijk om zo’n grote opeenstapeling van leugens en laster te vinden. Hij doet er alles aan om ons imago in de samenleving te bekladden en om voor zijn smerige projecten steun te zoeken bij corrupte autoriteiten.
Op vrijdag 8 maart 2024 om 23:00 uur hebben groepen vandalen van de Raad voor Gemeentelijke Actie van het gehucht La Esperanza onze hekken en poorten vernield en gestolen. Het zijn typisch paramilitaire daden en de geïdentificeerde daders zijn leden van de Raad voor Gemeentelijke Actie van La Esperanza: BENJAMÍN HIGUITA, ANÍBAL HIGUITA, DANEY TUBERQUIA, EUFRANIO GRACIANO, ERIEN TUBERQUIA, onder anderen zoals CÉSAR JARAMILLO.
Op zaterdag 9 maart 2024 hebben we, in tegenstelling met de verklaringen van de Mr. César Jaramillo en de Raad voor Gemeentelijke Actie JAC, nooit iemand verhinderd te passeren door onze privé-eigendom Las Delicias. Ze passeren vrijelijk op moto’s, moto’s met aanhangwagentje en vee, met uitzondering van voertuigen (met 4 wielen). Maar dat volstaat voor hen niet. Ze zijn bloeddorstig.
Op maandag 11 maart 2024 waren er opnieuw valse lasterpraatjes van de Raad voor Gemeentelijke Actie van La Esperanza toen ze beweerden dat onze Gemeenschap een steen gooide naar een persoon in de boerderij. Wij dragen geen stokken, motorzagen, laat staan dat we stenen gooien. Volgens getuigen vielen ze van de moto omdat de weg glad was door de regen. Volgens een video op netwerken beweren de aangevallenen dat ze toen ze 100 meter weg waren een steen hebben gekregen en een slag op het voorhoofd. Hoe is dat mogelijk? Is het een fictiefilm? Hoe lang nog zulke leugens? Vrij passeren er voortdurend mensen tot laat in de nacht per moto of te voet, zonder dat iemand iets is overkomen. De afstand van ons hek tot de plaats van de feiten in kwestie bedraagt minstens 200 meter.
Op woensdag 20 maart 2024 rond 13:00 uur in het gehucht La Esperanza en na meer dan 24 uur wachten opdat de desbetreffende autoriteiten op de plaats van de feiten zouden aanwezig zijn, besliste de Gemeenschap eigenhandig de lichamen van onze vermoorde kameraden op te halen en ze in hangmatten te transporteren, waarbij we meer dan 5 uur door het Abibegebergte trokken midden in een sterke stortbui en bij stijgend water (in de rivieren) totdat we het dorpscentrum van San José bereikten, waar ze werden opgevangen door het Technisch Onderzoekcorps CTI van het parket (Openbaar Ministerie). Bij het passeren van de huizenrij van San José, wilden leden van dit CTI, die niet naar La Esperanza wilden gaan, de lichamen van onze kameraden met geweld afnemen. Ondertussen schreeuwden en beledigden paramilitairen die in het dorp wonen onze Gemeenschap. We gaven pas toestemming om ze over te dragen voor de gerechtelijke procedures, nadat we toekwamen op de ruimte van onze Vredesgemeenschap.
Op vrijdag 22 maart 2024 vergezelden we vanuit onze Vredesgemeenschap onze broers en kameraden, die door de criminele handen van de paramilitairen vermoord zijn, duidelijk getolereerd door de instellingen. Vaarwel voor altijd Nalleli en Edinson. Voor altijd zullen ze in onze herinnering blijven.
Op maandag 25 maart 2024 lieten de paramilitairen via verschillende media boodschappen toekomen met bedreigingen. Ze kondigden aan dat het hun bedoeling is de families, die de humanitaire ruimtes coördineren van de Vredesgemeenschap in de gehuchten La Resbalosa, Mulatos en La Esperanza, te vernietigen. Hiermee brengen ze de centrale plaatsen van onze Gemeenschap in groot gevaar, alsof ze insinueren dat we die moeten verlaten.
Op vrijdag 27 maart 2024 reisde een commissie samengesteld door verschillende instellingen van de nationale regering naar het gehucht La Esperanza, waar een ruime vertegenwoordiging van onze Gemeenschap die opwachtte. Ze wilden uit de eerste hand, niet alleen de details van het misdrijf, maar ook de factoren van de context, die de Gemeenschap heeft aangeklaagd bij de Colombiaanse maatschappij en bij internationale gerechtshoven, horen. Dezelfde dag rond 7:00 uur ’s morgens werd een bericht van een paramilitaire commandant gedetecteerd die dringend probeerde alias “VEGUETA” te lokaliseren, die iedereen in het gebied opdracht gaf “van de plaats weg te gaan en de aanwijzingen mee te pakken”.
Op donderdag 28 maart 2024 rond 9:00 uur werd een humanitaire commissie van onze Gemeenschap met internationale begeleiding, die zich van La Esperanza naar het gehucht Mulatos begaf, onderweg slechts enkele minuten van de huizenrij van La Esperanza verrast door vijf paramilitairen, waarvan twee wapens droegen. Onder hen werd alias Agripina erkend.
Opnieuw bedanken we alle personen en gemeenschappen die zich in het land en in de wereld solidair hebben verklaard met ons op weg gaan en die in het bijzonder in zo’n pijnlijke en tragische momenten als deze talrijke vormen hebben gezocht om fysiek en spiritueel aanwezig te zijn.
08/01/2024 Hardnekkig voortduren van het regime dat zogezegd overwonnen is
Opnieuw verheffen we onze stem naar alle uithoeken van de wereld om de aandacht van de mensheid en de geschiedenis te vestigen op de feiten, die een permanente bedreiging vormen tegen de bevolking van onze geografische en sociale omgeving en tegen onze Vredesgemeenschap.
Er breekt weer een jaar aan, waarin we hoopten nieuwe wegen van leven en vrede te vinden in de territoria, maar waarmee we te maken krijgen is het tegengestelde, aangezien de boodschap die geïnjecteerd werd in de bevolking die is van een “zogezegd overwonnen regime”. Maar het is ditzelfde regime dat in de weinige dagen dat het jaar 2024 oud is controle blijft uitoefenen, regels blijft opleggen, zich blijft infiltreren in de gemeenschappen, onder dwang de burgerbevolking blijft samenbrengen, blijft bedreigen en blijft moorden. En de regering blijft blind en doof.
De feiten waarvan we getuigenis afleggen zijn de volgende:
Op zaterdag 2 december 2023 overdag werd een groep gecamoufleerde paramilitairen opgemerkt die langs de rivier trokken in het gehucht Mulatos.
Op zondag 5 december 2023 werd onze Vredesgemeenschap ingelicht dat het leger ’s nachts onder meer zou patrouilleren in de gehuchten El Mariano, Buenos Aires, en La Linda en men kon niet weten naar wat ze op zoek waren in deze gehuchten. Wel zeker niet naar de paramilitaire groepen, aangezien zij de controle behouden en kalm blijven, zonder dat iemand hen lastig valt.
Op dinsdag 5 december 2023 zouden, volgens bewoners van de zone, de paramilitairen huizen voor paramilitaire controle aan het bouwen zijn in de gehuchten van San José de Apartadó. Eén ervan, dat alle reizigers hebben kunnen opmerken, zijn ze aan het bouwen op het punt dat gekend is als CHONTALITO.
Op vrijdag 8 december 2013 werd in de namiddag een groep paramilitairen in camouflage-uniform gezien op het punt dat bekend staat als “La Cañada de Pulgarín”in het gehucht Mulatos.
Op dinsdag 12 december 2023 werd onze Vredesgemeenschap ’s morgens door personen, die gedwongen samenleven met de paramilitairen van de zone, geïnformeerd over een nieuwe beslissing, die onder hen circuleert, om twee leden van onze Interne Raad van onze Gemeenschap, de ene onze Wettelijk Vertegenwoordiger en de andere de coördinator van onze nederzetting in het gehucht La Resbalosa, te elimineren. Er moet rekening mee gehouden worden dat een groot deel van het grondgebied van La Resbalosa behoort tot de gemeente Tierralta, departement Córdoba, een plaats waar heel recent een sterke eenheid van actie werd ontdekt tussen het leger en de paramilitairen. Dit ter gelegenheid van gewelddadige aanvallen tegen boerengemeenschappen, op basis van feiten die nationaal en internationaal publiek bekend waren en wiens gemeenschappelijke actiestrategie nog steeds aangeklaagd wordt door landelijke gemeenschappen van het departement Córdoba. Onze Gemeenschap kan evenmin de aanslag van einde december 2017 vergeten, toen 5 gewapende paramilitairen toekwamen op moto’s, met de beslissing om tussen andere leden van de Interne Raad onze Wettelijk Vertegenwoordiger Germán GRACIANO en José Roviro LOPEZ te elimineren. Tegen deze laatste twee lopen sterke doodsbedreigingen. Twee van deze paramilitairen werden evenwel aangehouden door leden van onze Gemeenschap en overgedragen aan een hoge regeringsfunctionaris, terwijl de rest vluchtte en terugkeerde naar het dorpscentrum van San José, waar ze vriendschappelijk samenleefden en blijven samenleven met de strijdkrachten. Er moet aan herinnerd worden dat in deze episode, de samenwerking van de publieke strijdkrachten en heel het gerechtelijk apparaat met de paramilitairen absoluut duidelijk was en dat zelfs op dit niveau wat “gerecht” genoemd wordt de zaak niet heeft onderzocht, zodat wie vastgehouden werden door de Gemeenschap binnen de kortste keren in vrijheid werden gesteld, met volledige vrijheid van handelen.
Op dinsdag 12 december 2023 kwamen we de dood te weten van de jongere Eimer Emilio Gómez David, die de afgelopen dagen verdwenen was en later dood werd terug gevonden met tekenen van wrede foltering. Gómez David, afkomstig uit San José, was lid geweest van onze Vredesgemeenschap evenals zijn familie. Ze hadden zich reeds enige tijd geleden teruggetrokken uit ons proces. Onze Vredesgemeenschap hekelt op radicale wijze het feit, dat zulke brutale en onmenselijke praktijken, die eigen zijn voor volken zonder de minste menselijke gevoeligheid, op ons grondgebied van kracht zijn. Wij betuigen ons diepste medeleven aan zijn familieleden.
Tussen 18 en 21 december 2023 ondernam onze Vredesgemeenschap een humanitaire rondgang langs verschillende gehuchten waaronder Mulatos en La Resbalosa van het district van San José de Apartadó, waarbij ze publiek de doodsbedreigingen tegen de bewoners van de regio en tegen leden van onze Interne Raad afwijzen. Gedurende deze rondgang konden we de sterke aanwezigheid en territoriale controle van de paramilitairen in de zone vaststellen, alsook de verschillende constructies van huizen van de paramilitairen, zoals: de plaats die het best gekend is als CHONTALITO, waar de paramilitairen een controlecentrum hebben met een permanente aanwezigheid van paramilitairen vanaf 2018; zo ook de controlecentra op de voormalige eigendom van Emilio Chanci, Billete Verde en het huis in het gehucht Mulatos, controlecentrum naast de school in La Resbalosa. Het is nogal ongelooflijk dat men tot zulk punt van schaamteloosheid komt bij het hardnekkig voortduren van het zogezegd overwonnen regime. De paramilitairen hebben de mogelijkheid om als burgerbevolking autonoom te overleven gewurgd.
Op vrijdag 22 december 2023 overdag kwam er informatie bij onze Gemeenschap toe waarbij de paramilitairen verschillende vrouwen zouden bedreigen in het gehucht La Unión omdat ze, naar eigen zeggen, bevriend waren geweest met leden van de 6de Brigade Ontmijning, die in het gehucht verbleef.
Op donderdag 4 januari 2024 werd onze Vredesgemeenschap dringend gesommeerd door OVIDIO TORRES AREIZA en zijn familie, op zoek naar bescherming tegen de op handen zijnde doodsbedreigingen door de paramilitairen. Onze Gemeenschap kon niet vergeten dat, toen Ovidio in juni 2006 op proef was om in onze Gemeenschap opgenomen te worden, hij het op een akkoord gooide met het leger en de paramilitairen om de computer van de Gemeenschap te stelen, wat hij inderdaad ook deed op 30 juni 20061, in coördinatie met de paramilitairen OVIDIO CARDONA BORJA en ELKIN TUBERQUIA om het apparaat te overhandigen aan het leger, een instelling die volgens diezelfde getuigen “teleurgesteld was”, want ze vonden daarin niets dat van belang was voor hun doeleinden, die erin bestonden enige relatie te ontdekken met de guerrilla. Hoewel Ovidio erkent reeds enkele jaren gemiliteerd te hebben in het paramilitarisme, bevestigt hij zich te hebben teruggetrokken en hij weigert onder herhaalde druk terug te keren, wat volgens hem, de oorzaak van zijn huidige ter dood veroordeling (doodvonnis) kan zijn. Volgens zijn versie was de beslissing om hem te vermoorden vastberaden en werd zijn oudste zoon zelfs vervolgd. Hij werd vastgehouden en gefolterd opdat hij hen de verblijfplaats van zijn vader zou aanwijzen, en hierbij werd het leven van zijn jongere kinderen in groot gevaar gebracht. Onze Gemeenschap heeft, volgens één van haar basisprincipes, namelijk de verdediging van het leven van om het even welk menselijk wezen, zelfs als dit leven in strijd is met onze denkwijze, aangenomen hem te beschermen totdat hij een veilige zone zou bereiken en humanitaire organisaties te verzoeken te zorgen voor de noodzakelijke middelen zodat hij de zone van hoog risico zou kunnen verlaten, wat ook zo gebeurde.
Op zaterdag 6 januari 2024 ’s morgens verzamelden bekende paramilitairen, zoals onder andere alias Javier Resorte (Nelson Montoya), alias El Viejo (Adolfo Guzmán) alias El Negro of William, de bewoners en de bezoekers van het gehucht La Unión van het district San José de Apartadó in het bewoonde centrum van dit gehucht. Daar dwongen ze alle aanwezigen om hun mobiele telefoons af te geven terwijl de vergadering plaats vond. Het bevel van de paramilitairen is dat niemand zich buiten de raden voor gemeentelijke actie mag bevinden, waaruit blijkt dat de gemeentelijke raad zich geconsolideerd heeft als controlemechanisme van de paramilitairen, naast het opleggen van de manier waarop de burgerbevolking zich moet gedragen. Anders moet iedereen maar de gevolgen dragen. In deze vergadering probeerden ze, door zichzelf bevoegdheden toe te kennen die eigen zijn aan de rechterlijke macht, conflicten over gronden te beslechten door onduidelijke en tegenstrijdige instructies te geven. Deze vergadering vond plaats ondanks dat op korte afstand het leger aanwezig was in het gehucht, wat de reeds routinematige praktijk bevestigt van het camoufleren van de banden tussen het leger en de paramilitairen.
Op maandag 8 januari 2024 was er vanaf erg vroeg een groep zwaarbewapende militairen aanwezig in het bevolkte centrum van het gehucht La Unión van het district San José de Apartadó, zogezegd op zoek naar informatie over de paramilitairen bij de burgerbevolking. Het leger en de politie weten maar al te goed waar deze paramilitairen zijn omdat ze samenleven met hen. Zo wordt de burgerbevolking meegesleurd in een gewelddadig conflict waaraan ze geen deel heeft.
Onze Vredesgemeenschap veroordeelt openlijk elke actie die een aanslag betekent tegen het leven of de integriteit van om het even welk menselijk wezen. En wat ook moge gebeuren met de leden van onze Gemeenschap en met de bewoners van de zone zal verantwoordelijkheid zijn van de Nationale Regering. Het paramilitarisme blijft vrij en wordt getolereerd.
Als Vredesgemeenschap bevestigen we ons opnieuw in onze ethische en morele principes om te blijven bouwen aan ruimtes van leven te midden van de dood.
We bedanken alle personen die ons vanuit alle uithoeken van de wereld blijven ondersteunen met hun morele kracht.
1 Heel de geschiedenis van het stelen van de computer is vermeld in het boek van Javier Giraldo sj ‘Fusil o Toga /Toga y Fusil El Estado contra la Comunidad de Paz de San José de Apartadó’ blz. 116-117
Als Vredesgemeenschap van San José de Apartadó verheffen we opnieuw onze stem naar alle uiteinden van de wereld om de mensheid en de geschiedenis op de hoogte te stellen van de feiten die voortdurend de bevolking van onze geografische, sociale omgeving en onze Vredesgemeenschap bedreigen.
In de dagen rond de misdaad circuleerden er audiobestanden waarin de agressoren tegen de Gemeenschap hun bereidheid uitdrukten om met geweld door te gaan om hun doeleinden met het territorium van Las Delicias af te dwingen. Een van hen was ERIEN TUBERQUIA, van de Gemeentelijke Raad van La Esperanza die verklaarde:
“Ik weet het niet gasten, maar vanaf het begin toen we de ijzerdraden doorknipten: hoeveel waren er bereid om naar de gevangenis te gaan, hoeveel waren er bereid te vechten tot het einde, de vraag blijft overeind, want als wij de wegen de facto gaan innemen opdat de nationale regering naar ons luistert dan broer dan moeten we spijtig genoeg bloed doen vloeien (…) als het de overige gehuchten niets uitmaakt, laten we het dan laten we het dan maar zover komen, door bloed en vuur, zoals gezegd wordt. Maar dan zegt iedereen tegen ons: laten we niets doen, laten we niets doen, laten we niets doen en dan doen we niets. Dat is simpel, maat, als ge daar een bulldozer moet voor inzetten en er mensen moet onder slepen, dan is dat de enige manier opdat de regering ons hier een onderhandelingstafel installeert.”
Een ander bestand was van een ander lid van de Raad van La Esperanza, BENJAMÍN HIGUITA, die zei:
“We hebben een kettingzaag en we hebben personeel en vandaag gaan we nog meer doen dan wat moet gedaan worden, weg met de Vredesgemeenschap, weg met de Vredesgemeenschap, we willen ze daar niet, we willen hen niet. Het gehucht La Esperanza zegt, weg met de Vredesgemeenschap, weg.”
Ook was er een van een lid van de Raad van La Unión en vredesondertekenaar FREDY SANCHEZ, die zei:
“die armoezaaiers maken me niets uit, het laat me koud dat deze hoerenjongen niet tegen me spreken, en ik zeg wel, we gaan aan een punt komen hoerenjong, dat we uiteindelijk kwaad worden hoerenjong, en deze kloterij dient tot niets. We gaan ons kwaad maken en agressief worden en we zullen zien waar we landen: dit houdt in dat er doden gaan vallen. We zijn het beu! Kotsbeu!
Op het voorgaande antwoordt NORBEY DE JESÚS ZAPATA, ook ondertekenaar van het Vredesakkoord en voorzitter van de Raad voor Gemeentelijke Actie van La Unión, die zegde:
“wat kameraad Garfi (Fredy Sánchez) zegt is waar, de toestand is erg verontrustend, op elk moment kan het ontploffen en dan ... Hou het in ’t oog.”
Ook circuleerde een andere audio van FREDY VIDAL van de vereniging Cacao Vive in de volgende bewoordingen:
“don Anibal, goeiendag man, we laten hen de hulpbron achter zodat ze nog 3 jaartjes meer overleven en evenmin bedankt mijnheer, want (…) omdat we er belang bij hebben dat ze dat proces niet laten afkoelen (…). Laten ze zich er op instellen dat ze dat proces gaan uitstellen. Op dit moment gaat het naar een rechter, de rechter gaat dezelfde zijn … één jaar, twee jaar, drie jaar, 10 jaar en er gaat niets gebeuren in de waarborg (…) Ze zegden mij : hou je kalm, bemoei je niet met dat probleem, koop geen varkenszwoerden die niet de uwe zijn. En ik hoerenjong raakte … ik maakte me beter gezegd boos don Anibal . En ik zei hem: broer ik ga tot het einde, dat de Gemeenschap moet leren respect op te brengen, zo zitten de zaken niet mijn broer (…) ofwel lossen ze dat probleem op of jullie … er is geen andere manier.”
Op dinsdag 19 maart 2024 rond 12 uur werden in de boerderij Las Delicias van het gehucht La Esperanza , eigendom van onze Vredesgemeenschap, twee leden van onze Gemeenschap vermoord: NALLELI SEPÚLVEDA, 30 jaar oud, en EDINSON DAVID, 14 jaar oud. De eerste , coördinatrice van de humanitaire ruimte samen met haar man, Diego Ceballos, en de tweede een broer van Diego en lid van de ploeg verantwoordelijk voor de boerderij. Deze misdaad vindt plaats als hoogtepunt en climax van een heel proces van bedreigingen en van steeds gewelddadiger agressie, die eerder werden aangeklaagd in onze vroegere getuigenissen. Deze misdaad verhoogt bovendien het aantal van buitengerechtelijk geëxecuteerden van onze Vredesgemeenschap, reeds aangeklaagd in verschillende honderdtallen, alsook het aantal daden die in het internationaal recht getypeerd worden als Misdaden tegen de Menselijkheid , die reeds meer dan duizend vijfhonderd bedragen en die werden aangeklaagd voor verschillende internationale rechtbanken. Eens de misdaad voltrokken was haasten de instellingen zich om de straffeloosheid voor te bereiden. Als eerste maatregel voerden ze geen lijkschouwing uit. Slechts 9 dagen nadien gingen ambtenaren van het Technisch Onderzoekcorps naar de boerderij “om bewijzen te verzamelen” wanneer alles veranderd kon zijn, want de boerderij stond verschillende dagen leeg. Tegelijkertijd maakten ze gebruik van een vrouw, ondertekenaar van het vredesakkoord om een criminele montage te beginnen maken, door deze misdaad om te vormen tot een “passionele misdaad”, waarbij de waardigheid van de slachtoffers met de grond werd gelijkgemaakt. Er werd verklaard dat noch Nalleli noch Edinson leden van de Vredesgemeenschap waren en dat de moord te wijten was aan het feit dat de man van Nalleli haar vond terwijl ze relaties (seks) had met haar zwager en besloot hen te doden. DE poging kon voor hen niet slechter uitpakken, want Diego, de echtgenoot van Nalleli, was zijn vader, die gehospitaliseerd was in Apartadó, aan het oppassen. Maar indien de meest fundamentele logica van de montage de daders in de steek liet, droeg die er wel toe bij aan het blootleggen van de enorme perversiteit van hen die de misdaad planden.
De laatste reeks acties, die kunnen worden beschouwd als een weg voorwaarts richting vernietiging van levens, wordt ontdekt vanaf donderdag 18 januari 2024 wanneer er op de weg van San José naar het gehucht Mulatos op verschillende plaatsen paramilitaire punten (= spionnen) werden gezien die communicatieradio’s en camouflagekleding droegen. Dezelfde donderdag 18 januari 2024 bereikte informatie onze Gemeenschap, volgens welke verschillende jongeren van verschillende gehuchten van onze omgeving zich zouden hebben aangesloten bij paramilitaire groepen.
Op vrijdag 19 januari 2024 was de aanwezigheid merkbaar van paramilitairen in het gehucht La Resbalosa, nog een van onze nederzettingen, waarvan de leiders bedreigd zijn.
Op zaterdag 20 januari 2024 bereikte ons informatie dat personen behorend tot de Raad voor Gemeentelijke actie van het gehucht La Unión ernstige laster tegen onze Vredesgemeenschap zouden hebben gelanceerd, waarbij ze verschillende leden van de Interne Raad bestempelden alsof ze banden zouden hebben gehad met de uitgestorven FARC-EP. Nooit zullen ze zeggen dat sommigen van hen die ons beschuldigen, uit de Gemeenschap werden gezet omwille van hun nabijheid met de uitgestorven FARC-EP.
Op dinsdag 30 januari 2024 ’s morgens werd een toep soldaten van de 17de Brigade van het leger gezien die langs de rivier La Sucia trok, op een uur van het dorpscentrum van San José de Apartadó. Dezelfde dinsdag 30 januari 2024 overdag zou de politie controleposten of slagbomen geplaatst hebben in San José de Apartadó, waarbij wie daar passeerde illegaal werd geregistreerd. Dezelfde dinsdag 30 januari 2024 werden verschillende paramilitairen gezien terwijl ze passeerden langs de plaats die bekend staat als CHONTALITO. Ze droegen communicatieradio’s en camouflagekleding.
Op zondag 4 februari 2024 informeerden bewoners van het district van San José dat er in verschillende gehuchten van het district verteld wordt dat dit jaar 2024 de Eenheid voor Restitutie van Gronden URT beslag zal leggen op de eigendommen van de Vredesgemeenschap.
Op maandag 5 februari 2024, terwijl jongeren die lid zijn van de Vredesgemeenschap passeerden dicht bij het dorpscentrum van San José, werden ze door soldaten die aanwezig waren naast de rivier uitgenodigd om marihuana te consumeren.
Dezelfde maandag 5 februari 2024 deed zich een aanval voor met een steekwapen tegen een jongere van de regio. Ondanks de aanwezigheid van leger en politie in het dorpscentrum van het district kwamen ze niet tussenbeide. Permissieve en toegeeflijke houding van de strijdkrachten.
Op zaterdag 24 februari 2024 in de namiddag waren verschillende paramilitairen, onder hen alias Perro Negro en alias Barranquilla, met communicatie radio’s en camouflagekleding, aanwezig in het bewoonde centrum van het gehucht La Resbalosa, waar bovendien een feest aan de gang was.
Op donderdag 29 februari 2024 probeerde Mr. CÉSAR JARAMILLO ex-ambtenaar van Gemeentehuis van Apartadó en van FEDECACAO, samen met personen uit het gehucht La Esperanza de opening van een illegale weg te forceren door onze boerderij Las Delicias. Daar beschadigden ze poorten en omheiningen om hun illegale bedoelingen uit te voeren.
Op zaterdag 2 maart 2024 hebben personen uit het gehucht La Esperanza onze eigendom Las Delicias geschonden. Ze knipten draden door en beschadigden ze en ze drongen binnen met een voertuig. Al een tijd terug verzetten we ons tegen de aanleg van wegen door onze gemeenschapseigendommen, waarvoor we vele redenen hebben, te beginnen met het feit dat ze geen voorwerp uitmaken van geen enkele democratische planning. Ze dienen anti ecologische doelstellingen, ze zijn gepromoot door het paramilitarisme met de steun van het leger. Hierbij worden de meest elementaire vergunningen omzeild.
Op zondag 3 maart 2024 probeerde een groep personen aangestuurd door Cesar Jaramillo en de Raad voor Gemeentelijke Actie (JAC) onze hekken en poorten op onze privé-eigendom te vernielen. In hun poging gingen ze met alle soort beledigingen en vernederingen tekeer tegen onze Gemeenschap, waarbij ze aankondigden dat ze hun taak de volgende dag zouden uitvoeren. Optreden en verbale en psychologische agressie tegen onze Gemeenschap, terwijl wij zwegen.
Op maandag 4 maart 2024 drong een niet-geïdentificeerd individu en leden van de Raad voor Gemeentelijke Actie van het gehucht La Esperanza per moto onze privé-eigendom Las Delicias binnen, waarbij ze veel details inspecteerden, zonder enige identificatie te tonen.
Dezelfde maandag 4 maart 2024 was er een bezoek aan het gehucht La Esperanza van de Ombudsman voor de Mensenrechten, van het gemeentehuis van Apartadó en van o.m. ambtenaren van de nationale regering, op zoek naar het stoppen van de gewelddadigheden tegen onze Gemeenschap. Het antwoord van de Raad was evenwel onze gemeenschapsruimte te blijven schenden en opnieuw de poorten, die na 5 dagen van gemeenschapswerk werden geïnstalleerd, te vernielen. Want de Gemeenschap reageert nooit met gewelddadige acties op zulk geweld. En evenmin klaagt ze de misdrijven aan bij instellingen die nooit tot iets hebben gediend tenzij enkel om hun politieke belangen te behartigen. Onze Gemeenschap bouwde met spijt elke vernielde poort en hek weer op.
Op woensdag 6 maart 2024 drongen de Raad voor Gemeentelijke Actie en de Verenigde Pinksterkerk van Colombia van het gehucht La Esperanza, onder druk van Mr. CÉSAR JARAMILLO en van andere duistere krachten onze privé-eigendom Las Delicias binnen, ze vernielden de poorten en knipten de prikkeldraad van onze weilanden door en negeerden ons bevel om geen voertuigen te laten passeren door onze eigendom. Dit was de vijfde keer die week dat we de agressie tegen onze eigendom moesten doorstaan. We maken duidelijk dat we nooit de ruiterweg, die onze boerderij doorkruist, geblokkeerd hebben. Integendeel we behouden de poorten, die altijd bestaan hebben, om het vrije verkeer van de mensen en hun dieren met de producten van het platteland te waarborgen.
Wij zijn niet verantwoordelijk voor enige vorm van gedwongen ontheemding in de toekomst omdat we op geen enkel ogenblik iemand hebben opgesloten (verbannen), zoals onze agressoren aanklagen op sociale media en netwerken. De mensen passeren normaal op moto’s en op paarden zonder enige vorm van belemmering. Wij weigeren in deze conjunctuur gebruikt te worden door de Raad voor Gemeentelijke Actie JAC als excuus om van de regering projecten te eisen voor het gehucht. Ook maken we het voor de publieke opinie duidelijk dat we ons verzetten tegen het transport van auto’s doorheen onze privé-eigendommen door gebruik te maken van illegale routes en door het aanleggen van wegen die alle wettelijke en democratische procedures omzeilen. Zij die gebruik maken van invasie, gewelddaden en schade en die promotoren zijn van deze illegale weg zijn dezelfde personen die onze Vredesgemeenschap blijven belasteren door ons er valselijk van te beschuldigen guerillastrijders te zijn. Zo werd dit aangekondigd met audiobestanden door de voorzitter van de Gemeentelijke Raad ANÍBAL HIGUITA
In de loop van de tijd hebben we bemerkt dat rond de Raad voor Gemeentelijke Actie van het gehucht La Esperanza, in alliantie met Mr. CÉSAR JARAMILLO en de 17de Brigade van het leger, een beweging is gevormd die voor onze verdwijning als Vredesgemeenschap ijvert, als middel om schandelijke projecten te realiseren, die ze dikwijls vermomden met labels als “vooruitgang” en “ontwikkeling”. Dit heeft ons ertoe gebracht te denken dat als er iets met een lid van onze Gemeenschap zou gebeuren het de verantwoordelijkheid zou zijn van de leden van deze alliantie. CÉSAR JARAMILLO zelf galoppeerde te paard door onze weilanden in een daad van spot of chantage, terwijl de Raad onze poorten vernielde.
Op woensdag 6 maart 2024 stond ernstige laster van Mr. CÉSAR JARAMILLO op sociale netwerken tegen de Vredesgemeenschap en tegen ACASA de Boerenorganisatie van San José de Apartadó. Volgens hem zijn beide opgericht door de guerrilla. Zijn taalgebruik is identiek met dat van ex-president Álvaro Uribe om elke sociale organisatie te veroordelen. Dezelfde 6de maart 2024 legden we getuigenis af van nieuwe agressie, de zesde gewelddadigheid tegen onze privé-eigendom Las Delicias: om 4:30 uur in de namiddag, in onze aanwezigheid, vernielde en verbrandde de Raad voor Gemeentelijke Actie van het gehucht La Esperanza opnieuw onze poorten. De aanvallers kwamen met kettingzagen, knuppels en benzine, Terwijl ze de poorten vernielden en verbrandden beweerden ze dat ze “op vreedzame wijze” kwamen.
Op woensdag 6 maart 2024 probeerde Cesar Jaramillo via lokale radiomedia een vertekend beeld te verkopen aan de publieke opinie, dat hij in zijn mentaliteit van haat heeft gefabriceerd tegen onze Gemeenschap en tegen de ex-burgemeester van Apartadó Gloria Cuartas en haar technisch adviseur Carlos Montoya. Hij heeft ons voorgesteld als een “republiekje” dat de wetten van de servituutwegen miskent, dat boeren verhindert door onze eigendom te passeren, dat wie ons niet helpen als paramilitairen beschouwt, dat zich gronden en rechten van lokale gemeenschappen toe-eigent. Hij bevestigt dat hij al deze beschuldigingen heeft voorgelegd aan het parket, waar hij verklaard heeft dat zowel onze Gemeenschap als de Vereniging ACASA opgericht zijn door de guerrilla. Zelfs de gewelddaden die hij heeft begaan tegen de boerderij Las Delicias probeert hij voor te stellen als gunsten die hij ons aanbiedt door onze oude poorten te veranderen in nieuwe poorten, terwijl hij onze poorten en hekken op gewelddadige wijze heeft vernield. Het is moeilijk om zo’n grote opeenstapeling van leugens en laster te vinden. Hij doet er alles aan om ons imago in de samenleving te bekladden en om voor zijn smerige projecten steun te zoeken bij corrupte autoriteiten.
Op vrijdag 8 maart 2024 om 23:00 uur hebben groepen vandalen van de Raad voor Gemeentelijke Actie van het gehucht La Esperanza onze hekken en poorten vernield en gestolen. Het zijn typisch paramilitaire daden en de geïdentificeerde daders zijn leden van de Raad voor Gemeentelijke Actie van La Esperanza: BENJAMÍN HIGUITA, ANÍBAL HIGUITA, DANEY TUBERQUIA, EUFRANIO GRACIANO, ERIEN TUBERQUIA, onder anderen zoals CÉSAR JARAMILLO.
Op zaterdag 9 maart 2024 hebben we, in tegenstelling met de verklaringen van de Mr. César Jaramillo en de Raad voor Gemeentelijke Actie JAC, nooit iemand verhinderd te passeren door onze privé-eigendom Las Delicias. Ze passeren vrijelijk op moto’s, moto’s met aanhangwagentje en vee, met uitzondering van voertuigen (met 4 wielen). Maar dat volstaat voor hen niet. Ze zijn bloeddorstig.
Op maandag 11 maart 2024 waren er opnieuw valse lasterpraatjes van de Raad voor Gemeentelijke Actie van La Esperanza toen ze beweerden dat onze Gemeenschap een steen gooide naar een persoon in de boerderij. Wij dragen geen stokken, motorzagen, laat staan dat we stenen gooien. Volgens getuigen vielen ze van de moto omdat de weg glad was door de regen. Volgens een video op netwerken beweren de aangevallenen dat ze toen ze 100 meter weg waren een steen hebben gekregen en een slag op het voorhoofd. Hoe is dat mogelijk? Is het een fictiefilm? Hoe lang nog zulke leugens? Vrij passeren er voortdurend mensen tot laat in de nacht per moto of te voet, zonder dat iemand iets is overkomen. De afstand van ons hek tot de plaats van de feiten in kwestie bedraagt minstens 200 meter.
Op woensdag 20 maart 2024 rond 13:00 uur in het gehucht La Esperanza en na meer dan 24 uur wachten opdat de desbetreffende autoriteiten op de plaats van de feiten zouden aanwezig zijn, besliste de Gemeenschap eigenhandig de lichamen van onze vermoorde kameraden op te halen en ze in hangmatten te transporteren, waarbij we meer dan 5 uur door het Abibegebergte trokken midden in een sterke stortbui en bij stijgend water (in de rivieren) totdat we het dorpscentrum van San José bereikten, waar ze werden opgevangen door het Technisch Onderzoekcorps CTI van het parket (Openbaar Ministerie). Bij het passeren van de huizenrij van San José, wilden leden van dit CTI, die niet naar La Esperanza wilden gaan, de lichamen van onze kameraden met geweld afnemen. Ondertussen schreeuwden en beledigden paramilitairen die in het dorp wonen onze Gemeenschap. We gaven pas toestemming om ze over te dragen voor de gerechtelijke procedures, nadat we toekwamen op de ruimte van onze Vredesgemeenschap.
Op vrijdag 22 maart 2024 vergezelden we vanuit onze Vredesgemeenschap onze broers en kameraden, die door de criminele handen van de paramilitairen vermoord zijn, duidelijk getolereerd door de instellingen. Vaarwel voor altijd Nalleli en Edinson. Voor altijd zullen ze in onze herinnering blijven.
Op maandag 25 maart 2024 lieten de paramilitairen via verschillende media boodschappen toekomen met bedreigingen. Ze kondigden aan dat het hun bedoeling is de families, die de humanitaire ruimtes coördineren van de Vredesgemeenschap in de gehuchten La Resbalosa, Mulatos en La Esperanza, te vernietigen. Hiermee brengen ze de centrale plaatsen van onze Gemeenschap in groot gevaar, alsof ze insinueren dat we die moeten verlaten.
Op vrijdag 27 maart 2024 reisde een commissie samengesteld door verschillende instellingen van de nationale regering naar het gehucht La Esperanza, waar een ruime vertegenwoordiging van onze Gemeenschap die opwachtte. Ze wilden uit de eerste hand, niet alleen de details van het misdrijf, maar ook de factoren van de context, die de Gemeenschap heeft aangeklaagd bij de Colombiaanse maatschappij en bij internationale gerechtshoven, horen. Dezelfde dag rond 7:00 uur ’s morgens werd een bericht van een paramilitaire commandant gedetecteerd die dringend probeerde alias “VEGUETA” te lokaliseren, die iedereen in het gebied opdracht gaf “van de plaats weg te gaan en de aanwijzingen mee te pakken”.
Op donderdag 28 maart 2024 rond 9:00 uur werd een humanitaire commissie van onze Gemeenschap met internationale begeleiding, die zich van La Esperanza naar het gehucht Mulatos begaf, onderweg slechts enkele minuten van de huizenrij van La Esperanza verrast door vijf paramilitairen, waarvan twee wapens droegen. Onder hen werd alias Agripina erkend.
Opnieuw bedanken we alle personen en gemeenschappen die zich in het land en in de wereld solidair hebben verklaard met ons op weg gaan en die in het bijzonder in zo’n pijnlijke en tragische momenten als deze talrijke vormen hebben gezocht om fysiek en spiritueel aanwezig te zijn.